Notitie Landelijk Overleg Peuterspeelzalen (LOP) over kansen en bedreigingen voor peuterspeelzaalwerk naar aanleiding van regeerakkoord.
De MOgroep heeft een korte vragenlijst uitgezet onder haar leden met het verzoek aan te geven welke kansen en bedreigingen men ziet als gevolg van de harmonisatie zoals het kabinet dit
opgenomen in haar regeerakkoord. Hieronder zijn de reacties verwerkt In bijlagen) en samengevat (in kaders).
1. Aantal deelnemers: 13 (bijlage 1)
2. Welke kansen zijn er als de plannen van het kabinet inzake harmonisatie worden uitgevoerd ? (bijlage 2):
Er kunnen integrale kind centrum ontstaan, waarin een doorgaande lijn kan worden
gerealiseerd, zowel horizontaal (dag arrangement)als verticaal (pedagogische voorziening 2- 12 jaar)
Een eenduidige financiering zorgt voor een duurzaam beleid en continuïteit van beleid en uitvoering ervan
Er kan een breed jeugdbeleid worden gerealiseerd als Peuterspeelzaalwerk, kinderopvang , onderwijs en welzijn onder gemeentelijke regie worden gebracht
De commerciële marktwerking van kinderopvang kan worden teruggedrongen ,waardoor meer aandacht kan worden gerealiseerd voor kleine kernen en zwakkere wijken. Dit neemt niet weg dat er wel bedrijfsmatig gewerkt kan worden.
3. Welke bedreigingen liggen er op de loer als deze harmonisatie wordt doorgezet, in de zin dat financiering van peuterspeelzalen onder de wet kinderopvang wordt gebracht ? (bijlage 3)
Als peuterspeelzaalwerk ansich wordt overgezet naar kinderopvang, als arbeidsmarkt instrument, wordt het te duur voor ouders. Kostprijs van psz ligt hoger dan ko.
Als peuterspeelzaalwerk overgezet wordt naar kinderopvang, zal gemeente haar regierol verliezen, omdat zij geen financiële relatie meer heeft en als zij iets wil doen met
kinderopvang, dan met alle kinderopvangaanbieders moet handelen (mededingingsrecht).
Opgebouwd VVE netwerk met betrokken partners kan dan verloren gaan.
Als peuterspeelzaalwerk an sich wordt overgezet naar kinderopvang, zal pedagogische werkwijze onder druk komen te staan, dagdelen worden ingewisseld voor uren (uurtje factuurtje ), verticale groepen ipv horizontale groepen.
Als peuterspeelzaalwerk an sich wordt overgezet naar kinderopvang, wat gebeurt er met opgebouwde expertise van VVE en relatie met andere partners, als zorg en welzijn ? Door commerciële werkwijze van kinderopvangaanbieders worden achterstandswijken minder interessant en zullen kinderen en ouders, die het juist nodig hebben afhaken Risico van centrale financiering is dat lokaal maatwerk minder mogelijk is, relatie met gemeenten moet wel in beeld blijven, wegens breed jeugdbeleid
Welke pedagogisch klimaat gaat er heersen ? peuterspeelzaalwerkl bewijst goede
ontwikkelingskansen voor kinderen te creëren, maar loopt het risico ten onder te gaan zoals destijds het kleuteronderwijs ook ten onder is gegaan door de dominantie van het primair onderwijs.
Voor G4 organisaties zijn andere financieringsbronnen voor peuterspeelzalen/voorscholen
gerealiseerd, deze moet je niet onder wet kinderopvang en financiering brengen.
4. Welk ideaalbeeld is er als het gaat om opvang en educatie voor jonge kinderen (bijlage 4)?
Laten we vooral eerst een gezamenlijke visie ontwikkelen op het jonge kind en investeer vervolgens in dat jonge kind, vanwege het rendement later.
Realiseer een ontwikkelingsgerichte basisvoorziening voor kinderen van 2 tot 12 jaar, waarin winst niet centraal staat, maar maatschappelijke betrokkenheid en duurzaamheid.
