• No results found

en zou een groot deel van de bedrijventerreinen aan het Albertkanaal watergebonden moeten zijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "en zou een groot deel van de bedrijventerreinen aan het Albertkanaal watergebonden moeten zijn"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 188 van 26 februari 1999

van de heer JOHAN MALCORPS

Watergebonden bedrijventerreinen – Albertkanaal Antwerpen

Volgens het concept van het Ruimtelijk Structuur- plan Vlaanderen (RSV) is het Albertkanaal een economisch netwerk.

Volgens het eerste ontwerp van provinciaal ruimte- lijk structuurplan Antwerpen wordt dit netwerk onderbroken door zogenaamde "corridors voor het systeem van de Grote Nete" en zou een groot deel van de bedrijventerreinen aan het Albertkanaal watergebonden moeten zijn.

Volgens het richtinggevend gedeelte van het RSV dan weer vinden we volgende definitie van water- gebonden bedrijventerreinen : "bedrijventerreinen voorbehouden aan watergebonden bedrijvigheid die de waterweg effectief als transportmodus of als proceswater voor grondstoffen en/of producten benut ; de bedrijven langs de kade moeten uitslui- tend worden voorbehouden voor bedrijven die de waterweg als transportmodus gebruiken" (blz.

449).

In de praktijk is dit echter niet zo evident als we het gebied bekijken tussen de parallelle infrastruc- turen Albertkanaal en autosnelweg E313.

Heel wat bedrijven stemmen hun vrachtvervoer veeleer af op de autostrade – zo lijkt het – dan op het als hoofdwaterweg geselecteerd kanaal, zo bijvoorbeeld op het bedrijventerrein Terstraeten in Ranst-Oelegem en de uitbreiding ervan. Er lijkt een verschuiving aan de gang van overslagbedrij- ven vanuit het Antwerpse havengebied naar deze zone, maar veeleer afgestemd op afvoer van vrach- ten via de E313 dan via het kanaal. Vooral betonfa- brieken zoeken nu hun toevlucht in deze zone.

De minister vice-president stimuleerde mee deze ontwikkeling door een nieuw bedrijventerrein goed te keuren (Kapelleveld 2) dat duidelijk enkel

"autostradegebonden" is, met alle gevolgen van dien wat de toename van vrachtwagenverkeer in de dorpskommen van Wommelgem, Ranst of Zandhoven betreft. Een ander gevolg is dan de roep om nieuwe ontsluitingswegen, waarvan kan worden gevreesd dat ze op termijn de verkeers- druk in de betrokken woonkernen alleen maar zul- len doen aanzwellen.

1. Kan de minister vice-president een overzicht geven van de bedrijven aan het Albertkanaal

die effectief als watergebonden worden be- schouwd, in de betekenis dat deze bedrijven de waterweg ook daadwerkelijk als transportmo- dus gebruiken (bijvoorbeeld voor de bedrijven- zone in Ranst, maar ook daarbuiten) ?

2. Hoeveel bedrijven gelegen langs het kanaal zijn daarentegen voor hun transport grotendeels toch afgestemd op autowegen (bijvoorbeeld de E313) ?

3. In welke mate wordt bij de inkleuring en ont- sluiting van bedrijventerreinen en de bouwver- gunningen voor nieuwe bedrijven hiermee ef- fectief rekening gehouden ? Of is de "waterge- bondenheid" enkel een vroom principe, dat in de praktijk niet hanteerbaar is ?

4. En wat met de bestaande bedrijven die klaar- blijkelijk niet watergebonden zijn ? Moeten zij niet in zekere zin als "zonevreemd" worden be- schouwd ? Hoe kan voor deze bedrijven op ter- mijn een oplossing worden gevonden ?

Antwoord

1. Als bijlage wordt een overzicht gegeven van de bedrijven, gerangschikt per gemeente, die langs het Albertkanaal zijn gevestigd en die het ka- naal daadwerkelijk voor de aan- en afvoer van hun grondstoffen of producten gebruiken.

In de tabel is aangegeven welke overslaghoe- veelheden (in ton) deze bedrijven in 1998 heb- ben gerealiseerd. Deze gegevens worden geregi- streerd door de Dienst voor de Scheepvaart, de Vlaamse openbare instelling die het Albertka- naal beheert. In totaal betreft het hier circa 11,6 miljoen ton goederen.

Naast deze bedrijven zijn er nog heel wat ande- re, die niet onmiddellijk naast het kanaal zijn gevestigd maar die toch via het gebruik van openbare kaaimuren goederenoverslag via de waterweg realiseren. In totaal gaat het hier nog eens om circa 1,2 miljoen ton goederen.

2. Het kan niet worden ontkend dat er zich langs het Albertkanaal in de loop der jaren ook heel wat bedrijven hebben gevestigd die nauwelijks of geen gebruikmaken van het kanaal.

De oorzaak hiervan is voornamelijk te zoeken in het feit dat er geen selectief vestigingsbeleid bestond dat ondergeschikte besturen (provin- cies, intercommunales, gemeenten) ertoe dwong enkel watergebonden bedrijven toe te laten op bedrijventerreinen langs kanalen.

