• No results found

Inspectierapport Twekkie (KDV) Schietbaanweg DB ENSCHEDE Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Twekkie (KDV) Schietbaanweg DB ENSCHEDE Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Twekkie (KDV) Schietbaanweg 30 7521DB ENSCHEDE

Registratienummer 216168296

Toezichthouder: GGD Twente

In opdracht van gemeente: Enschede

Datum inspectie: 06-10-2016

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 14-10-2016

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing

Feiten over het kindercentrum

Peuteropvang Twekkie maakt deel uit van de kinderopvangorganisatie Hebbes. Kinderdagverblijf Twekkie is gevestigd in een lokaal van basisschool Twekkelerveld aan de Schietbaanweg in Enschede. Het kinderdagverblijf heeft 1 stamgroep met 16 kindplaatsen.

Inspectiegeschiedenis:

 In december 2013 heeft er een onderzoek na registratie plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek zijn er tekortkomingen geconstateerd op het domein Veiligheid en Gezondheid.

 In maart 2014 heeft er een nader onderzoek plaatsgevonden. De tekortkomingen zijn niet opgelost. Ook is er een tekortkoming geconstateerd op het domein Pedagogisch klimaat.

 In april 2014 heeft er wederom een nader onderzoek plaatsgevonden. De tekortkomingen zijn opgelost.

 In september 2014 heeft er een jaarlijks onderzoek plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek werd voldaan aan de getoetste kwaliteitseisen.

 In september 2015 heeft er een jaarlijks onderzoek plaatsgevonden. Hierbij is een tekortkoming geconstateerd op het domein: Veiligheid en Gezondheid.

 Na overleg- en overreding te hebben toegepast voldoet de houder aan de getoetste voorwaarden die bij dit jaarlijkse onderzoek zijn onderzocht.

Bevindingen huidige inspectie

KDV Twekkie voldoet bij deze jaarlijkse inspectie aan de kwaliteitseisen.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Geobserveerd is of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek.

Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basisdoelen vanuit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen:

 Emotionele veiligheid;

 Sociale competentie;

 Persoonlijke competentie;

 Overdracht normen en waarden.

Pedagogische praktijk

Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het

Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (GGD GHOR Nederland / NJI, versie januari 2015).

Daarin staan beschrijvingen van de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd.

De betreffende indicator uit dit Veldinstrument is in de tekst hierna cursief weergegeven.

Ter illustratie van het oordeel worden door de toezichthouder de basisdoelen toegelicht met een voorbeeld.

Emotionele veiligheid

Er heerst een ontspannen open sfeer in de groep Observatie

Er heerst een aangename sfeer in de groep. De kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen.

De kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. Ze genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots.

Een kind heeft een puzzel gemaakt. Trots laat hij het resultaat zien. Andere kinderen genieten van een spel dat de beroepskracht met ze speelt.

De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen

Observatie

De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op de kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier met hen om. De beroepskrachten sluiten op een passende wijze aan op de interesse en emotie die individuele kinderen aangeven. Zo wordt bijvoorbeeld een kind dat huilt getroost door de beroepskracht. Ook als een kind graag even op schoot wil, kan dat.

Persoonlijke ontwikkeling

Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting

(5)

Sociale ontwikkeling

De kinderen zijn deel van de groep

Observatie

Alle kinderen helpen bij het opruimen van het speelgoed. Daarna pakken ze een stoeltje en gaan in de kring zitten. Er wordt een welkomstliedje gezongen. Eén kind is het helpend handje vandaag.

Hij mag de knijper aan de de juiste dagritmekaart hangen.

Hierna heeft de beroepskracht een handpop (spin) en zegt ze een opzegversje van een spin op die een vriendinnetje zoekt. Ze betrekt de kinderen hierbij door ze allemaal even te kietelen met de spin. Beroepskracht:"Zo, nu zijn jullie allemaal vriendjes van de spin. De kinderen genieten zichtbaar van deze activiteit.

Normen en waarden

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen.

Voorbeelden:

Niet rennen in de groep;

Handen wassen voor het eten en na het toiletbezoek;

Hoesten in de elleboogholte;

Samen opruimen.

Conclusie

De voorwaarden behorende bij de pedagogische praktijk worden voldoende gewaarborgd.

Voorschoolse educatie

Kinderdagverblijf Twekkie volgt het VVE programma van Piramide.

Dit geldt voor alle kinderen. VVE-geïndiceerde kinderen krijgen daarnaast 2 dagdelen per week gerichte activiteiten aangeboden, individueel en in een groepsverband.

Op het moment van inspectie zijn er twee groepen kinderen met een VVE-indicatie.

De beroepskrachten zijn VVE gecertificeerd.

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op waarin tot uitdrukking komt op welke wijze de kennis en vaardigheden van de beroepskrachten voorschoolse educatie worden onderhouden.

Conclusie:

Er wordt voldaan aan de wettelijke vereisten aangaande de basisvoorwaarden VVE.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Beroepskrachten)

 Pedagogisch werkplan

 VVE-certificaten

 Opleidingsplan voorschoolse educatie

(6)

Personeel en groepen

Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op het hebben van een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De stagiaires zijn gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters en presentielijsten.

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten werden reeds bij een vorige inspectie beoordeeld en akkoord bevonden.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in 4 groepen van elk maximaal 16 kinderen.

VVE groep 1: maandagmorgen - woensdagmorgen.

VVE groep 2: maandagmiddag - vrijdagmorgen.

Groep 3: dinsdagmorgen - donderdagmiddag.

Groep 4: dinsdagmiddag - donderdagmorgen.

Conclusie

De omvang en samenstelling van de stamgroep voldoet aan de wettelijke voorwaarden.

Beroepskracht-kindratio

Op het moment van inspectie zijn er 12 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.

Conclusie

Aan de voorwaarden met betrekking tot personeel en groepen wordt voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Beroepskrachten)

 Observaties

 Presentielijsten (inspectiedag)

 Personeelsrooster (inspectiedag)

(7)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

(8)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Twekkie

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : KOV Hebbes

Adres houder : Haaksbergerstraat 501

Postcode en plaats : 7545PH ENSCHEDE

Website : www.kov-hebbes.nl

KvK nummer : 08157895

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Twente

Adres : Postbus 1400

Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE

Telefoonnummer : 053-4876700

Onderzoek uitgevoerd door : Joke Kempers Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Enschede

Adres : Postbus 20

Postcode en plaats : 7500AA ENSCHEDE

Planning

Datum inspectie : 06-10-2016

Opstellen concept inspectierapport : 11-10-2016

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 14-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 14-10-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 14-10-2016

Openbaar maken inspectierapport : 04-11-2016

(10)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1