• No results found

Professionalisering van zorgvrijwilligers (organisaties)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Professionalisering van zorgvrijwilligers (organisaties)"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Professionalisering van zorgvrijwilligers(organisaties)

Wat is professionalisering? Waarom is het nodig? Wat zijn aandachts- punten bij professionalisering? Deze notitie gaat in op deze vragen en geeft aanbevelingen voor gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties, organisaties voor vrijwilligersondersteuning, maatschappelijk betrok- ken ondernemingen en vrijwilligersorganisaties om professionalisering van zorgvrijwilligers(organisaties) te bevorderen.

© juni 2012

auteurs: M.J.G. Hijnekamp, H.A. Doelman-van Geest

(2)
(3)

Inleiding

Er bestaat in Nederland een breed scala aan vrijwilligerswerk, zoals actief zijn in de politiek, op een sportclub, in een buurtcentrum, in de belangenbehartiging, in de zorg of op een basisschool.

In deze notitie ligt het accent specifiek op vrijwilligers die ondersteuning en zorg bieden, de zorgvrijwilligers. Dat laat onverlet dat een aantal aspecten uit deze notitie ook van toepassing kan zijn op bijvoorbeeld cliëntenraden en andere vrijwilligersorganisaties die zich richten op be- langenbehartiging.

De druk op vrijwilligers(organisaties) in de ondersteuning en zorg neemt toe. De economische situatie, de drie transities (decentralisatie van begeleiding en dagbesteding uit de AWBZ naar gemeenten/Wmo, de komende Wet werken naar vermogen en de decentralisatie van de jeugd- zorg naar gemeenten) en bezuinigingen/tekorten in het welzijnswerk en de zorgsector zijn be- langrijke factoren daarbij.

Het komt steeds vaker voor dat vrijwilligers(organisaties) samenwerken met beroepskrachten op het snijvlak van betaalde en onbetaalde inzet. Daarnaast is er een trend zichtbaar dat er steeds meer vrijwilligers met professionele/beroepsmatige bagage ‘op de markt’ komen.

Het thema ‘grenzen aan het vrijwilligerswerk’ wordt door deze ontwikkelingen niet alleen maat- schappelijk gezien maar juist ook in het overheids- en organisatiebeleid steeds relevanter. Vra- gen zijn er over afbakening van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen be- roepskrachten en vrijwilligers. Wie bepaalt en bewaakt de grenzen en hoe zit het met kwaliteits- beleid?

Met deze ontwikkelingen lijkt de roep om professionalisering van vrijwilligers en vrijwilligersor- ganisaties toe te nemen. Maar wat dat betekent is niet altijd duidelijk.

Deze notitie gaat in op verschillende aspecten van professionalisering van vrijwilligers(organi- saties), zoals de betekenis van ‘professionalisering’, het doel ervan en aandachtspunten bij het maken van een professionaliseringsslag.

Tot slot wordt een aantal aanbevelingen gegeven voor gemeenten, vrijwilligersorganisaties, or- ganisaties voor vrijwilligersondersteuning, zorgorganisaties en het maatschappelijk betrokken bedrijfsleven.

Begripsbepaling

In de literatuur omvat het begrip informele zorg zowel mantelzorg als ondersteuning en zorg ge- leverd door vrijwilligers. Zorgvrijwilligers zijn vrijwilligers die onbetaald en onverplicht in geor- ganiseerd verband zorg en ondersteuning bieden aan anderen met wie zij, bij aanvang, geen per- soonlijke relatie hebben. De vrijwilligers zijn aangesloten bij een vrijwilligersorganisatie of bij een professionele organisatie1

In totaal gaat het in Nederland om circa 450.000 georganiseerde vrijwilligers in de zorg. Circa 25.000 van deze vrijwilligers verleent intensieve vrijwilligerszorg. Dat is een-op-een hulp thuis aan mensen met een ernstige ziekte, beperking of psychische problemen.

