Geachte heer XXX,
Volgend op uw e-mail van 26 september 2003 bericht het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) u als volgt.
Het college begrijpt uit uw vraag, dat begin jaren 90 van de vorige eeuw de Algemene Voorwaarden tussen Gemeenten en Nutsbedrijven (hierna: de AVGN) is afgesloten tussen een aantal nutsbedrijven, waaronder de aanbieder XXX, en een groot aantal XXX gemeenten, waaronder de gemeente XXX, waarin onder andere is afgesproken dat bij de verplaatsing van kabels en leidingen de betreffende partijen beide 50% van de kosten dragen.
De gemeente stelt vast dat sinds de inwerkingtreding van de Telecommunicatiewet (hierna: de Tw) kabels ten dienste van een omroepnetwerk eveneens onder de gedoogplicht vallen. De aanbieder stelt echter dat de privaatrechtelijke bepaling nog van toepassing is, waar de gemeente stelt dat artikel 5.7 Tw van toepassing is bij het verplaatsen van kabels.
De gemeente vraagt vervolgens of dit geschil moet worden ingediend via de procedure ex art. 5.7, derde lid, Tw.
Het college beantwoordt deze vraag ontkennend, indien en voorzover de gemeente en de aanbieder een geschil hebben dat zich uitstrekt tot de werking van de medio jaren 90 afgesloten AVGN. Dit betreft immers een privaatrechtelijke overeenkomst en het college is niet bevoegd om daarover te oordelen.
Partijen dienen zich derhalve te richten tot de burgerlijke rechter, mochten zij niet tot een vergelijk kunnen komen in deze.
Voorts staat het partijen vrij onderling een verplaatsregeling overeen te komen. Indien deze naar tevredenheid van partijen wordt vastgelegd en uitgevoerd, is ook hierin geen rol van het college voorzien.
Deze algemene constateringen sluiten echter de bevoegdheid van het college geschillen te beslechten op grond van art. 5.7 Tw geenszins uit. Tevens kan deze niet contractueel worden uitgesloten. Voor de werking van de verplaatsregeling verwijst het college u kortheidshalve naar zijn ‘Beleidsregels inzake de gedoogplicht voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels’ (OPTA/IBT/2003/202555, 23 juli 2003).
Het college concludeert dat op dit moment geen geschil bestaat tussen partijen met betrekking tot het dragen van de kosten inzake de verplaatsregeling, maar over de uitleg van de werking van de AVGN. Het college is niet bevoegd om daarover in een eventueel geschil een oordeel te geven.
Het college verwacht u voldoende te hebben geïnformeerd. Het college is voornemens deze brief volledig geanonimiseerd te plaatsen op zijn website. Indien u daar bezwaren tegen heeft, verzoeken wij u zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de bovengenoemde medewerker.
Hoogachtend,
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,
hoofd van de afdeling Interconnectie en Bijzondere Toegang,
dr. J. Huigen