Kinderopvang moet vooral een pedagogische verantwoordelijkheid dragen
Zorg voor pedagogische voorziening, dicht in de buurt van ouder en kinderen, betrek daarbij kleine kernen beleid onder gemeentelijke regie.
Maatwerk onder gemeentelijk regie ,samen met partners als onderwijs en welzijn moet mogelijk blijven.
Bijlage 1
: naam, functie en naam van de organisatie
1)Ghislaine Fonteijn-Driessen, directeur/bestuurder St. Peuterspeelzalen Venray en Kinderwereld Venray
2)directeur Peuterspeelzalen Venray ( 11 locaties psz) en
directeur KinderWereld Venray (KO, 3 locaties waarin 1 met VVE KO 2-4 jarige en 1 met PSZ onder de wet ko is gevestigd.)
3)Hannie van ‘t Veer Peuter & Co in Rotterdam 4)Jolanda Rikers
directeur/bestuurder Kinder Opvang Kerkrade directeur stichting Peuterwerk Landgraaf
5)Directeur organisatie voor Kinderdiensten: GOB, TSO, VSO, NSO, KDV, PSW (Skar-Groep)
6)STEPS, STEdelijke Peuterspeelzaal Stichting in Maastricht en mijn naam is Adje Syrier-Notten, directeur.
7)Peter Elferink, directeur/bestuurder Welstede te Ede.
8)C.J.M. Groen, directeur van de Stichting Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk Culemborg (SKPC 9)Kinderstad peuterspeelzaalwerk, Geert de Wit, Lid raad van Bestuur
10)Marian Kemper, directeur bestuurder van Koppel in Welzijn en Kinderopvang 11)Rudie peeters, manager, Bobo kindercentra
12)Agnes den Hollander, coördinator Stichting Kinderopvang Zijpe.
13)Sabine Pflüger-Pengel. Ik ben eindverantwoordelijk manager van Stichting Peuterspeelzalen Steenwijkerland.
Welke diensten biedt uw organisatie aan?
Chislaine
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: ja
- Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja in KinderWereld koopt de gemeente peuterspeelzaalplaatsen in voor ouders die niet voldoen aan de wet Kinderopvang en in de omgeving van deze psz wonen.
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: /nee
- Peuteropvang onder een kinderopvangorganisatie volgens de wet Kinderopvang met toeslagen: ja; en de gemeente koopt dus plaatsen in voor ouders die niet voldoen aan de wet KO
- Anders namelijk:
directeur Peuterspeelzalen Venray (11 locaties psz) en directeur KinderWereld Venray (KO, 3 locaties waarin 1 met VVE KO 2-4 jarige en 1 met PSZ onder de wet ko is gevestigd.)
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: nee
- Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: nee
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja
- Peuteropvang onder een kinderopvangorganisatie volgens de wet Kinderopvang met toeslagen: nee
- Anders namelijk:
In Kerkrade:
- Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja
In Landgraaf:
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: ja
Vraag 2: Welke diensten biedt uw organisatie aan?
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: ja/nee
- Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja/nee JA
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja/nee
- Peuteropvang onder een kinderopvangorganisatie volgens de wet Kinderopvang met toeslagen: ja/nee
- Anders namelijk: Tevens verschillende combinaties met eigen geïntegreerde vormen PSW/KDV en samenwerkingsvormen KDV met eigenstandige PSW organisaties
Vraag 2: Welke diensten biedt uw organisatie aan?
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: JA
- Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: Nee
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: Nee
- Peuteropvang onder een kinderopvangorganisatie volgens de wet Kinderopvang met toeslagen: Nee
- Anders namelijk:
Vraag 2: Welke diensten biedt uw organisatie aan?
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja.
- Naast PSZ bieden wij ook dagopvang en BSO aan, Dat is in een separate onderneming onder Welstede ondergebracht.
Vraag 2: Welke diensten biedt uw organisatie aan?
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: ja/nee
X Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja/nee
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja/nee
X Peuteropvang onder een kinderopvangorganisatie volgens de wet Kinderopvang met toeslagen: ja/nee
- Anders namelijk:
5 peuterspeelzalen, waarvan 3 psz in combinatie met VVE
2 psz in combinatie met HDO (wel kov-toeslag en andere openingstijden; PSZ reguliere openingstijden en ouderbijdrage vlgs gemeentelijke subsidieregeling)
Vraag 2: Welke diensten biedt uw organisatie aan?