. Naast de georganiseerde zorgvrijwilligers is er een groeiend aantal ini- tiatieven voor niet-georganiseerde vrijwilligers die ondersteuning en zorg willen bieden via

‘vraag- en aanbodsites’.

In deze notitie staan zorgvrijwilligers(organisaties) centraal.

Mezzo2

1 Dat betekent niet dat een vrijwilligersorganisatie niet professioneel kan werken!

onderscheidt

2 Mezzo is de landelijke vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg, http://www.mezzo.nl

(4)

2

Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 - info@tympaan.nl

in de intensieve vrijwilligerszorg de functies Vrijwillige Thuishulp, Buddyzorg, Vriendendiensten en Georganiseerde Burenhulp.

Aantal vrijwilligers in de zorg in Nederland, uitgesplitst naar soort organisatie

organisatie aantal vrijwilligers

vrijwilligersorganisaties, zoals zonnebloem, rode kruis en humanitas 250.000

verzorgings- en verpleeghuizen 1 00.000

gehandicaptenorganisaties 50.000

ziekenhuizen 20.000

ggz-instellingen, mee-organisaties en gezondheidsprojecten 30.000

totaal 450.000

bron: Scholten et al 201 1

De term professionele zorg wordt veelal gebruikt voor formele zorg. Formele zorg wordt in te- genstelling tot informele zorg beroepsmatig verleend tegen betaling van loon. De term professi- onele zorg is echter niet voorbehouden aan beroepsmatige zorg. Ook zorgvrijwilligers kunnen op professionele wijze ondersteuning en zorg verlenen. Zorgvrijwilligers vormen mede daardoor steeds vaker een onmisbare aanvulling op mantelzorg en beroepsmatige zorg.

Wat is professionalisering?

Professionalisering van zorgvrijwilligers(organisaties) betekent concreet ‘verhoging van de kwali- teit’. Dit gebeurt door het aanleren van (meer) competenties en vaardigheden. Het gaat om des- kundigheidsbevordering op alle niveaus in de vrijwilligersorganisatie: bestuur, (betaalde) coördi- nator en vrijwilligers.

Belangrijke aspecten van professionaliseren zijn:

bepalen van de visie en doelstelling van de organisatie en een transparante beleidsvoering;

bevorderen van kwaliteit van werving, selectie en matching van vrijwilligers en hulpvragers;

bepalen van grenzen: vanuit een heldere doelstelling zowel de grenzen van de organisatie als van de vrijwilligers vaststellen en bewaken om kwaliteit te kunnen waarborgen.

Professionalisering stelt het bestuur in staat een gelijkwaardige partner te zijn in een steeds complexer wordende omgeving van gemeenten, financiers, samenwerkingspartners, cliënten en vrijwilligers zelf.

Deskundigheidsbevordering van de coördinator is cruciaal vanwege de positie tussen bestuur en vrijwilligers en vanwege de taken op het gebied van werving, selectie en matching. Voor de pro- fessionalisering maakt het geen verschil of de coördinator zich beroepsmatig of als vrijwilliger in- zet.

Professionalisering opent voor de vrijwilliger de mogelijkheid om nieuwe competenties te ver- werven en daarmee de kwaliteit van de ondersteuning en zorg te verhogen.

Imago, kwaliteit en professionalisering zijn nauw met elkaar verbonden.

Mezzo bijvoorbeeld investeert in verdere professionalisering van de lidorganisaties door hen in- strumenten en methoden aan te bieden voor het verhogen van de kwaliteit.

(5)

De Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk3

3 Vereniging NOV is dé brancheorganisatie van het vrijwilligerswerk en behartigt de belangen van het vrijwilligerswerk namens de ruim drie miljoen vrijwilligers van de aangesloten lidorganisaties.

