• No results found

bijlage Onis offerte 2013;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "bijlage Onis offerte 2013;"

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Offerte

(2)

Inleiding ... 2

1. Leefbaarheid ... 8

2. Jongerenwerk ... 12

3. Welzijn en zorg ... 19

3.1 Informatie, advies en burgerondersteuning ... 19

3.2 Mantelzorg ... 27

3.3 Vrijwilligerscentrale ... 35

3.4 Zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving ... 43

3.5 Decentralisatie AWBZ begeleiding ... 44

4. Lokaal gezondheidsbeleid ... 46

5. Werk en Inkomen ... 47

Bijlage: Financiën ... 49

Inhoudsopgave

(3)

Onis werkt in Asten en Someren aan welzijn van mensen. Onis initieert, stimuleert en begeleidt activiteiten en voorzieningen ter bevordering van welzijn in het algemeen en in het bijzonder voor kwetsbare groepen.

Vanuit een lokale inbedding bevorderen we zelfredzaamheid met minimale inzet van

professionele krachten en met maximale inzet van eigen kracht, eigen netwerk en informele zorg. Bevordering van welzijn op deze wijze vermindert de behoefte aan professionele zorg en werkt in deze zin kostenbesparend voor de gemeenschap.

Door de inzet van vrijwilligers,

vrijwilligersorganisaties en informele zorg te faciliteren en versterken, maken we de 0-de lijn sterker. Nuldelijnszorg is de zorg die gegeven wordt door mantelzorgers en vrijwilligers. Om aan te geven op welke wijze wij werken benoemen we de niveaus waarop het persoonlijk welzijn van mensen vorm krijgt, onze uitgangspunten en onze hoofddoelen. Deze begrippen zullen door de offerte heen terugkomen en zijn leidend in de uitvoering van ons werk.

Drie niveaus die persoonlijk welzijn bepalen

Welzijn van mensen heeft te maken met drie niveau’s:

1 de persoonlijke leefsituatie

2 het directe netwerk om de mensen heen 3 de leefomgeving.

In de persoonlijke leefsituatie gaat het om zaken als het kunnen voeren van de regie, contacten hebben, zinvol bezig zijn, mobiel zijn. We bieden mensen ondersteuning op dit facet door hen te informeren, te leren, door met hen samen hun vraag te verhelderen en

hun mogelijkheden te benoemen. Het directe netwerk vormt de eerste en belangrijkste steun voor mensen als hun draagkracht afneemt of de draaglast toeneemt. Het netwerk vormt een hulpbron voor mensen die kwetsbaar zijn.

Het netwerk doet ook een beroep op mensen, bijvoorbeeld in de vorm van mantelzorg. We bieden mensen ondersteuning in het versterken van hun netwerk door hen te stimuleren om dit netwerk in beeld te brengen, te vergroten, er een beroep op te doen. Met de kennis die Onis heeft van de sociale kaart kunnen we mensen verbinden aan elkaar, aan verenigingen of organisaties. De leefomgeving omvat de straat, verenigingsleven, (vrijwilligers)werk.

(4)

De leefomgeving biedt mensen ontmoeting, voorzieningen, maar doet ook een beroep op mensen. We versterken de sociale leefomgeving door verbindingen te leggen, mensen te stimuleren om actief te worden, door kennis over te dragen en te faciliteren.

Om deze leefomgeving zo goed mogelijk vorm te geven zijn onze klanten niet alleen kwetsbare mensen, maar ook de mensen die bereid zijn om zich voor een ander in te zetten of die daartoe gestimuleerd kunnen worden.

Sociale en economische zelfredzaamheid

We werken aan het hoofddoel: sociale en economische zelfredzaamheid. Dat betekent dat mensen zelf de regie kunnen voeren over hun eigen leven en volwaardig participeren in de samenleving.

Daarvoor zijn belangrijke instrumenten:

• Het vergroten van de zelfredzaamheid

• Het vergroten van de participatie

Vergroten van zelfredzaamheid gebeurt op vele manieren: door mensen dingen te leren, in cursussen of van elkaar. Door mensen dingen voor te doen en het ze stap voor stap zelf te laten doen. Door hen te ondersteunen bij het zetten van stappen. Vergroten van de participatie is eveneens een kerntaak van Onis. We bieden niet alleen zelf cursussen of activiteiten aan, maar weten ook wat er te doen is in onze gemeenten en zijn daarmee in staat om mensen de weg te wijzen naar een activiteit die bij hen past.

Inleiding

(5)

We werken volgens vier uitgangspunten:

Vrijwillig waar dat kan.

Als we zien dat taken door vrijwilligers of vrijwilligersorganisaties uitgevoerd kunnen worden, zullen we dit niet door beroepskrachten laten doen. In toenemende mate zijn vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties in staat om taken uit te voeren die voorheen door beroepskrachten uitgevoerd werden. We zien steeds meer vrijwilligers die een groot potentieel meebrengen aan vaardigheden en kennis. Het is goed om dat te gebruiken.

Beroepskrachten worden ingezet voor taken die continuïteit vragen, specifieke deskundigheid vereisen, of taken die vrijwilligers niet willen doen. De inzet van beroepskrachten zorgt er zo voor dat meer vrijwilligers zich in gaan zetten en blijven zetten. Naast elk uur inzet van een beroepskracht van Onis staat een halve dag inzet van een vrijwilliger. Daarmee verstevigen we de 0-de lijn.

Het startpunt bij onze inzet is eigen kracht.

We kijken eerst naar wat de klant zelf kan.

Daarna komt het netwerk van de klant en de mogelijkheden die hij zelf heeft om hulpbronnen aan te boren. Dan volgen de collectieve en algemene voorzieningen en pas op het laatst de individuele voorzieningen. Eigen kracht geldt voor personen maar ook voor wijken en dorpen. Initiatieven van burgers zijn in de eerste plaats van hen en hun vraag is leidend in de ondersteuning. Ondersteuning is dan ook altijd tijdelijk en gericht op zelfstandigheid.

Hiermee werken we aan betere oplossingen die minder kosten.

Stimuleren werkt beter dan afdwingen Vrijwilligers zijn nodig voor het goed functioneren van de maatschappij. We zien steeds meer de trend dat vrijwilligerswerk een min of meer verplichtend karakter krijgt.

Bijvoorbeeld door een wederdienst te vragen voor een uitkering of een plaats in een verzorgingshuis. Onis heeft als uitgangspunt dat we vrijwillige inzet vergroten door een beroep te doen op mensen, uitgaande van hun eigen vraag, talenten, motivatie. We zijn uitnodigend: ‘we hebben je nodig’.

Lokaal gebonden

De inzet van Onis is gebaseerd op weten wat er speelt en zelf deel uitmaken van de dorpen en kernen. Daarmee weten we dat een vraag uit Heusden om een andere aanpak vraagt dan in Asten en is onze inzet in Lierop anders dan in Someren Dorp. We kennen Asten en Someren tot op straatniveau, weten welke kansen en knelpunten er spelen en hebben contact met de meeste van de ongeveer 450 verenigingen en vrijwilligersorganisaties die actief zijn.

Per kerkdorp of kern is er één medewerker verbonden aan dit gebied. Door deze koppeling kan hij nog beter verbindingen leggen, ziet wat er leeft en is een herkenbaar gezicht. Daarmee kunnen we vragen in hun context plaatsen en hebben we aanknopingspunten om vragen aan te pakken. Medewerkers van Onis zijn met naam en gezicht bekend bij een groot deel van de inwoners van Asten en Someren, waardoor we makkelijk te vinden en te benaderen zijn.

Ook bij professionals die zich begeven in ons werkgebied zijn we bekend. We werken samen met zorgorganisaties, woningcorporaties, bedrijfsleven en winkeliers. Door deze lokale geworteldheid bereiken we ook mensen die niet deelnemen aan activiteiten.

In toenemende mate zijn vrijwilligers in staat en bereid om taken uit te voeren die voorheen door beroepskrachten uitgevoerd werden.

Naast elk uur inzet van een beroepskracht bij Onis staat een halve dag inzet van een vrijwilliger.