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: nee
- Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: nee
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja, wel bezig met harmonisatie; personeel onder cao kov in 2013
- Peuteropvang onder een kinderopvangorganisatie volgens de wet Kinderopvang met toeslagen: ja
Vraag 2: Welke diensten biedt uw organisatie aan?
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: nee
- Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: nee
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: nee
- Peuteropvang onder een kinderopvangorganisatie volgens de wet Kinderopvang met toeslagen: ja (maar de kinderopvangorganisatie valt weer onder een welzijnskoepel) Bobo kindercentra is een samenwerkingsverband tussen welzijn en kinderopvang. Bobo opereert als een zelfstandige stichting onder de wet kinderopvang. De peuterspeelzalen zijn gefiscaliseerd en er wordt gewerkt met peuterprogramma’s binnen de kinderopvang maar er bestaan nog tevens kleine locaties (in kleine kernen) waar nog op de traditionele manier wordt gewerkt. (2 of 3
dagdelen geopend van 08.30uur tot 12.00uur) Dit gebeurd dan wel onder de wet kinderopvang.
Omdat we samenwerken met verschillende gemeentes zijn de subsidie stromen ook per gemeente verschillend. Zo krijgen we in de ene gemeente een vast bedrag (jaarlijks) en krijgen we in de andere gemeente alleen maar subsidie voor opleiding en een aanvulling voor de 1 verdieners.
Vraag 2: Welke diensten biedt uw organisatie aan?
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: ja/nee
- Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja/nee
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: ja/nee
- Peuteropvang onder een kinderopvangorganisatie volgens de wet Kinderopvang met toeslagen: ja/nee
- Anders namelijk: PeuterspeelZaalorganisatie met 2 BSO’s en gemeentelijke subsidie voor de peuterspeelZalen.
Vraag 2: Welke diensten biedt uw organisatie aan?
- Zelfstandige Peuterspeelzaalorganisatie met gemeentelijke subsidie: ja
- Peuterspeelzalen onder een kinderopvangorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: nee
- Peuterspeelzalen onder een welzijnsorganisatie met eigenstandige peuterspeelzaal locaties en gemeentelijke financiering: nee
- Peuteropvang onder een kinderopvangorganisatie volgens de wet Kinderopvang met toeslagen: nee
- Anders namelijk:
Bijlage 2
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
- Doorgroeien naar een breder aanbod in een kindcentrum als er voldoende ruimte is in de locatie waar de psz is gevestigd en als er voldoende vraag is naar kinderopvang.
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Betere integratie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk door het bundelen van geldstromen. Het ontwikkelen van arrangementen voor jonge kinderen samen met andere partners als kinderopvang en welzijn.
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
geen
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Het is al jaren een bijzonder grote drempel voor verdergaande samenwerking en integratie van voorschoolse voorzieningen dat het PSW een andere financieringsvorm kent dan KDV: het is dus noodzakelijk voor de toekomst van een goed voorschools aanbod dat de financiering PSW onder de Wet KO komt. Het moeten voldoen van het PSW aan de kwaliteitseisen van de Wet KO was een goede eerste stap, maar een eenduidige financiering is essentieel. Daarmee worden gelijke voorwaarden geschapen voor de toekomst om vanuit eenduidigheid een verdere verbetering van het aanbod van voorschoolse voorzieningen.
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Voor kinderen absoluut meer kansen en dus ook voor ouders, IKC’s hebben de toekomst.
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
De kansen en daarmee verbetering zit hem in de doorgaande lijn en dagarrangementen. Het gaat dan met name over vloeiende overgang van het een naar het ander, zonder gedoe voor kinderen en ouders. Dit gaat alleen als diverse partijen elkaar als gelijkwaardig zien, uitgaande van de verschillende ontwikkelstadia van kinderen.
De pedagogisch medewerkers brengen de kennis over de ontwikkelingsstimulering van kinderen van 2-4 jaar in, welke wezenlijk anders is dan bij kinderen vanaf 4 jaar.
