RAADGEVENDE COMMISSIE VOOR DE
BESCHERMING VAN DE
PERSOONLIJKE LEVENSSFEER
ADVIES Nr 88 / 070 van 21 april 1988 --- O. ref. : 10527 / L / A / 74
BETREFT : Ontwerp van Koninklijk Besluit tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen wat de polders en de wateringen betreft.
--- De Raadgevende Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
Gelet op de Wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het schrijven van 3 maart 1988 houdende verzoek om advies uitgaande van de Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt;
Heeft op 21 april 1988 volgend advies gegeven :
Artikel 1, 1° van het aan de Commissie voor advies voorgelegde ontwerp strekt ertoe de ontvangers-griffiers van de polders en de wateringen te machtigen het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken met het uitsluitend doel deze te identificeren in de bestanden en repertoria die zij ter uitvoering van wets- of verordeningsbepalingen belast zijn bij te houden.
De Commissie heeft geen bezwaar tegen dit gebruik voor intern beheer van het identificatienummer.
Anderzijds bepaalt art. 1, 1° dat deze machtiging eveneens geldt voor de ambtenaren en beambten die door de ontvangers-griffiers schriftelijk en nominatief aangewezen worden.
Mits het zorgvuldig naleven van deze opgenomen voorwaarden heeft de Commissie ook geen bezwaar tegen die uitbreiding van de gemachtigden.
Artikel 1, 2° strekt ertoe het gebruik van het identificatienummer in het Rijksregister eveneens toe te laten met het oog op identificatie voor de uitwisseling van informatiegegevens met openbare overheden en instellingen. Het ontwerp stelt duidelijk dat deze overheden en instellingen zelf van de Koning machtiging tot gebruik moeten bekomen hebben.
De Commissie heeft onder die voorwaarde geen bezwaar tegen het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister in die uitwisselingen, echter slechts voor zover zij binnen het kader van hun respectieve wettelijke of reglementaire bevoegdheden vallen.
De Commissie stelt derhalve voor artikel 1, 2°, in fine, aan te vullen met "en voor zover die uitwisselingen gebeuren binnen het kader van de respectieve wettelijke of reglementaire bevoegdheden".
Onder voorbehoud van die toevoeging brengt de Commissie een gunstig advies uit omtrent het voorgelegde ontwerp van Koninklijk Besluit.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. PIPERS D. HOLSTERS