• No results found

NATIONAAL POP INSTITUUT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NATIONAAL POP INSTITUUT"

Copied!
84
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

'

2 Dol

NATIONAAL POP INSTITUUT

centrum voor de Nederlandse p o p m u z i e k c u 11 u u r

Prins Hendrikkade 142 1011 AT Amsterdam teiefoon 020 428 4288 fax 020 428 4287 e-mail info@npi.nl www.popinstituut.nl

(2)

JAARVERSLAG 2001

Boekmanstichting-Bibliotheek Herengracht 415

1017 BP Amsterdam Tel.: 6243739

NPI/02.019/29 april 2002

(3)

INHOUD gagina INLEIDING 1 MEDIACENTRUM:

1.1 Miiziektij dschrifl FRET 3 1.2 Website 4 1.3 Encyclopedie van de Nederlandse Popmuziek 5 1.4 Mediatheek 6 1.5 Research & educatie 7 1.6 Dienstverlening 8 SUPPORT & SUBSIDIE: 9 2 SUPPORT REGIONAAL 10 2.1 Nederlands Popmuziek Plan; D-podia 11 2.2 Nederlands Popmuziek Plan; C-festivals 12 3 SUBSIDIE NATIONAAL 14 3.1 Nederlands Popmuziek Plan; Kempodia (voorheen Podiumplan) 14 3.2 Nederlands Popmuziek Plan; B-festivals 15 3.3 Nederlands Popmuziek Plan; Grote Podia 16 3.4 Interculturele Programmering 17 4 SUBSIDIE INTERNATIONAAL 18 4.1 Toursupport 18 PROMOTIE & PROJECTEN:

5 SPECIALE PROJECTEN

5.1 Unsigned Project 20 5.2 Noorderslag Seminar 20 5.3 Pop Pers Prijs 20 5.4 Zaal Fantasio 22 5.5 Overige projecten 22 6 PROMOTIE BUITENLAND 24 6.1 Internationale muziekbeurzen en overige projecten in het buitenland 24 6.2 Compilatie cd's 25 6.3 Access To Amsterdam 26 6.4 MusicXport.nl 27 6.5 Hollandrocks.com 28 6.6 HGIS Bezoekersregeling 29 RESULTAAT DOELGROEPENBELEID 30

BIJLAGEN:

1 samenstelling bestuin en personeel Nationaal Pop Instituut

2 criteria D-regeling

3 overzicht toekenningen D-podia 2001 4 criteria festivals (B+C)

5 overzicht toekenningen C-festivals 2001 6 criteria kempodia

7 overzicht kempodia 2001

8 overzicht resultaten kempodia 1992 - 2001 9 resultaten kempodia uitgesphtst naar A, B en C-

podia

10 overzicht toekenningen B-festivals 2001 11 criteria Grote Podia 2001

12 criteria Interculturele Programmering 2001 13 overzicht toekenningen Intercidturele

Programmering 2001

14 criteria Toursupport regeling vanaf 01 -07-01 15 toekenningen Toursupport 2001

Boekmanstichting - Bibliotheek Herengracht 415

1017 BP Amstardam Tel. 6243739

(4)

INLEIDING

2001 is om diverse redenen voor het Nationaal Pop Instituut een meer dan gemiddeld druk en hectisch jaar. Het is het eerste jaar van een nieuwe Cultuumotaperiode waarin nieuwe projecten en activiteiten van start kunnen gaan. Dankzij een subsidieverhoging ten opzichte van de vorige periode van vier jaar kunnen de activiteiten fors worden uitgebreid. Dit brengt een interne reor- ganisatie en taakverdeling mee, een nieuwe gelaagdheid in fimctiestructuren en overlegsystema- tiek en een professionalisering van de financiële huishouding. Dit alles tezamen zorgt voor de bevestiging van wat al in het beleidsplan 2001-2004 werd aangekondigd: het einde van de pio- niersfase en het begin van een professioneel, dienstverlenend multifimctioneel instituut voor de Nederlandse popmuziek en popmuziekcultuur.

Het beleid en de activiteiten staan in 2001 vooral in het teken van twee aanzienlijke uitbreidin- gen:

Nederlands Popmuziek Plan

Het Nederlands Popmuziek Plan (voorheen Podiumplan) kan door een budgetverruiming uitge- breid worden met drie nieuwe subsidieregelingen. Deze regehngen, bedoeld voor Nederlandse popmuzikanten die optreden op respectievelijk festivals, grote podia of juist op de kleinere, zo- genaamde D-podia, worden in 2001 ontwikkeld en in werking gesteld. In de loop van 2001 functioneren alle regelingen naar behoren en naar tevredenheid van muzikanten, podia en festivals. In verband met dit uitgebreide Nederlands Popmuziek Plan wordt de met uitvoering en controle belaste afdeling Support & Subsidie op personele sterkte gebracht. Het jaar 2001 is het laatste jaar dat het Popinstituut zelfstandig over het budget van het Nederlands Popmuziek Plan kan beschikken. Vanaf 2002 tot en met 2004 wordt het budget beschikbaar gesteld door het nieuwe Fonds voor Podirunprogrammering en Marketing.

Buitenlandbeleid

De tweede grote uitbreiding van het activiteitenpakket ligt op het vlak van het buitenlandbeleid.

Na een lange aanloop en m samenwerking met het Bureau bitemationaal Cultuurbeleid van het ministerie van OCenW is een meegaren buitenlandbeleidsplan 1999-2004 tot stand gekomen.

Op basis van uitgebreide research en overleg met alle betrokken partijen is het in 2001 zaak om de in dit beleidsplan aangekondigde projecten in de praktijk te brengen:

• Een belangrijk nieuw initiatief voor 2001 is de start van MusicXport.nl, een specifiek op Duitsland gericht project ter promotie van Nederlandse bands en acts en in samenwerking met Conamus en de NVPI. Besloten wordt af te zien van een eigen bureau in Duitsland en in zee te gaan met een daartoe gespecialiseerd bureau: Kick Media AG., met vestigingen m meerdere Duitse steden. Hierdoor kan een groter deel van het budget worden aangewend voor de promotie voor Nederlandse popmuziek.

• Een tweede speerpunt is de realisering van de eerste editie van Access to Amsterdam (A2A), een internationale muziekconferentie in Amsterdam. De eerste editie van A2A krijgt gedu- rende de gehele aanloopperiode te kampen met tegenwerking en tegenslag en komt aldus niet uit de verf op een manier zoals oorspronkelijk bedoeld is. Op basis van een grondige evaluatie besluit het Popinstituut zich te beraden op de eventuele toekomst van dit initiatief

• Andere nieuwe elementen van het nieuwe buitenlandbeleid komen wel direct goed uit de verf: MusicXport.nl maakt zoals gezegd een bemoedigende start, de nieuwe Engelstabge website, met diverse toepassingen en services, wordt enthousiast ontvangen en de al langer bestaande, succesvolle Toursupport-regeling wordt in 2001 uitgebreid, waardoor zij nu ook toegankelijk is voor grotere, professionelere artiesten die - onder bepaalde voorwaarden en criteria - subsidiebijdragen tot maximaal 20.000 gulden kunnen ontvangen. Tenslotte komt

1

(5)

ook de uitvoering van de HGIS-bezoekersregeling - na een aanvankelijk wat aarzelende start - eind 2001 op gang. Dit levert begin 2002 een aantal veelbelovende werkbezoeken op.

Daarnaast is dit jaar veel aandacht besteed aan:

• de digitale Encyclopedie van de Nederlandse popmuziek wordt vooral op het gebied van wereldmuziek en dance flink uitgebreid. Met name dankzij deze Encyclopedie ontvangt de website aan het eind van het jaar gemiddeld zo’n 3.000 unieke bezoekers per dag. Zij zijn ieder dag opnieuw weer goed voor zo’n 10.000 pageviews

• de collectie van het Mediacentrum wordt voor een groot deel gedigitaliseerd (met name dui- zenden foto’s en tienduizenden knipsels) en is nu door bezoekers van de Mediatheek op beeldschermen te raadplegen

• in de tweede helft van 2001 start een ambitieus project, dat uiteindelijk in 2002 zal resulteren in respectieveüjk een boek over de historie van hiphop in Nederland, een cd met hoogtepun- ten uit die historie en tenslotte een cd - deel vier in de serie Unsigned - met een verzameling nieuw Nederlands hiphoptalent

• de zaal in het gebouw van het Popinstituut begint in het najaar van 2001 voorzichtig met een eigen programmering, die qua thematiek en activiteiten aansluit bij de doelstellingen van het Popinstituut. Daarnaast opent dit jaar in het gebouw de eerste aan (Nederlandse) popmuziek gerelateerde expositie.