(6)

Welzijn Nieuwe Stijl

In 2011 heeft Onis het initiatief genomen tot een traject Welzijn Nieuwe Stijl dat we in 2011 en 2012 samen met de gemeenten Asten en Someren en het maatschappelijk werk gevolgd hebben. Met dit traject zijn we voorloper in onze sector. We hebben de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl niet alleen theoretisch onderbouwd gekregen, maar zijn daarover met elkaar in discussie gegaan, hebben geoefend in leersituaties en in de praktijk. Via casusoverleg hebben we inzicht verkregen in wat er op organisatorisch gebied nodig is om deze acht bakens ook daadwerkelijk goed vorm te geven.

Onderdelen waren een training voor medewerkers, intervisie, een succesvolle conferentie ‘Begeleiding Nieuwe Stijl. Bestuurlijk overleg heeft tijdens het traject gezorgd voor afstemming tussen beleid en uitvoering.

De acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl zijn:

1 Gericht op de vraag achter de vraag 2 Gericht op de eigen kracht van de burger 3 Direct er op af

4 Formeel en informeel in optimale verhouding 5 Doordachte balans van collectief en individueel 6 Integraal werken

7 Niet vrijblijvend maar resultaatgericht 8 Gebaseerd op ruimte voor de professional.

Het traject Welzijn Nieuwe Stijl sluit in visie naadloos aan op de Kanteling en stelt ons in staat om op gekantelde wijze het werk te doen. De Kanteling houdt in: niet meer uitgaan van waar iemand formeel recht op heeft, maar kijken naar wat hij nodig heeft. En ook zorgdragen dat de omgeving van de klant in staat is en bereid is om die nodige ondersteuning of zorg te bieden.

Inleiding

Eigen kracht Sociaal

Netwerk Algemene

voorzieningen

Lichte individuele voorzieningen

Zware individuele voorzieningen

(7)

Indeling van de offerte

We volgen met de offerte de indeling van de opdrachtbeschrijving van de gemeente en daarmee die van het uitvoeringsprogramma WMO. Omdat sommige onderdelen hier op meerdere plaatsen in terugkomen (bv. de Basisvoorziening) zullen deze onderdelen ook op meerdere plaatsen in de offerte terugkomen. Bij de berekening van de kostprijs wordt deze taak uiteraard slechts op één plaats meegeteld. In het beleidsplan en de kadervisie WMO 2012 - 2015 staat het schema: wat willen we bereiken? Daarbij gaat het niet zozeer om de output, bijvoorbeeld: Hoeveel mensen nemen deel aan een cursus? Vooral het maatschappelijk effect is van belang: wat betekent het voor deze mensen dat ze die cursus hebben gevolgd? Sturen op output heeft het risico in zich dat er toegewerkt wordt naar de beoogde resultaten. Juist de vraag van de klant en het effect, sociale en economische zelfredzaamheid, moet leidend zijn. Daarom willen we in deze offerte sturen op effecten.

veranderingstheorie

maatschappelijk rendement

input activi- output

teiten maatschappe-

lijke effecten

We hebben dit schema als richtlijn gebruikt voor onze beschrijving van de werkzaamheden: Input (wat zien we?), output (wat doen we?), maatschappelijke effecten (wat bereiken we?). De effecten, daar gaat het om. Bij het bereiken van deze effecten hebben we een divers instrumentarium tot onze beschikking, waarvan niet altijd vooraf is in te schatten wat het beste ingezet kan worden. Ruimte voor de professional, één van de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl, laat de medewerker de ruimte om op basis van zijn competenties te kiezen welke inzet (of juist: geen inzet) past bij de vraag van de klant.

Hoe zien we of de beoogde resultaten bereikt worden? We zullen in de jaarcijfers inzicht geven in de output, maar zoals gezegd gaat het om de ‘outcome’, de effecten. Deze effecten komen bijvoorbeeld in benchmarks en gemeentelijke onderzoeken aan het licht. Een voorbeeld: we kunnen aangeven hoeveel mensen we bemiddelen naar vrijwilligerswerk. In hoeverre daarmee het aantal vrijwilligers in de gemeente in zijn geheel toeneemt kunnen wij zelf niet meten. Een deel van de resultaten zullen we ook in vertellende vorm aan de gemeenten presenteren, omdat we daarmee meer inzicht geven in de samenhang van de diensten, de manier van werken en de toegevoegde waarde van ons werk.

Deze offerte geeft het aanbod voor 2013 aan, maar is direct een blauwdruk voor de jaren 2014 - 2016. Uiteraard zullen maatschappelijke ontwikkelingen en de opdrachtbeschrijving van de gemeente leiden tot bijstelling van de offerte per jaar.

(8)

Financiële paragraaf

In overleg met een werkgroep van de gemeenten Asten en Someren is een nieuwe kostprijssystematiek gemaakt. Daarin is uitgegaan van aanstellingsuren in plaats van productieve uren. Ook de bezuinigingen zijn daarin doorgerekend. De vaste kosten (huisvesting, organisatie, overhead) worden apart opgenomen.

Verschillen in de kosten voor overhead, organisatie en huisvesting worden veroorzaakt door enerzijds het verschillende aantal uren dat de gemeenten afnemen en anderzijds door verschillen in huisvestingskosten.

Verder zijn per onderdeel de directe uitvoeringskosten opgenomen (personeel en activiteitenkosten). Deze kunnen verschillend zijn voor Asten en Someren als gevolg van verschillen in de opdrachtbeschrijving per gemeente. U treft deze kosten per hoofdstuk en paragraaf aan, in de bijlage staat het totaaloverzicht.

Inleiding

(9)

Welzijn van mensen heeft te maken met drie niveaus:

• de persoonlijke leefsituatie

• de mate waarin mensen hierin zelf de regie kunnen houden

• het directe netwerk om de mensen heen en de leefomgeving.

Onder de noemer leefbaarheid werken we aan de leefomgeving, het sociale verband

om mensen heen en aan hun mogelijkheden om te participeren. Diensten daarin zijn collectieve voorziening, groepsbijeenkomsten, het ondersteunen van bewonersinitiatieven.

Uitgangspunt daarbij is: indien mogelijk vrijwillige inzet. Door actief initiatieven van burgers te stimuleren en faciliteren versterken we sociale verbanden. In onze omslag naar Welzijn Nieuwe Stijl hebben we nog meer geleerd om altijd op zoek te zijn naar het juiste evenwicht tussen actief “eropaf” opsporen waar kansen en vragen liggen en juist terughoudend te zijn om zo eigen initiatief en eigen kracht tot ontplooiing te laten komen. Zelfredzaamheid wordt hiermee bevorderd, voorzieningen worden efficiënt ingezet en onnodig gebruik van professionele zorg wordt voorkomen. Diverse diensten in het kader van leefbaarheid worden met elkaar verbonden in de Basisvoorziening.

Hierop komen we in hoofdstuk 5 terug.

(10)

Wijkontwikkeling, actief in eigen wijk

Wat zien we?

Er zijn veel initiatieven, van burgers of organisaties, om in hun eigen omgeving actief te worden.

Daarmee werken zij aan ontmoeting, ontplooiing en zorg in de eigen leefomgeving. Soms kunnen deze initiatieven op eigen kracht ontstaan, soms hebben mensen daar ondersteuning bij nodig.

Wat doen we?

Onis heeft oog voor kansen en knelpunten en biedt ondersteuning op maat bij bewonersinitiatieven.

De vorm daarvan is afhankelijk van de vraag. Het kan gaan om hulp bij het zoeken naar financiële middelen, opzetten van structuur, faciliteiten. Omdat Onis thuis is in de lokale gemeenschap leggen we ook verbindingen tussen initiatieven, organisaties, bedrijven of andere sectoren, op thema of op basis van geografische factoren (wijk of kerkdorp). We werken wijkgericht door aan elk kerkdorp of elke kern een medewerker te verbinden. Door ogen en oren in de wijken te hebben zien we waar activiteit ontstaat en zijn we bereikbaar als bewoners hierbij ondersteuning zoeken. We stimuleren, verbinden, faciliteren. Dit kan gaan om plaatselijke, kleine initiatieven of het faciliteren en stimuleren van landelijke acties, zoals NL-Doet. Mensen kunnen bij deze activiteit een dagje meelopen als vrijwilliger in een organisatie en zo kennismaken met deze organisatie of met vrijwilligerswerk.

