• No results found

Peuterspeelzalen: financiering strijdpunt Asscher

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Peuterspeelzalen: financiering strijdpunt Asscher"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

pagina 1 van 4

Aan: Minister L. Asscher van SZW en Staatssecretaris S. Dekker van OCW Leden van de Vaste Commissie SZW

Datum

Utrecht, 24 maart 2014 Onderwerp

Harmonisatie Peuterspeelzalen en Kinderopvang

Geachte heer Asscher en Dekker, geachte leden,

De MOgroep heeft samen met de PO-raad, de branchevereniging Kinderopvang en de VNG in 2013 een visie vastgesteld waarin wij 9 gezamenlijke uitgangspunten hebben

geformuleerd om uiteindelijk te komen tot integrale voorzieningen voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Wij onderstrepen deze uitgangspunten nog steeds en willen voor het AO van 26 maart a.s. nog een aantal zaken onder uw aandacht brengen.

Peuterspeelzalen vervullen al 40 jaar een belangrijke laagdrempelige voorziening voor peuters en hun ouders. In 2014 bezoeken zo’n 100.000 Nederlandse peuters een peuterspeelzaal: dat is 50% van alle Nederlandse peuters tussen de 2 en 4 jaar. De professionele peuterspeelzalen zijn vaste partners van de gemeente in de uitvoering van het lokaal jeugdbeleid.

Deze kortdurende peutervoorziening, van gemiddeld 2,5 uur per dagdeel, biedt bovendien aan 80%

van de 80.000 doelgroepkinderen VVE, Vroeg en Voorschoolse Educatie: een gericht programma om ontwikkelingsachterstanden in te lopen zodat kinderen met goede startkwalificaties naar de

basisschool gaan.

Ouders met totaal verschillende achtergronden, brengen hun kind naar de peuterspeelzaal juist zodat hun kind spelenderwijs leert, niet puur voor opvang; zodat leert samen te spelen met andere

kinderen, en zich zo goed voorbereidt op de basisschool.

Peuterspeelzalen vormen dus een basisvoorziening voor alle peuters en hun ouders.

Door de crisis en de bezuinigingen in de kinderopvang stoppen ouders met kinderopvang. Ze zoeken oplossingen in het grijze circuit, of brengen hun peuter naar de peuterspeelzaal omdat deze nu veelal goedkoper is dan de kinderopvang. Hierdoor ontstaan wachtlijsten bij de peuterspeelzalen.

Brief Asscher sluit uit en biedt te beperkte keuzemogelijkheden voor ouders

De financiële regeling zoals voorgesteld in de Brief van minister Asscher kan segregatie in plaats van harmonisatie tot gevolg hebben: ouders die beide werken en straks onder de toeslagen vallen kunnen de ouderbijdrage voor de peuterspeelzaal bezwaarlijk hoog gaan vinden en hun kind van de peuterspeelzaal af halen. Datzelfde is gebeurd in de Kinderopvang vanwege de hoge ouderbijdrage.

(2)

pagina 2 van 4

Tweewerkende ouders krijgen het recht op een toeslag voor peuterspeelzalen; aan de andere kant krijgen kinderen van één-kostwinner-gezinnen, of niet-werkende ouders (juist de kwetsbare groepen!), geen basisrecht op een plaats in de peuterspeelzaal. Zij zijn immers uitgesloten van toeslag. De VVE- kinderen behouden dan weer wel het recht op een plaats, maar dat kan ook in de kinderopvang zijn. Segregatie dus.

Juist de peuterspeelzalen moeten voorzieningen zijn en blijven voor alle kinderen en ouders. Van elkaar te leren, door verschillende achtergronden, vroeg signaleren van achterstand: daar mogen geen financiële belemmeringen voor zijn. Door simpelweg van peuterspeelzalen een peuteropvang te maken volgens de wet Kinderopvang, wordt deze te duur, worden ouders en kinderen buitengesloten en haken andere ouders af. Zeker omdat de gemeente geen financiële verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor de groep van éénkostwinnergezinnen en niet werkende ouders.

Instrument Toeslagen niet geschikt voor peuterspeelzalen

Minister Asscher wil de Toeslagen ook toepassen op de peuterspeelzalen. De MOgroep en de VNG hebben de ervaring dat voor deze doelgroep het systeem van financiering via Toeslagen ongeschikt is.

De peuterspeelzaal is kortdurende opvang met een beperkte afname van uren (afgezet tegen de hele dagen van kinderopvang). Geen-gebruik, verkeerd gebruik en misbruik van de kinderopvangtoeslag zijn daarbij geen denkbeeldige risico’s. Bureaucratische rompslomp en angst voor schulden zijn reële drempels juist voor deze ouders. De MOgroep ontvangt van leden duidelijk signalen dat ouders massaal afhaken als zij voor de peuterspeelzalen zelf via de toeslagen moeten gaan betalen. Een substantieel deel van deze groep ouders heeft kleine, kortdurende arbeidscontracten en dus wisselende inkomensomstandigheden, wat een ramp is in combinatie met Toeslagen.