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Er is inmiddels een grote wachtlijst voor peuterspeelzaalwerk (o.m.door verminderde bezetting KDV’s i.v.m. de kosten; psz is goedkoper door de reguliere ouderbijdrage. Voor VVEplaatsen wordt relatief lage ouderbijdrage berekend (vier dagdelen).
Door met eenzelfde eenduidige systematiek van kinderopvangtoeslag/ ouderbijdragen te werken worden de voorschoolse voorzieningen beter bereikbaar.
Een centrale wachtlijst psz werk in een gemeente bevordert een betere benutting van beschikbare plaatsen.
Door één landelijke regeling wordt psz werk minder afhankelijk van gemeentelijke subsidies/ ofwel de willekeur bij bezuinigingen.
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Integratie is in principe een goede zaak, mits de pedagogische randvoorwaarden gewaarborgd zijn (zie bedreigingen)
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Ik kan niet goed de kansen overzien. Wat zijn de consequenties van het onderbrengen van het psz- werk onder de kov?
Eenduidige financiering zou een kans kunnen zijn. Dus harmonisatie.
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Het peuterspeelzaal kan alleen maar gehandhaafd worden als er een samenwerking ontstaat met onderwijs, welzijn en kinderopvang. Zeker in de kleine kernen is dit van cruciaal belang. De gemeente moet als partner gezien worden en moet nadrukkelijk bij het beleid betrokken worden.
De regierol door de gemeente moet opgepakt worden als het niet gebeurd vanuit de organisaties.
We moeten ophouden elkaar als concurrent te zien en we moeten de commerciële marktwerking uit het vak kinderopvang en peuterspeelzaalwerk halen. Wel moet de organisatie zakelijk (en
commercieel) aangestuurd worden…..als de doelstelling niet winst maken is alleen dan hebben peuterspeelzalen maar ook kinderdagverblijven met name in de kleine kernen toekomst. Gebeurd dit niet dan zullen deze voorzieningen gaan verdwijnen in de kleine kernen (krimpgebieden) en hebben we straks deze voorzieningen alleen nog maar in stedelijke gebieden of de grotere kernen.
We maken de kleine kernen aantrekkelijk als we de kindvoorzieningen op een acceptabel peil houden. Gezinnen gaan zich niet vestigen in kernen waar geen basisvoorzieningen zijn. Helaas is kinderopvang nog geen basisvoorziening maar dit is wel de richting die wij als organisatie als stip op de horizon zetten.
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Het in stand houden van de peuterspeelZalen, met name in de kleine kernen en het verder uitbouwen van de plannen om te komen tot IKC’s samen met onze (school)besturen.
Vraag 3: Welke kansen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
- De samenwerking met kinderdagverblijven kan versterkt worden.
- Er kunnen combigroepen uit kdv-kinderen en psz-kinderen gevormd worden.
- Het peuterspeelzaalwerk kan zich vooral door continue aanbod van ontwikkelingsstimulering met de specialisatie VVE profileren.
Bijlage 3
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
- Psz wordt als ko behandeld: hierdoor worden huren in scholen verhoogd, terwijl ze nu de ruimte kunnen gebruiken tegen de vergoeding die de scholen ook betalen voor de ruimte - Prijs psz is onaantrekkelijk waardoor ouders dit niet meer af gaan nemen: ouders krijgen
max € 6,46 vergoed terwijl een uur psz eigenlijk minstens € 7,70 moet kosten. Ouder betaalt per uur dus al ruim € 1,30 en dan nog de eigen bijdrage. Vraag je minder voor het psz dan hol je eigen organisatie uit
- Feitelijk mag de gemeente psz onder ko niet (bij) financieren omdat dit oneerlijke concurrentie is. Of ze moet dit bij alle ko organisaties doen.
- Regie door gemeente verdwijnt; kinderopvang behandelt psz als product en niet als educatieve meerwaarde: daar waar KO psz heeft overgenomen en gemeente minder/geen invloed heeft zie je psz verdwijnen
- Psz in kleine locaties is niet rendabel te krijgen, ook niet met hoge uurprijzen\
- Bijdrage aan leefbaarheid wordt anders als KO hier verantwoordelijk voor wordt.
