• No results found

Inspectierapport Voorschool De Zaaier (PSZ) Kerkstraat TN HEDEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Voorschool De Zaaier (PSZ) Kerkstraat TN HEDEL"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Voorschool De Zaaier (PSZ) Kerkstraat 6

5321TN HEDEL

Toezichthouder: GGD Gelderland-Zuid, vestiging Tiel In opdracht van gemeente: Maasdriel

Datum inspectie: 30-11-2015

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 10-12-2015

(2)

2 van 11

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 10

Gegevens toezicht ... 10

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ... 11

(3)

3 van 11 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-11-2015

Voorschool De Zaaier te HEDEL

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

De locatie heeft een verkorte praktijkinspectie gehad, daarom zijn niet alle voorwaarden beoordeeld. Het onderzoek heeft zich voornamelijk gericht op de pedagogische praktijk, de werkwijze van de groep, de beroepskracht-kindratio en de personeelsgegevens.

Beschouwing

Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over de voorschool en de inspectiegeschiedenis, volgen in hoofdlijnen de bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.

Feiten over de voorschool

Voorschool de Zaaier is gevestigd in basisschool de Zaaier te Hedel. De voorschool bestaat uit één groep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2.5 tot 4 jaar.

Inspectiegeschiedenis:

 jaarlijks onderzoek 2012

 jaarlijks onderzoek 2013

 nader onderzoek 2014

 jaarlijks onderzoek 2014

 nader onderzoek 2014

Bevindingen op hoofdlijnen:

Ten tijde van het inspectiebezoek zijn er 7 kinderen en één beroepskracht aanwezig.

De beroepskracht geeft in het interview aan dat er begin volgend jaar 6 nieuwe kinderen in de groep bij komen en dat zij per één januari 2016 de voorschool gaat verlaten. De voorschool krijgt een nieuwe kleuterjuf, zij gaat de voorschool leiden.

Voor een nadere omschrijving en toelichting op bovenstaande, verwijs ik u naar de desbetreffende inspectie-items in het rapport.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

4 van 11

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Voor observatie is gebruik gemaakt van het “Veldinstrument observatie kindercentrum” dat ontworpen is door GGD GHOR Nederland.De bevindingen worden hier onder weergegeven per pedagogisch basisdoel(vet gedrukt) aan de hand van items uit het observatie-instrument (schuin gedrukt) gevolgd door een voorbeeld uit de waargenomen praktijk.

Pedagogische praktijk

Uitvoering van het pedagogische beleidsplan

Tijdens het interview met de beroepskracht en uit observatie is gebleken dat de beroepskracht voldoende op de hoogte is van het pedagogisch beleidsplan. Dit komt tot uiting tijdens observatie op de groep.

Tijdens observatie zijn er 7 kinderen en één beroepskracht aanwezig.

Het waarborgen van de emotionele veiligheid.

Er heerst een aangename sfeer in de groep. De kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen.

De kinderen spelen tussen een gezamenlijke activiteit door alleen of in groepjes door de ruimte.

Uit het gedrag van de kinderen is op te maken dat zij zich op hun gemak voelen; de kinderen kennen elkaar bij naam. De kinderen zijn op elkaar gericht; ze zoeken elkaar op om samen te spelen.

Het ontwikkelen van een persoonlijke competentie

De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van kinderen.

Nadat de kinderen "zwarte piet" hebben gekleurd, mogen zij met behulp van de beroepskracht deze uitknippen. De beroepskracht helpt de kinderen bij het knippen en geeft instructies: "open en dicht". (vingers open en dicht). Een kindje, dat het knippen al wat beter beheerst, mag het alleen proberen terwijl de beroepskracht het papier vasthoudt, Zij knipt netjes over het lijntje en krijgt een complimentje.

In de groepsruimte ligt her en der ontwikkelingsmateriaal. Een meisje stempelt met behulp van de beroepskracht haar eigen naam.

Het ontwikkelen van een sociale competentie.

De beroepskracht betrekt kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken, zoals opruimen en dingen klaarzetten.

De beroepskracht zingt het "opruimlied" en spreekt de kinderen toe; "het is wel een hele grote rommel in de klas", Zij zet de kinderen één voor één aan het werk, zij benoemt wat elk kind moet opruimen. Van een kind houdt de beroepskracht de hand vast en zegt: "wij gaan samen

opruimen". Als alles is opgeruimd en de kinderen aan tafel zitten, zegt de beroepskracht: "dit was wel een hele grote klus, daar krijg je honger van".

