M M E E M M O O
AAN : Commissie Algemene Zaken & Control
VAN : College van burgemeester en wethouders
DATUM : 19 maart 2013
BETREFT : Kennisgeving hoogte en risico resterende vordering op Landsbanki
Samenvatting
U wordt in deze memo geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de inning van de vordering van gemeente Asten € 1.012.636,83 op Landsbanki beschreven. De uitbetaling zal zich naar verwachting strekken over de periode tot 2018. Tot nu toe is in totaal € 515.975,24 terugbetaald. Er is nog een bedrag van € 496.661,59 te ontvangen.
De gemeente heeft voor de terugvordering samenwerking met andere gedupeerde
medeoverheden gezocht. Provincie Noord-Holland heeft in deze (juridische) procedures een coördinerende rol. Deze memo is opgesteld aan de hand van de jaarrekeningen 2008 - 2011 van de gemeente Asten en de notities van de provincie Noord-Holland.
Motivering
In de jaarrekening 2008 en 2009 is de vordering van Asten tweemaal afgewaardeerd, met in totaal € 210.000,00 en € 4.583,33 rente. Voor dit bedrag is een voorziening gevormd.
In de jaarrekening 2010 is, gelet op risico’s ten aanzien van het juridische proces, de
hoogte van de erkende claim en de onzekerheden over de wijze van uitkeren, vastgehouden aan deze afwaardering.
Uit de jaarrekening 2011 volgt dat een aantal onzekerheden zijn verkleind:
- er is een uitspraak van de rechter in hoogste instantie over de preferentie;
- de hoogte van de claims is vastgesteld in IJslandse Kronen (ISK);
- de wijze van berekening van de recovery (oa. vaste koers 22/4/2009 is bepaald);
- meer en beter zicht op de omvang van de activa van Landsbanki.
Door bovengenoemde factoren is de waarde van de vordering op de balans van Landsbanki verhoogd naar 95%. Als gevolg hiervan is in Asten de gevormde voorziening verlaagd naar
€ 107.334,60.
2012: Inmiddels hebben drie uitbetalingen plaatsgevonden, in totaal heeft Asten tot op heden € 515.975,24 ontvangen. De uitbetalingen hebben voor het grootste deel
plaatsgevonden in euro’s, Engelse ponden en Amerikaanse dollars. Een klein deel uitbetaald in ISK mag vanwege restricties die op IJsland gelden voor het kapitaalverkeer, het eiland niet verlaten en staat op een derdenrekening. De verwachte omvang van de boedel is verder gegroeid naar ca. 115% van de totale vordering van de preferente crediteuren. Er wordt daarom uitgegaan van een terugbetaling (recovery) van 100% gemeten in ISK. De niet preferente crediteuren hebben een rechtszaak gestart, die in het voorjaar van 2013 tot een uitspraak in eerste aanleg zal leiden. Mede daardoor zijn de risico’s voor de realisatie van de resterende vordering toegenomen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de mogelijkheid dat minder dan 100% in Euro’s wordt uitbetaald en het koersrisico.
-2- Risico’s
Voor het nog te ontvangen bedrag van € 496.661,59 dient in de jaarrekening 2012 in de paragrafen weerstandsvermogen en financiën rekening te worden gehouden met een juridisch risico, een koersrisico bij de ISK en een koersrisico bij de andere buitenlandse valuta. In het bijgevoegde financieel overzicht zijn deze risico’s berekend.
• Mogelijk wordt toch minder dan 100% uitbetaald
Er zijn twee redenen denkbaar voor een achterblijvende uitbetaling.
De eerste is dat de ontwikkeling van de boedel sterk achter blijft bij de verwachtingen. Echter, gelet op de voortdurend stijgende lijn in de verwachte omvang van de boedel en het overschot van 15% per 30 september 2012, wordt dit risico verwaarloosbaar geacht.
De tweede reden is van juridische aard,
Juridisch risico. In de loop van 2012 hebben niet-preferente crediteuren (bondholders) een rechtszaak tegen de Wub (afkorting voor Windingup Board = curatoren) gestart. Zij eisen dat de Wub de uitbetalingen niet verrekent met de koersen van 22/4/2009, maar met de koers van het moment van uitbetaling, de offshore koers. Dit is de koers die informeel buiten IJsland wordt gerekend en die ongunstiger is voor de preferente crediteuren. Het koersverschil fluctueert en is niet voorspelbaar. Het koersverschil (verlies) bedroeg echter op 2 januari 2013 28%.
Indien de rechter aan de eis tegemoetkomt wordt uiteindelijk in ISK 100%
uitbetaald, maar komt de opbrengst in euro’s veel lager uit. Volgens berekening van provincie Noord-Holland 71,5%.
Per saldo heeft dit risico voor Asten een omvang van € 144.300,75.
• Vanwege de uitbetaling in andere valuta dan euro’s is er een koersrisico bij de nog niet ontvangen bedragen.
Koersrisico bij de ISK: Afgezien van het hiervoor genoemde risico bestaat de kans dat de nog uit te voeren uitbetalingen (inclusief het bedrag aan ISK op de
derdenrekening) in Euro’s gemeten niet de verwachte waarde opbrengen. Dit risico blijft in eerste instantie beperkt tot de 5% van het totale bedrag dat naar
verwachting in ISK wordt uitbetaald. Dit risico wordt groter als er meer uitbetalingen in ISK plaatsvinden in plaats van dollars, euro’s en Engelse ponden.
Dit risico is voor Asten berekend op € 47.078,61.
Koersrisico bij andere buitenlandse valuta:Daarnaast is er het risico dat de koersen van dollars en Engelse ponden zich zodanig ontwikkelen ten opzichte van de euro dat er nadeel wordt geleden bij het wisselen. Tot op heden is het omgekeerde het geval. Ca. 57% van de nog uit te betalen boedel luidt in andere valuta dan ISK of Euro. Het betreft relatief stabiele muntsoorten. Voor Asten wordt dit risico ingeschat op € 5.308,07.
In afwachting van de afstemming met de accountant Ernst & Young over dit onderwerp, leidt bovenstaande tot een bijstelling van de hoogte van de getroffen voorziening van
€ 107.334,60 naar € 188.642,93. Dit betreft een nadeel van € 81.308,33 dat ten laste van het resultaat 2012 zal worden gebracht.
Bovenstaande risicoberekening is door PNH voorgelegd aan Ernst&Young. PNH heeft hierover aangegeven dat Ernst & Young op dit moment nog aarzelt nog om met deze benadering in te stemmen, aangezien zij mogelijk het juridisch risico lager inschatten.
Definitieve cijfers worden bij de jaarstukken 2012 voorgelegd.
College van B&W, Wethouder Van Bussel, namens deze,
team K&C,
m.vanarensbergen@asten.nl