- VVE kennis verdwijnt: veelal wordt VVE breed uitgerold in Psz, minder in ko
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
De financiële stromen binnen de G4 zijn een apart verhaal. Rotterdam heeft daarbinnen nog eens een aparte positie met de groepen nul binnen de VVE. Het nieuwe regeerakkoord kan een
bedreiging van deze ontwikkeling.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Het zal de prijs verder opdrijven en het dan niet meer als alternatief dienen op de reguliere opvang.
Ook kan de continuïteit niet worden gewaarborgd.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Hét peuterspeelszaalwerk als zodanig bestaat niet: het aanbod en de kwaliteit van het PSW is in Nederland heel divers en van zeer wisselende kwaliteit. Het is nodig dat ook daarin gelijke voorwaarden worden geschapen voor kínderen en hun ouders, welke ook extern getoetst worden (zoals nu onder kwaliteitseisen conform Wet KO) op kwaliteit etc. Van belang is dat, waar er sprake is van een doorgaande ontwikkellijn, deze te borgen. Het samengaan van KDV en PSW zou als een kans gezien mogen worden voor de toekomst en voor een toekomstig beter aanbod voor kinderen én hun ouders.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Het feit dat dat de diverse werksoorten die geacht worden nauw samen te gaan werken een totaal verschillende financieringsstroom kennen. Wanneer dit niet wordt gestroomlijnd is de bedreiging wel heel groot om het plan te laten mislukken.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
De grootste bedreiging is welk pedagogisch primaat gaat heersen. Kinderen in de PSZ-leeftijd ontwikkelen zich anders dan op een schoolse manier. Studies wijzen uit, dat op deze leeftijd via schoolse ontwikkeling juist taalachterstand vergroot wordt i.p.v. verkleind.
Belangrijk is dus de kennis over de ontwikkelingsstimulering bij kinderen vanaf 2 jaar te bewaren.
Bij het samengaan van kleuterscholen en lagere scholen is veel kennis over het kleuteronderwijs verloren gegaan. Laten we niet opnieuw dezelfde fout maken.
Zonder gelijkwaardigheid van partijen is ook dit tot mislukken gedoemd.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
We moeten ervoor waken dat landelijk en gemeentelijk beleid voor psz-werk niet alleen gaat over de achterstandsituaties of VVE.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
1. De huidige wet KO (met zijn uurtje factuurtje-principe) doet geen recht aan het
peuterspeelzaalwerk (zeker in de VVE-zalen) waar gewerkt wordt met vaste dagdelen en vaste kindgroepen. Voorwaarde voor integratie zou moeten zijn dat ook in de kinderopvang weer gewerkt gaat worden met een dagdeelsystematiek en dat het niet meer gezien wordt als louter een arbeidsmarktinstrument waar de belangen van ouders en werkgevers (meer
flexibiliteit/prijs) het uitgangspunt zijn ipv de belangen van kinderen (rust ruimte regelmaat) 2. De ouderbijdrage in Tilburg is lager dan de bijdrage die men zou moeten betalen op basis van
de wet kinderopvang. Het zou dus voor de ouders veel duurder worden.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Betekent geen decentralisatie (beweging die we op dit moment zien bij awbz, jeugdzorg en participatiewet), maar centralisatie.
Lokaal maatwerk wordt losgelaten. Kan de gemeente nog zelf bepalen hoeveel men in wil zetten op psz-werk? En hoe zit het met VVE, hoe wordt dit gekoppeld? Soms is psz-werk volledig
wegbezuinigd, of zijn er alleen VVE locaties (dus segregatie). Kan per gemeente nog gekozen worden. Dus bedreiging: centrale overheid beslist, lokaal maatwerk ontbreekt.
Het peuterspeelzaalwerk verdwijnt in de toekomst. Psz-werk voor 2-4 jarigen is qua inhoud echt anders dan Kinderdagopvang (0-4 jarigen)
Als peuteropvang (wij hebben bv op alle locaties een combinatie van po en psz-werk)hiervoor in de plaats komt, hoe zit het dan met financiering van ouders die niet werken of waarvan beide niet werken?