2

(6)

onverder

TrockcncrKccks.

Excelsior USA.

Videoclips in NL, Pelcr Pon Speedrock.

Pf De jongensdroom van Racoon ‘ajljL

A2A: het verslag!

En verder o.a.: Rosemary's Sons,

WcalthV Bcqgor, Luie Kond, Soulvatlon on Dof P ‘ tiiclhrift^oH/er nederiandse popm

Mcinricfl Tolmn & The Negroes

(7)

MEDIACENTRUM

1.1 MUZIEKTIJDSCHMFT FRET

doel:

Het bevorderen en instandhouden van kennis over ontwikkelingen in de Nederlandse popmu- ziek(cultuur) bij alle publieksgroepen.

middel:

Het uitgeven van een tijdschrift over Nederlandse popmuziek(cultuur) dat in een oplage van 20.000 exemplaren negen keer per jaar wordt verspreid via een landelijk distributienetwerk.

FRET voorziet in actuele informatie bestemd voor muziekliefhebbers, muzikanten, podia en (pop)organisaties in de vorm van:

popnieuws interviews

achtergrondartikelen reportages

(live-)recensies - concertagenda ontwikkeld in 2001

FRET is in 2001 zijn achtste jaargang ingegaan. Opnieuw verschijnt maandelijks een tijd- schrift geheel gewijd aan de laatste ontwikkelingen in de Nederlandse popmuziek. FRET schenkt - in tegenstellingen tot veel andere muziekbladen - nog steeds veel aandacht aan zo- wel aanstormend talent als aan de gevestigde orde. Jonge acts krijgen in FRET vaak him eer- ste landelijke publiciteit waarna deze groepen kans zien zich verder te ontwikkelen.

In 2001 verschijnen weer drie Demontage cd’s. Deze cd is gekoppeld aan de demo- recensiepagina in FRET en wordt geperst in een oplage van 1250 stuks en verstuurd naar alle abonnees van FRET, platenmaatschappijen, muziekpers, radiostations, podia en boekingskan- toren. Op de cd’s staan de beste ingezonden demo’s van Nederlandse bands en artiesten die gedurende het daar aan voorafgaande kwartaal zijn binnengekomen op de redactie van FRET.

Dit platform voor jonge, talentvolle nieuwe acts is nu landelijk bekend en succesvol. Het aan- tal ingezonden demo’s is dankzij deze cd sterk gestegen zodat de keuze uit de beste nummers steeds moeilijker wordt, maar de kwaliteit stijgt. A&R-managers van platenmaatschappijen, programmeurs van radiostations, podia en festivals gebruiken de cd volop zodat van elke cd zo’n drie tot vijf bands doorstromen van regionaal naar landelijk niveau. Zij geven concerten op grote festivals, doen veel optredens of tekenen zelfs een platencontract.

Bij het verschijnen van Demontage cd Volume 5 in december 2001 wordt voor het eerst een cd-presentatie gehouden in de eigen Zaal Fantasio. De avond is een succes, de opkomst hoog, zodat ook in 2002 door zal worden gegaan met deze cd-presentaties.

Om FRET meer in eigen middelen te laten voorzien is eind 2001 een plan van aanpak ge- maakt op het gebied van advertentieverkoop. Hiertoe is tevens een nieuwe freelance acquisi- tiemedewerker aangetrokken die ervoor zorg zal moeten dragen dat in 2002 de advertentie- verkoop aanzienlijk zal gaan stijgen.

(8)

Gezamenlijke site muziekorganisaties

UTRECHT —Elf muziekorga- nisaties hebben de handen in- een geslagen en presenteren begin volgende maand de ge- zamenUjke website muaica.nl.

Op de digitale pagina’s is in- formatie te vinden over meer dan een miljoen titels in di- verse muziekcategorieên en theater.

Volgens initiatiehiemer Mu- ziekGroep Nederland wordt het de „grootste Nederlandse website op het gebied van mu- ziek”. Onder de deelnemende organisaties zijn onder 2inde- re Nederlands Muziek Insti- tuut, Nationaal

en de Nederlandse Raad voor Muziek. Verwacht wordt dat meer organisaties zich zullen aansluiten.

Staatssecretaris Van der Ploeg (Cultuur) houdt de web- site op 2 november ten doop.

Zijn ministerie van Onder- wijs, Cultuur en Wetenschap- pen heeft subsidie aan musi- ca.nl gegeven. Ook het VSB fonds stopt er geld in. (ANP)

l S OtfvkM. zoo\

(9)

1.2 WEBSITE

doel:

De website www.popmstituut.nl moet uitgroeien tot het meest complete en centrale informa- tiepunt van de Nederlandse popmuziek voor een zo breed mogelijk publiek. Dat betekent dat constant gewerkt wordt aan het plaatsen van meer en aantrekkelijke informatie (ook in de vorm van geluidsfragmenten en foto’s) op de site.

middel:

Het verspreiden van essentiële informatie over de Nederlandse popmuziek(cultuur) en de acti- viteiten van het Popinstituut via de eigen website.

ontwikkeld in 2001:

De website www.popinstituut.nl is in 2001 uitgegroeid tot een van de meest succesvolle web- sites op het gebied van popmuziek in Nederland (zie doelstelling). Een veel geraadpleegde bron voor muziekliefhebbers, mensen uit de muziekindustrie en media, muzikanten, enzo- voort. In 2000 zagen we al een grote stijging van het aantal bezoekers (van gemiddeld 300 mensen per dag naar zo’n 1500 per dag). In 2001 zette die stijging spectaculair door. Aan het eind van 2001 trok popinstituut.nl dagelijks zo’n 3000 unieke bezoekers en werden voor het eerst de 10.000 hits per dag (het aantal keer dat er op de website van pagina naar pagina ge- klikt wordt) gehaald.

Op het gebied van vormgeving en inhoud is er niet veel veranderd ten opzichte van het jaar daarvoor. Nieuw is de rubriek FAQ’s in het onderdeel Muzikanteninfo, waar veel handige tips staan vermeld voor muzikanten over contracten, het vastleggen van muziek, enzovoort. Een andere extra service is de Vacaturebank op de website, waar aan de popwereld gerelateerde vacatures gratis geplaatst kuimen worden. Daarnaast is de zoekmogelijkheid op de website sterk verbeterd. Kon je tot voor kort alleen bands en artiesten zoeken die in de onderdelen Encyclopedie of Bands Online voorkwamen, nu kan ook in alle andere onderdelen van de site worden gezocht.

Het Popinstituut is voor de website gaan samenwerken met enkele andere partijen. Zo maakt de website onderdeel uit van de in 2001 direct na start al succesvolle muziekportal Musica.nl.

Daarnaast gaat het Popinstituut de concertagenda leveren aan een gezamenlijke online uit- gaansagenda in samenwerking met het AUB, stichting Museumjaarkaart en de Belbios en ma- ken de website Cult Online, een site van en voor CKV scholieren, en de website van het CJP aldus inmiddels gebruik van onze concertagenda. Via banners en doorlinks op deze websites komen mensen rechtstreeks op de site van het Popinstituut, wat weer meer bezoekers oplevert.

Een soortgelijke samenwerking was al eerder aangegaan met Radio 3FM. Ook zijn er ge- sprekken over intensieve gezamenlijke projecten op het gebied van internet en nieuwe media met het Nederlands Audiovisueel Archief (NAA) in Hilversum.

Aan het eind van 2001 is een aantal grote ontwikkelingen in gang gezet. Zo is er begonnen met een Engelstalige versie van Popinstituut.nl onder de naam Hollandrocks.com en wordt het bureau Fabrique in Delft gevraagd een plan te maken om de vormgeving van de website ge- heel op te frissen. De nieuwe vormgeving zal in de loop van 2002 worden ontwikkeld en dan ook zichtbaar worden.

4

(10)

1

I Oi\stik

^ÖvsfïzteHï vanips^iffiajs^kf

S^muii^ooi; 65391 Ftr.t9-JUI;^01 «5751 Ttni-T^jursoQ] 'fsrati wad.fixjuraooii tjsaoi -72341 RtOd IJÜi'lO&V :ftt52l San'BJWlOO) ;St02l 8attJui'306| ’36061 FdJJUl200] 5762!!