Ondersteuning vindt altijd plaats op basis van wat de organisatie of het individu nodig heeft. We stimuleren mensen om mee te doen en organisaties om hun plannen handen en voeten te geven. De eigen kracht is daarbij uitgangspunt. In dorpen waar een dorpsondersteuner of zorgpunt werkzaam is, zien we die als eerste aanspreekpunt. In dorpen waar nog geen dorpsondersteuner is vervult Onis die rol, maar stimuleert initiatieven uit de gemeenschap om hier wel toe te komen.

Wat bereiken we hiermee?

We versterken hiermee bewonersinitiatieven en de samenhang in het maatschappelijk middenveld.

De sociale samenhang in de leefomgeving wordt versterkt.

1. Leefbaarheid

(11)

Zelfredzaamheid en participatie vergroten

Wat zien we?

Veel mensen willen wel deelnemen aan de maatschappij, maar weten niet goed hoe of ervaren drempels om mee te doen. Dat kan gelegen zijn in een beperking, te weinig zelfvertrouwen, een drempel ervaren om mee te doen, beperkte mobiliteit, de taal niet spreken of nieuw zijn binnen een gemeenschap.

Wat doen we?

We bieden cursussen aan binnen Cursushuis DAS. Een deel is gericht op algemene ontwikkeling, zoals talen, computer, creativiteit. Ook de vraag naar het leren van Nederlands voor mensen binnen Europa is groot. Hiermee komen mensen laagdrempelig binnen. Dit deel is kostendekkend. Een ander deel van de cursussen is gericht op persoonlijke ontwikkeling. Dit deel komt voort uit vragen over opkomen voor je zelf, rouwverwerking, zoeken naar werk. Dit deel van de cursussen is gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid. Hiervoor worden subsidiemiddelen ingezet.

Voor de doelgroep ouderen en mensen met een bewegingsbeperking is er een aanbod aan beweegactiviteiten voor ouderen: Sport en beweging voor Senioren. In dit aanbod zijn twee dingen belangrijk: beweging en daarmee werken aan de gezondheid en ontmoeten.

Een andere manier om de zelfredzaamheid te vergroten is door mensen met vergelijkbare vragen groepsgewijs zelf aan de oplossingen te laten werken. Deze werkwijze wordt gehanteerd bij het Klapperproject, waar allochtone vrouwen zelf en aan elkaar leren hun administratie op orde te houden en te budgetteren. De klapper is daarbij een hulpmiddel. Werken aan zelfredzaamheid vindt plaats door de wijze waarop activiteiten en diensten aangeboden worden. Bijvoorbeeld mensen in een isolement worden suggesties aan de hand gedaan van wat ze kunnen doen, maar ze gaan steeds zelfstandiger zaken oppakken. Het stimuleren van participatie vindt niet alleen plaats door zelf cursussen aan te bieden, maar ook door mensen te stimuleren om mee te doen aan andere activiteiten. Denk aan landelijke acties of activiteiten van vrijwilligersorganisaties.

Wat bereiken we hiermee?

Meer mensen voor wie dat niet vanzelfsprekend is gaan meedoen aan activiteiten, sport, vrijwilligerswerk. Mensen leren gaandeweg wat ze zelf kunnen en oefenen in zelf doen. Mensen in isolement of zij die nieuw zijn binnen de gemeenschap leggen contacten met anderen. Participatie en zelfredzaamheid van mensen neemt toe en het gevoel van eigenwaarde neemt toe. De afstand tot de arbeidsmarkt verkleint.

“Ik voelde me gehoord, gezien en gesteund in alles wat ik wilde weten en leren op ’t gebied van solliciteren. Vooral

’t praktische oefenen in solliciteren vond ik zeer leerzaam.”

“Cursus is zeker leerzaam, alles wordt uitgebreid behandeld.

Plaats voor eigen inbreng en veel ervaringen kun je delen. Zeker aan te bevelen’.

(Cursisten van de cursus

‘Het nieuwe solliciteren’)

(12)

Wat kost het?

Voor de inzet op het terrein van leefbaarheid bedragen de directe kosten voor

Asten: € 65.849 voor Someren: € 54.726

1. Leefbaarheid

(13)

Het werken met jongeren vraagt een zekere mate van flexibiliteit. Wat vandaag werkt, werkt morgen averechts. Daarbij verandert de leefwereld van jongeren zeer snel. Trends en ontwikkelingen volgen elkaar razendsnel op. Om het maximale rendement uit het jongerenwerk te halen is het dan ook belangrijk om resultaten en bijbehorende maatschappelijke effecten met elkaar te bespreken. Het is vervolgens aan de professionals om hier acties, interventies en

eventueel een zekere mate van ondersteuning of (start van) hulpverlening op aan te bieden.

Welzijn nieuwe stijl en de transitie jeugdzorg vragen nog meer dan voorheen een flexibiliteit van werken, waarbij de ruimte voor de professionals en ook resultaatgerichtheid hoog in het vaandel staan.

In het algemeen stelt het jongerenwerk zich ten doel:

Het jongerenwerk ondersteunt jeugd in de leeftijd van 10 tot en met 23 jaar in hun ontwikkeling om te komen tot sociaal en economisch zelfstandige burgers. Dit doet zij laagdrempelig en toegankelijk. Het jongerenwerk gaat naar de plaatsen waar jongeren zijn te vinden, scholen, vereniging en vooral ook in de buitenruimte. Risicovolle situaties krijgen extra aandacht. Ook voor dit onderdeel geldt: in de jaarverslagen beschrijven we ingezette acties, bereik van jongeren. De effecten dienen breder gemeten te worden, bijvoorbeeld: neemt de ervaren overlast af?

(14)

2. Jongerenwerk

Signalering

Wat zien we?

Ieder kind / jongere kan mogelijk ontsporen, door een onvoldoende veilige basis in de thuissituatie, echtscheiding van de ouders, eigenschappen van het kind / jongere zelf, etc.

Wat doen we?

Jongerenwerk beweegt zich daar waar de jongeren zijn. Op school, straat, in het gezin maar ook bij verenigingen, jongerencentra, eigen activiteiten en via de Maatschappelijke stage. Daarbij zoeken we vooral plaatsen op waar jongeren met een hoger risico tot ontsporen zich vaker ophouden. O.a. met de Marokkaanse gemeenschap is een goed contact.

Bij een signaal van een jongere wordt één op één contact gelegd. We gaan met de jongere zelf in gesprek. Door het kader waarin het jongerenwerk plaatsvindt ervaart de jongere dat er niet direct een

‘stempel’ op hem gezet wordt, wat maakt dat hij op basis van vertrouwen kan praten. Daarin wordt een meer volledig beeld van de situatie verkregen, waarna mogelijke actie uitgezet kan worden. Dat kan zijn een inbreng in de zorgketen of jongeren betrekken in projectmatige activiteiten. Samenwerking in netwerken zoals het ZorgAdviesTeam (ZAT), Jeugd in Beeld en het Centrum jeugd en gezin (CJG) zijn hierin belangrijke kaders.

We zullen in de nabije toekomst jongeren een mogelijkheid bieden om via internet hun vragen voor te leggen aan een medewerker. Dat biedt hen de mogelijkheid om laagdrempelig vragen te stellen.

Door deelname van Onis aan het CJG zijn er korte lijnen om goed te schakelen tussen hulpverlening als dat nodig is en algemeen jongerenwerk waar dat een uitkomst biedt. Kernpartners zijn Novadic/

Kentron, politie, Varendonckcollege, Lev, GGD, schoolmaatschappelijk werk, MEE, Oro.

Wat bereiken we hiermee?

Zien wanneer zorgelijk gedrag bij jongeren (dreigt te) ontstaan en hier actie op ondernemen.