(NOV) stimuleert imagoverbetering door verhoging van kwaliteit en professionalisering. Ze hanteert het Keurmerk Goed Geregeld om de kwaliteit van het vrijwilligersmanagement en -beleid van organisaties in beeld te brengen.

Waarom professionalisering?

Vrijwilligersorganisaties die professioneel werken spelen proactief in op kansen en ontwikkelin- gen in de eigen omgeving. Hiermee vergroten zij hun ‘overlevingskracht’ in een veranderende ci- vil society. Daarin stellen gemeenten, financiers, samenwerkingspartners en cliënten steeds ho- gere eisen aan beleidsvoering en praktische uitvoering. Steeds vaker wordt van bestuursleden van vrijwilligersorganisaties verwacht dat zij deelnemen aan overleggen met beroepskrachten.

Partijen als de overheid leggen steeds meer taken van beroepskrachten op het bordje van vrijwil- ligers(organisaties). Er ontstaat daarmee een externe push tot professionalisering.

Mezzo geeft aan dat de lidorganisaties groeien en differentiëren. Daarmee neemt ook de be- hoefte aan professionalisering van zowel de organisatie als haar vrijwilligers toe. Vanwege het onder druk staande gemeentelijke subsidiebeleid wordt de noodzaak tot een transparante ver- antwoording van prestaties en bestedingen hoger. Kwaliteitsbeleid is een van de pijlers van pro- fessionalisering waarmee hieraan voldaan kan worden (Mezzo 2012).

Van coördinatoren wordt in toenemende mate verwacht dat zij de juiste mensen weten te vin- den en te binden, de goede matches maken en begeleiding bieden waar nodig. Met aan de ene kant een steeds complexer wordende vraag en aan de andere kant vrijwilligers met steeds meer beroepsmatige bagage en eigen wensen en behoeften, is het noodzakelijk dat de coördinator professioneel kan werken. Ook de positie van de coördinator als ‘linking pin’ tussen bestuur en vrijwilligers vraagt om professionalisering.

Steeds vaker zullen mensen met een meervoudige of complexe ondersteunings- of zorgvraag een beroep moeten doen op ondersteuning en zorg door vrijwilligers. Dit vraagt van zorgvrijwil- ligers dat zij ondersteuning en zorg van hoge, semiberoepsmatige kwaliteit kunnen bieden. Te- gelijk moeten zij in staat zijn hun eigen grenzen aan te geven en te bewaken.

In toenemende mate zal het voorkomen dat de vrijwilliger samenwerkt of overlegt met de be- roepskracht. Dit doet een appel op zowel praktische als communicatieve vaardigheden en het kunnen en durven aangeven van de eigen grenzen.

Ook vrijwilligers vragen daardoor om scholing en ruimte voor ontwikkeling en ontplooiing.

Het verwerven van nieuwe competenties en vaardigheden is op alle niveaus binnen de organisa- tie noodzakelijk om kwaliteit te kunnen waarborgen. Het initiatief tot professionalisering zal ge- dragen moeten worden door alle geledingen in de organisatie. Door landelijke bureaus van de vrijwilligersorganisaties, Mezzo, MOVISIE en NOV wordt de trend tot professionalisering mede ingezet en ondersteund.

Aandachtspunten bij professionalisering van vrijwilligers(organisaties)

Bij het professionaliseren van vrijwilligers(organisaties) is een aantal aandachtspunten belangrijk.

Afhankelijk van de opstelling van de organisatie kunnen deze punten een valkuil of juist een suc- cesfactor vormen.

(6)

4

Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 - info@tympaan.nl

Beleidsontwikkeling

Een heldere visie, doelstellingen en hoe deze te bereiken zijn noodzakelijke voorwaarden voor een organisatie die professioneel wil werken. Deze aspecten worden opgenomen in een alge- meen beleidsplan.

Enerzijds biedt dit alle betrokken partijen, in- en extern, inzicht in de organisatie. Anderzijds biedt het de vrijwilligers en de organisatie een helder kader voor de uitvoering en voor het kun- nen bepalen van de grenzen daarbij.

