• No results found

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT VOOR BUITENLANDSE STUDENTEN.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT VOOR BUITENLANDSE STUDENTEN."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT VOOR BUITENLANDSE STUDENTEN.

vastgesteld door het College van Bestuur met instemming van de Universiteitsraad op 26 juni 2017.

INLEIDING

Artikel 7.51d van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek biedt de mogelijkheid tot het geven van financiële steun aan buitenlandse studenten.

Het College van Bestuur heeft de onderstaande regeling met betrekking tot de toekenning van de financiële voorziening op grond van deze wettelijke regeling, met instemming van de

Universiteitsraad, op 26 juni 2017 vastgesteld Artikel 1 – Reikwijdte

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op studenten die geen recht hebben op

studiefinanciering omdat zij niet voldoen aan het vereiste m.b.t. de nationaliteit van art. 2.2. van de Wet op de Studiefinanciering 2000, dan wel op grond van het nationaliteitsvereiste uitsluitend in aanmerking komen voor het collegegeldkrediet en die wel voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op studiefinanciering.

Artikel 2 – financiële ondersteuning

1. De student die ten gevolge van bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 4:

a. Studievertraging heeft opgelopen gedurende het aantal maanden overeenkomend met de nominale cursusduur van zijn bacheloropleiding dan wel gedurende het aantal maanden overeenkomend met de nominale cursusduur van zijn masteropleiding

en

b. Tijdens deze periode ingeschreven heeft gestaan als student aan de UU en daar collegegeld heeft betaald,

komt in aanmerking voor financiële ondersteuning indien hij zich als student inschrijft bij de UU voor een opleiding waarvoor hem nog geen graad is verleend en waarvoor hij bij de UU collegegeld heeft betaald.

2. De in lid 1 genoemde periodes worden verminderd met de inschrijvingsmaanden voor een andere soortgelijke opleiding in het Hoger Onderwijs.

Artikel 3 – Omvang financiële steun

De omvang van de financiële steun bedraagt € 425 per maand.

artikel 4 - Bijzondere omstandigheden: overmacht 1. Als bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt:

a. ziekte van de aanvrager;

b. bijzondere familieomstandigheden

c. zwangerschap en bevalling van de aanvrager;

d. handicap of chronische ziekte van de aanvrager;

e. studievertraging die het gevolg is van de wijze waarop de instelling de opleiding feitelijk verzorgt;

f. andere dan de hiervoor genoemde omstandigheden, indien afwijzing zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

2. Indien aanvrager gedurende de periode waarin studievertraging werd opgelopen als gevolg van bijzondere omstandigheden een bestuursbeurs ontving van de Universiteit Utrecht, wordt bij de vaststelling van de omvang van de afstudeersteun rekening gehouden met compensatie die de aanvrager door die bestuursbeurs heeft gekregen.

(2)

artikel 5 – Melden; beperken studievertraging

1. In geval van studievertraging door overmacht moet de student zich bij het intreden van de desbetreffende omstandigheid onverwijld, maar in ieder geval binnen 3 maanden, melden bij studieadviseur, studentendecaan of studentenpsycholoog teneinde te overleggen over te nemen maatregelen om de studievertraging zo veel mogelijk te beperken1.

2. Indien de bijzondere omstandigheden doorlopen in een volgend studiejaar is lid 1 van overeenkomstige toepassing.

3. Indien geen sprake is van tijdige melding, dan kan dat met zich mee brengen dat over een bepaald studiejaar geen compensatie kan worden toegekend.

artikel 6 – Vaststellen studievertraging

De omvang van de studievertraging wordt per studiejaar vastgesteld. Aan de hand van het aantal nominaal te behalen studiepunten in een studiejaar en de daadwerkelijk behaalde studiepunten berekend tot hoeveel maanden studievertraging de bijzondere omstandigheden per studiejaar hebben geleid.