Zoveel mogelijk vragen van jongeren in de eigen omgeving oplossen. Signaleren van ontwikkelingen en deze doorgeven aan relevante partners. Door een goede registratie deze jongeren samen met partners in beeld te krijgen.

(15)

Ontwikkelingsstimulering

Wat zien we?

Cultuuruitingen en gedrag van jeugd verandert met de tijdgeest. Nieuwe ontwikkelingen bijvoorbeeld in internet en sociale media maken ander gedrag mogelijk. Maar ook veranderend waarden- en normenpatroon grijpt in op het gedrag van jongeren. Daardoor gaan sociale vaardigheden soms achteruit. Een klein en moeilijk bereikbaar deel van de jongeren vindt uit zichzelf geen voor hen passende vrijetijdsbesteding.

Wat doen we?

Jongerenwerkers reageren op wat zij zien aan trends bij jongeren. De jeugd en haar mogelijkheden staan centraal. Niet wij bepalen wat de jeugd moet kunnen. We willen de mogelijkheden en talenten, die de jeugd heeft, stimuleren zodat ze vanuit een positief zelfbeeld actief betrokken is op de eigen ontwikkeling en op de samenleving. Jongerenwerk organiseert niet voor jongeren, maar stimuleert indien mogelijk jongeren om zelf activiteiten op te zetten. Voor sommige groepen jongeren is het wel aan de orde om een activiteitenaanbod te organiseren. Dit is het geval bij jonge mantelzorgers, kleinere kinderen, of jongeren die door een beperking niet zelfstandig kunnen organiseren. Bij jongere kinderen zullen ook de ouders betrokken worden. In 1 Hoog, het jongerencentrum in Asten, kunnen jongeren op vaste tijden terecht waarop niet alleen open inloop mogelijk is, maar ook een brede range aan voor jongeren relevante informatie te vinden is. Buurtsport is in de komende jaren een belangrijk middel om jongeren en hun ouders te bereiken. Startend in de Bloemenwijk in Asten wordt een werkwijze ontwikkeld om via sport jongeren in de buurt actief te maken.

Jongeren activeren is het uitgangspunt in het jongerencentrum 1Hoog van Onis in Asten. Daarnaast worden zelfstandige jongerencentra op aanvraag ondersteund en bezocht met een passend aanbod voor vrijwilligers.

Ontwikkelingsstimulering houdt ook in: jongeren met educatieve activiteiten informeren over zaken die met (gezond) opgroeien te maken hebben: alcohol en drugs, gezondheid, voeding, bewegen, geldzaken en (game)verslaving. De thema’s komen voort uit de projectgroep Lokaal Gezondheids Beleid en de stuurgroep Jeugd. De uitvoering vindt zoveel mogelijk plaats met inzet van jongeren, vaak stagiaires MBO en HBO. Bij kleinere projecten worden MAS-stagiaires ingezet. De jeugd in de leeftijd van de basisschool wordt bereikt via voorlichting op scholen, de middelbare schooljeugd via het aanbod van het jongerenwerk, MAS en op vindplaatsen. In de uitvoering kiest het jongerenwerk voor een methodiek en locatie die past bij de thema’s en de leeftijd van de jongeren.

De inzet van jongerenwerkers is gericht op het activeren van jongeren. Daarnaast op het contact leggen met de jongeren als basis voor signalering.

(16)

De moeder van Kelly belt op. Haar dochter doet mee aan Just4girls, een meidenactiviteit waarin elke maand en andere activiteit gedaan wordt: breien met oma’s, gezondheid, zelfverdediging. De moeder van Kelly vindt dat haar dochter hierdoor veranderd is:

ze is vrolijker, positiever, assertiever. Voor het meisje, dat op het speciaal onderwijs zit, een hele ontwikkeling.

2. Jongerenwerk

Wat bereiken we hiermee?

Geactiveerde jongeren die zelf activiteiten opzetten die aansluiten bij wat jeugd wil. Jongeren zijn geïnformeerd over relevante thema’s die met opgroeien te maken hebben. Talenten van jongeren worden benut. Jongeren kunnen deelnemen aan een passende activiteit.

(17)

Via via komt het jongerenwerk het verhaal van Anja ter ore. Anja heeft een spierziekte en is mede hierdoor teruggetrokken en verlegen. Ze heeft geen vriendinnen en vindt het moeilijk om een goede tijdsinvulling te vinden.

Er is contact gezocht met de moeder van het meisje en beiden zijn een keertje langs geweest om in het jongerencentrum te komen kijken. De jongerenwerker kent een meisje waarvan ze denkt dat Anja er wel goed mee overweg zal kunnen.

De twee zijn met elkaar in contact gebracht en samen bezoeken ze nu het jongerencentrum.

Meedoen aan de activiteiten dat is nog een te hoge drempel. De twee meiden hebben een klus gekregen, ze helpen de jongerenwerkers met het maken van flyers. Daarmee vinden ze hun plek en raken gaandeweg meer bekend met de andere jongeren die daar komen. Zo raken ze er steeds meer thuis.

Preventie

Wat zien we?

We zien jongeren die tussen de wal en het schip dreigen te raken of die in een risicovolle situatie zitten. Dat kan komen door kenmerken van de jongere zelf of door hun opgroeiomgeving. Jongeren met een beperking willen vaak niet naar een voor hen geëigende instelling, omdat ze zich niet met de betreffende doelgroep willen identificeren. Tegelijk krijgen ze geen aansluiting bij reguliere activiteiten.

Ook ouders van jongeren met een beperking hebben soms moeite om dit te accepteren.

Wat doen we?

Als we risicovolle situaties zien zoomen we specifiek in op deze jongeren en gaan hen actief benaderen (eropaf). We proberen één op één contact met hen te krijgen om op deze manier het vertrouwen te winnen. Daarmee wordt zicht verkregen op de situatie. Voordat problemen zich werkelijk manifesteren is het zaak om jongeren in beeld te hebben en samen met de ketenpartners actie te ondernemen.

Een nader te ontwikkelen taak is vooral om jongeren met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking of een gedragsproblematiek binnen reguliere activiteiten voor jongeren een plek te bezorgen. Daarbij moet aandacht zijn voor de jongeren en de beperking om deel te nemen maar ook voor de extra inspanning voor organisaties waar ze deel gaan nemen aan een activiteit. De ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht en het eigen netwerk. Voor specifieke doelgroepen wordt in afstemming met ketenpartners een training sociale vaardigheden en weerbaarheid gegeven.

Deze taak is in ontwikkeling in het kader van de transitie jeugdzorg. Omdat nog niet helder is om welke en hoeveel jongeren het gaat is de omvang van de taak nog niet aan te geven. Preventie vraagt ruimte om eropaf te gaan en vertrouwen op te bouwen vóórdat er stappen gezet kunnen worden.

Vooral in het kader van de komende decentralisatie jeugdzorg is dit voor gemeenten van belang.

Wat bereiken we hiermee?

Jongeren met een beperking worden in toenemende mate gesignaleerd en bereikt. Zij ontwikkelen een meer realistisch en positief zelfbeeld. Ze hebben voldoende ondersteuning gekregen om deel te nemen aan reguliere activiteiten en voorzieningen. Specialistische jeugdzorg wordt hiermee verminderd. Reguliere voorzieningen zijn in staat om jongeren met een beperking op te vangen.

Dit onderdeel van jongerenwerk is nadrukkelijk in ontwikkeling en zal in het kader van de transitie jeugdzorg verdere uitbouw vragen.

(18)

2. Jongerenwerk

Interventie

Wat zien we?

Jongeren op straat vertonen soms grensoverschrijdend gedrag: overlast, vandalisme enz.

Wat doen we?

Er zijn contacten met hanggroepjongeren en met de buurt waar deze groepen zich bevinden. Overlast wordt verminderd, enerzijds door inzet waarmee de feitelijke overlast verminderd wordt, anderzijds door de omgeving te ondersteunen in het omgaan met hangjongeren, waardoor de ervaren overlast vermindert. Groepen jongeren worden gestimuleerd om activiteiten te ondernemen en daarmee ook contact te leggen met hun omgeving en met relevante organisaties. Individuele jongeren uit deze groepen worden indien nodig afzonderlijk benaderd. Binnen het overleg Jeugd in Beeld heeft het jongerenwerk een signalerende rol als het gaat om ontwikkelingen in gedrag. Deze signalen worden gedeeld met de overige deelnemers aan het overleg en het jongerenwerk levert een bijdrage aan een integrale aanpak als het gaat om het veranderen van dit gedrag. Denk aan interventies op groepsniveau zoals omgaan met groepsdruk.