(2)

Het RSV wil dit ondervangen door deze selecti- viteit wel (RSV, blz. 513) vast te leggen. Exacte gegevens over hoeveel bedrijven er op dit ogen- blik langs het Albertkanaal zijn gelegen die voor hun transport zijn afgestemd op de auto- wegen, kunnen op deze korte termijn niet wor- den verstrekt. In tegenstelling tot de waterwe- gen, waar per kaaimuur overslaggegevens be- schikbaar zijn, bestaan er voor de autowegen geen vervoergegevens per bedrijf. Het verkrij- gen van deze gegevens vergt een uitgebreide analyse van de goederenstroom van elk bedrijf.

Ik kan hier wel nog aan toevoegen dat meer en meer bedrijven die tot nu toe het Albertkanaal niet gebruikten, deze vervoersmodem ontdek- ken en toch gaan gebruiken. De enorme ont- wikkelingen inzake containervervoer via de bin- nenvaart, onder andere de containerterminal in Meerhout, zijn hieraan zeker niet vreemd.

3. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft het economisch netwerk van het Albertkanaal geselecteerd als economisch knooppunt op Vlaams niveau. Het Albertkanaal wordt hier- door beschouwd als zijnde van essentieel belang voor het aantrekken van nieuwe investeringen.

Om nieuwe investeerders aan te trekken, moet worden gezorgd voor een effectief en gediffe- rentieerd aanbod aan bedrijventerreinen.

Het RSV stelt dat het de taak is van het Vlaams Gewest om de regionale bedrijventerreinen in de gemeenten die behoren tot het economisch netwerk van het Albertkanaal af te bakenen.

Op dit ogenblik werkt mijn administratie samen met de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij- en (GOM) van Antwerpen en Limburg en de Dienst voor de Scheepvaart aan de invulling hiervan, die op haar beurt moet leiden tot voor- stellen van gewestplanwijzigingen.

In ieder geval is het de bedoeling zowel voor de nog vrijliggende als voor de nieuwe bedrijven- terreinen langs het Albertkanaal het principe van de selectiviteit toe te passen, dit wil zeggen dat op deze terreinen enkel watergebonden be- drijven zich mogen vestigen. Het invoeren van aparte bestemmingsvoorschriften voor kadege- bonden terreinen wordt in dit verband overwo- gen.

4. Het is zeker niet mijn bedoeling om alle geves- tigde niet-watergebonden bedrijven als zone- vreemde bedrijven te gaan beschouwen. Vele van deze bedrijven hebben zich langs het kanaal kunnen en mogen vestigen op een ogenblik dat er nog geen manifest mobiliteitsprobleem en,

zoals al eerder aangegeven, nog geen specifiek vestigingsbeleid bestond.

Wel is het mijn bedoeling om deze bedrijven ertoe aan te zetten het gebruik van de waterweg als transportmodem in overweging te willen nemen, en te doen onderzoeken welke goede- rentransporten eventueel naar de waterweg kunnen worden overgeheveld.

Op dit vlak werden overigens al verschillende resultaten geboekt, onder andere door de inge- bruikname van de containerterminal in Meer- hout. Medio 1999 zal ook in Genk een binnen- vaartcontainerterminal operationeel worden, zodat ook in deze regio nieuwe opportuniteiten voor de binnenvaart zullen ontstaan.

(Bovenvermelde bijlage liggen ter inzage bij het Al- gemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement, dienst Schriftelijke Vragen – red.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kolom één geeft de variabelen die in het model getest werden, kolom twee geeft aan of er wel (random effect ja) of geen (random effect nee) rekening gehouden werd met een

Wanneer men probeert om bij kleine fluctuaties in te grijpen, (door bijvoorbeeld bij een iets te lage waarde te proberen de waarde van het proces te verhogen) dan zal het middel

Het is precies dit soort van spreken, de- ze invulling van wat opvoeden is of kan zijn, die niet meer ter sprake gebracht wordt omdat opvoe- den voor ons vandaag een heel

Dat wijst er op dat er daar een klein aantal dieren door het open veld vliegt, maar het is geen route waar een aanzienlijk deel van de vleermuizen van de mergelgroeven

Om stroomopwaartse vismigratie door het gemaal mogelijk te maken kan een speciale constructie gebouwd worden, waarbij vissen via een gravitair lozingskanaal naar het Groot Schijn

Het verwachte aantal dode of beschadigde vissen is dus voor elk type pomp gelijk aan het totaal aantal gedode of beschadigde vissen (berekend over alle pompen) gedeeld

De eigen bijdrage is niet bedoeld als een extra straf, maar de betrokkene zal het wel zo ervaren 'De vervuiler betaalt.' Dat is het motto van twee wetsvoorstellen die beogen

Door echter, gedurende een Jaar, IntenSief en con· tlnu te bemonsteren op het Albertkanaal en de Kolenhaven (Figuur I )(vooral biJ de filters aan de koelwaterinlaat van