• No results found

Zaaknummer 1114/klacht Dutch Farm Veterinary Pharmaceuticals BV tegen Dopharma International BV I Inleiding 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zaaknummer 1114/klacht Dutch Farm Veterinary Pharmaceuticals BV tegen Dopharma International BV I Inleiding 1"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaaknummer 1114/klacht Dutch Farm Veterinary Pharmaceuticals BV tegen Dopharma International BV

I Inleiding

1. Op 13 oktober 1998 ontving de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) een aanvraag om toepassing van artikel 56 juncto artikel 24 Mededingingswet (hierna: Mw) van Dutch Farm Veterinary Pharmaceuticals BV met betrekking tot, volgens klager, misbruik van een economische machtspositie door Dopharma International BV bestaande uit de weigering het diergeneesmiddel Levamisol Oraal te leveren en de doorhaling/niet-verlenging van de registratie van dit diergeneesmiddel.

II Betrokken partijen A. Klager

2. Dutch Farm Veterinary Pharmaceuticals BV, gevestigd te Barneveld (hierna: Dutch Farm), houdt zich bezig met de productie van en groothandel in diergeneesmiddelen en verzorgingsmiddelen en groothandel in

bestrijdingsmiddelen.

B. Beklaagde

3. Dopharma International BV, gevestigd te Raamsdonkveer (hierna:

Dopharma), produceert en verhandelt diergeneesmiddelen. Zij maakt

onderdeel uit van een groep waartoe verder behoren Dopharma Holding BV (de moedermaatschappij) en Dopharma Research BV (de zustermaatschappij).

III Verloop van de procedure

A. Onderhavig verzoek om toepassing van artikel 56 juncto artikel 24 Mw

4. Bij brief d.d. 12 oktober 1998 heeft Dutch Farm een aanvraag om toepassing van artikel 56 Mw, daarin begrepen een verzoek om vaststelling van overtreding van artikel 24 Mw, ingediend (hierna: verzoek ten gronde).

5. Bij brieven d.d. 28 oktober en 10 november 1998 is aan Dutch Farm verzocht om gemotiveerde opgaaf van volgens haar in het verzoek voorkomende vertrouwelijke gegevens. Bij brieven d.d. 3 november en 12

(2)

november 1998 heeft Dutch Farm de opgaaf verschaft.

6. Bij brief d.d. 7 januari 1999 is medegedeeld dat Dutch Farm uiterlijk 8 maanden na de ontvangstdatum (13 oktober 1998) van het verzoek nader bericht over de uitkomst van het onderzoek ontvangt. Op 19 april 1999 heeft de NMa Dutch Farm gevraagd om aanvulling van het verzoek met de stukken uit na te noemen kort geding. Dutch Farm heeft bij brief d.d. 15 juni 1999 de stukken uit het kort geding aan de NMa verstrekt, en tegelijkertijd, zoals hierna wordt aangegeven, een verzoek om toepassing van artikel 83 Mw ingediend.

7. Op 10 augustus 1999 heeft de NMa schriftelijk aan Dutch Farm

medegedeeld dat het onderzoek nog niet was afgerond en dat zij na uiterlijk 6 maanden bericht over de uitkomst van het onderzoek zal ontvangen. Tevens is medegedeeld dat een deskundige zal worden geraadpleegd.

8. Met het oog op de afbakening van de relevante productmarkt is bij brief d.d.

20 augustus 1999 een deskundige in bedrijfsdiergeneeskunde geraadpleegd over het diergeneesmiddel Levamisol Oraal en andere diergeneesmiddelen met dezelfde indicatie (therapeutische werking). Op 18 oktober 1999 is diens informatie ontvangen, waarna op 10 november 1999 telefonisch nog om een korte toelichting is gevraagd. Tenslotte zijn bij brief d.d. 15 november 1999 de gestelde vragen en verkregen informatie aan Dutch Farm voor commentaar voorgelegd. Dutch Farm heeft hierop gereageerd bij brieven d.d. 23 december 1999 en 22 februari 2000.