Wat bereiken we hiermee?

Ervaren overlast wordt verminderd. Jongeren en buurtbewoners zijn met elkaar in contact gebracht.

De relevante ketenpartners zijn op de hoogte van trends in gedrag van jongeren.

(19)

Wat kost het?

Voor de inzet op het terrein van jongerenwerk bedragen de directe kosten voor

Asten: € 49.450 voor Someren: € 46.025

(20)

3. Welzijn en zorg

3.1 Informatie, advies en burgerondersteuning

In de uitvoering van de taak informatie, advies en burgerondersteuning werken we volgens de uitgangspunten van de Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl. Klanten komen soms binnen met een eenvoudige vraag, maar daarachter ligt een heel verhaal. Een verhaal dat vaak al tot een beroep op professionele zorg heeft geleid of snel hiertoe kan leiden. Inventariseren wat nodig is en wat mensen zelf en in hun

omgeving kunnen regelen leidt dan vaak tot het verdwijnen van de behoefte aan professionele zorg en het vergroten van zelfredzaamheid.

Samen met de klant kijken we naar zijn situatie, eigen mogelijkheden en zijn netwerk en stimuleren hem om daar ook daadwerkelijk gebruik van te maken. We werken daarmee aan zijn zelfredzaamheid.

Enerzijds zien we dat mensen soms een steuntje in de rug nodig hebben in deze complexe tijd om ook daadwerkelijk mee te kunnen doen.

Anderzijds zien we dat het mensen versterkt als je een beroep op hen doet. Daarmee vergroten we de participatie.

Om niet alleen klanten te kunnen ondersteunen die met een vraag bij ons komen, maar om ook actief vragen te signaleren van mensen die deze zelf niet stellen is het belangrijk om samen met vrijwillige en professionele organisaties ogen en oren in de wijk te hebben. Goed signaleren vraagt om een open en actieve houding

(21)

Tijdens een bezoek aan een eetpunt in één van de kerkdorpen spreekt een bezoekster een medewerkster van Onis aan. ‘het gaat niet goed met mijn buurvrouw, sinds de dood van haar man komt ze steeds minder buiten en ik ben bang dat ze niet goed voor haarzelf kookt’. De medewerkster vraagt de mevrouw of ze een keer op de koffie mag komen.

Daar komt het hele verhaal op tafel: het is zo moeilijk om in je eentje actief te blijven, ze heeft er geen zin meer in. De medewerkster hoort haar aan. Na nog een bezoek, twee weken later, weet ze de mevrouw over te halen lid te worden van de KBO en mee te gaan doen aan een activiteit. Ook krijgt mevrouw een paar maanden een maaltijd aan huis, tot ze weer wat minder moe is van haar rouwperiode en weer zelf gaat koken. In de loop van de maanden heeft de medewerkster nog enkele malen telefonisch contact. De maaltijden zijn niet langer nodig, ze kookt weer zelf en gaat er wat vaker op uit.

Signaleren

Wat zien we

Veel mensen lopen vast in hun sociale leven maar trekken te laat of niet aan de bel. Daardoor stapelen problemen zich op. Kleine hobbels kunnen grote gevolgen hebben. Een slecht geordende administratie kan leiden tot schulden, een overbelaste mantelzorger kan uitvallen waardoor veel zorg nodig is. Tijdig signaleren dat er iets speelt helpt mensen om op tijd maatregelen te treffen.

Wat doen we?

We signaleren actief en systematisch. Door zelf zichtbaar te zijn in wijken en dorpen, door naar mensen toe te gaan en via sleutelfiguren en vrijwilligers. We laten zien wat we met signalen doen en koppelen terug. We benaderen mensen actief als we signalen zien of ontvangen via derden. Door onze inzet op het gebied van leefbaarheid zijn we bekend met dorpen, wijken en de organisaties die daar actief zijn.

We delen ons werk niet alleen op in inhoudelijke werkterreinen, maar koppelen ook medewerkers aan gebieden om hiermee de band met de wijken en dorpen te versterken. Hiermee werken we aanvullend op de aanwezige dorpsondersteuners of zorgsteunpunten.

Wat bereiken we hiermee?

We voorkomen dat knelpunten in het sociale leven leiden tot grote problemen door in een vroeg stadium de klant te activeren om zijn eigen situatie ter hand te nemen. Hiermee voorkomen we grotere problemen als schulden, isolement, overbelasting.

(22)

Onis stimuleert het gebruik van digitale platforms waarop vragers en aanbiedersmet elkaar in contact komen.

Hiermee worden vragen opgelost zonder inzet van voorzieningen of zorg.

Informeren en burgerondersteuning

Wat zien we?

Burgers hebben vragen over voorzieningen, regelingen, activiteiten. Regie voeren over het eigen leven wordt moeilijker als je meer kwetsbaar wordt, maar wordt ook moeilijker in een tijd dat de maatschappij in toenemende mate complex wordt. We zien dat meer mensen met vragen komen waar gaandeweg blijkt dat er sprake is van een complexe vraag en een klein netwerk.

Wat doen we?

Toegang tot de WMO vindt niet alleen plaats via de balie of telefoon van het WMO loket, maar ook via kernpartners, dorpsondersteuners, vrijwilligers en beroepskrachten. In het traject Welzijn Nieuwe Stijl hebben we gezamenlijk ons de gekantelde werkwijze eigen gemaakt. Via huisbezoeken of op kantoor wordt met de klant de vraag breed in beeld gebracht, gekeken naar eigen mogelijkheden of netwerk. Daarna komen voorzieningen in beeld. We stimuleren en ondersteunen klanten om de eigen regie over hun leven te behouden. We informeren hen over regelingen en voorzieningen. We leiden toe naar voorzieningen als dat nodig is. Jaarlijks komen per gemeente honderden mensen met kleine of grotere vragen. In Asten houdt deze taak ook in dat we daarmee de keukentafelgesprekken voeren volgens de werkwijze van de Kanteling. Onis is partner in een breder netwerk van organisaties die de toegang tot de WMO op gekantelde wijze invult en stimuleert lokale initiatieven.

Naast het bieden van informatie en toegang tot voorzieningen stimuleert Onis ook het gebruik van digitale platforms waarop vragers en aanbieders met elkaar in contact komen. Hiermee worden vragen opgelost zonder inzet van voorzieningen of zorg.

Wat bereiken we hiermee?

Burgers zijn beter in staat de eigen regie over het leven vorm te geven. Ze hebben inzicht in hun vraag of problematiek en zijn aangesproken op hun eigen kracht en netwerk. Ze zijn daarmee langer in staat zelfstandig te wonen en doen zo minder een beroep op zorg.

3. Welzijn en zorg

3.1 Informatie, advies en burgerondersteuning

(23)

Zelfstandig wonen en meedoen mogelijk maken

Wat zien we?

We zien klanten die ondersteuning nodig hebben om zelfstandig te wonen en deel te nemen aan de maatschappij. Er is een stijgende behoefte aan individuele en collectieve voorzieningen.

De middelen voor de WMO zijn beperkt en de vraag naar zorg en ondersteuning wordt groter. Door voorzieningen collectief aan te bieden wordt een besparing gerealiseerd en stimuleren we participatie en zelfredzaamheid.