T1ti(5'JOI200l ;5SU:i :j334l T(l«av|Ut:2Q01 60751 h(<in:!7jii'20Dl' 04021 6un.l-Jijt20Q1 -Hfti UIKM»

■C: IMin.dlO ' 1tt.Ua)staiha'ii{0éiiëri'«ur:

C viAar.kointfut^ciaafr

CndwOtton^Mn-da «1^

Cotiaan-dc^:

tVpa paging

C^Hlb piècutf Gebruikers

inhoudelijk

I

i

En<^ctopedie

iteanSroad'&lHlftVMtd.ffAnfaint MtlOotdn&adl

mu BoutfiiM/ndOOHiot:

AOtffHizif

^«uld«;UtiMt>

f;dlrdtNi)t:t M|j«d Sdnato i^fRMtTifnptatloQ^

Norttfdai 8ZN WI|t»9A(danr duptnMV' dtODH H«RninytnV«d!»»

Srainpowif

TrOckd^drXiKki' gdrtod»(wiftp9

ijUHitr 'fS(t«ksil'ié;g,nifftiGh Kd 775 ai49l6l

66* 7391*1 065 nf%%

itr jR7ii;%i m 42^ 466111 4t0^ V4.66:«I '409 .4.46«1 686 4.22,«^1

372 4.07^61 302 '3;9d^%1 30C ?a;9$«i 335 mT.%i m 32*

an U%%i 3tT 247*1 365 m 3:391*1 Maximaal ztembaar

':0Ui^Riagabnilbr|)prd^

C.Laatataangtroepanvait:

Omar wma/u«vaftdaan;

Ci Oddardafen vadda Bit«.

Odaieunacis

lype paoirwi

’OHit»paraur.

‘Maresult L>i(ilDr<*r

Gebruikers

Inhoudelijk

Algemeen

(11)

1.3 ENCYCLOPEDIE VAN DE NEDERLANDSE POPMUZIEK

doel:

Het op internet beschikken over encyclopedische informatie over de Nederlandse popmuziek vanaf 1945 tot heden, die toegankelijk is voor alle publieksgroepen van het Popinstituut.

middel:

Het onderhouden en uitbreiden van de Encyclopedie van de Nederlandse popmuziek.

ontwikkeld in 2001:

Een jaar na de lancering van de Encyclopedie van de Nederlandse Popmuziek (januari 2000) blijkt dat dit online naslagwerk in een duidelijke behoefte voorziet. Het merendeel van de bezoekers op de website van het Popinstituut komt terecht in de Encyclopedie. Dat blijkt vooral als bepaalde artiesten of bands in het nieuws zijn; de desbetreffende act wordt dan meteen veelvuldig geraadpleegd, zo blijkt uit de statistieken. Een goed voorbeeld is het overlijden van Herman Brood (juli 2001). De weken daarna bezochten duizenden mensen zijn entry op de website van het Popinstituut.

De Encyclopedie blijft gestaag groeien en is in 2001 uitgebreid met vele tientallen nieuwe artiesten en groepen. Het databestand telt nu meer dan 1500 Nederlandse acts. Het beschrijven en toevoegen van nieuwe acts wordt grotendeels intem gedaan zodat er snel op de actualiteit kan worden ingespeeld. In de eerste helft van 2001 wordt een forse inhaalslag op het gebied van we- reldmuziek op touw gezet. Met behulp van diverse deskundige freelance schrijvers in het land worden tientallen Nederlandse wereldmuziekartiesten uit heden en verleden in kaart gebracht en aan de encyclopedie toegevoegd. Omdat ook de dancemuziek nog onderbelicht was in de En- cyclopedie, is in de tweede helft van 2001 begonnen met een inhaalslag op dit gebied. Dance- specialist Sjeng Stokking werd hiervoor op projectbasis ingehuurd en gedurende enkele maanden heeft hij biografieën en discografieën van een kleine vijftig dance-artiesten en -acts geschreven. In de loop van 2002 zal hij nogmaals een serie van zo’n 50 acts voor zijn reke- ning nemen, waarna dan alle belangrijke Nederlandse dance-acts een plek hebben gekregen in de Encyclopedie.

Er zijn gesprekken gevoerd met het Nederlands Audiovisueel Archief (NAA) in Hilversum.

Op de lange termijn bestaat het plan om audiomateriaal van Nederlandse bands en artiesten uit dit archief op de een of andere manier te koppelen aan de Encyclopedie van de Nederlandse Popmuziek.

De navigatiestructuur van de Encyclopedie is iets veranderd en daardoor gebmiksvriendelijker geworden. Zo zijn de bezetting en biografie van een act samengevoegd onder het kopje Bio- grafie en is het onderdeel Contact toegevoegd. Hier staan - indien die er zijn - de contactge- gevens van management en/of platenmaatschappij van een artiest/band. Het Popinstituut wordt vaak gebeld met de vraag naar deze informatie; mensen kuimen deze info nu van de website afhalen. Ook werd bij alle entries van nog actief optredende artiesten een actuele con- certagenda toegevoegd. Hierdoor kan men nu niet alleen concertagenda-gegevens op datum en/of locatie bekijken, maar deze nu ook per artiest selecteren.

De techniek van de Encyclopedie is uitgebreid met het programma Artpop. Door dit pro- gramma is het mogelijk foto’s digitaal te archiveren, waardoor ze automatisch in de Encyclo- pedie bij de desbetreffende act komen te staan. Hiervoor was het noodzakelijk om het foto- archief van het Popinstituut te digitaliseren. Om en nabij de 10.000 foto’s dienen hiertoe één voor één en met de hand te worden gescand. Gedurende de tweede helft van 2001 wordt hier een begin mee gemaakt.

(12)

1.4 MEDIATHEEK

doel:

Het verwerven en beschikbaar stellen van een zo compleet mogelijke collectie van beeld- &

geluidsdragers, tijdschriften, üteratuur en andere items betreffende de popmuziek en popmuziekcultuur vanaf de jaren vijftig, voor zover behorend tot het Nederlandse autochtone en allochtone cultuurgoed.

middelen:

Collectioneren door middel van actieve werving, schenkingen en legaten. De collectie openbaar maken via de Mediatheek aan de Prins Hendrikkade.

ontwikkeld in 2001:

Na de officiële opening van de Mediatheek is er veel tijd en energie gestoken in het inhoudelijk en fysiek op orde krijgen van de collectie. Zowel de acquisitie als de ontsluiting zijn aangepakt.

Ook de opslagruimte is verbeterd waardoor het khmaat in de opslagruimte nu ieder geval aan de minimale eisen voldoet.

De openingstijden van de Mediatheek worden van vier dagen per week vermimd naar vijf dagen. Hierdoor neemt het aantal bezoekers toe en wordt de dienstverlening flexibeler. De bezoekers bestaan voomamehjk uit studenten die een onderzoek doen, joumahsten die zich uitgebreid in willen lezen in een onderwerp en liefhebbers/fans. De meer eenvoudige vragen worden ook beantwoord via telefoon en e-mail.

De unieke collectie groeit gestaag. In 2001 wordt wederom een aantal series complete jaargangen van muziektijdschriften ingebonden en aan de al bestaande collectie tijdschriftjaargangen toegevoegd. Inzet is binnen enkele jaren het Nederlandse ‘muziektijd- schriften-verleden’ geheel in kaart te hebben gebracht en compleet en ingebonden ter inzage te hebben. Tezamen met de gestaag groeiende muziekboekencollectie en het groeiend aantal internationale muziektijdschriftabonnementen, waarvan de lopende jaargang ter inzage ligt, is het op dit moment de meest uitgebreide in popmuziek gespecialiseerde collectie van het land.

Een grote digitale inhaalslag ten aanzien van het oude knipselarchief vindt in 2001 plaats. Bijna 15.000 kranten- en tijdschriftartikelen over popmuziek uit heden en (soms ver) verleden worden gedigitaliseerd en geschikt gemaakt voor inzage via de computerterminals van de Mediatheek.

Door middel van het invoeren van zoektermen kan eenvoudig en snel een selectie worden gemaakt. Aldus ontstaat een uiterst waardevolle uitbreiding van de informatiefunctie van de Mediatheek van het Nationaal Pop Instituut. Een nieuw digitaal catalogussysteem wordt sinds najaar 2001 ontwikkeld. Hiermee kan vanaf begin 2002 ter plaatse in de Mediatheek op één van de aanwezige terminals gezocht worden in respectievelijk de ‘oude’ collectie, het knipselarchief of het actuele tijdschriftenarchief.

