• No results found

Bodemkundige verkenning van het C.R.M.-Natuurreservaat "Bronkhorst"

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bodemkundige verkenning van het C.R.M.-Natuurreservaat "Bronkhorst""

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

STICHTING VOOR BODKMKARTEfi ING Rapport nr 824 Staringgebouw

Lawickse Allee 136 - WAO ENING EN o

<*) ^

'W-B o d e m k u n d i g e v e r k e n n i n g v a n h e t G « H o M o — N a t u u r r e s e r v a a t " Bronkhorst "

BIBLiC

HG

doors Jo Fo Bannink en Ir Jo C. Pape Wageningen, oktober 1968 0000 0470 7119 B o d e m k u n d i g e v e r k e n n i n g v a n h e t C. R0M. — N atuurre s ervaat " Bronkhorst" door J0F0 Bannink en Ir J.Co Pape

(2)

Voorwoord

De bodemkundige verkenning van het C.RoM»-Natuurreservaat "Bronkhorst" werd uitgevoerd op verzoek van Ir A. Bakker, de Consulent voor natuurbehoud van het Staatsbosbeheer te Arnhem®

De afspraak hiertoe werd gemaakt op de vergadering van l7-9-'68f ge­

houden in het kantoor van het Staatsbosbeheer, Velperweg 53> Arnhem»

Het doel van de verkenning is een bodemkundige bijdrage te leveren voor de opstelling van een voorlopig beheersplan van het natuurreservaat.

De verkenning werd uitgevoerd op 14 — 10 —'68 door J# P0 Bannink. De

leiding berustte bij Ir J. C. Pape, hoofd van Rayon Oost van de Stichting voor Bodemkartering.

De Adjunct Directeur

Ir R.P.H.Pe van der Schans

(3)

Algemeen

Naam van het terrein: Verkend door:

Datum:

Opdrachtgever:

Ligging van het reservaat: Oppervlakte: Beschikbare kaarten: "Bronkhorst" Jo Po Bannink 14 oktober 1968 Staatsbosbeheer, Arnhem Kaartblad 33 », coördinaten 209/210 - 454/455 4*55 ka

Topografische kaarten, situatiekaarten van het Staatsbosbeheer en veldkaarten van Stiboka, boderakartering schaal 1:50®000®

Cultuurgeschiedenis Begroeiing: Ontginning: Bemesting: Vergraving: Geologie Situatie:

De kern van het reservaat wordt gevormd door de slotheuvel van het voormalig® kasteel Bronkhorst. Deze heuvel is begroeid met eiken en naaldhout; in de struiklaag komt veel vlier voor» Het grootste gedeelte daar omheen i3 grasland, waarop plaatse­ lijk zeer oude vruohtbomen« Ben klein stuk is in gebruik als tuin.

Het gebied heeft oudtijds deel uitgemaakt van de ruigten, strtu-welen en bossen langs de ongetemde Ussel. Later stichtten de Bronkhorsten hier ©ea slot} Bronkhorst heeft reeds een zeer oude gesohiedenis. Als onderdeel van de naaste omgeving van slot en stadje zal het terrein vaak gereconstrueerd zijn. Behalve de bemesting met stalmest, huisvuil en overstromings-slib heeft men ia deze eeuw ook bemesting met kunstmest toe­ gepast.

Het spreekt haast van zelf dat hier zeer veel is gegraven, ge­ dempt en opnieuw aangelegd. Bijna overal komt men tot minstens 40 om diepte steengruis tegeno Het minst in de boringen 8, 9 en 10, het meest in de boringen 2, 5 ©» 6 (zie figuur l)«

Het terrein ligt thans binnendijks in het stroomgebied van de I^ssel. Vroeger heeft deze rivier over een brede strook veel van de oude afzettingen en ook van het dekzand aangetast, ter­ wijl tegelijkertijd elders kleiige of zandige afzettingen

werden opgebouwd. De stroomgeulen verlandden en werden overdekt met jonge fluviatiele afzettingen. In het stadje Bronkhorst treft men een rivierduin aan0 Het slot zal op de uiterste west.

punt van dit duin hebben gestaan. Lithologie:

(4)

Lithologie:

Mineralogies

Relief:

De boringen 1 en 10 zijn verricht in geheel door de wind ver­ plaatst, matig grof en kalkloos zand. Bij de boring^ is dit zand overdekt met kalkloze lutumhoudende zandige lagen van oa 70 tot 80 om dikte«, Boring 8 bestaat geheel uit kalkrijke zavel; bovënin licht, naar beneden gelaagd met zware zavelo Rij boring 10 werd een ca 40 era dik matig humeus cultuurdek aangetroffen met op veel plaatsen steengruis»

De brokjes kalkcement maken de vergraven grondlagen kalkrijk. Het zand is egaal bruin en is mineralogisch matig rijk. Door bijmenging van b0v. vergankelijke steenresten is het verrijkt.