Wat doen we

We organiseren collectieve voorzieningen die mensen nodig hebben om zelfstandig te wonen en mee te doen. Collectieve voorzieningen in dit kader zijn:

• Klussendienst

• Maaltijdvoorziening

• Alarmering

• Vervoersdienst (nieuw)

• Was- en strijkservice (nieuw)

• Formulierenbrigade

• Klapperproject

• Maatjesproject Voor Elkaar

• Eetpunten (Asten)

• Spreekuren nieuwkomers

Bij al deze diensten geldt: de uitvoering vindt plaats door vrijwilligers, de medewerkers van Onis doen de intake. Bij de intake wordt de situatie van de klant in de breedte onder de loep genomen en wordt niet alleen de directe vraag bekeken. Vaak betekent de vraag naar een voorziening ook dat er meer speelt. Vrijwilligers die bij mensen thuis komen hebben een signaleringstaak. Onis traint de vrijwilligers hier in. Met de omslag naar

Welzijn Nieuwe Stijl is steeds de insteek: wat kan de klant zelf of wat kan hij in zijn eigen netwerk regelen. Vrijwilligers, bijvoorbeeld van de formulierenbrigade, bekijken eerst samen met de klant of het mogelijk is dat hij zelf de formulieren invult, eventueel met ondersteuning. Zo wordt een dienst verleend maar tegelijk aan de zelfredzaamheid gewerkt.

Ander voorbeeld: bij een aanvraag voor een maaltijdvoorziening kijken we ook naar voorliggende voorzieningen zoals een eetpunt, omdat daarmee ook het sociale aspect meegenomen wordt. Collectieve diensten worden gekoppeld aan de basisvoorziening voor re-integratie, vrijwilligerswerk en diverse algemene voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning. Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt worden zo mogelijk ingezet in de collectieve diensten. De uitvoering van de diensten vindt in een aantal gevallen plaats in samenwerking met (zorg)instellingen, zoals bij de alarmering, maaltijden, was- en strijkservice. Als andere organisaties iets beter kunnen of al doen, wordt dit niet door Onis overgenomen. We werken samen met hen aan een doelmatiger en doeltreffender uitvoering van het welzijnsbeleid.

Wat bereiken we hiermee

We zorgen met de collectieve voorzieningen dat het beroep op individuele WMO voorzieningen afneemt of minder snel stijgt. Voor individuele klanten zorgen we met deze voorzieningen dat ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De sociale zelfredzaamheid neemt toe.

Bij de formulierenbrigade komt Mieke met een formulier van de gemeente. Ze is al eerder geweest om iets in te laten vullen. De vrijwilliger vraagt haar of ze zelf het formulier in wil vullen, waarbij hij meekijkt om te zien of het goed gaat. De eerste keer is nog lastig en het gaat niet zo snel, maar ze merkt dat ze al behoorlijk ver komt door goed te lezen en er even de tijd voor te nemen.

Door het zelf invullen merkt ze dat het minder moeilijk is dan ze eerst dacht en ze is tevreden over haar eigen aandeel.

Ze praat nog even door over al die papieren die ze moet bewaren. Met behulp van een map met een vaste indeling leert ze om haar papieren op orde te houden.

Nu kan ze makkelijker terugzoeken wat ze nodig heeft en raakt ze minder in de war van ‘die hele papierwinkel’.

(24)

Osman is in 2008 als vluchteling in Nederland gekomen. Bij de vestiging heeft Onis voor en met hem een aantal zaken geregeld:

het contact met de IND over de procedure, na de toestemming voor gezinshereniging de reis van vrouw en kind naar Nederland, het huurcontract en de inschrijving op school van zijn zoon. Na de eerste inburgering en het leren van het Nederlands kwamen meer alledaagse zaken aan bod. Samen met de medewerker leerde Osman hoe hij zijn financiële administratie op orde kon houden, hoe in Nederland de arbeidsmarkt in elkaar zit. Het is een leergierige man, die het liefst zelf wil snappen hoe zaken in elkaar zitten. Hij gaat inmiddels zelf naar instanties, belt zelf over vragen en onderhoudt goede contacten met de school van zijn zoontje. Het contact met Onis is nog maar heel incidenteel. Pas kwam hij nog eens langs. Niet om iets te vragen, maar om te vertellen dat hij in een arbeidstrainingstraject zit.

Maatschappelijke begeleiding

Wat zien we?

Om uiteenlopende redenen zijn mensen niet altijd in staat om hun sociale leven goed vorm te geven.

Het kan gaan om mensen die net nieuw zijn in Nederland, om mensen met een psychische problematiek, om ouderen met dementie, mensen met een licht verstandelijke handicap, schuldenproblematiek of om mensen die geïsoleerd en eenzaam zijn.

Wat doen we?

We bekijken samen met de klant hoe hij zijn leven ervaart en wat de krachten en knelpunten zijn.

We ondersteunen mensen bij het zoeken naar oplossingen, het versterken van het eigen netwerk, het omgaan met zijn problematiek en met het ontwikkelen van vaardigheden en talenten. Maatschappelijke begeleiding omvat enkele contacten tot het over langere tijd incidenteel ondersteunen. Voorbeelden zijn mensen in isolement met wie samen gekeken wordt hoe ze kunnen participeren of vluchtelingen die geleidelijk steeds beter leren hoe om te gaan met Nederlandse gewoonten. Indien er sprake is van een hulpverleningsvraag neemt Lev deze taak op zich, waarbij de hulpverlening vanuit Lev en de maatschappelijke begeleiding vanuit Onis gezamenlijk georganiseerd worden vanuit de klant.

Maatschappelijke begeleiding houdt ook in: mensen helpen gebruik te maken van collectieve voorzieningen en groepsactiviteiten. Voor sommigen is dat niet vanzelfsprekend.

Wat bereiken we hiermee?

Mensen die om wat voor reden dan ook vastlopen in hun sociale leven krijgen dit weer op de rit en gaan weer participeren. Ze hervinden hun eigen kracht en mogelijkheden.

3. Welzijn en zorg

3.1 Informatie, advies en burgerondersteuning

(25)

Hulp bij vestiging

Wat zien we

In Asten en Someren vestigen zich jaarlijks alleenstaande vluchtelingen en vluchtelingengezinnen.

Ook andere nieuwkomers zoals gezinsvormers en arbeidsmigranten vestigen zich in onze gemeenten.

Zij moeten in korte tijd de basale administratieve zaken geregeld hebben zoals huisvesting, burgerservicenummer, onderwijs, uitkering e.d.

Wat doen we?

De medewerkers van Onis weten welke zaken geregeld moeten worden. Zij maken de mensen die zich vestigen wegwijs in alle procedures en houden samen met de nieuwkomers in de gaten of aan alle vereisten voldaan is. Het gaat om het formeel regelen van zaken, om het zetten van de eerste stappen naar integratie. Vrijwilligers, begeleid door beroepskrachten nemen een deel van deze taak waar.

Wat bereiken we hiermee?

Nieuwkomers maken een goede start om hun leven in onze gemeenten op te bouwen. We voorkomen hiermee dat in een latere fase problemen ontstaan door onbekendheid met formele regelingen en wetten.

(26)

Collectief informeren

Wat zien we

We zien dat er vragen zijn die bij meerdere klanten spelen. Soms is er een maatschappelijke ontwikkeling die veel gelijksoortige vragen bij klanten tot gevolg heeft. Denk aan de crisis en het toegenomen aantal mensen met schuldenproblematiek.

Wat doen we?

We houden inzicht in de aard van de vragen die individuele klanten stellen en maken deze vragen, indien mogelijk, collectief. Inzicht in vragen van klanten leidt ook tot het opzetten van collectieve diensten (zie onderdeel 1). Door collectief informatie te verstrekken werken we efficiënter en kunnen we meer mensen bereiken die gelijke vragen hebben. Voorbeelden hiervan zijn:

Een klappergroep voor mensen die het moeilijk vinden hun administratie op orde te houden en geen schulden te maken. Een groep van partners van mensen met dementie die samen activiteiten gaan ondernemen. Een groep werkzoekenden die elkaar helpt met het opbouwen van een netwerk om werk te vinden. Allochtone vrouwen die samen met stagiaires andere allochtone vrouwen leren fietsen.

Of mensen die hun partner verloren hebben samen brengen onder begeleiding in een lotgenotengroep.

De sociale wijzer Asten Someren is op deze manier ontstaan en zal geactualiseerd worden. Deze wijzer functioneert op het niveau van Asten en Someren als een digitale sociale kaart. Ook via de website van Onis wordt veel digitale informatie gegeven.