9. Bij brief d.d. 10 januari 2000 heeft een groothandelaar in

diergeneesmiddelen op verzoek van de NMa de aankoopprijzen per kilogram lichaamsgewicht verstrekt van Levamisol Oraal en van andere door de deskundige opgegeven diergeneesmiddelen. Dutch Farm is hierop in voornoemde brief d.d. 22 februari 2000 ingegaan.

10. De NMa heeft voorts bij brieven d.d. 28 en 29 maart 2000 een zestal producenten in diergeneesmiddelen, waaronder Dopharma, gevraagd naar omzetgegevens inzake Levamisol Oraal en andere diergeneesmiddelen met dezelfde indicatie bij varkens. Ook telefonisch heeft de NMa nog informatie ingewonnen. Dutch Farm heeft bij brief d.d. 8 juni 2000 hierop gereageerd, in het vervolg waarop de NMa tenslotte navraag heeft gedaan bij de deskundige.

B. Verzoek om toepassing van artikel 83 Mw

11. In het vervolg op het verzoek d.d. 15 juni 1999 (ontvangen 16 juni 1999) om toepassing van artikel 83 Mw is Dutch Farm uitgenodigd voor een bespreking ten kantore van de NMa. Op 2 juli 1999 vond de bespreking plaats. De zaakbehandelaars hebben de stand van zaken uiteengezet en hun voorlopige mening gegeven ten aanzien van het verzoek om toepassing van artikel 56 juncto artikel 24 Mw en ten aanzien van het artikel 83-verzoek.

Dutch Farm heeft hierop reageerd en nadere informatie aangevoerd.

12. Bij besluit d.d. 3 augustus 1999 heeft de d-g NMa het verzoek om

toepassing van artikel 83 Mw afgewezen. Een afschrift van het besluit is op 10 augustus 1999 aan (de raadsman van) Dopharma gezonden. Dutch Farm heeft op 13 september 1999 schriftelijk laten weten geen bezwaar te zullen aantekenen tegen dit besluit.

(3)

C. Kort geding tussen partijen

13. Voorafgaand aan het verzoek om het opleggen van een voorlopige last onder dwangsom doet Dutch Farm op 3 mei 1999 aan Dopharma, en de andere twee tot de groep behorende vennootschappen, een dagvaarding uitbrengen om in kort geding te verschijnen op 10 mei 1999 voor de President van de Arrondissementsrechtbank te Breda. Dutch Farm verzoekt de

President om Dopharma - kort gezegd - , onder verbeurte van een dwangsom, te bevelen tot aflevering van bestelde en nog te bestellen Levamisol Oraal.

14. Bij vonnis d.d. 21 mei 1999 wijst de President in kort geding de gevraagde voorzieningen af. Door Dutch Farm is binnen de wettelijke termijn geen hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.

IV Feitelijke achtergrond A. Het geschil tussen partijen

15. Tussen partijen bestaat een civiel geschil over de beindiging/niet-

verlenging van de registratie[1] van Levamisol Oraal en over de beindiging en omvang van de rechten van Dutch Farm ten aanzien van dit diergeneesmiddel.

16. Op 17 december 1997 verleent Hak Pharma BV, onder verwijzing naar de overeenkomst d.d. 10 maart 1995 met Havee Company BV[2], aan Dutch Farm het recht op een afgeleide registratie van genoemd diergeneesmiddel.

Dutch Farm zal Levamisol Oraal onder de naam Levoral met Reg NL 8956 (afgeleid van Reg NL 7935) op de markt brengen.

Hak Pharma BV bezat de registratie van Levamisol Oraal, Reg NL 7935, onder verwijzing naar de moederregistratie Reg NL 1243. De moederregistratie was in handen van R & W Bio Research te Oosterhout[3].

17. Middels haar brief d.d. 26 januari 1998 beindigt Hak Pharma BV, vanwege overdracht van alle aandelen in haar onderneming aan een derde, de

overeenkomsten met Dutch Farm inzake de afgeleide registratie (Reg NL 8956) en verwijst zij Dutch Farm naar Dopharma. Dutch Farm neemt vervolgens contact op met Dopharma.