Het stellen en bewaken van grenzen is een continu proces en maakt onderdeel uit van professio- neel werken. Bij grensbepaling op bestuursniveau gaat het bijvoorbeeld om de vraag in hoeverre de organisatie bereid is om door allerlei ontwikkelingen ontstane gaten in de zorg en ondersteu- ning op te vullen en of het ‘geleid’ vrijwilligerswerk bij de organisatie past. Coördinatoren moe- ten weten waar de grens ligt bij wat zij van de vrijwilliger kunnen en mogen vragen. Vrijwilligers zullen zich regelmatig afvragen of zij bepaalde handelingen wel of niet willen doen.

De beleidsplannen van de verschillende informele organisaties zullen verschillende accenten hebben. Bij de Vrijwillige Palliatieve en Terminale Zorg (VPTZ) liggen die accenten bijvoorbeeld anders dan bij de Vriendendiensten, niet alleen door een andere doelstelling maar ook doordat de focus op vrijwilligers met verschillende achtergrond en competenties gericht is.

Bestuur, coördinator en vrijwilligers moeten zich bewust zijn van de noodzaak tot professionali- sering en weten wat dat betekent voor de organisatie en henzelf. Als er niet gezamenlijk opge- trokken kan worden, is het noodzakelijk dat betrokkenen wel goed geïnformeerd worden over ontwikkelingen en op tijd aan kunnen sluiten op het ingezette traject.

Niet alleen een beleidsplan zelf is een voorwaarde voor professioneel werken, maar een beleids- plan fungeert ook als richtinggevend kader voor het noodzakelijke kwaliteitsbeleid/kwaliteits- zorg.

Kwaliteitsbeleid

Het doel van kwaliteitsbeleid is het bereiken, vasthouden en verder ontwikkelen van de kwaliteit van zorg- en dienstverlening. Het dient om samenhang aan te brengen in allerlei kwaliteitsbe- vorderende activiteiten als scholing, registratie en tevredenheidsonderzoek.

Voor formele en informele zorg en ondersteuning gelden de volgende aspecten van kwaliteit:

het sluit aan bij individuele wensen en behoeften van de cliënt: cliëntgerichte zorg en onder- steuning;

zorg richt zich mede op ondersteuning van mantelzorg;

inhoud van zorg en ondersteuning is van goed niveau4

Op een belangrijk punt is er een verschil. Binnen de formele zorg moeten zorg en ondersteuning niet alleen doeltreffend maar ook doelmatig zijn. Doelmatig betekent: het doel bereiken op de meest efficiënte (snelle en minst kostbare) manier. Met name de factor tijd is juist dat ‘extra’ dat informele/vrijwilligerszorg te bieden heeft. Het streven naar professionalisering mag daar niet aan voorbij gaan (Bos et al 2012).

: doeltreffend.

Evidence based werken5

4 Zowel technisch/inhoudelijk als relationeel (bijvoorbeeld respectvolle bejegening).

5 Evidence based werken betekent handelen op basis van wetenschappelijke kennis over de effectiviteit van het handelen.

maakt in de informele zorg en ondersteuning steeds meer onderdeel uit van professioneel werken. Het gaat in de informele zorg en ondersteuning dan niet primair om

(7)

het registreren van activiteiten of het streven naar een keurmerk. Het gaat om het zoeken en meewegen van kennis uit wetenschap en praktijk over wat werkt.

Net als beroepskrachten willen ook vrijwilligers graag weten of ze het goed doen en of ze het goede doen. In kwaliteitsbeleid kan vastgelegd worden wat volgens de huidige kennis werkzame methoden van aanpak zijn voor de vrijwilligers en welke kennis en vaardigheden daarbij horen.