(13)

, 2 Z i^aa^t 2001

Zangeres Krezip krijgt papierlje mét feestje

‘I have to learn, I have to try’, zingt meisje Krezip, oftewel Jacqueline Govaert, in het nummer I Would Stay. En dat heeft ze dan het afgelo- pen jaar ook maar gedaan.

De nu tweedejaars studente aan de Fontys Rockacademie in Tilburg be- haalde meer dan 42 studiepunten en daarmee haar propedeuse. Dinsdaga- vond kregen Govaert en nog 23 an- dere studenten hun ‘diploma’ uitge- reikt

Waar de meeste studenten hun propedeuse aan het administratie lo- ket kunnen ophalen, maakte de aca- demie er een feestje van. In het Ti- burgs popcentrum 013 traden band- jes op, werd een toespraken gehou- den door Wilbert van Herwijnen, wethouder Onderwijs en Cultuur in Tilburg, en kwam Jemey Kaagman, zangeres van Earth and Fire en direc- teur van Conamus, de organisatie die zich inzet voor Nederlandse lichte muziek, een aantal propedeuses uit- reiken.

‘Dat komt omdat dit de eerste lich- ting studenten is die hun propedeuse krijgen’, legt Rita de Jong van de Fon-

|ys Rockacademie uit. ‘We bestaan immers nog maar twee jaar. Dit is wel een feestje waard.’

Jacqueline Govaert en jerney Kaagman FOTO OIERK HENDRIKS

(14)

1.5 RESEARCH & EDUCATIE

doel:

Bevordering van kennis van en inzicht in de Nederlandse popmuziek en popmuziekcultuur.

middelen:

• Lidmaatschap en financiële ondersteuning van het wetenschappelijk netwerk The Interna- tional Association for the Study of Popular Music (lASPM).

• Samenwerking met nationale en internationale archieven.

• Onderzoek en publicaties.

• Initiëren en ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek.

ontwikkeld in 2001:

Rock Academie

Na de oprichting in 1999 begint in 2001 de 3® lichting studenten, hi 2002 zal de eerste lichting haar vierde en laatste jaar ingaan, waarna aan het einde van dat cursusjaar de eerste afgestudeerden een feit zullen zijn. Uit de 320 aanmeldingen voor het derde jaar worden uiteindeüjk 48 studenten geselecteerd, die net als hrm voorgangers in aanmerking komen voor officiële studiefinanciering vanuit de landelijke overheid. In 2001 bedraagt het totale aantal studenten 119. De Rock Academie maakt overigens reclame voor zichzelf doordat studenten met verschillende bands regelmatig in het clubcircuit opduiken. De bekendste en succesvolste band is natuurlijk Krezip, maar ook in bands als After Forever, Chocolate Puma, Cilvaringz, Leaque of Extra Ordinary Gentlemen en Fairocious spelen Rock Academie studenten. Eind 2001 komt het verzoek van de Rock Academie of er een dependance in het gebouw van het Popinstituut kan worden gevestigd. De bedoeling is dat het gehele traject van stages en beroepservaring voor studenten vanuit deze dependance wordt aangestuurd. Gezien het feit dat er al langer wordt gesproken over nauwere samenwerking tussen het Popinstituut en de Rock Academie en er kantoorruimte vrijkomt doordat de VNP naar het gebouw van de VSCD (Vereniging van Schouwburgdirecties) zal verhuizen, kan aan deze wens begin 2002 worden voldaan.

Bijzondere leerstoel popmuziek

Op 1 november 2001 beëindigt René Boomkens voortijdig zijn parttime functie Bijzonder Hoogleraar Popmuziek. Hij kon deze functie niet meer combineren met zijn werkzaamheden voor de Universiteit van Groningen. De procedure voor zijn opvolger wordt gestart. Door het curatorium waarin ondermeer de Buma en het NPI vertegenwoordigd zijn, is besloten dat vooral onderzoek in verband met de continuïteit in de toekomst een prioriteit dient te zijn voor de opvolger van Boomkens.

Teleac-serie

In 2001 wordt het Popinstituut door Teleac/NOT benaderd om mee te werken aan een 8-delige serie over de geschiedenis van Nederlandse popmuziek. Mede gezien het feit dat de belang- stelling voor de geschiedenis van Nederlandse popmuziek sterk toeneemt, voldoet het Popin- stituut graag aan dit verzoek. Het wordt daardoor bovendien mogelijk een oud plan, het pro- duceren van een aantal videoportretten van de eerste generatie popmuzikanten, te laten inte- greren in deze serie. De redactie van deze serie bestaat uit Tom ter Bogt, Isabelle Brinkman, Jaap van Beusekom en Jan van der Plas, tevens de schrijver van de scenario’s. In 2002 zal de serie worden geproduceerd en in 2003 uitgezonden. Van niet uitgezonden opnames zal een educatief programma worden gemaakt. Ook zal bij uitgeverij Kosmos een boek over hetzelfde onderwerp verschijnen en wordt inmiddels gedacht aan bijbehorende cd producties.

'L

(15)

iu\A{}Uj^^i /Ocijl^ipJiy Zi fehi^^MuxÓ, 2JJ0\

Bos houdt amateur-musici buiten artiestenregeling

DEHHAAO ANP

Staatssecretaris Bos van Finan- ciën wil dat amateur-musici bui- ten de Artiestenregeling 2001 val- leii. Hij zei dit gisteren na overleg mét vertegenwoordigers van de muzikanten, die in Den Haag de- monstreerden tegen de nieuwe belastingregel. Bos vindt dat ama- teur-muzikanten onbedoeld de dupe zijn geworden van de rege- ling.De Artiestenregeling 2001 is sinds 1 januari van kracht De maatregel maakt het door forse kostenstijging en administratieve rompslomp vooral voor kleine po- dia bijna onmogelijk (amateur-) bands te programmeren. Bos wil dit financiële nadeel voor de ama- teurs nu wegnemen.

De bewindsman zei na afloop van het overleg dat hij een brief zal schrijven aan de TWeede Kamer, waarin hij vraagt amateurs buiten de nieuwe belastingregel te laten vallen. Dat moet volgens hem ook gelden voor musici die in ’hét schemergebied tussen amateuris- me en professionaliteit vallen.’

Vertegenwoordigers van de muri- kanten zijn verdeeld over de voor- nemens van Bos. D. Molenaar vaii All Arts belastingadviseurs vindt dat het niet ver genoeg gaat om al- leen amateurs buiten de belas- tingregel te stellen. J. van Beuse^

kom van het nationaal ifoismuu'a is wel tevreden.

,Maar er moet nog wel verder on- derhandeld worden over vanaf welk bedrag een artiest belasting moet betalen.”

(16)

Boekmanstichting

Begin 2001 benadert de Boekmanstichting het Popinstituut met het verzoek om mee te werken aan een literatuurstudie naar de ontwikkeling van het Nederlandse popmuziekbeleid.

Het doel is te komen tot een informatief, beschrijvend literatuuronderzoek naar het beleid van de verschillende overheidsniveaus op het gebied van popmuziek en de rol die door popmusici in het leven geroepen organisaties op nationaal en provinciaal niveau hierin gespeeld hebben.

Het onderzoek zal worden uitgevoerd door André Nuchelmans en worden begeleid door de staf en directie van de Boekmanstichting en het Popinstituut. Deze studie met de titel ‘Dit gebonk dient tot het laatste toe te worden bestreden’ zal worden uitgegeven door Boekman- studies en begin 2002 worden gepresenteerd.

1.6 DIENSTVERLENING

doel:

Het efficiënt kunnen afhandelen van vragen en informatieverzoeken van de diverse pubheksgroepen.

middelen:

• Het beheren en bijhouden van adressenbestanden, praktische informatie en documentatie.

• Het beantwoorden van vragen die dagelijks binnenkomen.

ontwikkeld in 2001:

Het Nationaal Pop Instituut ontvangt dagelijkse vele verzoeken om informatie. Deze zijn afkom- stig van popmuzikanten, podia, boekingskantoren, managers, labels, scholieren, studenten, lokale & provinciale poporganisaties, media en kunstinstellingen, maar ook van ‘gewone’

popmuziekliefhebbers. De vragen hebben betrekking op de meest uiteenlopende onderwerpen.

Veel vraag is er naar adressen van de muziekindustrie en contacttelefoonnummers van bands en podia. Daarnaast krijgt het Popinstituut veel vragen over zakelijke onderwerpen als belas- tingen, contracten, rechtsvormen en auteursrecht. Veel vragen worden telefonisch of via e- mail gesteld en beantwoord of men wordt verwezen naar de website, maar steeds vaker weet men de weg te vinden naar de Mediatheek aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam.