18. Dopharma bevestigt, na onderling overleg, bij brief van 3 maart 1998 aan Dutch Farm de afspraak dat zij aan Dutch Farm een verkooprecht zal

verstrekken voor onder meer Leva 8% Oraal (= Levamisol Oraal). In april 1998 heeft Dopharma op bestelling 1000 liter Levoral aan Dutch Farm geleverd.

19. Eind juli 1998 echter weigert Dopharma een tweede bestelling te leveren [4]. Bij brief d.d. 6 augustus 1998 deelt Dopharma aan Dutch Farm onder meer mede dat om registratie-technische redenen de afgeleide registratie Reg NL 8956 van Dutch Farm zal worden doorgehaald en (citaat):

De besprekingen met Dopharma over de distributie van Levamisol Oraal hebben niet geleid tot de totstandkoming van een overeenkomst met Dutch Farm. Ergo, er is geen overeenkomst.

20. Op 10 september 1998 schrijft (de raadsman van) Dopharma aan (de raadsman van) Dutch Farm verder nog dat als er al sprake was van een

(4)

overeenkomst, zij deze opzegt. Ook na een schriftelijk verzoek d.d. 8 april 1999 van (de raadsman van) Dutch Farm aan (de raadsman van) Dopharma strekkende tot levering blijft deze achterwege.

21. In de Staatscourant van 10 maart en van 15 april 1999 is de doorhaling van Reg NL 7935 (Hak Pharma BV) respectievelijk Reg NL 8956 (Dutch Farm) gepubliceerd.

22. Volgens Dutch Farm maakt Dopharma inbreuk op artikel 24 Mw door Dutch Farm te weigeren Levamisol Oraal te leveren en door opzettelijk de registratie van Levamisol Oraal, Reg NL 7935 door te halen/niet te verlengen teneinde Dutch Farm te benadelen.

B. Levamisol Oraal en andere diergeneesmiddelen

23. Levamisol Oraal is een diergeneesmiddel voor de behandeling tegen volwassen en onvolwassen stadia van maagdarmnematoden en longwormen bij varkens en runderen[5]. Het wordt toegediend via het drinkwater. Er zijn meerdere Levamisol-producten verkrijgbaar met verschillende

toedieningswijzen en er zijn meerdere diergeneesmiddelen voor dezelfde behandeling met een andere werkzame stof dan de stof Levamisol- hydrochloride[6]. Deze hebben andere registratiehouders, bijvoorbeeld Kerkvliet, Janssen-Cilag, MSD, Hoechst, Merial, Sectolin en Bayer.

24. De NMa heeft een deskundige in bedrijfsdiergeneeskunde, de heer Prof.

Dr. A. Pijpers, vragen gesteld over Levamisol Oraal en al of niet aanwezige diergeneesmiddelen met dezelfde indicatie voor gebruik bij varkens.

25. De deskundige heeft een overzicht uit het Geneesmiddelen Registratie Systeem Apotheek verstrekt met daarin 15 diergeneesmiddelen, waaronder Levamisol Oraal, met Levamisol- hydrochloride als werkzame stof en 20 diergeneesmiddelen met fenbendazole, flubendazole, febantel en ivermectine als werkzame stoffen. Ook hier weer komen verschillende registratiehouders zoals Vetimex, Janssen-Cilag, Merial, Sectolin, Hoechst en Bayer voor.

26. De toedieningswijzen van de op het overzicht van de deskundige voorkomende diergeneesmiddelen verschillen: a) korrels, pellets, poeder, brok, voormengsels (worden over/met het voer verstrekt), b) injectie, c) drench (is een orale vloeistof) en d) een oplossing die door het drinkwater kan worden toegediend.

27. Met betrekking tot het werkingsspectrum kunnen in beginsel alle alternatieven ingezet worden ter vervanging van Levamisol Oraal.

Resistentiegegevens over de Nederlandse situatie zijn, voorzover de

deskundige weet, de laatste jaren niet gepubliceerd. Resistentie wordt voor de genoemde indicatie bij varkens dan ook niet als een probleem ervaren.