Wat bereiken we hiermee?

Door te signaleren welke vragen veel voorkomen en hierover collectieve informatie te bieden bereiken we ook anderen die deze vragen hebben. We werken efficiënter. Mensen maken gebruik van elkaars kennis en kunde. We geven ook beleidssignalen hiermee af.

3. Welzijn en zorg

3.1 Informatie, advies en burgerondersteuning

(27)

Wat kost het?

Voor de inzet op het terrein van informatie, advies en burgerondersteuning bedragen de directe kosten voor

Asten: € 102.612 voor Someren: € 92.158

(28)

3. Welzijn en zorg

3.2 Steunpunten mantelzorg

Mantelzorgers zorgen langdurig en onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorgers zijn geen beroepsmatige zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen.

Mantelzorg is niet de alledaagse zorg voor gezinsleden, bijvoorbeeld de zorg voor een gezond kind. (bron Mezzo)

Mantelzorgers nemen enorm veel zorg op zich.

Daarmee verminderen zij de maatschappelijke behoefte aan professionele zorg. Vanuit de gemeenschap wordt dit dan ook terecht toegejuicht en bevorderd. Ook mensen met een zorgbehoefte geven vaak de voorkeur aan zorg door hun naaste boven professionele zorg. Ondersteuning van mantelzorg past daarmee binnen de doelstelling van Onis. Met ondersteuning zijn mantelzorgers beter in staat om zorg te verlenen en de behoefte aan zorg te verminderen. Mantelzorgers hebben behoefte aan goede informatie, aan emotionele steun en uitwisseling met lotgenoten, aan respijtvoorzieningen. Elke mantelzorger heeft zelf weer mensen om zich heen nodig om goed zorg te kunnen verlenen. Jonge mantelzorgers en, vanaf 2014, ook werkende mantelzorgers zijn groepen die specifiek ondersteuning krijgen.

(29)

Eén op de tien mantelzorgers geeft aan overbelast te zijn (10%), wat vergelijkbaar is met de referentiegemeenten (12%). Vrij veel mantel- zorgers in Asten maken gebruik van Mantelzorg ondersteuning. Deze ondersteuning wordt over de gehele linie positief beoordeeld.

Uit: ‘Participatie en individueel welzijn in Asten’, rapport SBGO, 2012.

Informatie collectief

Wat zien we?

Mantelzorgers zijn op zoek naar informatie: over de aandoening van hun zorgvrager, over voorzieningen, over regelingen, over manieren waarop zij de zorg die zij verlenen kunnen blijven bieden.

Wat doen we?

We bieden op diverse manieren informatie aan:

• Via de nieuwsbrief Mantelzorg met informatie, aankondigingen en verhalen.

• Vanaf 2013 zullen we ook in de perioden tussen het verschijnen van de nieuwsbrief mantelzorgers digitaal op de hoogte houden van actuele weetjes en aankondigingen

• Via de website diverse artikelen

• In voorlichtingsbijeenkomsten en themabijeenkomsten

• Via cursussen over veel voorkomende vragen of thema’s van mantelzorgers.

• Via folders

In 2013 zullen we klanten extra bevragen op hun wensen naar digitale informatievoorziening en mogelijk uitwisseling.

Wat bereiken we hiermee?

We brengen informatie voor mantelzorgers bij elkaar zodat zij zo goed mogelijk geïnformeerd en toegerust zijn en daarmee hun taak verlicht wordt. Hiermee voorkomen we dat mantelzorgers overbelast raken.

(30)

Individuele ondersteuning

Wat zien we?

Meer mantelzorgers weten de weg naar het steunpunt mantelzorg. Ze komen met praktische vragen of willen hun verhaal kwijt. Door ontwikkelingen zoals de vermaatschappelijking van de zorg maar ook de financiële krapte en daarmee verschraling van de zorg komen er steeds meer zwaarbelaste of soms overbelaste mantelzorgers. Dat zien we in de vragen die bij ons steunpunt komen.

Wat doen we?

In individuele gesprekken wordt samen met de klant bekeken wat de vraag is, wat hij daar zelf aan kan doen en welke hulp hij daar bij nodig heeft uit zijn netwerk of via voorzieningen. Het kan gaan om vragen over aandoeningen, de weg zoeken in het landschap van zorg en welzijn, vragen rondom financiën, de combinatie van werk en mantelzorg, of de meer morele of emotionele vragen. Emotionele steun biedt een uitlaatklep om de zorg beter vol te kunnen houden. De gesprekken zijn doorgaans eenmalig, soms vinden er meerdere gesprekken plaats of is er anderszins contact. Emotionele steun wordt ook georganiseerd door mantelzorgers met lotgenoten in contact te brengen. Mantel-uit-dagen zijn hier een voorbeeld van: mantelzorgers gaan op deze dagen met lotgenoten een ontspannende activiteit doen. Omdat er in toenemende mate sprake is van mensen met een beperking (psychisch, verstandelijke handicap, enz.) is er in toenemende mate ook samenwerking met zorginstellingen.

Wat bereiken we daarmee?

Mantelzorgers zijn beter in staat de regie te houden over hun leven en zorg, schakelen tijdig ondersteuning in en zijn daarmee in staat hun zorg langer te verlenen. Zij doen hierdoor minder en later een beroep op WMO/zorg.

3. Welzijn en zorg

3.2 Steunpunten mantelzorg

(31)

Waardering en bekendheid van mantelzorg

Wat zien we?

Mensen die mantelzorger worden herkennen en erkennen dit in eerste instantie vaak niet. Daarmee zijn ze zich minder bewust van hun situatie, waardoor ze minder goed gebruik maken van mogelijkheden om hun zorg zo goed mogelijk te verlenen. Ze vinden mantelzorg vanzelfsprekend.

Wat doen we?

We geven bekendheid aan het begrip mantelzorg via publicaties, uitvoeren van acties of het ondersteunen van landelijke acties, voorlichting aan plaatselijke organisaties, scholen. Met acties als de Dag van de Mantelzorg, de waarderingsactie voor mantelzorgers en de activiteiten voor jonge mantelzorgers laten we aan mantelzorgers maar ook aan hun omgeving zien dat hun werk belangrijk is en gewaardeerd wordt.

Wat bereiken we hiermee?

Het begrip mantelzorg is bekend en mantelzorgers zien tijdig dat zij mantelzorg verlenen. De omgeving van de mantelzorger ziet dat deze persoon mantelzorg verleent en ondersteunt en waardeert hem daarin. De mantelzorger zal tijdig gebruik maken van voorzieningen. De verhouding tussen draagkracht en draaglast wordt daarmee meer in balans gebracht.

(32)

Dhr.P. is mantelzorger.

Door de zorg voor zijn vrouw, die dementerend is, komt hij er niet meer aan toe om zo nu en dan tijd voor zichzelf te nemen. Ook als zijn vrouw opgenomen wordt is hij veel tijd in het verpleeghuis te vinden en blijft zijn vrouw zijn grootste zorg. Hij denkt niet zo na over het gegeven dat hij mantelzorger is. Dan krijgen we via ons netwerk het aanbod dat 25 mantelzorgers uit Asten en Someren gratis naar een theatervoorstelling in Eindhoven mogen gaan.

Aanleiding om meneer P. nog eens te bellen en te horen hoe het met hem gaat. Dat telefoontje doet hem de stap zetten om toch mee te gaan, hij is tenslotte mantelzorger.

De voorstelling is een succes en hij besluit om ook mee te gaan met enkele ‘mantel- uit-dagen’, waarop hij lotgenoten ontmoet.

Bij deze bijeenkomsten krijgt hij aandacht voor zichzelf, voor zijn inzet, zijn zorgen. Inmiddels heeft hij ook contact gelegd met een andere mantelzorger, die hij tegenkwam bij het bezoeken van zijn vrouw.

Kleine stappen met grote gevolgen.

Mantelzorgers in beeld

Wat zien we?

Mantelzorgers vormen een steeds wisselende groep: sommigen verlenen een levenlang zorg, voor anderen is het een kwestie van enkele maanden of jaren. Het vereist daarom constante aandacht om deze groep actueel in beeld te houden en nieuwe mantelzorgers te bereiken.

