RAADGEVENDE COMMISSIE VOOR DE
BESCHERMING VAN DE
PERSOONLIJKE LEVENSSFEER
ADVIES Nr 87 / 067 van 12 november 1987 --- O. ref. : 10527 / L / A / 70
BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen, wat de openbare centra voor maatschappelijk welzijn betreft.
--- De Raadgevende Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 8
Gelet op het verzoek om advies dd. 17 september 1987 van de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Emancipatie,
Heeft op 12 november 1987 volgend advies gegeven :
Artikel 1 van het ontwerp strekt ertoe, de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn te machtigen gebruik te maken van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen, binnen de perken, onder de voorwaarden en voor de doeleinden gesteld "in de artikelen 2 tot 5" van het ontwerp.
Klaarblijkelijk dient te worden gelezen: "in de artikelen 2 en 3".
De Commissie heeft geen bezwaar tegen het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister alleen als kennummer in de bestanden en repertoria van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (artikel 2 van het ontwerp). De term "openbare centra voor maatschappelijk welzijn" is echter te algemeen en de Commissie stelt dan ook voor hem te vervangen door de woorden "De in artikel 1 aangewezen ambtenaren" waarbij de Commissie ervan uitgaat dat de Secretaris en de Ontvanger eveneens ambtenaren zijn.
Artikel 3 van het ontwerp strekt ertoe het gebruik van het identificatienummer in het Rijksregister eveneens toe te laten alleen als identificatiemiddel - in de interne en externe betrekkingen - die nodig zijn uitsluitend voor het vervullen van de taken die behoren tot de respectieve bevoegdheden van de openbare overheden of de instellingen gemachtigd krachtens artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Wat de interne betrekkingen betreft, verdient het aanbeveling te preciseren dat het hier gaat om de betrekkingen tussen de in artikel 1 van het ontwerp aangewezen overheden.
Onder externe betrekkingen dienen volgens het ontwerp te worden verstaan de betrekkingen die aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn opgelegd door of krachtens een wets- of reglementsbepaling:
1°met de houder van dat nummer of diens wettelijke vertegenwoordiger.
De Commissie vestigt er de aandacht op, dat het identificatienummer niet ambtshalve mag worden vermeld op documenten die ter kennis worden gebracht van niet-gemachtigde derden (bij voorbeeld : overschrijving door tussenkomst van een financiële instelling).
De titularis mag zelf zijn identificatienummer aanbrengen op deze documenten, maar hij kan hiertoe niet worden verplicht. Onder dit voorbehoud kan de Commissie instemmen met het bepaalde in artikel 3, tweede lid, 1°.
2° met de openbare overheden of instellingen gemachtigd krachtens artikel 8 van voormelde wet van 8 augustus 1983.
Het ontwerp stelt terecht dat deze openbare instellingen of overheden zelf machtiging tot gebruik moeten bekomen hebben voor zover de betrekking tussen die beide overheden voor de ene en voor de andere valt binnen het kader van hun respectieve wettelijke bevoegdheid.
Onder voorbehoud van wat voorafgaat brengt de Commissie een gunstig advies uit omtrent het voorgelegd ontwerp van koninklijk besluit.
De Secretaris, De Voorzitter,
J. BARET D. HOLSTERS