Vrijwilligers dienen hiervan op de hoogte zijn. Omdat er geen beroepscodes zijn voor vrijwilli- gers, bieden methoden, kennis en vaardigheden handvatten om met de vrijwilliger in gesprek te gaan over hun functioneren.

Daarnaast kan via evidence based werken de meerwaarde van bepaalde projecten als ‘Mantel- zorgmaatje’ en ‘Maatje voor jong dementerenden’ aangetoond worden. Dat is van belang bij het verkrijgen van extra subsidie voor scholing bijvoorbeeld.

Scholingsbeleid is inherent aan kwaliteitsbeleid. Scholing en inzicht in de effecten van het werk maken deel uit van kwaliteit van werken op ieder niveau in de organisatie. Als de vrijwilligersor- ganisatie onderdeel uitmaakt van een landelijke organisatie biedt deze vaak scholing aan als on- derdeel van de professionaliseringsslag.

Het is belangrijk dat de lokale organisatie en de vrijwilligers zelf gemotiveerd zijn om kwaliteits- beleid op te pakken en niet het idee hebben dat hen ‘van alles’ wordt opgelegd. Een ander aan- dachtspunt is, dat een te professionele benadering van het vrijwilligerswerk kan afschrikken en weerstand kan oproepen.

Samenwerking

Samenwerking is belangrijk op verschillende niveaus. Een bestuur is bijvoorbeeld genoodzaakt samen te werken met een gemeente als subsidieverstrekker, maar maakt bijvoorbeeld ook deel uit van een gemeentelijk zorgplatform van lokale formele en informele organisaties. Een coördi- nator heeft bijvoorbeeld overleg met de thuiszorg en de individuele vrijwilliger heeft te maken met een beroepskracht.

In de extramurale zorg ontmoeten vrijwilligers en beroepskrachten elkaar niet vanzelfsprekend.

Vrijwilligers(organisaties) zijn ook niet altijd overtuigd van het feit dat samenwerking nodig kan zijn en een meerwaarde heeft voor de cliënt. Tegelijk ervaren ook de beroepskrachten samen- werking niet altijd als een toegevoegde waarde: enerzijds onderschatten zij vaak de vrijwilliger terwijl zij anderzijds angst hebben dat de vrijwilliger het beter zal doen waardoor zij zelf overbo- dig worden.

Het is zinvol om in de discussie over samenwerking op verschillende niveaus de cliënt als ver- trekpunt te nemen. Samenwerking vraagt om specifieke kennis en vaardigheden van zowel be- stuur als coördinator en individuele vrijwilligers (Scholten et al 2011). Ruimte voor scholing is noodzakelijk. Denk bijvoorbeeld aan inzicht in de betekenis van samenwerking, hoe samen te werken en hoe de grenzen te stellen en te bewaken.

Samenwerking mag niet draaien om de samenwerking zelf, maar dient als middel tot betere zorg en ondersteuning aan cliënten. De vraag is of zowel vrijwilligers(organisaties) als beroepskrach- ten daarbij over hun eigen grenzen heen kunnen en willen kijken en tot samenwerking bereid zijn.

Dat samenwerking niet altijd eenvoudig is heeft onder andere te maken met weerstanden die mensen ervaren. Het bewust zijn en erkennen van de eigen weerstanden en die van de ander maakt gedrag begrijpelijker en bespreekbaar.

(8)

6

Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 - info@tympaan.nl

Weerstand tegen professionalisering van vrijwilligers(organisaties)

Zowel binnen informele als formele organisaties bestaat soms weerstand tegen professionalise- ring van de vrijwilligers(organisaties).