Specifieke ontwikkelingen in 2001 zijn het aangaan van een samenwerking met de FNV Kiem/BV Pop, gericht op het gezamenlijk uitbrengen van een serie informatieve uitgaven op het gebied van belasting, sociale zekerheid, auteursrecht en contracten. Door een opeenvol- ging van wetswijzigingen wordt de release-datum van beoogde serie meermalen uitgesteld.

Uiteindelijk wordt besloten de definitieve publicatie uit te stellen tot vooijaar 2002.

Zoals gezegd zijn er in 2001 nogal wat ontwikkelingen in de landelijke wetgeving die ook van invloed zijn op de popmuziekbeoefening. Een zeer negatieve ontwikkeling kondigt zich aan bij het verschijnen van de nieuwe belastingwetgeving die zeer nadelig lijkt uit te pakken voor artiesten. In een vroegtijdig stadium trekt het Nationaal Pop Instituut aan de bel bij de betrok- ken ministeries. Uiteindelijk leiden deze pogingen tot een onderhoud met de betrokken staats- secretaris Wouter Bos. Het Nationaal Pop Instituut weet hier, samen met o.a. de Vereniging Nederlandse Poppodia, Paradiso, Melkweg en Mojo, te bereiken dat er een aantal aanpassin- gen wordt aangebracht in de belastingwetgeving die er voor zorgen dat in ieder geval de scherpste kantjes van de dreigende bmeaucratisering met betrekking tot de administratie rondom optredens door artiesten (in fictief dienstverband) worden weggenomen.

8

(17)

\/oihl^cmt ^ ZjanC

Z^DI

Ciiltuurraad

bezorgd over kleine podia

Van onze verslaggever AMSTERDAM

Door het uitblijven van een nieuw programmerings- en ahiame- fonds, komt de programmering van veel kleine podia op het ge- bied van muziek, dans en theater in gevaar. Dat schrijft de Raad voor Cultuur vrijdag in een brief aan staatssecretaris Van der Ploeg van Cultuur.

Tot 1 januari 2002 zijn de oude distributie-instellingen actief. Het gaat om Muziek Theater Netwerk, Gaudeamus, het Nederlands Im- presariaat en het Nationaal Qgiffiinïi Met subsidiegeld betalen zij mee aan het boeken van gezel- schappen. Daardoor lopen Ideine podia minder risico’s bij hun pro- grammering en hebben de gezel- schappen meer werk.

Van der Ploeg wil het subsidie- geld van de vier distributie-instel- lingen onderbrengen in één fonds, het programmeringsfonds. Daar- mee voorkomt bij versnippering van subsidie. Bovendien hanteren de instellingen nu nog uiteenlo- pende werkwijzen.

Het nieuwe fonds is er echter nog niet, terwijl de podia nu al optredens moeten gaan boeken voor na 1 januari volgend jaar.

Volgens de Raad van Cultuur kan het fonds nooit op die dattun al operationeel zijn. -

(18)

SUPPORT & SUBSIDIE

ALGEMEEN

Het jaar 2001 is het eerste jaar van een nieuwe kunstenplan periode. Het ministerie van OCenW heeft het Nationaal Pop Instituut een budget van ƒ 2.000.000,- (€ 907.560,-) op jaar- basis toegezegd voor het verstrekken van subsidies aan Nederlandse popmuzikanten voor de periode 2001 t/m 2004. In 2001 ontwikkelt het Nationaal Pop Instituut daarom diverse nieuwe vormen van subsidie voor Nederlandse popmuzikanten. Zo kan het Podiumplan in 2001 wor- den uitgebreid met een aantal nieuwe regelingen voor festivals, kleinere podia en grote pop- podia. Om deze uitbereiding te markeren wordt per 1 januari 2001 de naam ‘Podi\amplan’

gewijzigd in ‘Nederlands Popmuziek Plan; kempodia’. De definitieve subsidiebeschikking vaii het ministerie van OCenW ontvingen wij echter pas in december 2000 waardoor het wer- ven van extra medewerkers en het ontwerpen en definitief vaststellen van de nieuwe subsidie- regelingen maanden vertraging oploopt en de regelingen uiteindelijk pas vanaf april 2001 van start gaan.

Daarnaast laat ook de besluitvorming over het nieuw op te richten landelijke Fonds voor Po- dium Programmering en Marketing lang op zich wachten. Ook dit zorgde voor vertraging bij het opstarten van de nieuwe subsidieregelingen. Duidelijk is inmiddels dat het Popinstituut zeker tot 2005 de subsidieregelingen die vallen onder het Nederlands Popmuziek Plan blijft uitvoeren, maar met ingang van 2002 zal de eindverantwoording van het budget onder de re- gie van het Fonds voor de Podiiun Programmering en Marketing komen te vallen.

In het jaar 2001 zijn alle popmuzikanten die in het jaar 2000 een subsidiebijdrage hebben ont- vangen vanuit de Podiumplan en/of Toursupport regelingen hiervan op de hoogte gesteld.

Ongeveer 1.400 popmuzikanten zijn hierbij persoonlijk per brief geïnformeerd over het aan him verstrekte subsidiebedrag in het jaar 2000.

Verder was 2001 het jaar van wijzigingen in de belastingwetgeving voor artiesten. Deze wij- zigingen pakten in eerste instantie nogal nadelig uit voor het merendeel van de popmuzikan- ten. Met ingang van 1 januari 2001 verviel namelijk de mogelijkheid om een optreden te ge- ven waarvoor alleen een bedrag aan onkostenvergoeding werd verstrekt door het podiiun of festival. Ook de administratieve afhandeling van concerten werd hierdoor erg complex en arbeidsintensief Het Popinstituut heeft een actieve rol gespeeld bij het tot stand komen van de wijzigingen die vervolgens halverwege het jaar 2001 hebben plaatsgevonden in de belasting- wetgeving.

De wijzigingen in de belastingwetgeving zorgden voor veel onduidelijkheden bij zowel de muzikanten als de poppodia en festivals wat betreft de administratieve afhandeling van de optredens. Het gevolg hiervan was dat de medewerkers van de afdeling Support & Subsidie veel benaderd werden met vragen over deze wijzigingen.

I

(19)

2 SUPPORT REGIONAAL

doel:

Het bevorderen en instandhouden van een vruchtbaar en goed georganiseerd (amateur) popmuziekcircuit op provinciaal niveau in samenwerking met poporganisaties en andere instellingen in de provincie.

middelen:

Het helpen creëren van een goed op elkaar afgestemd netwerk van muzikanten, poporganisaties, oefenruimtecomplexen en provinciale overheden door:

• Stimulering van provinciale initiatieven en onderlinge afstemming.

• Het onderhouden van contacten met de regio's en gemeentes.

• Coördinatie van het overleg tussen de provinciale poporganisaties.

• Het in samenwerking met de provinciale poporganisaties uitvoeren van de subsidie- regehngen voor D-podia en C-festivals.

ontwikkeld in 2001:

Al in 1998 bleek dat de provinciale poporganisaties (ook wel popkoepels genoemd) streefden naar een verdere professionalisering en een meer gestructureerde onderlinge samenwerking. Hun verzoek aan het Popinstituut was om daarin een actieve rol te spelen. Om die reden gaf het Nationaal Pop Instituut begin 1999 aan onderzoeksbureau CAB de opdracht om een inventarisatie te houden onder de poporganisaties naar o.a. het huidige en toekomstige beleid en de financiën. Deze inventarisatie werd door het Popinstituut tevens gebruikt om haar beleid op het gebied van amateur- en semi-professionele popmuziek te bepalen voor de cultuurperiode 2001-2004. In het jaar 2000 werden de structurele samenwerkingsplannen op het gebied van accommodatiebeleid, festivals, kleinschalige popinitiatieven en uitwisselingen verder uitgewerkt.

In 2001 kan het Nationaal Pop Instituut daadwerkelijk een begin maken met de praktische invul- ling van (een deel van) deze plannen, daar het Popinstituut voor de cultuurperiode 2001-2004 meer budget heeft gekregen van het ministerie van OCenW voor het Nederlands Popmuziek Plan. Gekozen is voor een subsidieregeling ter versterking van de onderkant van het clubcircuit c.q. het financieel ondersteunen van provinciale en regionale initiatieven voor met name begin- nende bands op kleinere podia, de zogenaamde D-podia. Daarnaast is biimen het Nederlands Popmuziek Plan ook budget beschikbaar voor kleinere festivals, de zogenaamde C-festivals.