28. Op de vraag welke van de opgegeven diergeneesmiddelen minder of geheel ongeschikt zijn ter vervanging van Levamisol Oraal antwoordt de deskundige dat geen van de opgegeven diergeneesmiddelen dat zijn. Aparte aandacht schenkt de deskundige aan de toedieningswijze: Massamedicatie (grote aantallen dieren) is mogelijk middels medicatie door voer en middels medicatie door drinkwater. Uitsluitend om redenen van logistieke aard (voedervoorraden) n in het geval van een acute parasitaire infectie biedt laatstbedoelde toedieningswijze een voordeel (onmiddellijke toediening) boven

(5)

medicatie door voer. Een acute parasitaire infectie doet zich in Nederland echter zelden voor, besluit de deskundige. Dit laatste is bevestigd door de heer Braamskamp, hoofd afdeling Varkensgezondheidszorg van de Gezondheidsdienst voor Dieren te Deventer.

29. In het algemeen vertonen varkens met een parasitaire infectie geen klinische ziekteverschijnselen, zoals koorts, uitslag en verminderde eetlust.

De varkens die last hebben van wormen eten en drinken gewoon door. Een eventueel effect op de eetlust maakt de voermengsels niet onbruikbaar, terwijl bovendien niet vaststaat dat er niet ook een verminderde behoefte aan drinken ontstaat[7].

30. In de praktijk blijkt dat verschillende diergeneesmiddelen bij de

behandeling van grote aantallen varkens tegen parasitaire infecties worden toegepast. In sommige gevallen kiest men niet voor Levamisol Oraal omdat dit de smaak van het drinkwater zou benvloeden of niet (goed) werkt tegen de onvolwassen stadia van spoelwormen. Toepasbaarheid van Levamisol Oraal hangt ook af van de aanwezigheid van een geschikt drinkwater-

/doseersysteem in het bedrijf van de veehouder.

31. Ambtshalve heeft de NMa onderzoek gedaan naar de omzetgegevens en de aankoopprijzen van Levamisol Oraal en andere diergeneesmiddelen met dezelfde indicatie bij varkens. Uit de van zes producenten, waaronder Dopharma, verkregen omzetcijfers volgt dat het aandeel van Dopharma in de verkoop van de desbetreffende diergeneesmiddelen aan de groothandel gering is. De aankoopprijzen per kilogram lichaamsgewicht van Levamisol Oraal en de andere diergeneesmiddelen, met uitzondering van de per injectie toe te dienen middelen, blijken uit de opgaaf van de groothandelaar duizendsten van guldens te bedragen.

V Argumenten van verzoekster

32. In de aanvraag om toepassing van de mededingingswet geeft Dutch Farm aan dat onder meer vanwege de combinatie van de diersoorten (varkens n runderen) waarvoor het geneesmiddel kan worden gebruikt en de

toedieningsvorm geen met Levamisol Oraal vergelijkbaar geregistreerd diergeneesmiddel voorhanden is. Volgens Dutch Farm vormt Levamisol Oraal een aparte productmarkt en is, bijgevolg, de relevante productmarkt[8]. Dutch Farm concludeert dat Dopharma, als gevolg van haar uitsluitende rechten op het gebied van de productie van en groothandel in Levamisol Oraal, een economische machtspositie heeft.

33. Tijdens haar pleidooi in het kort geding heeft Dutch Farm haar stelling voor een tot Levamisol Oraal te beperken productmarkt nader uitgewerkt door te wijzen op het belang van de toedieningsvorm (oraal, middels oplossing in drinkwater). De argumenten zijn, kort gezegd, dat: a) bij oplossing in het drinkwater de opname in het lichaam van de opgeloste actieve/werkzame stof optimaal is, b) injecteren geen alternatief is omdat, hiervoor (doorgaans) een dierenarts nodig is[9].

34. In haar reactie op het deskundigenbericht voert Dutch Farm aan dat het enkele feit dat toediening van medicamenten via drinkwater als voordeel heeft dat het ogenblikkelijk uitgevoerd kan worden, tot de conclusie noopt dat er

(6)

voor Levamisol Oraal geen alternatieven voorhanden zijn. Voorts brengt Dutch Farm naar voren dat zieke varkens niet of nauwelijks eten en in dat geval via het voer toegediende medicamenten dus niet opnemen[10].