Weerstand bij vrijwilligers(organisaties)

‘Gaten vullen’

De overheid gaat steeds meer uit van de inzet van informele zorgverleners. Zeker als dit wordt ingegeven door bezuinigingen in de formele sector, roept dat weerstand op bij de vrijwilli- gers(organisaties). Vrijwilligers willen geen ‘gaten opvullen’. Vrijwilligers voelen zich gebruikt, zeker als zij ook nog aan allerlei doelmatigheidseisen, professionalisering en bureaucratische

‘rompslomp’ moeten gaan voldoen. Vrijwilligers willen zich inzetten vanuit hun hart. Zij willen niet ‘ingezet worden’ als onbetaalde beroepskracht. Wordt de weerstand te groot dan houden vrijwilligers het voor gezien.

Verplichte scholing

Vrijwilligers die zich al jaren naar tevredenheid inzetten zijn bang dat professionalisering bete- kent dat zij zich verplicht moeten bijscholen.

Angst voor formalisering en bureaucratie

Weerstand tegen professionalisering wordt mede ingegeven door angst voor formalisering zoals alle activiteiten moeten registreren en formeel verantwoorden, aanvraag- en declaratieformulie- ren gebruiken en alleen nog via protocollen werken. Formalisering op organisatieniveau is accep- tabel zeker gezien prestatieafspraken die tegenover subsidie staan. In het contact tussen cliënt en vrijwilliger is geen plaats voor formalisering in bovenstaande betekenis.

Schuivende grenzen

In een professionaliseringstraject leren vrijwilligers handelingen waarmee zij professionele des- kundigheid van beroepskrachten benaderen. Dat hiermee tegelijk grenzen en inherent hieraan verantwoordelijkheden lijken te verschuiven roept weerstand op. Aan de andere kant roept het niet erkennen van deze vaardigheden door beroepskrachten weerstand op in de samenwerking.

Bepalend bij vrijwilligers zou moeten zijn wat iemand kan en wil, niet of diegene ervoor betaald wordt.

Te hoge eisen vanuit formele partijen

Professionalisering op bestuursniveau wekt verwachtingen bij formele partijen. Dit kan bijvoor- beeld gebeuren bij deelname aan netwerken/platforms waaraan ook formele partijen deelne- men. Er ontstaat weerstand wanneer formele partijen juist door de professionalisering te hoge eisen stellen aan vrijwilligersorganisaties. Een vrijwilligersorganisatie moet in deze tijd alle zeilen bijzetten om op de hoogte te zijn van bijvoorbeeld veranderende wet- en regelgeving en ont- wikkelingen op de arbeidsmarkt. Een informatiekloof compliceert soms samenwerkingsrelaties met formele partijen.

Weerstand bij formele organisaties en medewerkers Onzekerheid over eigen positie

Ook beroepskrachten in de zorg hebben te maken met een professionaliseringsslag, waarbij be- kwaamheden en bevoegdheden steeds specifieker omschreven worden en gekoppeld worden aan bepaalde functies. Dat wringt met ontwikkelingen waarbij vrijwilligers nieuwe vaardigheden aanleren: ‘Waarom mag die vrijwilliger bepaalde dingen doen waar je als beroepskracht eerst een drie- of vierjarige opleiding voor moet volgen?’ ‘Eerst pikten vrijwilligers nog de krenten uit de pap, maar pikken ze nu de banen in?’

(9)

Angst voor regieverlies

Als vrijwilligers(organisaties) een professionaliseringsslag maken willen zij mogelijk meer dan voorheen een stem hebben in de samenwerking. Formele organisaties en individuele medewer- kers hebben soms weerstand tegen samenwerking uit angst voor regieverlies. Hierdoor hebben zij te weinig oog voor de meerwaarde die samenwerking voor de cliënt kan hebben.

Op individueel niveau betekent dit bijvoorbeeld niet dat een vrijwilliger de plek inneemt van een beroepskracht, maar wel dat de vrijwilliger bepaalde werkzaamheden op de eigen manier over- neemt. Dat de vrijwilliger dat op de eigen manier doet ervaart de beroepskracht als regieverlies.