Bij de uitvoering van beide subsidieregelingen is gekozen voor samenwerking met de provin- ciale poporganisaties als zogenaamde intermediaire organisaties. Deze organisaties staan veel dichter bij de betreffende D-podia en C-festivals en zijn zo beter in staat deze te beoordelen en alle benodigde contacten te onderhouden. Alleen deze intermediaire organisaties kunnen rechtstreeks bij het Popinstituut een subsidieaanvraag indienen. Podia en festivals zelf kunnen geen aanvraag doen bij het Popinstituut. Zij zullen zich moeten wenden tot de intermediaire organisatie in de betreffende provincie. Er word een centraal aanspreekpunt bij het Popinsti- tuut aangesteld voor de afhandeling van - en vragen over - de subsidieregelingen. Deze me- dewerker is tevens verantwoordelijk voor de overige contacten met de provinciale poporgani- saties en heeft in 2001 vrijwel alle provinciale poporganisaties bezocht. De praktijk wees ech- ter uit dat de provinciale poporganisaties, ondanks onze intensieve begeleiding, meer tijd no- dig hadden dan verwacht om vertrouwd te raken met deze nieuwe subsidieregelingen.

(20)

21.0OU

Boaik dl Pipnndi «k ip wuw/infimnrfi nf biwooitMild mor bM bduoono w fcdQnwntiBfllwoföiyogrMnpMl’iviftdupdwitidin.

OifoptapdiliiwWtiairfwpifchtkiQP^iwmtfcVbcriphiflnliiinWifMngMaw dl Popnndi kkM )• ab^ csntKt iMt m lyiMHa.

• Mnit pDpaM0ii@xi4idjd

• BuBiMdH/^ukKirdek 024-3601178 (canmunBMiiaWBRMtli)

• MitcteviBdmainMM: 024-3601863 (prognomirinftf

CMckw Wi tfaai/couB<n(/bhiiflfM>) OwjiKotBitwi^AriiiWijiüiiBiitOt talaii’i Wim (ipud^iidifpoffi Gaudviriui. V^iawmattaM 12)

TbiltacvIlMlblunl VMciMT Oubaa liiBduci) EMHPMIIPOP) Ua {poprock) Marry Piirc* (giUirpop).

Ciii Oi AiU. Uiilunaflrut 13) Dl 0«dt m MaUv. Vilpirbuitiasapd (4) Dl hlovi, VvkiBisimi |8|

Mivphv'i, Vvtaatstrait (6) Mudikcrt Dl Mam, ZmainsaMl (7)

Suaday Sad '■ SMUI (tonnpi^inifanci) Mt Myigl (kuk)

Qaaira Vaatai (Mdo) Uiad ta Vi liMoar-tenowrilar) Mark IDaaaw k Tria laakdaftat (i«/pop|

SoudvUlal. NfiïfayiniaitTiai {2) Cdé 0i boa» NiMMstmt (8) Oa fitowdob, Aoumondsptaia (I) Dl Büunma, KonmaiktlIO) St JM, Jwapiiin jn) hoiOokail Dl hUikt (12) OinQo'» Bowbiilulnit (13)

22.30U

flacy Cats Inckibilv) DaHifdbaUlda)

MtarBgbtiaiTaiatB LIM (tpacarack)

•ikkali (nadinnart) ralowaf I (MdirpQp) Saauw igitiirpop)

M|aabik«d

WOMaMa, Wlmpliin (14) StbttMkac NMuRHtraat (IS)

23.00U

Goudviihal, VijfziaiiiaMrMt (2) Dl Boupal, DuadBiag (16) Dl Konnha; Konamirla (17) Oa Vlir JiMQi^dM. VMaatttnat (18) Mkk OXanailitiiih Puh. KoromacfctlIS)

23.30U

Schooi KoroMDMkt (20)

- . OO-OOu

■atfi riaaikir («mpw-ioagwiril») Paftddbw aar Aftirpirty/JieohihMB (21)

De Popioiide Arnhem wordt georganiseerd door sticli- ttiig Popwoatis. in sameiiweitiiny met Popccutrum Jjcobibcig Iris: ivwvr.{Jcoliibciij.iit).

Du Poptondc Atiiliem is nioijelijk dmikrij du onder- stcuniiig von de ijeineente Arnlism. cic Sticliliiig voor Ku»st en Cidtuur Gelderland, liet N-iiiunoal Pop Instiiuul. Iicl USB Fonds, tiet Prins Bernhard fonds, liet Tliinskopidoiuls en liet Foinls voor Ainaiourknnsi.

o -s O -

i f

(21)

2.1 NEDERLANDS POPMUZIEKPLAN; D-PODIA

toelichting:

De zogenaamde D-podia in Nederland zijn locaties die al of niet regelmatig (live) popmuziek programmeren, maar op organisatorisch en administratief gebied en qua zaalcapaciteit en/of faciliteiten niet beantwoorden aan de eisen waaraan de podia die gebruik maken van het Ne- derlands Popmuziek Plan voor Kempodia moeten voldoen. Voorbeelden van D-podia zijn:

muziekcafés, buurthuizen en (kleinere) jongerencentra. D-podia kunnen zowel particuliere als gesubsidieerde instellingen zijn.

doel:

Het stimuleren van het aantal optredens van Nederlandse bands, solo-artiesten en dj’s tegen een redelijke gage en het versterken van de basis, c.q. de onderkant van het Nederlandse club- circuit.

middel:

Het verstrekken van subsidie ter ondersteuning van zogenaamd bijzonder initiatief dat plaats- vindt op D-podia. Bijzonder initiatief betekent een meerwaarde in de vorm van uitwisseling, thematiek, wedstrijdelement, educatieve doelstelling, samenwerkingsvorm, enzovoort. Live popmuziek van Nederlandse bands en/of solo-artiesten dient ten alle tijden een centrale rol te spelen (zie voor de criteria bijlage 2).

werkwijze:

Bij de uitvoering van deze subsidieregeling werkt het Popinstituut samen met de zogenaamde intermediaire organisaties. Alleen deze organisaties kunnen subsidieaanvragen doen bij het Popinstituut. De intermediaire organisaties hebben ieder op hun beurt een eigen betrokkenheid bij het desbetreffende bijzonder initiatief. Dit bestaat minimaal uit een financiële bijdrage aan het initiatief. Het principe van de subsidieregelingen voor D-podia is dat de financiële bijdrage van de intermediaire organisatie aan het bijzonder initiatief door het Popinstituut wordt ge- matched/verdubbeld met een bijdrage uit het budget van het Nederlands Popmuziek Plan. De hoogte van het subsidiebedrag wordt niet bepaald door een tekort, maar is ook nooit hoger dan de bijdrage van de intermediaire organisatie. Daarnaast bedraagt de subsidie vanuit de rege- ling voor D-podia en de bijdrage van de intermediaire organisatie samen nooit meer dan 50%

van de totale kosten van het bijzondere initiatief Tenslotte geldt in 2001 een maximum per intermediaire organisatie per jaar van ƒ 20.000,- en een maximum per D-podium van ƒ 4.000,- ontwikkeld in 2001:

Vanwege de lange periode van onduidelijkheid over het subsidiebudget van het Nationaal Pop Instituut voor de periode 2001-2004 kunnen het Popinstituut en de provinciale poporganisaties pas in januari 2001 een begin maken met uitwerken van de plannen tot een voor ieder werk- zame subsidieregeling. De regeling gaat in april 2001 van start, maar kent dan geen landelijke dekking. In de provincies Flevoland, Groningen, Noord-Holland, Zeeland en Zuid-Holland zijn om diverse redenen geen intermediaire organisaties. Limburg en Utrecht hebben zich wel aangemeld, maar hebben geen gebruik gemaakt van de subsidieregeling of kunnen dat niet. De overige zes popkoepels doen wel een beroep op deze subsidieregeling en daarnaast is er ook rechtstreeks subsidie toegekend aan Stichting Popwaarts voor de door him georganiseerde Popronde die plaatsvindt in diverse steden in Nederland.

In 2001 zijn er 16 verschillende initiatieven gesubsidieerd voor een bedrag van ƒ 39.841,-.

Hiervan zijn 7 zogenaamde eigen initiatieven; activiteiten die plaatsvinden op D-podia, maar door de provinciale poporganisaties zelf worden georganiseerd, bijvoorbeeld provinciale

JJL

(22)

ZATERDAG 20 OKTOBER 2001 SPORTHAL DE WALVIS MMV.