MOgroep: zijn van mening, dat om de toegankelijkheid voor elk kind te verzekeren, gemeenten de ruimte moeten hebben om in hun beleid waar nodig, een ouderbijdrage naar draagkracht te kunnen vragen. Gezien het bereik en de doelgroep zou dat beteken dat voor minder draagkrachtigen de voorschoolse voorziening volledig gemeente-gefinancierd moet kunnen zijn.

Alternatief scenario VNG biedt veel kansen voor alle peuters

De VNG pleit in een alternatief scenario voor een door de overheid gefinancierde basisvoorziening voor alle peuters van 2,5 tot 4 jaar voor 4 en 10 uur (VVE) voor 40 weken per jaar. De financiering hiervan loopt via de gemeente, zodat gemeente hierin regie kan voeren. Ouders die meer opvang nodig hebben wegens werk, kunnen dat via de regeling kinderopvang krijgen.

De MOgroep ondersteunt dit alternatieve scenario van de VNG omdat dit scenario de beste kansen biedt om:

- alle peuters te bereiken;

- lokaal maatwerk te leveren;

- ouders keuzemogelijkheden te bieden;

- ondernemers ruimte te bieden om gepast aanbod te realiseren voor ouder en kinderen, in nauwe samenwerking met onderwijs, welzijn en zorg.

Door de financiering via de gemeente te laten verlopen kan de gemeente ook sturen op prestaties van de peutervoorzieningen en deze goed laten aansluiten bij het jeugd- en Wmo-beleid.

De MOgroep informeert u met nadruk ook over de volgende zaken:

Transitie jeugdzorg, Passend onderwijs en functie peuterspeelzalen

Peuterspeelzalen zijn als voorschoolse pedagogische voorzieningen al jaren een sterke factor in het lokaal jeugdbeleid. Veelal onderdeel van de welzijnsorganisatie, samenwerkend met CJG.

Peuterspeelzalen bieden vaste dagdeelcombinaties met vaste groepen zodat kinderen en ouders elkaar goed leren kennen en opvoedondersteuning een kleine stap is. De peuterspeelzalen nemen deel

(3)

pagina 3 van 4

aan de Lokale Educatieve Agenda (LEA) van de gemeente. Met name daar waar veel (onderling concurrerende) kinderopvangaanbieders actief zijn, nemen kinderopvangorganisaties deze rol meestal niet op zich.

De transitie Jeugdzorg zal de rol die peuterspeelzalen spelen bij preventie en vroegsignalering nog verder versterken. Kinderen die extra zorg nodig hebben kunnen niet alleen eerder gesignaleerd worden, maar ook door efficiënte samenwerking met (jeugd-)zorg langer in een reguliere lokale voorziening worden opgevangen. Dat voorkomt – tijdelijke- plaatsing in gespecialiseerde (duurdere) voorzieningen. En dat kan nog efficiënter.

MOgroep: Versterk de voorschoolse pedagogische schakel met Peuterspeelzaalwerk en Passend onderwijs vanaf het tweede jaar. Niet pas vanaf het vierde. Gemeenten vervullen daarin de regierol.

Stimuleer peuterspeelzalen in kleine kernen, dorpen en armere wijken in grote steden Peuterspeelzalen zijn gevestigd in wijken, buurten en dorpen, dichtbij gezinnen en scholen. Juist op die plekken die commercieel misschien niet interessant zijn, zit wel de peuterspeelzaal. Dat verdient ondersteuning. Door de bezuinigingen sluiten gemeenten peuterspeelzalen in arme wijken van steden en op het platteland. Het Rijk is aan zet. Stimuleer de samenwerking met de basisschool en de kinderopvang.

MOgroep: Voer een toeslag in voor de voorzieningen van 2 tot 4 jaar, analoog aan die voor scholen op het platteland.

Kwaliteit en maatwerk voor peuterspeelzalen

Door de kwaliteitseisen van kinderopvang - zoals de leidster / kind-ratio en de eis van ‘twee gekwalificeerde beroepskrachten op de groep’- ook toe te passen op de peuterspeelzalen,

harmoniseert het Kabinet weliswaar de twee voorzieningen voor de toepassing van de toeslagen, maar veroorzaakt het tegelijk een verhoging van de kostprijs van peuterspeelzaalwerk.