35. Dutch Farm brengt, zonder nadere onderbouwing, in haar brief d.d. 22 februari 2000 overigens nog naar voren dat Levamisol Oraal belangrijk lager in prijs is dan andere producten. Bij de bepaling van de substitueerbaarheid van door middel van injectie toe te dienen diergeneesmiddelen voor Levamisol Oraal voerde Dutch Farm, met het oog op het artikel 83-besluit, eerder aan dat vanwege de aanmerkelijk hogere prijs per behandeling een injectievloeistof geen alternatief vormt[11].

36. Het misbruik bestaat, volgens Dutch Farm, uit leveringsweigering en uit doorhaling/niet-verlenging van de registratie van Levamisol Oraal. Wat dit laatste betreft, voert Dutch Farm in kort geding, onder verwijzing naar de beschikking van de Europese Commissie inzake Decca Navigator System [12], aan dat Dopharma met opzet op een andere registratie is overgestapt teneinde Dutch Farm uit de markt te werken. Dutch Farm heeft noch appel ingesteld tegen het vonnis van de President, die opzet niet aanwezig achtte, noch haar stellingen dienaangaande in de procedure voor de NMa nader onderbouwd.

VI Beoordeling

37. Artikel 24, eerste lid, Mw luidt:

Het is ondernemingen verboden misbruik te maken van een economische machtspositie.

38. Dutch Farm stelt dat Levamisol Oraal een op zichzelf staande productmarkt is en daardoor Dopharma, als registratiehouder van dit diergeneesmiddel, een economische machtspositie inneemt op die productmarkt.

39. Allereerst dient vastgesteld te worden of Dopharma een economische machtspositie heeft, welke positie haar de mogelijkheid geeft zich in

belangrijke mate onafhankelijk van haar concurrenten, haar leveranciers, of de eindgebruikers te gedragen (artikel 1, sub i, Mw).

40. Gesteld dat Dopharma als registratiehouder van Levamisol Oraal gelijk te stellen is met een houder van een intellectueel eigendomsrecht, dan valt hierover op te merken dat de enkele hoedanigheid van houder van een intellectueel eigendomsrecht op zichzelf niet het bestaan van zo een positie impliceert[13]. Er moeten andere factoren zijn die het Dopharma mogelijk maken de daadwerkelijke mededinging op de relevante markt te beperken.

41. Ten aanzien van de stelling van Dutch Farm dat Levamisol Oraal een op zichzelf staande markt is, valt het volgende op te merken. De relevante productmarkt bestaat in casu uit Levamisol Oraal en alle producten die Levamisol Oraal kunnen vervangen. Onderzocht moet derhalve worden of andere en, in voorkomend geval, welke andere producten tot dezelfde markt behoren en die vanwege hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd door de gebruiker als onderling substitueerbaar worden beschouwd[14].

(7)

42. Uit de beschikkingenpraktijk van de Commissie volgt dat

diergeneesmiddelen kunnen worden onderverdeeld in antimicrobile stoffen (antibiotica die in de vorm van injecties, zalven, druppels etc. worden

toegediend), parasiticiden (middelen ter bestrijding van parasieten) en overige producten[15].

43. Levamisol Oraal valt in de productcategorie parasiticiden, die verder kan worden onderverdeeld in middelen ter bestrijding van uitwendige parasieten (bijvoorbeeld vlooien en teken) en middelen ter bestrijding van inwendige parasieten (bijvoorbeeld maagdarm- nematoden en longwormen)[16].

44. Voor een nadere bepaling van de al of niet onderlinge verwisselbaarheid voor de gebruiker, dierhouder, kunnen indicatie, doeldier, toedieningswijze en prijs als mogelijk onderscheidende factoren gebruikt worden. Wat betreft de werkzame stof in het diergeneesmiddel zij kort het volgende opgemerkt. Zoals al is aangegeven (voetnoot 2) dienen diergeneesmiddelen geregistreerd te worden. Na registratie kunnen zij op de productmarkt concurreren en substitueerbaar worden. Zonder deze registratie zijn werkzame stoffen in beginsel niet onderling substitueerbaar[17].