JOHN THE REVELATOR

&KAZLUX

JAQUES KLOES & FRIENDS THETREMBLING

HIGHBURYS

THE WORKMATES

ENTREE 25.-

KAARTEN VERKRUGBAAR BU:

AAD MOLENAAR BEVERWIJK- MEYRAN AUDIO VIDEO BEVERWIJK DE MUZE HEEMSKERK • FAMILY CAFETARIA EETHUIS BEVERWIJK

SPORTHAL DE WALVIS • MULTICOPY VELSEN-NOORD RESTAURANT KANTINE DE WATERAKKERS HEEMSKERK

épörthaipbë Walvis • Van Loenerilaan 1 • Beverwijk

•r.:. « -• ’-A .-v-A

r

ZONDAG 12 AUGUSTUS 2

(23)

popwedstrijden. Daarnaast heeft ook de Popronde, een initiatief van Stichting Popwaarts, 6 keer subsidie ontvangen. Slechts 3 keer ligt het initiatief bij het podium zelf In totaal hebben 212 D-podia direct of indirect ondersteuning ontvangen via deze subsidieregeling. De 16 ver- schillende initiatieven zijn door circa 32.760 personen bezocht (zie bijlage 5).

2.2 NEDERLANDS POPMUZIEKPLAN; C-FESTIVALS

toelichting:

In 2001 is het Nederlands Popmuziek Plan; subsidieregeling voor Nederlandse popmuzikan- ten met een aantal extra regelingen uitgebreid. Het is nu ook voor festivals mogelijk om in aanmerking te komen voor subsidies voor optredens van Nederlandse bands, soloartiesten en dj’s.

doel:

Stimulering van optredens van Nederlandse popmuzikanten tegen een redelijk gage en het ontwikkelen van een stabiel circuit van Nederlandse festivals.

middel:

Het verstrekken van subsidies voor optredens van Nederlandse bands, solo-artiesten en dj’s bij festivals. Aangezien er grote verschillen in financiële middelen en bezoekersaantallen tussen de festivals onderling zijn geconstateerd, is ervoor gekozen om een onderverdeling in de vol- gende categorieën te hanteren:

• A-festivals; met een totale begroting van meer dan ƒ 500.000,-, komen niet in aanmerking voor subsidiebijdrage

• B-festivals met een totale begroting van meer dan ƒ 50.000,- of meer dan 3.000 bezoekers (zie hoofdstuk 3.2 en voor de criteria zie bijlage 4)

• C-festivals met een totale begroting van minder van ƒ 50.000,- of minder dan 3.000 be- zoekers.

werkwijze:

Bij de uitvoering van deze subsidieregeling werkt het Popinstituut ook samen met de zoge- naamde intermediaire organisaties. Alleen deze organisaties kunnen subsidieaanvragen doen bij het Popinstituut. De intermediaire organisaties hebben ieder op hun beurt een eigen be- trokkenheid bij het desbetreffende C-festival. Dit bestaat minimaal uit een financiële bijdrage aan het festival. Het principe van de subsidieregelingen voor C-festivals is dat de financiële bijdrage van de intermediaire organisatie aan het festival door het Popinstituut wordt gemat- ched/verdubbeld met een bijdrage uit het budget van het Nederlands Popmuziekplan.

Ook hier wordt de hoogte van het subsidiebedrag dus niet bepaald door een tekort. De subsi- die vanuit de regeling voor C-festivals is echter nooit hoger dan de bijdrage van de intermedi- aire organisatie. Daarnaast geldt in 2001 een maximum per intermediaire organisatie per jaar van ƒ 10.000,- en een maximixm per C-festival van ƒ 2.500,-.

ontwikkeld in 2001:

Ook de uitvoering van de regeling voor C-festivals kwam pas in april 2001 op gang en kende evenals de regeling voor D-podia geen landehjke dekking. In de provincies Flevoland, Gro- ningen, Noord-Holland, Zeeland en Zuid-Holland en in Amsterdam zijn er om diverse rede- nen geen intermediaire organisaties voor de uitvoering van de regeling voor C-festivals. De popkoepels in Limburg en Utrecht hebben zich wel aangemeld als intermediaire organisatie, maar hebben of konden geen gebruik maken van de subsidieregeling. De overige 5 popkoe- pels hebben wel gebruik gemaakt van deze subsidieregeling en daarnaast is er ook rechtstreeks

(24)

subsidie toegekend aan het Noord-Hollandse C-festival Bêverbeat. In totaal zijn er 14 C- festivals gesubsidieerd voor een bedrag van ƒ 18.389,-. In totaal hebben circa 17.524 personen deze festivals bezocht (zie bijlage 5).

(25)

TOTAALCIJFERS KERNPODIA

De resultaten over 2001 afgezet tegen de resultaten over 2000

absoluut procentueel 2001 2000 verschil verschil aantal podia 38

SUBSIDIABELE CONCERTEN:

aantal concerten 901 bezoekers totaal 147.243 bezoekers gemiddeld 163 lasten totaal 3.368.303 lasten per concert 3.738 lasten per bezoeker 22,88 tekort totaal 1.415.532 tekort per concert 1.571 tekort per bezoeker 9,61 subsidie totaal 920.83 6 subsidie per concert 1.022 subsidie per bezoeker 6,25 NIET-SUBSIDIABELE CONCERTEN;

aantal concerten 3.355 totaal bezoekers 646.857 bezoekers gemiddeld 193 lasten totaal 6.719.416 lasten per concert 2.003 lasten per bezoeker 10,39 tekort totaal 689.505 tekort per concert 206 tekort per bezoeker 1,07

38 0 0,00%

700 201 28,71%

125.724 21.519 17,12%

180 -17 -9,44%

2.581.070 787.233 30,50%

3.687 51 1,38%

20,53 2,35 11,45%

1.007.763 407.769 40,46%

1.440 131 9,10%

8,02 1,59 19,83%

665.207 255.629 38,43%

950 72 7,58%

5,29 0,96 18,15%

2.511 844 33,61%

522.006 124.851 23,92%

208 -15 -7,21%

5.003.377 1.716.039 34,30%

1.993 10 0,50%

9,58 0,81 8,46%

362.626 326.879 90,14%

144 62 43,06%

0,69 0,38 55,07%

SUBSIDIABELE EN NIET-SUBSIDIABELE CONCERTEN;

aantal concerten 4.256 3.211 1.045 32,54%

totaal bezoekers bezoekers gemiddeld lasten totaal

lasten per concert lasten per bezoeker tekort totaal tekort per concert tekort per bezoeker

794.100 647.730 187 202 10.087.719 7.584.447 2.370 2.362 12,70 11,71 2.105.036 1.370.389 495 427 2,65 2,12

146.370 22,60%

-15 -7,43%

2.503.272 33,01%

8 0,34%

0,99 8,45%

734.647 53,61%

68 15,93%

0,53 25,00%

(26)

3 SUBSIDIE NATIONAAL

3.1 NEDERLANDS POPMUZIEK PLAN; KERNPODIA

doel:

Stimulering van optredens van Nederlandse bands, solo-artiesten en dj’s tegen een redelijke gage en ontwikkeling van een stabiel circuit van Nederlandse poppodia.

middel:

Het verstrekken van aanvullende subsidies als er financiële tekorten zijn bij optredens van Nederlandse bands, soloartiesten en dj’s.

ontwikkeld in 2001:

In 2001 maken 38 podia gebruik van de regeling Nederlands Popmuziek Plan; Kempodia (voorheen Podiumplan). Zie bijlage 7 voor het overzicht kempodia.

Criteria

Halverwege het jaar 2001 wordt geconstateerd dat het budget voor het Nederlands Popmuziek Plan; kempodia nog enige mimte biedt. De belangrijkste wijziging in de regeling is dan ook het loslaten van het zogenaamde subsidie plafond per podium dat voor het jaar 2001 was vastgesteld op ƒ 30.000,- per podium.

De kempodia

In het jaar 2000 beschikte een groot aantal podia wegens verbouwing/reorganisatie niet meer over een eigen concertzaal met een minimum bezoekers capaciteit van 200. Met ingang van 2001 is het voor deze podia daarom ook niet meer mogelijk om nog deel te nemen aan de regeling. Mede als gevolg hiervan werd het contract met 8 podia eind 2000 niet verlengd. Het hal^aarcontract met Utopia in Drunen is per 30 juni 2001 beëindigd. Per 1 januari 2001 zijn er 8 nieuwe kempodia in de regeling opgenomen; Azijnfabriek in Roermond, Ekko in Utrecht, Iduna in Drachten, Manifesto in Hoorn, Park 3 in Harderwijk, Perron 55 in Venlo, Speakers in Delft en Tavenu in Waalwijk. Vandaar dat de hjst met kempodia qua samenstelling sterk is gewijzigd, maar in aantal gelijk is gebleven (zie bijlage 7).