Kinderen in achterstandsituaties maken geen gebruik meer van voorschoolse voorzieningen door stopzetting van bijdragen van overheid voor peuterspeelzalen.
Toename van concurrentie.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
Kinderopvang sluit massaal locaties (Alkmaar, Den Helder) en ontslaat
ped.medewerkers. Hierdoor is er voor veel kinderen geen plaats meer. Kinderopvang wil eventueel grote peuterspeelZalen overnemen, kleine niet. PeuterspeelZaalwerk bestaat al meer dan 40 jaar en heeft al meerdere generaties opgevoed, tot volle tevredenheid van alle partijen.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
De grootste bedreiging ontstaat als organisaties ervoor kiezen niet de samenwerking op te zoeken maar als zelfstandige organisatie verder te willen gaan. Het traditionele organisatiemodel is niet meer levensvatbaar voor de toekomst.
Vraag 4: welke bedreigingen ziet u voor het peuterspeelzaalwerk als de plannen van het kabinet hierover worden uitgevoerd?
- Het regeerakkoord blijft vaag.
- Er is niet naar de situatie van kleine kernen gekeken.
- Regie van de gemeente is afhankelijk van de goede wil van kdv-ondernemers.
Bijlage 4
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
- Ontwikkelingsgerichte basis voorzieningen waar veel aandacht is/ blijft voor de preventieve, curatieve functie
- Soortgelijke status als onderwijs of eraan gekoppeld als dit betekent dat het voortbestaan is gewaarborgd.
- Aandacht voor de sterk maatschappelijke functie die deze voorzieningen (kunnen) hebben
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
Kinderopvang bestaat uit peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en andere vormen van opvang. Het liefst in één gebouw en anders dichtbij elkaar. Zij werken samen en zorgen ervoor dat kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen en ouders de juiste vorm van (betaalbare) opvang krijgen.
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
Mijn ideaalbeeld is dat kinderen tot 6 jaar in een speelleeromgeving verblijven met daarbinnen keuzevrijheid voor ouders: kiezen ze voor een peuterspeelzaal, kinderopvang, gastouder of informele opvang.
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
Gelijke voorwaarden voor huidige voorschoolse voorzieningen met een zelfde financiering voor voorschoolse voorzieningen, zodat daardoor ontstane verschillen voor kinderen van werkende en van niet-werkende ouders wordt opgeheven; dat zou een grote bijdrage leveren aan het voorkomen van verdergaande segregatie en het kunnen bouwen aan geíntegreerde voorschoolse
voorzieningen. Vervolgens kan dan gebouwd worden aan een goede doorgaande ontwikkellijn van jonge kinderen naar en met het basisonderwijs (vanuit de inhoud!)
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
Voor ieder kind vanaf 2 jaar 4 dagdelen VVE aanbod realiseren.
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
Alle kinderen worden gestimuleerd in hun brede ontwikkeling door volwassenen, die op de leeftijd toegeruste kennis en vaardigheden bezitten. Kinderen krijgen de kans om van en met elkaar te leren en te spelen in een veilige en rijke speelleeromgeving. De doorgaande lijn in pedagogische en didactische zin is gewaarborgd voor activiteiten die kennisgerelateerd zijn, maar ook in activiteiten die gericht zijn op spel en ontspanning. Ouders en professionals zijn partners in het begeleiden, stimuleren en opvoeden van kinderen. Uit ieder kind wordt gehaald wat erin zit. Plezier en welbevinden van de kinderen zijn leidraad in het gehele proces.
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
Een gemengde groep kinderen in psz of kdv bevordert in de latere schoolloopbaan de integratie. Wij werken met gemengde groepen: 8 kindpl regulier en 8 kindpl VVE op een dagdeel. Reguliere kinderen nemen twee dagd af en VVE vier dagdelen.