45. Dutch Farm voert aan dat Levamisol Oraal een productmarkt op zichzelf is en Dopharma op deze markt een machtspositie inneemt. Vanwege een aantal kenmerken is Levamisol Oraal uniek en niet vervangbaar door andere

diergeneesmiddelen, volgens Dutch Farm.

46. De gebruiksmogelijkheid van Levamisol Oraal voor de opgegeven combinatie van doeldieren (varkens n runderen) vormt geen onderscheidend criterium. Het wijst slechts op de aanwezigheid van Levamisol Oraal op twee markten, namelijk die voor het gebruik bij varkens en die voor het gebruik bij runderen[18]. Voorts is de stelling dat injecteren geen alternatief vormt omdat daarvoor (doorgaans) een dierenarts nodig is, niet correct. Er zijn

diergeneesmiddelen voor de behandeling van maagdarmnematoden en longwormen die door de veehouder zelf mogen en kunnen worden genjecteerd. Het voorgaande is reeds vastgesteld in het besluit d.d. 3

augustus 1999 op het verzoek om toepassing van artikel 83 Mw[19]. Evenmin vormt de prijs een onderscheidend criterium. Van aanzienlijke prijsverschillen, behalve ten opzichte van de per injectie toe te dienen diergeneesmiddelen, kan niet worden gesproken. De lagere prijs van Levamisol Oraal kan wellicht een voorkeur voor gebruikers opleveren, evenals overigens een indicatie voor kwaliteits- en toepassingsgebreken. Wat hier ook van zij, de lagere prijs maakt het product niet tot een op zichzelf staande markt. Deze onderdelen vormen derhalve geen basis voor een tot Levamisol Oraal te beperken productmarkt.

47. Voor de behandeling van maagdarmnematoden en longwormen bij runderen bestaan alternatieve geneesmiddelen. Dit is bevestigd door Dutch Farm[20]. Uitsluitend dient derhalve nog onderzocht te worden of de

toedieningswijze van Levamisol Oraal bij varkens een onderscheidende factor vormt.

48. Voor wat betreft het enig overgebleven factor die Levamisol Oraal, volgens Dutch Farm, zou kunnen onderscheiden van andere diergeneesmiddelen met dezelfde indicatie, de toedieningswijze, (oraal, middels oplossing in

drinkwater) heeft nader onderzoek, door middel van raadpleging van een deskundige, plaatsgevonden.

(8)

49. De deskundige bericht onder meer dat er andere preparaten (drench, korrels etc.) zijn waarnaar kan worden uitgeweken in het geval van individuele (of kleine aantallen dieren) medicatie.

50. De deskundige vervolgt dat voor grote aantallen dieren, zgn.

massamedicatie, ook kan worden uitgeweken naar medicamenten die vermengd door het voer worden toegediend (voormengsels). Het voordeel van oplossing in drinkwater (lees: Levamisol Oraal) boven menging door het voer bestaat eruit dat eerstbedoelde toedieningswijze direct kan worden

uitgevoerd, terwijl men bij voermedicatie afhankelijk is van de voorraden (soms is er nog voor een tiental dagen voorradig). Dit logistieke voordeel zou alleen van belang zijn bij de onder de huidige Nederlandse omstandigheden zich zelden voordoende situatie van een acute infectie. Desgevraagd licht de deskundige toe dat de opnamesnelheid in het lichaam van het dier geen grond is waardoor toediening door drinkwater zich ten gunste van toediening door voeder onderscheidt. Het gaat, volgens de deskundige, om een tijdsverschil van slechts een paar uur. Dit vormt geen punt van afweging bij de keus voor het gebruik van al de hier bedoelde middelen. In haar reactie op het

deskundigenbericht gaat Dutch Farm aan dit alles voorbij.