De oorspronkelijk aanwezige hoogteverschillen zijn sterk be­ ïnvloed door de vergravingen0 Afgezien van de slotheuvel en

de resten van de grachten zijn ze klein»

Er zijn 10 boringen uitgevoerd, waarvan de nummers 2 t/m 10 (figuur l) tot een diepte van 120 cm en boring nummer 1 tot

320 om.

Vrijwel over het gehele gebied is de grond sterk door de mens beïnvloed tot een diepte van meer dan 35 op Teel plaatsen rondom de slotheuvel gaat die invloed veel dieper0Soms zijn

deze bewerkte lagen zwart, soms bruin0 Men kan niet spreken

van een normale ophoging van een cultuurdek, met uitzondering van het gebied waarin boring nummer 10 plaats vondo Toch re­ kenen we alle hier voorkomende gronden tot de eerdgronden. Waar de oorspronkelijke bovengrond nog min of meer in tact is blijkt weinig van bodemvorming ta bespeuren.

Prof lalbeaohrl.i vingen

Op een drietal plaatsen zijn bodemprofielen beschreven. Ze zijn aangegevei op figuur 1.

Profielbeschrijving boring nummer 1. Bodem

Boringen»

Bodemvorming :

horizont diepte kleur humus- textuur

om nat schatting * <50mu M50 Aan 1

0-17

10 YR 3/2

4

+

10

230 Aan 2

17 - 40

10 YH 4/3 en

4/4

i

<

10

240 Cp 40 - 95 10 YR 5/5 <1 < 10 260

II

A

1

C

120 -320 95 -120 10 10 YH 6/4 YH 4/3 <1 ii <

14

10

25O 260

(5)

3

Opmerkingen; De Aan-horizonten zijn vermengd met brokjes steen en kalk-cement en daardoor kalkrijko Be overige horizontsn zijn kalk­ arm. Op 95 °m begint de Oorspronkelijke bovengrond. Het zand

beneden 120 om ia egaal van kleur, doorgaande tot minstens 320 cm diepteo

Profielbeschrijving boring_nr 3

horizont diepte kleur humus- t extuur

om nat sohatting

%

< 2mu M50

Aan 1 0 - 2 0 10 YB 4/2 2•§• 15 220

Aan 2 IV) 0 1 00 0 10 YB 4i/4 1 20 220

Aan 3 80 -105 10 YB 3i/2 2 12 23O

C > 105 10 YR 4/4 1 9 24O

Opmerkingen: In de horizonten Aan 1 en Aan 2 komt wat steengruis voor. In de horizont Aan 3 zijn veel steenbrokken aanwezig. In de C-hori-zont treft men zandlaagjes aan0 Het gehele profiel is

kalk-loos» Profielbeschrijving boring nr 4 horizont diepte em kleur nat humus-schatting textuur < 2mu M50 Aan.lg Aan.2 Gg Opmerkingen: Hydrologie Ontwatering: 0 - 1 7

17 - 45

> 45

10 YR 4/1:5 10 YR 4/3 10 YH 4/3i 2-è 1

<1

20 20 20 ISO I8O I8O In de Aan.lg-horizont bevinden zioh zwakke geelbruin® roest-spikkels ©n wat steengruis. In horizont Aan.2 treft men wat steengruis aan» Van 0—45 om diepte is het profiel kalkrijk, daar beneden kalkloos en pleksgewijs kalkarm. In de C-hori-zont vindt men bruin-zwarte mangaan-ijzerspikkels, di© naar beneden in aantal toenemen»

Water op ca 60 om diepteo

Het zuidelijke gedeelte kan oppervlakkig afwateren op een oude beekloop aan de oostgrens en op de Grote Beek aan de zuidgrens» Ten zuidwesten van de slotheuvel zakt het water gemakkelijk weg in de vrij losse zandondergrond. In het noor^

delijke deel kan het regenwater zich verzamelen in een kolk die dioht bij de westgrens ligt en in een gedempt stuk