Angst voor fouten en reputatieschade

Dit geldt met name voor vrijwilligers die binnen een formele organisatie vrijwilligerswerk ver- richten. Wie is er eindverantwoordelijk als een cliënt met slikproblemen zich bijvoorbeeld ver- slikt terwijl de vrijwilliger de cliënt helpt met drinken? Is het de vrijwilliger, de vrijwilligersorgani- satie waarbij de vrijwilliger is aangesloten of de instelling binnen wiens grenzen dit gebeurt?

Door regelgeving, aansprakelijkheid, voorbehouden handelingen en angst voor fouten en repu- tatieschade worden vrijwilligers beperkt in hun handelen. Ook de Tweede Kamer is zich bewust van deze problematiek en heeft daarom eind 2011 een motie ingediend. Zij vraagt de regering daarin te onderzoeken ‘waar regelgeving de vrijwilliger belemmert en waar deze kan worden weggenomen zodat professionele zorg en vrijwillige zorg op een natuurlijke wijze in elkaar over- vloeien’.

Aanbevelingen

De aanbevelingen zijn gericht aan de verschillende betrokken partijen.

Gemeenten

Maak afspraken over ‘professionalisering’ in het kader van het subsidiebeleid.

Ondersteun en faciliteer relevante vrijwilligersorganisaties waar geen subsidierelatie mee is om een professionaliseringsslag te maken.

Voer regie op ondersteuning van vrijwilligers(organisaties).

Wijs burgers, uitgaande van het wederkerigheidsprincipe6

Zie professionalisering van vrijwilligersorganisaties die zich richten op zorg en ondersteuning niet als oplossing voor bezuinigingen!

, actief op behoeften van vrijwilli- gersorganisaties.

Zorg- en welzijnsorganisaties

Ondersteun vrijwilligersorganisaties op het gebied van beleidsformulering, kwaliteitsbeleid, financieel beheer, vinden en binden van vrijwilligers en pr en communicatie.

Overweeg samen met de vrijwilligers(organisaties) of in sommige situaties het incorporeren van de vrijwilligers(organisaties) door de formele zorgorganisaties voor alle partijen een win- win-situatie oplevert7

Vrijwilligersondersteuning .

Neem de positie in van coördinator/makelaar tussen vrijwilligersorganisaties, overheid en bedrijfsleven in plaats van je te richten op individuele bemiddeling.

6 Met de inwerkingtreding van de Wmo krijgt het wederkerigheidsprincipe meer aandacht: burgers hebben vragen aan de overheid maar burgers hebben op hun beurt ook kwaliteiten die zij in kunnen zetten voor de gemeenschap/civil society.

7 Formele zorgorganisaties nemen steeds vaker de bij hen werkzame vrijwilligers zelf onder hun vleugels. Ze hebben vaak een vrij- willigersbeleid waarin scholing, kwaliteit en ondersteuning van de vrijwilligers zijn opgenomen. Professionalisering vindt plaats on- der de verantwoordelijkheid van de formele zorgorganisaties.

(10)

8

Tympaan Instituut - Postbus 93010 - 2509 AA Den Haag - tel 070 3371000 - fax 070 3371010 - info@tympaan.nl

Werk samen en stem werkzaamheden af om de juiste ondersteuning te kunnen bieden.

Functioneer als kenniscentrum voor vrijwilligersorganisaties, ook of juist op het gebied van professionalisering.

Bied training en coaching, waaronder organisatie- en managementkennis voor vrijwilligers- organisaties.

Maatschappelijk betrokken ondernemingen

Geef medewerkers een aantal uren of dagen verlof voor een vrijwilligersklus. Dat kan bijvoor- beeld het inzetten van expertise zijn als ondersteuning bij het helder formuleren van visie en doelstelling, op welke wijze doelen te bereiken, kwaliteitsbeleid en scholingsbeleid.

‘Adopteer’ een vrijwilligersorganisatie en zet werknemers in als gratis coach om het proces van professionalisering te begeleiden.