51. De stelling van Dutch Farm dat varkens bij een parasitaire infectie niet of nauwelijks eten en derhalve via het voer toegediende medicamenten niet opnemen, dient te worden verworpen. Diergeneesmiddelen tegen parasitaire infecties bij varkens, die via het voer worden toegediend, worden in de praktijk verhandeld en toegepast. Daarenboven is de NMa er van verschillende kanten op gewezen dat varkens die last hebben van wormen, in het algemeen, geen verminderde eetlust, vertonen. Zij eten en drinken gewoon door. Evenmin zondert de geraadpleegde deskundige deze diergeneesmiddelen om deze reden uit. Integendeel zonder voorbehoud dienaangaande geeft de deskundige aan dat bij medicatie van grote aantallen varkens ter vervanging van Levamisol Oraal kan worden uitgeweken naar medicatie door voer[21].

52. De uitkomst van het deskundigenonderzoek noopt tot de conclusie dat er andere diergeneesmiddelen voor de behandeling van dezelfde aandoening bij varkens bestaan die geschikt en beschikbaar zijn als alternatief voor

Levamisol Oraal.

53. Er zou alleen tot een economische machtspositie van Dopharma gekomen kunnen worden, wanneer, zoals Dutch Farm aanvoert, er een tot Levamisol Oraal beperkte productmarkt zou bestaan. Dit blijkt niet het geval te zijn.

54. Vast staat verder dat de relevante productmarkt uit een aanzienlijk aantal onderling substitueerbare diergeneesmiddelen bestaat en op deze

productmarkt diverse producenten en/of registratiehouders, met een beperkte positie van Dopharma, actief zijn. Op de aldus afgebakende relevante

productmarkt kan dan ook niet van een economische machtspositie aan de zijde van Dopharma worden gesproken.

55. Aangezien van een economische machtspositie geen sprake is, komt de vraag of misbruik in de zin van artikel 24 Mw is gepleegd niet meer aan de orde.

(9)

VII Conclusie

56. Gezien het bovenstaande overtreedt Dopharma door het weigeren het diergeneesmiddel Levamisol Oraal te leveren en de doorhaling/niet-verlenging van de registratie van dit diergeneesmiddel de Mededingingswet niet.

Besluit

57. Gelet op het voorgaande is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit van oordeel dat de klacht van Dutch Farm moet worden afgewezen.

Datum: 27 juni 2000

w.g. A.W. Kist

Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de directeur-generaal van de

Nederlandse mededingingsautoriteit, Sectie Beschikkingen, Bezwaar en Beroep, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

---

[1] De Diergeneesmiddelenwet (Wet van 27 juni 1985, Stb. 410, houdende regelen met betrekking tot diergeneesmiddelen) vereist dat

diergeneesmiddelen worden geregistreerd bij het Bureau Registratie Diergeneesmiddelen.

[2] Op 1 juni 1996 heeft Dutch Farm door middel van een management buy- out de activa en passiva van Havee Company BV overgenomen.

[3] Definitief geregistreerde diergeneesmiddelen zijn herkenbaar aan het Reg NL-nummer. De eerste registratie wordt ook wel aangeduid met de term moederregistratie. Daarnaast kan er sprake zijn van verwijzingsregistraties en van afgeleide registraties.

[4] Dopharma beroept zich op de contractsvrijheid en haar distributiebeleid.

[5] Bij brief d.d. 22 februari 2000, NMa-kenmerk 1114/41, heeft Dutch Farm aangegeven dat nagenoeg uitsluitend de behandeling van spoelwormen (maagdarmnematoden) van belang is, nu longwormen in Nederland niet (meer) voorkomen.

[6] Zie twee lijsten bij pleitnotitie d.d. 10 mei 1999 van mr C.J.M. Veth,

(10)

raadsman van Dutch Farm, bijlage bij brief d.d. 15 juni 1999, NMa-kenmerk 1114/8.

[7] Mededelingen van de heren Heese en Braamskamp; zie telefoonnotitie NMa-kenmerk 1114/55, alsmede de deskundige; zie faxbericht d.d. 20 juni 2000, NMa-kenmerk 1114/58.

[8] Aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56 van de Mw, punt 5.2.12 t/m punt 5.2.14 (bijlage bij brief d.d. 12 oktober 1998, NMa- kenmerk 1114/1).

