• No results found

professor Foblets

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "professor Foblets"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 1

van 1 oktober 2004

van de heer PATRICK JANSSENS

Buurtvaderprojecten – Onderzoeksrapporten In de krant De Morgen van 15 september jongstle-den verscheen een artikel over het nieuwe buurtva-derproject in Beringen.

Uit dit artikel blijkt dat eind april de rapporten van de vervolgonderzoeken op het eerdere onder-zoek van sociologe Marion Van San werden bezorgd aan voormalig minister Byttebier en aan het departement van de minister.

Volgens dit krantenbericht werden de resultaten van deze studies door toenmalig minister Bytte-bier versluierd.

Kan de minister bevestigen dat de resultaten inder-daad zo kritisch waren voor de buurtvaderprojec-ten, als gesuggereerd in het betrokken artikel? Kan de minister een exemplaar bezorgen van de onderzoeken van Marie-Claire Foblets (KU Leu-ven) en van Patrick Hebberecht (UG)?

Antwoord

1. Afgaande op persberichten zouden de onder-zoeksresultaten bijzonder kritisch staan tegen-over de buurtvaderprojecten. Dat mediatisering van de onderzoeksgegevens niet automatisch bijdraagt tot het objectiveren en nuanceren van de resultaten, blijkt ook hier het geval te zijn. In een onderzoeksrapport dat meer dan 500 bladzijden telt, beslaan de buurtvaderprojecten amper drie bladzijden.

In het onderzoeksrapport van professor Hebber-echt wordt op blz. 136 stilgestaan bij de mening van vijf minderjarige respondenten van Marok-kaanse origine over het buurtvaderproject. Een eerste respondent denkt dat niet alle jongeren naar de buurtvaders zullen luisteren, omdat ze niet allemaal respect hebben voor ouderen, in tegenstelling tot een tweede respondent die denkt dat buurtvaders wel een effect zullen hebben wegens het respect voor de ouderen. Een derde respondent denkt dat jongeren de buurtvaders zullen uitlachen. Tot slot denken de overige twee respondenten dat de jongeren

slechts aan de oppervlakte en tijdelijk hiermee akkoord zouden gaan. Een van deze twee res-pondenten voegt hieraan toe wel een potentieel preventief effect te zien in het buurtvaderpro-ject: door de aanwezigheid van vaders op straat zou de sociale controle verhogen en zou de kans om feiten te plegen, verkleinen.

Op blz. 142 wordt ingegaan op de menin-gen van vijf meerderjarige respondenten van Marokkaanse origine over het buurtvaderject. Een eerste respondent denkt dat het pro-ject effect kan hebben op voorwaarde dat de betrokken vaders aanvaard worden door de jon-geren. Een tweede respondent beaamt deze opi-nie, maar voegt eraan toe dat er steeds jongeren zullen zijn die een grote mond opzetten tegen de vaders. Twee andere respondenten menen dat de jongere generatie geen respect meer heeft voor volwassenen en ouderen, waardoor de slaagkansen van het buurtvaderproject volgens hen beperkt zijn. Tot slot meent een vijfde res-pondent dat jongeren wel zullen luisteren als ze aangesproken worden op hun gedrag, maar dat ze in de eerste plaats begeleiding nodig hebben in de sfeer van de straat.

In het onderzoeksrapport van professor Foblets komen de buurtvaders in enkele paragrafen aan bod. Op blz. 156, 162 en 256 lezen we dat jongeren die nog geen delicten hebben gepleegd, positief staan t.o.v. buurtvaderpro-jecten. De informanten die wel delicten hebben gepleegd, geloven veel minder in de impact van buurtvaders ter bestrijding van jeugdde-linquentie. Zo stelt een respondent de vraag waarom jongeren wel zouden luisteren naar andermans ouders als ze al niet naar de eigen ouders luisteren. Deze jongeren twijfelen aan het gezag en aan de impact van deze vaders op het gedrag van de jongeren. Zij menen dat deze vaders hun gezag niet in de straatsfeer kunnen doen gelden. Tegelijkertijd voelen de jonge-ren van Marokkaanse origine zich gestigmati-seerd en belachelijk: door enkel Marokkaanse ouders bij het project te betrekken, worden zij opnieuw geviseerd als de "criminelen" van de buurt.

(2)

kritische opvattingen maar gaan in hun verder onderzoek niet in op de sterktes en zwaktes, mogelijkheden en beperkingen van buurtvader-projecten voor het voorkomen en bestrijden van jeugddelinquentie. Uit de beschrijving van de mening van enkele respondenten besluiten dat buurtvaderprojecten de toets der kritiek niet kunnen doorstaan, is bijgevolg een verre-gaande conclusie.

2. De twee onderzoeksrapporten werden als bijla-gen bij dit antwoord bezorgd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Waar bij de leeftijdsgroep ‘-25 jaar’ 3% van de werknemers in de hoogrisicoconditie van werktem- po en -hoeveelheid vertoeft, stijgt dat percentage naar 6% voor de leeftijdsgroep

“Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen” (Lukas 13:24). Nu is het merkwaardige aan dit alles dat, alhoewel

Deze passage is van het grootste belang voor ons onderwerp, eerstens omdat ze, met grote nauwkeu- righeid, de procedure stelt in connectie met de eerste opstanding; en tweedens omdat

in de goede richting kan zijn. In vergelijking met andere organisa- ties is de contributie voor de J.O. ook beslist laag te noemen. is van mening, dat door

Kinderen luisteren ook minder goed als ze weten dat u na één keer waarschuwen niet meteen ingrijpt.. Ze hebben geleerd dat er na een paar waarschuwingen pas

Terminale patiënten die vooraf honderd procent zeker moesten zijn dat de euthanasie zou doorgaan, want eenmaal ze naar het ziekenhuis kwamen, mochten ze niet meer terug naar

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’.. Misschien is u 't met mij oneens, maar ik vind, dat een schrijver zo goed als

Vooraleer dit concreet uit te werken, willen we naar jongeren en hun begeleiders luisteren en op die manier bouwen aan een pastoraal ‘met’ jongeren, eerder dan