Uit onderzoek van de MOgroep (Kengetallen, 2013) blijkt de consequentie daarvan: de reële kostprijs van peuterspeelzalen zal onder de wet Kinderopvang beduidend hoger liggen dan het maximum uurtarief voor de kinderen van € 6,70 in de kinderopvang. Zo’n prijsopdrijving is niet wenselijk voor ouders, die nu al afhaken bij de kinderopvang.

MOgroep: ga voor de eerste 6 uur (en 10 uur voor VVE-plaatsen) uit van het reële uurtarief van bekostiging peuterspeelzalen in plaats van het maximale uurtarief zoals dat nu in de

kinderopvangtoeslag wordt gehanteerd.

MOgroep: voer landelijke kwaliteitseisen in voor het peuterspeelzaalwerk, met in acht nemen van lokaal maatwerk. Gekwalificeerde beroepskrachten op de groep zijn wenselijk. Maar ook de inzet van vrijwilligers en actieve ouderbetrokkenheid dienen gestimuleerd te worden in het kader van lokaal jeugdbeleid. Een maximale groepsgrootte van 14 kinderen zoals in de kinderopvang, is zeker voor groepen met achterstandskinderen (VVE) aan te bevelen voor peuterspeelzalen. Maar bij groepen waar geen VVE-kinderen zijn, zou een groepsgrootte van 16 ook tot de mogelijkheden moeten behoren. De gemeente kan hierover afspraken maken met de ondernemers.

Kwaliteitsimpuls ook voor peuterspeelzalen

De MOgroep is evenals minister Asscher van mening dat de kwaliteit van kinderopvang en

peuterspeelzaalwerk verder verbeterd moet worden. De MOgroep betreurt het dan ook in hoge mate dat het peuterspeelzaalwerk niet betrokken is bij de Kwaliteitsimpuls 2013-2016 van Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK). Wij bevelen de volgende kwaliteitsverbeteringen aan:

MOgroep: betrek het peuterspeelzaalwerk bij de Kwaliteitsimpuls 2013-2016 van Bureau Kwaliteit Kinderopvang.

MOgroep: investeer in de kwaliteit van alle pedagogisch medewerkers, op taalniveau,

(4)

pagina 4 van 4

interactievaardigheden en opbrengstgericht werken.

MOgroep: stel VVE-programma’s niet alleen beschikbaar voor kinderen met achterstand , maar voor alle kinderen. Zo voorkom je ook segregatie en verhoog je de kwaliteit van de gehele sector.

Tot slot

De MOgroep neemt actief deel aan de werkgroepen zoals deze door de minister zijn ingesteld, maar behoudt zich het recht voor niet akkoord te gaan met de uitwerking van de brief van de minister, als aan bovengenoemde bezwaren niet tegemoet wordt gekomen.

Per slot van rekening gaat het de MOgroep er om alle peuters en ouders in Nederland de kans te geven gebruik te maken van goede voorzieningen, die laagdrempelig, bereikbaar en kwalitatief goed zijn.

De MOgroep waardeert het dan ook zeer indien u onze aanbevelingen op waarde schat en meeneemt in uw bijdrage in het AO.

Namens de MOgroep

Marijke Vos

Voorzitter MOgroep

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Werk daarbij niet meteen aanbodgericht, maar ga eerst eens het gesprek aan waarin je onderzoekt wat het gezin zelf wil en waar behoefte aan is (vraaggericht). Deze behoefte is

Samenwerking tussen de oudercommissie en de peuterspeelzaal De vragen over de samenwerking tussen de oudercommissie en de peuter- speelzaal zijn beantwoord door de 62 ouders

Gemeenten maken ook afspraken met de aanbieders van voorschoolse voorzieningen voor een sluitend dagarrangement voor peuters met ouders die werk, zorg en scholing combineren.

Voorwaarden zijn dat de houder kan aantonen dat hij zich voldoende inspant om een oudercommissie in te stellen en dat het adviesrecht en de inspraak van de ouders met de

In het bijzonder verzoek ik u om de ouders van wie de kinderen naar uw peuterspeelzaal gaan te informeren dat zij per januari 2018 mogelijk recht hebben op kinderopvangtoeslag?.

ƒ Quasi even sterk erkennen de jonge moeder en de jonge vader dat ze niet genoeg met de kinderen bezig zijn, dat ze graag lessen hadden gekregen (maar minder dan de andere

Als de feiten niet ernstig genoeg zijn om de jongere voor de jeugdrechter te brengen en men toch een duidelijk signaal wil geven dat de feiten niet gedoogd worden, kan het parket

De verpleegkundig specialist werd inge- schakeld wanneer een vrouw met ver- hoogde kwetsbaarheid in beeld kwam die geen adequate anticonceptie gebruikte en gegeven haar