[9] Pleitaantekeningen d.d. 10 mei 1999 van Dutch Farm, bij de President van de Arrondissementsrechtbank te Breda in zaak Dutch Farm Veterinary Pharmaceuticals B.V. tegen Dopharma Research B.V., Dopharma

International B.V. en Dopharma Holding B.V., punten 24 en 25 (bijlage bij brief van 15 juni 1999, NMa-kenmerk 1114/8).

[10] In dit verband verwijst Dutch Farm naar Wormen en wormziekten bij mens en huisdier; P.G. Janssens, J. Vercruyse en J. Jansen (redactie), Samson Stafleu, Alphen a/d Rijn/Brussel 1989.

[11] Punt 3 in de brief d.d. 29 juli 1999, NMa-kenmerk 1114/13, herhaald in punt 4 in de brief d.d. 22 februari 2000, NMa-kenmerk 1114/41.

[12] Beschikking d.d. 21 december 1988 in zaak IV/30.979 en 31.394, Decca Navigator System, Pb nr L043 van 15/12/89.

[13] Zie bijvoorbeeld Hof van Justitie, 6 april 1995, RTE en ITP/Commissie, gevoegde zaken C-241/91 P en C-242/91 P, Jur. 1995, blz. 822, ro. 46.

[14] Zie Bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de

relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht, Pb. 1997, C 372, p. 5, punt 7.

[15] Zie beschikking van de Commissie van 17 juli 1996 in zaak IV/M 737, Ciba-Geigy/ Sandoz, Pb L 201 van 29/07/97, ov. 184. Zie ook de beschikking van de Commissie van 22 november 1999 in zaak IV/M 1681, Akzo

Nobel/Hoechst Roussel Vet, n.n.g., ov. 13, met een verfijndere, doch hier niet benodigde, onderverdeling.

[16] Zie de beschikking van de Commissie in Ciba-Geigy/Sandoz, reeds aangehaald, ov. 186 + 187.

[17] Zie de Commissie-beschikking in Ciba-Ceigy/Sandoz, reeds aangehaald, ov. 194.

[18] Zie wederom de de beschikking van de Commissie in Ciba-

Geigy/Sandoz, reeds aangehaald, ov. 185. Bovendien is Levamisol Oraal niet geschikt voor koeien (de grootste groep runderen) vanwege het afbraakproces in drie voormagen.

[19] Zie in het bijzonder punt 40 uit genoemd besluit.

[20] Punt 2 in de faxbrief d.d. 6 juli 1999, NMa-kenmerk 1114/10, van (de

(11)

raadsman van) Dutch Farm aan de NMa.

[21] Zie eerdervermeld faxbericht d.d. 20 juni 2000, NMa-kenmerk 1114/58 aan de deskundige.

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

B) Voorts verzoekt Shakie’s om ex artikel 83, lid 1, Mw te bepalen dat Servex en NS Stations gedurende twee jaar geen vruchtenshakes mogen verkopen op stations waarop Shakie’s

Dat Superunie de betreffende kortingen niet meer heeft gekregen bij het afsluiten van haar betreffende contract met Interpay in 1998, brengt, gezien het feit dat in die periode

Shakie’s heeft op 14 maart 2002 de prijzen van snacks en drankproducten die door Servex worden verkocht op de stations Utrecht Centraal en Amsterdam Centraal vergeleken met de

De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) heeft onderzoek verricht naar overtreding(-en) van artikel 6 Mededingingswet (hierna: Mw) en

De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) heeft onderzoek verricht naar overtreding(-en) van artikel 6 Mededingingswet (hierna: Mw) en

Op 12 april 2001 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) een klacht ontvangen van de Stichting Regionale Instelling

dat het feit dat een entiteit een overheidsinstelling is, niet uitsluit dat zij gekwalificeerd kan worden als onderneming in de zin van de Mededingingswet. De d-g NMa heeft in zaak

DutchBird stelt dat de door haar geïdentificeerde KLM Group, inclusief Northwest Airlines, 92,2% van alle slots op Schiphol heeft toegewezen gekregen en dat wat betreft