Resultaten

Het aantal subsidiabele concerten is in het jaar 2001 enorm gestegen naar 901, het hoogste aantal sinds 10 jaar. Ook bij het aantal niet-subsidiabele concerten kunnen we een forse stijging constateren. Het aantal subsidiabele en niet-subsidiabele concerten samen laten een stijging zien van maar üefst 32,54% (zie ook tabel Totaalcijfers Kempodia). Het gemiddeld aantal bezoekers per concerten laat een üchte daling zien van 7,43%. Deze daling zou het gevolg kunnen zijn van de flinke groei van het aanbod. Een gevolg hiervan is een lichte stijging van het tekort per subsidiabel concert. De grote stijging van het totaal aan subsidie verstrekte bedrag is dan ook te verklaren door de sterke groei van het aanbod, de lichte daling in het gemiddeld aantal bezoekers en het loslaten van het maximale subsidiebedrag per jaar per podium. In 2001 is er ƒ 920.836,- aan subsidie verstrekt. Dit is 38,43% meer dan in het jaar 2000.

Resultaten uitgeplitst naar A-. B- en C-podia

(Zie voor de voor de resultaten van de kempodia uitgeplitst naar A-, B- en C-podia bijlage 9).

14

(27)

Tel, 077 3386737

ISirJepirta mmÉ Leidlseplniriie ïcinini 1100 roi’ SIIOO

[rigaeren van Henh en Bep •

JftPrecr* Ellen ^e^ Damiffie Band Zonder Banaan

voar

DELFT - Het Natianiiid Fop Instant is toegetredén'M de ' groep, die een finandilè . bij-.

drage levert aan het muzi^cf^ '■

tival ^esteiixjp. Het institutit \ heeft als doelstelling bet bevor- ' deren vati.de popmuziek in Nededand en subsidieert naast de " zogenaamde fcempodiai.' waarvan, het Delfise Spéakem sinda kort deel nitmaakt, pok. , festivals,..

Westerpop. begint vtm&g ' Bl ■' aiigustns met de mmdfcsdé strijd om de Westerpdp-lokaal- bokaal. Vqf Delftse biuidkkr9- gen de kara op bét grote podl-

um IffiB talent te etaleren. Dat zijn ..achtereenvolgens. Sotm (aanrang: 19.00 uhr), Voor Lief . uw), The. -BHi. - Séa .Sharia <21.00-uur),.'Xynobite . <22.00 nor)j Meringue <23.00 tkur). .Een dtig later tiarat het 'giute weifc los met als opening om 13.30 uur. een optieden van Incencé, déwmnaaryan de.bo-^

'kaid' inA^OQO-, 'Daarna volgen . Fbpls Pai^.<i4..SS uur), Djr- 'Zaëk (ldlÏ6l':'uUr),' Jay Hooks .(lf|fê u&), R&B M . Stars (19.l0 uw), pe Ptoov (20.00 .ttur), - BËim-^'(2i.2S uur) en ' RoWs^ H^e' (23.00. uur).

UI=Jhd

*„ Tuiarres • Johan

Biasrian • Wilhin Templahojl

ilGralis Toegang^

■ llRl is veiiioiidfi fiutisen. iiinsuiefli nf iiiiiinii tint vclU muu fc iicriicn

li'

DBLFCSE TOST O van: 29.08.2001

(28)

In 2001 zijn bij de A-podia zowel het aantal subsidiabele als het aantal niet-subsidiabele concerten vrijwel gehjk gebleven in vergehjking met de cijfers van 2000. Wel kunnen we een hchte daling constateren van het gemiddeld aantal bezoekers bij alle concerten. In het j aar 2001 zijn er wederom slechts twee A-podia. Vandaar dat de criteria voor de A-status met ingang van 2002 gewijzigd zullen worden.

Met name bij de B-podia kunnen we een enorme stijging constateren van zowel het aantal subsidiabele als het aantal niet-subsidiabele concerten. De lasten per subsidiabel concert hggen iets lager dan in het j aar 2000 het geval was. De daling van het aantal bezoekers per subsidiabel concert is bij de B-podia zeer gering. De gemiddelde subsidie per concert en de gemiddelde subsidie per bezoeker zijn hierdoor bij de B-podia zelfs gedaald. We kunnen daaruit concluderen dat de B-podia door middel van de subsidie vanuit het ‘Nederlands Popmuziek Plan; kempodia’

in staat zijn om in het jaar 2001 meer concerten met Nederlandse bands, solo-artiesten en/of dj’s te organiseren.

Ook bij de C-podia is een forse stijging van het totaal aantal georganiseerde concerten te zien. In tegenstelling tot de A- en B-podia is bij de C-podia wel een stijging van het gemiddeld aantal bezoekers bij niet-subsidiabele concerten te constateren. Er is in 2001 in totaal ƒ 124.257,- meer subsidie verstrekt aan de C-podia dan in het jaar 2000. Bij de C-podia is zowel het gemiddelde subsidiebedrag per concert als het gemiddelde subsidiebedrag per bezoeker flink gestegen. We kunnen daarom concluderen dat het voor C-podia vrijwel onmogelijk zou zijn om concerten te organiseren van Nederlandse bands en tegelijk de bands hiervoor een redelijk bedrag uit te betalen zonder financiële ondersteuning vanuit het ‘Nederlands Popmuziekplan; kempodia’.

3.2 NEDERLANDS POPMUZIEK PLAN; B-FESTIVALS

toelichting:

In 2001 is het ‘Nederlands Popmuziek Plan; subsidieregeling voor Nederlandse popmuzikan- ten’ met een aantal extra regelingen uitgebreid. Het is nu ook voor festivals mogelijk om in aanmerking te komen voor subsidies voor optredens van Nederlandse bands, soloartiesten en dj’s.

doel:

Stimulering van optredens van Nederlandse popmuzikanten tegen een redelijk gage en het ontwikkelen van een stabiel circuit van Nederlandse festivals.

middel:

Het verstrekken van subsidies voor optredens van Nederlandse bands, solo-artiesten en dj’s bij festivals.

Aangezien er grote verschillen in financiële middelen en bezoekersaantallen tussen de festi- vals onderling zijn te constateren is ervoor gekozen om een onderverdeling in de volgende categorieën te hanteren:

• A-festivals met een totale begroting van meer dan ƒ 500.000,- komen niet in aanmerking voor subsidiebijdrage.

• B-festivals met een totale begroting van meer dan ƒ 50.000,- of meer dan 3.000 bezoekers.

• C-festivals met een totale begroting van minder van ƒ 50.000,- of minder dan 3.000 be- zoekers (zie hoofdstuk 2.2, voor de criteria zie bijlage 4).

ontwikkeld in 2001:

In april 2001 is deze nieuwe regeling voor festivals van start gegaan. B-festivals komen in 15

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze nieuwe brochures zijn niet bedoeld voor muzikanten, zoals bij de eerste serie het geval was, maar voor medewerkers van jongerencentra en poporganisaties.

De POP-poli is een samenwerkingsverband tussen de gynaecoloog, klinisch verloskundige, de kinderarts van Bernhoven en de psychiater en sociaal psychiatrisch verpleegkundige van GGZ

De meeste mensen worden geen slachtoffer van inbraak en algemeen preventie advies wordt vaak overgenomen door de mensen die de minste kans hebben om slachtoffer te worden.. Dit advies

Het eerste en laatste blad bevatten de voorwerpen of gedeelten van voorwerpen, waarmede de plekken, die in het prentenboek wit gelaten zijn, gevuld moeten worden.. De voorwerpen

Vanuit dit overkoepelend idee zouden Poppers andere metafysische theorieën een be- grijpelijk geheel vormen. Maar de afwijzing van zo'n scheppend principe is het enige wat

Het Instituut staat ook in voor de organisatie van de vermeerdering van het door haar geprodu- ceerd klonenmateriaal. Deze klonen zijn immers beschermd via kwekersrecht. Dit jaar

The logic typically goes something like this: Although all the different religions have a right to exist in liberal societies, such societies also require a neutral public

- Hoeveelheid en m a r* vaa * verschil lende aangevoerd» vissoorten, vetgans da amteghavens - Jaar