Het zou mooi zijn als in of dichtbij elke basisschool een kindercentrum is en het onderscheid in peuterspeelzaalwerk en kinderdagverblijf verdwijnt. Kinderen hebben recht op enkele dagdelen (peuter)opvang. Daarbij moet niet het wel of niet werken van de ouders het criterium zijn, maar de ontwikkeling en opvoedingsomgeving van het kind.
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
Integrale voorzieningen voor kinderen van 0 tot 4 waar -in nauwe samenwerking met het onderwijs- gewerkt wordt vanuit een pedagogisch verantwoord dagritme.
Ontwikkeling van kinderen moet weer -ook in de kinderopvang- voorop komen staan.
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
Integrale kindcentra (IKC) met dagarrangementen voor de 0- tot 12-jarigen met ruime
openingstijden, waarin onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang, naast sport, cultuur, centra voor jeugd en gezin, jeugdzorg en welzijn belangrijke partners zijn. Met deze IKC's een ideaal
klimaat realiseren waar onderwijs, welzijn en kinderopvang de noodzakelijke pedagogische infrastructuur kunnen realiseren. Geef ieder kind vanaf 2 tot 12 jaar het recht op 3 dagen kinderopvang om een doorgaande ontwikkelingslijn voor alle kinderen mogelijk te maken (dus financiering hiervoor). Daarbij wordt een maximaal aanbod gedaan voor talentontwikkeling en het voorkomen van (taal)achterstanden.
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
Voor mij is het ideaalbeeld als de kinderopvang en dus ook de peuterspeelzaal een maatschappelijke voorziening is (basisvoorziening). De organisatie is een stichting zonder winstoogmerk en elke euro die wordt verdiend gaat regelrecht terug naar de organisatie. (en dus het kind)
Op deze wijze kun je samen met de gemeente, onderwijs, welzijn beleid maken wat ervoor zorgt dat je ook in de kleine kernen deze voorzieningen overeind houd.
Simpel uitgelegd: je hebt kernen waar je iets overhoud en je hebt kernen waar je tekort komt…..In een commerciële setting streef je naar rendement en dus ga je uiteindelijk alleen nog maar voor de rendabele kernen. Krimpgebieden gaan dan nog meer krimpen want geen enkele commerciële partij investeert in kernen waar maar heel weinig ouders wonen! (en dus Baby’s worden geboren) Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en
ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
IKC’s waarbij school en peuterspeel
Zalen samen verantwoordelijk Zijn voor 2 tot 12 jarigen.
Vraag 5: Als U een ideaalbeeld voor ogen heeft voor een vorm van opvang en ontwikkeling van jonge kinderen, hoe ziet deze er dan uit?
VVE voor alle peuters. Kdv- en psz-peuters zitten per kern voor ontwikkelingsstimulering samen in een groep onder leiding van vaste leidsters en gaan na de groep terug naar de opvang of naar huis.
De leidsters van deze groep zijn verantwoordelijk voor het signaleren en terugdringen van ontwikkelingsachterstand in samenwerking met pedagogische medewerkers uit de opvang en de ouders. Zij bekommeren zich ook over de doorgaande lijn naar de basisschool.
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
- VISIE VISIE VISIE van de overheid op deze voorzieningen!!!
- Psz en ko onder regie van overheid houden/ brengen om te zorgen dat dit een basisvoorziening is/ blijft.
- Zorgen dat ouders financieel niet voelen dat ze betalen voor voorziening als ko. Iedere burger in Nederland heeft er baat bij als we onze kinderen fatsoenlijk toerusten, niet alleen de ouders met kinderen. Nu voelt het of twee werkende ouders worden afgestraft terwijl het normaal zou moeten zijn dat ook vrouwen substantieel bijdragen op de arbeidsmarkt.
Ouders zoeken zelf oplossingen: gastouders die niet hoeven voldoen aan allerlei strenge eisen die wel voor KO worden gesteld, zoals bijv. 4 ogen toezicht
- Zorgen dat er oog is voor deze voorzieningen in het kader van leefbaarheid
- Zorgen dat wet en regelgeving niet alleen wordt gebaseerd op kennis uit het eigen netwerk (is vaak vooral randstad waar de problematiek van de ontgroening/ vergrijzing veel minder speelt, waar veel meer vraag is naar ko, waar tot voor kort wachtlijsten waren in ko etc) Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Ernaar streven samen het ideaalbeeld te ontwikkelen, maar ook streven naar duurzaamheid. Geen beleid dat elke 4 jaar wisselt!