Artikel 7 – maximering steun

1. De ondersteuning wordt vervolgens gemaximeerd op 3 maanden per studiejaar en op maximaal 9 maanden voor de gehele bachelor. Voor de master wordt de financiële

ondersteuning gemaximeerd op 3 maanden per studiejaar en op maximaal 3 x C maanden voor de hele master (waarbij C staat voor de nominale cursusduur in jaren).

2. Cumulatie van omstandigheden genoemd in artikel 4 leidt nooit tot een financiële ondersteuning van meer dan 3 maanden per studiejaar.

artikel 8 – Minimale omvang studievertraging

Studievertraging van minder dan één maand leidt niet tot een toekenning financiële ondersteuning.

artikel 9 - Aanvraag

1. Een aanvraag voor financiële ondersteuning wordt digitaal ingediend via het daartoe vastgestelde formulier.

2. Aan de aanvrager wordt digitaal een ontvangstbevestiging gestuurd.

3. Een aanvraag moet worden ingediend uiterlijk 1 maand na afloop van de nominale cursusduurperiode. Een later ingediende aanvraag wordt niet in behandeling genomen, tenzij de aanvrager aantoont dat een aanvraag achterwege is gebleven door overmacht.

4. Het verzoek dient voorzien te zijn van een verklaring van een studieadviseur, studentendecaan of studentenpsycholoog m.b.t. het melden als bedoeld in artikel 6, alsmede van een bewijsstuk met betrekking tot de aangevoerde omstandigheid.

1 Er moet sprake zijn van "verantwoord studeergedrag" van betrokken student: dit betekent dat de student die vertraging oploopt er alles aan moet doen om zijn vertraging zo beperkt mogelijk te houden. De universiteit geeft studiebegeleiding, hulp bij de planning en indien noodzakelijk speciale faciliteiten. De student die vertraging oploopt door bijzondere omstandigheden moet ook daadwerkelijk van deze begeleiding en faciliteiten van de universiteit gebruik maken, als hij een beroep wil doen op afstudeersteun. Hiertoe strekt de meldingsplicht bij de studiebegeleider in dit artikel. Met de studiebegeleider worden dan de maatregelen besproken die nodig zijn om te voorkomen dat de studievertraging nodeloos oploopt.

(3)

5. Indien de aanvrager zijn verzoek niet compleet heeft ingediend krijgt hij een termijn van 1 week om de aanvraag alsnog compleet te maken. Indien de aanvraag niet binnen deze termijn is aangevuld, wordt de aanvraag niet verder behandeld.

artikel 10 - Behandeling en beslissing

1. De directeur Onderwijs & Onderzoek beslist namens het College van Bestuur op de aanvraag binnen uiterlijk acht weken na ontvangst van het in artikel 9 lid 1 bedoelde verzoek.

2. Een aanvraag als bedoeld in artikel 9 wordt voor advies voorgelegd aan de studentendecaan.

3. De beslissing houdt in:

• hetzij de afwijzing van de aanvraag;

• hetzij de toekenning van een termijn van financiële ondersteuning over een te bepalen periode;

• hetzij het niet in behandeling nemen van de aanvraag, omdat deze niet tijdig is ingediend, of omdat een onvolledige aanvraag niet binnen de gestelde termijn is aangevuld.

4. De met redenen omklede beslissing wordt schriftelijk meegedeeld aan de aanvrager. In de beslissing wordt de aanvrager erop gewezen dat hij tegen het besluit bezwaar kan maken bij het College van Bestuur ex artikel 7:1 Algemene Wet Bestuursrecht. In de beslissing die op het bezwaarschrift wordt genomen, wordt de aanvrager erop gewezen dat hij tegen deze beslissing beroep kan instellen bij het College van Beroep voor het hoger onderwijs ex artikel 7.66 WHW.

artikel 11 – Uitbetaling afstudeersteun

De financiële ondersteuning wordt verstrekt in gelijke maandelijkse termijnen. Een termijn wordt uitbetaald aan het einde van de maand waarop zij betrekking heeft. De eerste termijn gaat in met ingang van de maand volgend op de maand waarin het verzoek ontvangen is, tenzij de aanvrager verzoekt om een ander, later tijdstip.

artikel 12 – Afwijkingsbevoegdheid

De directeur van Onderwijs & Onderzoek handelt namens het College van Bestuur bij aanvragen om financiële ondersteuning overeenkomstig deze regeling, tenzij dat voor een of meer

belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de regeling te dienen doelen.

artikel 13 - Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 september 2017.