(6)

van dei oude beekloop aan de oostgrens® Ook hier trekt het blijkbaar gemakkelijk in de ondergrond weg« Het gevaar van overstroming of wateroverlast is niet groot»

Het vochthoudend vermogen van de gronden in het zandige ge­ deelte, te weten de alotheuvel en het terrein tan zuidwesten daarvan, is vrij gering0 Bij all® andere gronden is dit ver­

mogen vrij groot tot grooto

In de alotheuvel en in het terreingedeelte ten zuiden daarvan gelegen, komt het grondwater zelden of nooit binnen 80 ero diepteo In de noordelijke punt van het gebied reikt het wa­

ter bij hoge standen zo nu en dan tot binnen 40 om diepte» In het resterende gedeelte liggen de hoogste grondwaterstan­ den tussen 40 en 80 om diepte»

Onder de voorkomende plantensoorten is er een enkele, zoals b,v» de stinkende gouwe, die nog herinneringen oproept aan oude kasteeltuinen en muurresten.

Kwetsbaarheid

Het gebied is van oorsprong zeer gevarieerd opgebouwd. Deze variatie i3 nog vergroot door vergravingen en diverse bewerkingen» Ook het vochthoudend vermogen loopt sterk uiteen» Er zijn droogliggende gronden aanwezig die deel3 veel en deels weinig vocht vast kunnen houden» Van de eerstgenoemde ligt een klein gedeelte vrij laag t«o0v. het grondwater»

Uat de bodem betreft kan men zonder voorbehoud van alles toelaten, zoals bewerken, bemesten, betreden, ontwateren enz« Alleen de slotheuvel en de om­ geving van boorpunt 10 en missohien ook nog van de boorpunten 8 en 9 tonen een vrij natuurlijke profielopbouwo

Vochthoudend vermogen:

Grondwaters

(7)

î . J f ...

HEER

CONSULENTSCHAP GELDERLAND

• " *" * — -— ••—— - • ~ — ---»-y- —" ••• • » . .. . m.* — .*'**'**'_

Ç.R. M. R E SERV. „BRON KH0RSI1___

OVERZICHTSKAART 1968

SCHAAL 1:2500

f"

L

LEGENDA:

GRENS VAN HET RESERVAAT

OPENBARE VERHARDE WEG VERHARDE WEG VOETPAD VAKHOEKEN 1H AFDEL.INGSGRENS EN-LETTERS m ANDERE 8ËGR0EIINGSGREN2EN j AANPULING GEBOUW CODE: a u

3 A .'S O GEMENGD NAALD-EN LOOFHOUT

L @ LUIS

G R A S L A N D ! WATER r ,.r.,rTT.T.;-n—» iuJ LAA6TE 2. v 'k. \ ,y~' i \ : — - - • SC-.

PLAATS EM NUMMER

VAN 'DE B O R I N G E N

L; A PEKAÂfifjE •taal 1 50.000

\

•i:y, r-cr-i , hro fit '••deren - ; /

A \ )

*- " ~ /V--! r f ! 1 r " *

OPNAME GE'! Ï.K -'.NO • :'*D ! ^^

l Sépt.'&l il

jg. ö-i

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

fugitive VOC emissions causes the VOC emissions from the wastewater treatment area and tank farm to be apparently higher than what is expected, when compared

probleemstof in dit voorbeeld). Als slechts een deel van co-product A wordt behandeld tot co-product A’, dan is het mogelijk om beide co-producten A en A’ samen te voegen tot een

Manifestaties die zich enkele weken tot maanden na de tekenbeet voordoen (soms zonder vooraf- gaandelijk erythema migrans) en het gevolg zijn van de hematogene verspreiding van

Tegenwoordig wordt deze aandoening indien mogelijk behandeld door middel van een endoprothese: een stent (een kunststof buisje) die langs beide liezen bij de

') Inmiddels wordt roestwerende verf gebruikt en zijn de bouten en moeren gegalvaniseerd.. ment van de ventilator is voor het ventileren en nadrogen van hooi goed. Voor het koelen

Oscar en Loes doen een onderzoek aan deze halogeenlamp.. Ze beelden met een lens de gloeidraad van de brandende lamp sterk vergroot af op een wand van

Chapter 2 provided an overview on what is considered as a child-friendly space and the importance to create such spaces. The main challenges, cross reference to Section

Recent advances in fiber technology have produced demonstrations of fiber lasers that can generate output powers of several kilowatts..