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Laten we kind weer kind zijn. de cognitieve mn taalontwikkeling in het huidige onderwijssysteem levert teveel kinderen van dezelfde soort en speelt te weinig in op behoeftes van jongetjes. Onze sector moet zich separaat manifesteren en geen onderdeel worden van een onderwijsamolog. Il pleit voor onderwijs vanaf 6 jaar.
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Focus op het proces van harmonisatie van voorschoolse voorzieningen is belangrijk om dit ook te laten lukken: dit is al een heel grote verandering in Nederland. Als men ook direct het
basisonderwijs betrekt om ook daar nu al afspraken mee te maken, wordt het te complex om ook hierop resultaten te bereiken. Zie de harmonisatie van de voorschoolse voorzieningen als een 1e fase in een verdergaande ontwikkeling naar kindcentra etc, en ga vervolgens pas verder met het basisonderwijs in een volgende fase.
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Investeer in het jonge kind, dat ben je gewoonweg verplicht aan de volgende generatie.
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Zorg dat het aanbod afgestemd blijft op de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. De behoefte van het kind en de mogelijkheden blijven uitgangspunt. Zorg dat de voorziening toegankelijk is voor alle kinderen en dat het pedagogisch klimaat en het niveau van het aanbod gewaarborgd is.
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Eenduidige regelgeving en financiering is belangrijk. OP korte termijn ervoor zorgen dat organisatie armslag krijgen om dit vorm te geven:
NU is bij ons de situatie als volgt:
De gemeenteraad Culemborg is van mening dat tweeverdieners geen gebruik meer mogen maken van het reguliere psz werk.
Als ouders kiezen voor informele kinderopvang (omdat zij de kosten te hoog vinden of kov niet meer kunnen betalen) komt hun kind door bovengenoemde maatregel niet in aanmerking voor een plaats in een peuterspeelzaal. Dat kind komt pas in beeld als het vier jaar is.
Door de groeiende wachtlijst voor psz werk (bezuinigingen zijn al doorgevoerd) maken steeds meer kinderen tot hun vierde jaar helemaal geen gebruik van de voorschoolse voorzieningen, met alle gevolgen van dien.
Harmonisatie kov en psz nu echt een impuls geven. Gebruik maken van elkaars expertise.
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Wat een bedreiging is voor het peuterspeelzaalwerk zou omgekeerd een kans kunnen zijn voor de kinderopvang. We moeten de integratiediscussie aangrijpen om ook in de kinderopvang weer meer aandacht te vragen voor de pedagogische context.
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Succes.
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Als je wilt overleven zul je moeten samen werken in een coöperatieve vorm. Er zal maatwerk geleverd moeten worden per kern, wijk of gebied en dit kan alleen maar als je hier gezamenlijk in optrekt. Samenwerking met onderwijs, gemeente en welzijn is dan van cruciaal belang!
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
Behoud het peuterspeelZaalwerk, de organisaties laten al jarenlang Zien dat Zij tegen een lage prijs met nauwelijks overhead, grote kwaliteit kunnen bieden. In het belang van alle kinderen en ouders moeten de peuterspeelZalen blijven bestaan. Voor veel ouders is de peuterspeelZaal van cruciaal belang, vooral in dorpen waar nieuwe bewoners vooral met elkaar in contact komen op de
peuterspeelZalen. PeuterspeeZalen l ooit opgericht door bevlogen vrijwilligers die een veilige, leerZame en liefdevolle plek wilden voor hun eigen en andere kinderen. ZONDER WINSTOOGMERK!
Vraag 6; wat wilt u de deelnemers aan het overleg nog meegeven als het gaat om die toekomst van voorzieningen voor jonge kinderen in Nederland?
De ontwikkeling van jonge kinderen mag niet lijden onder de druk van ondernemerschap die zo efficiënt mogelijk het personeel moeten inzetten. VVE is niet mogelijk in verticale kdv-gropen.