(4)

TOELICHTING Algemeen

Deze regeling voorziet in ‘afstudeersteun’ voor buitenlandse studenten die door overmacht vertraging oplopen in de studie.

Artikelsgewijze toelichting Artikel 1

De regeling is bedoeld voor studenten die op grond van hun nationaliteit niet in aanmerking komen voor studiefinanciering, dus studenten van de buiten de EU, en voor studenten die op grond van hun nationaliteit uitsluitend in aanmerking komen voor het collegegeldkrediet, dus studenten uit de EU/EER.

Voor allen geldt dat zij moeten voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op studiefinanciering.

Artikel 2

Voorwaarde voor steun is dat de student studievertraging oploopt door bijzondere omstandigheden in de periode van zijn nominale cursusduur. Dat wil zeggen 3 jaar voor de bachelor en afhankelijk van zijn master een periode van 1, 2, 3, of 4 jaar. De bijzondere omstandigheden moeten niet voorzienbaar zijn bij aanvang van de studie.

Artikel 3

De omvang van de afstudeersteun is gelijk aan de afstudeersteun voor studenten die onder het leenstelsel vallen.

Artikel 4 en 5

In de artikelen 4 en 5 zijn de bijzondere omstandigheden die in aanmerking worden genomen, gespecificeerd. Vereist is dat de student deze tijdig heeft gemeld en dat sprake was van

‘verantwoord studeergedrag’

Artikel 6, 7 en 8

De omvang van de studievertraging wordt per studiejaar vastgesteld aan de hand van het aantal nominaal te behalen studiepunten en de daadwerkelijk behaalde studiepunten. Voorwaarde is dat er minimaal één maand vertraging is opgelopen. Er is een maximering opgenomen

Artikel 9 t/m 11

De procedure m.b.t. aanvraag, behandeling en beslissing is beschreven in de artikelen 11 t/m 13.

Artikel 12

De regeling voorziet in een hardheidsclausule, waarbij de directeur O&O mag afwijken als sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13

De regeling treedt in werking op 1 september 2017

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U moet er altijd voor zorgen dat u op reis zelf voldoende tabletten of insuline bij zich heeft.. Verdeel uw tabletten over handbagage

14.00 - Aanvullingsspoor grondeigendom voor programmamanagers, Sarah Ros (VNG) en Jeroen Huijben (BZK)!. 14.40

• Als is geparticipeerd, moet aanvrager bij de aanvraag aangeven hoe is geparticipeerd en wat de resultaten zijn. Aanvraag omgevingsvergunning voor

› Regels in omgevingsplan als basis voor verhaal. › Voor integrale of

- In het verlengde daarvan: nu een anterieure overeenkomst sluiten, terwijl het planologisch besluit volgt onder de Omgevingswet betekent dat je achteraf geen aanvullende kosten

De aanvraag voor uitbetaling van de financiële ondersteuning moet zijn ingediend vóór 31 augustus van het studiejaar, volgend op het academisch jaar waarin de studievertraging door de

De meningen over de docent zijn over het algemeen positief alleen wordt de soms gebrekkige kennis van de teacher assistents als negatief ervaren.. De hoorcolleges zijn helder

Om te vermijden dat een verkrijgende belasting- plichtige in de toekomst nog zou worden bestraft wegens de inschrijving in zijn btw-aangifte van het creditsaldo van de