Overdracht van waarden en normen.

De beroepskracht bouwt het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken.

Uit observatie is gebleken dat de kinderen het dagritme en de afspraken die in de groep gelden kennen. De kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat er van hen wordt verwacht.

Conclusie:

Uit het bovenstaande in gebleken dat de vier competenties voldoende worden gewaarborgd.

Gebruikte bronnen:

(5)

5 van 11 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-11-2015

Voorschool De Zaaier te HEDEL

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (interview directeur basisschool De Zaaier)

 Interview anderen (interview beroepskrachten)

 Observaties (observatie van de pedagogische praktijk, binnen- en buitenruimte)

(6)

6 van 11

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Van één beroepskracht is de verklaring omtrent gedrag ingezien en in orde bevonden.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskracht beschikt over een diploma conform de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.

Opvang in groepen

Voorschool de Zaaier werkt met een vaste groep kinderen en één vaste beroepskracht. De groep bestaat momenteel uit maximaal 8 kinderen in de leeftijd van 2.5 tot 4 jaar.

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Voorschool De Zaaier werkt met één vaste beroepskracht; er zijn geen vrijwilligers of stagiaires aanwezig.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (interview directeur basisschool De Zaaier)

 Interview anderen (interview beroepskrachten)

 Informatiemateriaal voor ouders

 Website

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Plaatsingslijsten

 Personeelsrooster

 Pedagogisch beleidsplan

(7)

7 van 11 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-11-2015

Voorschool De Zaaier te HEDEL

Veiligheid en gezondheid

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld. Er wordt gebruik gemaakt van het model dat is uitgegeven door de Brancheorganisatie Kinderopvang.

Uit interview met de beroepskracht is gebleken dat zij op de hoogte is van de meldcode kindermishandeling. Zij weet bij een vermoeden welke stappen zij moet zetten.

Conclusie:

De houder heeft een meldcode vastgesteld, welke voldoet aan de beschreven eisen.

Vierogenprincipe

Tijdens observatie is te zien dat het gebouw een open karakter heeft; men kan vanuit de gang en vanaf de straat de groepsruimte binnenkijken en er zit een raam tussen de groepsruimte en toiletruimte.

Uit interview met de beroepskracht is gebleken dat zij niet goed op de hoogte is, van wat het vierogenprincipe inhoudt, dit behoeft enige uitleg. Zij geeft in het gesprek aan dat er geregeld volwassenen en kinderen door de gang lopen en bij de voorschool naar binnenkijken.

Conclusie:

De houder voldoet aan de wettelijke gestelde eisen.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (interview directeur basisschool De Zaaier)

 Interview anderen (interview beroepskrachten)

 Observaties (observatie van de pedagogische praktijk, binnen- en buitenruimte)

 Risico-inventarisatie veiligheid

 Risico-inventarisatie gezondheid

 Pedagogisch beleidsplan

(8)

8 van 11

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

9 van 11 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-11-2015

Voorschool De Zaaier te HEDEL Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:

- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;

- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 2.9a lid 1, 2, 3, en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 2.9a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 2.9b en 2.9c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Vierogenprincipe

De houder van een peuterspeelzaal organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de

beroepskracht, de beroepskracht in opleiding of de werkzame vrijwilliger, de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(10)

10 van 11

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Voorschool De Zaaier

Aantal kindplaatsen : 15

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Schoolvereniging De Zaaier

Adres houder : Kerkstraat 6

Postcode en plaats : 5321TN HEDEL

KvK nummer : 40156418

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Gelderland-Zuid, vestiging Tiel

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 6501BC Nijmegen

Telefoonnummer : 088-1447320

Onderzoek uitgevoerd door : E. Dieben Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Maasdriel

Adres : Postbus 10000

Postcode en plaats : 5330GA KERKDRIEL

Planning

Datum inspectie : 30-11-2015

Opstellen concept inspectierapport : 03-12-2015 Vaststelling inspectierapport : 10-12-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 10-12-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 10-12-2015

Openbaar maken inspectierapport : 24-12-2015

(11)

11 van 11 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 30-11-2015

Voorschool De Zaaier te HEDEL

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a