Neem deel aan een maatschappelijke beursvloer die al in een groot aantal gemeenten jaarlijks georganiseerd wordt om te kijken waar de eigen medewerkers/expertise ingezet kunnen worden.

Vrijwilligersorganisaties

Zorg voor een ‘zakelijke’ houding, maak het doel duidelijk zodat je als partner in overleggen en ketens kunt optreden.

Zoek allianties zodat de organisatie aantrekkelijker wordt als partner voor gemeenten, maar ook voor vrijwilligers die de voor professionalisering benodigde expertise in huis hebben.

Zoek samenwerking met het bedrijfsleven.

Als je als vrijwilligersorganisatie minder subsidie ontvangt en dus een omslag moet maken naar een andere opzet; geef de hoogopgeleide vrijwilligers met beroepsmatige ervaring een plek, haal professionaliteit binnen.

(11)

Literatuur

Schriftelijke documentatie

Bos EM, Blauw W, Alblas M. Vrijwillige inzet 2.0, Trendrapport 2011. Utrecht: MOVISIE, 2012.

Doelman-van Geest HA, Hoffmans TEM. Blik op: Vrijwilligerswerk gesteund of gestuurd? Den Haag: Tympaan Instituut, 2012.

Klein M van der, Oudenampsen D. Lokale coördinatie: de onmisbare schakel. Adviezen aan vrijwilligersorganisaties in zorg en welzijn. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut, 2010.

Klein M van der, Mak J, Gaag R van der. Professionals en vrijwilligers(organisaties) rond jeugd en gezin. Literatuur over samenwerken in de pedagogische civil sociey. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut, 2011.

Mezzo. Branchemonitor ondersteuning informele zorg 2010/2011. Bunnik: Mezzo, 2012.

Penninx K, Zwet R van der. Op zoek naar het levende bewijs. Utrecht: MOVISIE, 2011.

Scholten C, Meeuwsen M, Beman E. Zonder cement geen bouwwerk. Utrecht: Vilans, MOVISIE, NOV, 2011.

Websites

http://www.mezzo.nl Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg http://www.movisie.nl MOVISIE

http://www.ov.nl Vereniging Nederlandse organisatie Vrijwilligerswerk http://www.tympaan.nl Tympaan Instituut

http://www.verwey-jonker.nl Verwey-Jonker Instituut http://www.vilans.nl Vilans

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Beschouwen we het vrije beroep als een maatschappelijk proces, en niet als een - gevestigd - systeem dat in verbinding staat met haar omgeving, dan zijn professionele

Hoe ziet volgens de NOLOC leden en bestuursleden de huidige en gewenste wijze van professionalisering er binnen en buiten de NOLOC uit wat betreft (1) de inhoudelijke component

In Amsterdam richten opleidingen en werkveld in 2008 Youth Spot op, het onderzoek- en praktijkcentrum voor jongerenwerk, met als doel om gezamenlijk te werken aan de

De methodiek ‘een goed gesprek over diversiteit’ biedt een manier om in teamverband het gesprek aan te gaan over diversiteit in relatie tot het professionele handelen binnen

In Amsterdam richten opleidingen en werkveld in 2008 Youth Spot op, het onderzoek- en praktijkcentrum voor jongerenwerk, met als doel om gezamenlijk te werken aan de

De juiste keuzes binnen Vast Banket ten aanzien van Marketing, Productontwikkeling en Kwaliteit kunnen ook dan pas worden gemaakt (De Leeuw, 2000).. Dit model en de gemaakte

Voor 2 (uit 5) antecedenten is voldoende bewijs gevonden dat zij van invloed zijn op de hoeveelheid aandacht die een franchisegever aan benchmarking besteed:

Doordat voor Glas-Ster de inkooppakketten zijn ingedeeld en niet de individuele leveranciers, kunnen in het volgende hoofdstuk de strategische aanbevelingen alleen worden gedaan