Met celstraf zou kous voor gedetineerde af moeten zijn
Betalen voor detentie
opiniePogingen om de kosten van vervolging en detentie op daders te verhalen, zijn tot mislukken gedoemd.
Sonja Meijer is docent straf(proces)recht VU Amsterdam, Wouter de Zanger is als promovendus werkzaam bij het Willem Pompe Instituut voor strafrechtwetenschappen van de Universiteit Utrecht, Jacques Claessen is docent straf(proces)recht aan Maastricht University, Pauline Jacobs is docent straf(proces)recht aan de Universiteit Utrecht, Jannemieke Ouwerkerk is docent
straf(proces)recht aan Tilburg University. Allen zijn verbonden aan Stichting Mens en Strafrecht.
3 juli 2015, 02:00
De eigen bijdrage is niet bedoeld als een extra straf, maar de betrokkene zal het wel zo ervaren 'De vervuiler betaalt.' Dat is het motto van twee wetsvoorstellen die beogen te bewerkstelligen dat de dader van een strafbaar feit meebetaalt aan de kosten van het strafproces, slachtofferzorg en aan een deel van de kosten van zijn detentie. De Tweede Kamer heeft inmiddels, met een meerderheid van VVD, PvdA en PVV, voor de wetsvoorstellen gestemd. Hiermee is de kous - wellicht - nog niet af. De Eerste Kamer zal namelijk op 7 juli beide voorstellen in behandeling nemen.
Wat gebeurt er als deze wetsvoorstellen worden aangenomen? Wie wordt veroordeeld voor diefstal, gaat dan 1.380 euro betalen aan zijn strafproces. Wie wordt veroordeeld wegens zware mishandeling, betaalt meer, want zwaardere misdrijven worden door drie rechters berecht: 2.760 euro. Wordt de dief of mishandelaar veroordeeld tot een gevangenisstraf, dan komt daar nog een extra geldbedrag bij: 16 euro per dag voor de ondergane detentie. Nu zit de helft van de
gedetineerden korter dan een maand in de gevangenis en zij betalen daarmee een nog te overzien bedrag tot 500 euro. Met een maximum van twee jaar kan deze bijdrage evenwel oplopen tot ruim 11.000 euro.
De eigen bijdrage is niet bedoeld als een extra straf, maar de betrokkene zal het wel zo ervaren.
Zo bezien, zal élke opgelegde straf of maatregel worden verzwaard door deze eigen bijdragen.
Het klinkt logisch. Wie de wet overtreedt en daardoor kosten veroorzaakt, moet zelf voor die kosten opdraaien. Het is dan ook het idee van eigen verantwoordelijkheid dat aan de
wetsvoorstellen ten grondslag ligt. Daarnaast speelt mee dat deze twee voorstellen maar liefst 65 respectievelijk 16 miljoen per jaar aan inkomsten voor de staatskas moeten gaan opleveren.
Onlogisch
Bekend is dat schulden het risico op recidive doen toenemen
Hoe logisch de voorstellen ook mogen lijken, dat zijn zij niet. Laten we niet vergeten dat de meeste gevangenisbewoners 'have nots' zijn: laaggeschoold en veelal werkloos. Bijna driekwart van hen heeft schulden. Een derde heeft bij aanvang van de detentie een bijstandsuitkering. Hoe gaan zij in vredesnaam de bijdrage aan strafproces, slachtofferzorg en detentie betalen? Het voorstel is dat het innen van de kosten al tijdens de detentie aanvangt. Inkomsten uit arbeid worden onderbroken en eventuele uitkeringen worden (anders velen denken) tijdens de detentie stopgezet.
Nu kan een gedetineerde in de gevangenis wel betaalde arbeid verrichten, maar het uurloon (zo'n 76 eurocent per uur) plus de gemaakte uren per week (doorgaans 20 uur) staan in geen
verhouding tot de hoogte van de verplichte eigen bijdragen. Door deze extra bijdragen zullen de schulden verder oplopen. In de praktijk is de kans groot dat een ontstane schuldenlast niet enkel de veroordeelde zal treffen, maar ook zijn omgeving, waaronder eventuele partner en kinderen.
Bekend is dat schulden het risico op recidive doen toenemen. Het wetsvoorstel kan derhalve leiden tot meer recidive, meer slachtoffers en daarmee tot een toename van de maatschappelijk onveiligheid.
Toename van criminaliteit
Daarnaast is het twijfelachtig of de voorstellen het beoogde bedrag aan opbrengsten zullen genereren. In het merendeel van de gevallen zal de inning problematisch zijn: van een kale kip valt namelijk niet te plukken. Uiteindelijk zal dit leiden tot een groter beroep van ex-
gedetineerden op de bijstand en meer beroepsprocedures tegen het innen van de eigen bijdragen.
De maatschappelijke en financiële kosten hiervan en een toename van de criminaliteit zullen de voorgespiegelde opbrengsten tenietdoen.
Beide voorstellen zijn een sterk voorbeeld van symboolpolitiek die niet tot de gewenste financiële opbrengsten of vermindering van criminaliteit zal leiden. De betrokkenen (en hun omgeving) worden wel sterk geraakt door deze extra betalingsverplichtingen. Het gaat daarbij om een reeds sociaal-economisch zwak deel van de samenleving. Om een dader mee te laten betalen aan zijn eigen proces en opsluiting, zonder hem daarbij (zoals in andere landen) een redelijk salaris te laten verdienen om dat te bekostigen, is wat ons betreft een cynische 'oplossing' voor de hoge kosten van rechtspraak en detentie. Een gedegen strafrechtssysteem heeft nu eenmaal hoge kosten, die de samenleving moet dragen. De dader betaalt namelijk al door de taakstraf, de geldboete of, in het ultieme geval, met zijn vrijheid. Hopelijk denkt de Eerste Kamer daar ook zo over.
Sonja Meijer is docent straf(proces)recht VU Amsterdam, Wouter de Zanger is als promovendus werkzaam bij het Willem Pompe Instituut voor strafrechtwetenschappen van de Universiteit Utrecht, Jacques Claessen is docent straf(proces)recht aan Maastricht University, Pauline Jacobs is docent
straf(proces)recht aan de Universiteit Utrecht, Jannemieke Ouwerkerk is docent straf(proces)recht aan Tilburg University. Allen zijn verbonden aan Stichting Mens en Strafrecht.