Wat doen we?

We hebben in ons bestand de mantelzorgers die bij het steunpunt bekend zijn: zowel de mantelzorgers die de nieuwsbrief ontvangen als anderen. Via onze samenwerkingspartners zoals zorgaanbieders, WMO-loketten, vrijwilligersorganisaties gaan we meer inzicht verwerven in de groep mantelzorg en deze beter in beeld brengen. Ook verzamelen we informatie over mantelzorgvragen van niet- geregistreerde mantelzorgers. Via de MAS en het jongerenwerk komen jonge mantelzorgers in beeld.

Wat bereiken we hiermee?

We hebben ook mantelzorgers in beeld en weten hen te bereiken. We maken hiermee beter inzichtelijk hoeveel mantelzorgers er in de gemeenten zijn en welke vragen zij hebben. Daarmee bieden we input aan de gemeente voor het beleid dat gericht is op mantelzorg en kunnen we zelf anticiperen op de vragen van mantelzorgers.

3. Welzijn en zorg

3.2 Steunpunten mantelzorg

(33)

Respijtzorg

Wat zien we?

Veel mantelzorgers dreigen overbelast te raken. Zij vinden het moeilijk om de zorg tijdelijk over te dragen omdat zij hiervoor niet de mogelijkheden weten of een drempel ervaren om dit te doen.

Respijtzorg omvat de zorg door vrijwilligers of professionals waarmee de zorg van de mantelzorger voor een deel of tijdelijk wordt overgenomen.

Wat doen we?

We bieden collectieve voorzieningen waarmee de mantelzorger tijdelijk ontlast wordt: het maatjesproject, een activiteit voor mensen met dementie en hun partners of activiteiten voor jonge mantelzorgers. We stimuleren mensen om indien nodig gebruik te maken van respijtvoorzieningen door hen goed te informeren over mogelijkheden (lokaal, regionaal, landelijk) en samen met de klant te onderzoeken wat mogelijk is.

Wat bereiken we hiermee?

Mantelzorgers wordt even de last van de zorg ontnomen, waardoor zij langer de zorg kunnen bieden.

Ze krijgen de kans geboden voor een moment voor zichzelf. Hiermee vergroten we de draagkracht van de mantelzorger.

(34)

Verbinden en versterken van informele en formele zorg

Wat zien we?

Op instellingsniveau en op klantniveau zien we dat de samenwerking tussen informele zorg en formele zorg niet optimaal is. Grote zorgaanbieders en kleine lokale initiatieven komen elkaar nauwelijks tegen en werken nog onvoldoende samen. Bij de individuele klant waar zowel de professionele verzorger als de vrijwilliger en of de mantelzorg over de vloer komt, is winst te halen in de afstemming. Zorgvragers vinden het vaak moeilijk om hun wensen en mogelijkheden goed kenbaar te maken.

Wat doen we?

Op lokaal niveau verbinden we organisaties door overleg met ketenpartners. De werkgroep Mantelzorg speelt hier een actieve rol in. In toenemende mate stemmen we af en werken we samen met ketenpartners in de zorg en met vrijwilligersorganisaties. We onderhouden het netwerk dat we rondom dementie hebben opgebouwd in het Regionaal dementie ondersteuningsnetwerk Samen voor Dementie. Op individueel niveau geven we zorgvragers handvatten over de goede afstemming tussen zorg en mantelzorg. Organisaties die informele zorg leveren worden op vraag ondersteund.

Wat bereiken we hiermee?

Informele en formele zorg sluiten goed op elkaar aan, zodat enerzijds informele zorg goed ingezet kan blijven worden en mantelzorgers niet overbelast worden. Anderzijds wordt formele zorg niet meer dan nodig ingezet.

3. Welzijn en zorg

3.2 Steunpunten mantelzorg

(35)

Wat kost het?

Voor de inzet op het terrein van mantelzorg bedragen de directe kosten

voor Asten: € 24.477 voor Someren: € 24.477

(36)

3. Welzijn en zorg 3.3 Vrijwilligerscentrale

Vrijwilligerswerk is de afgelopen jaren niet minder geworden, maar wel veranderd. De Vrijwilligerscentrale krijgt steeds vaker te maken met vrijwilligerswerk dat niet meer altijd helemaal vrijwillig is. Denk hierbij aan de maatschappelijke stage en stimulering van inzet van mensen met een uitkering. We noemen dit ‘geleid vrijwilligerswerk’.

De Vrijwilligerscentrale gaat echter steeds uit van de eigen kracht van mensen en streeft naar inzet van mensen op een wijze die recht doet aan kwaliteit en wens van de kandidaat- vrijwilliger en de vrijwilliger die reeds actief is. Wanneer iemand doet waar hij goed in is, wordt vrijwilligerswerk duurzaam voor het individu en voor de samenleving.

De Vrijwilligerscentrale richt zich op alle sectoren waarin vrijwilligerswerk een belangrijke pijler is: niet alleen zorg en welzijn, maar ook sport, cultuur, onderwijs. Wij vinden dat ook in deze sectoren de inzet van vrijwilligers aandacht verdient.

(37)

Bij de Vrijwilligerscentrale meldt zich een jonge vrouw van 32 jaar, die vanaf haar 17e in het leger heeft gezeten. Ze is gewend orders op te vol- gen en heeft zich prima staande weten te houden in de mannenwereld van defensie. Sinds een half jaar is ze thuis en niet meer actief in het leger.

Ze woont samen en heeft weinig contacten in de eigen omgeving. Ze geeft aan het erg moeilijk te vinden contact te leggen met mensen en is vooral zoekende naar een plek in de burgersamenleving.

Ze wil graag vrijwilliger- swerk doen. We zoeken naar een plek waar ze korte contacten heeft, zodat ze kan oefenen in het leggen van nieuwe contacten en ze kan aan de slag bij de buurtbus.

Daar moet ze op tijd rijden en hoeft ze zelf niet na te denken. Ze heeft veel korte contacten op een dag en kan, onder begeleiding van de vri- jwilligers van de buurt- bus, aan de slag. Na een paar weken meldt zij zich opnieuw. Ze vindt het moeilijk en het blijkt dat er heel veel speelt waar ze nog geen raad mee weet. Verwerking van

Verbinden

Wat zien we?

Er zijn mensen die vrijwilligerswerk zoeken en er zijn organisaties die vrijwilligers zoeken. Die twee komen niet altijd op eigen kracht bij elkaar. Veel van het werk wat binnen een organisatie gedaan moet worden, wordt niet in de vorm van een vacature uitgezet, maar men zoekt naar oplossingen om dit werk gedaan te krijgen. Organisaties zijn op zoek naar kennis om hun organisatie goed vorm te geven en het werk goed te organiseren. En niet iedere vrijwilliger is geschikt om een standaard taak binnen een organisatie uit te voeren.

Wat doen we?

Als maatschappelijk makelaar bemiddelen we kandidaat-vrijwilligers naar een goede vrijwilligersplek, ongeacht leeftijd of achtergrond. Mensen die niet op eigen kracht een passende vrijwilligersplek vinden, omdat ze niet goed weten wat ze willen, een beperking hebben of onvoldoende kennis van wat er mogelijk is, schenken we extra aandacht. Met hen zoeken we niet alleen binnen de bestaande vacatures, maar gebruiken we ook onze kennis van de vrijwilligersorganisaties. Ook kijken we naar de vraag achter de vraag. Wat is de werkelijke motivatie om vrijwilligerswerk te willen doen? Niet altijd is de inzet als vrijwilliger het antwoord op de vraag van de klant. We versterken vrijwilligersorganisaties om zelf beter in staat te zijn hun werkzaamheden met vrijwilligers te organiseren, waardoor zij beter in staat zijn om vrijwilligers te werven en aan zich te binden. We brengen vrijwilligersorganisaties onderling met elkaar in contact of met bedrijven of onderwijs. Hierdoor kunnen ze ervaringen en kennis uitwisselen. Hierdoor wordt het verband tussen formele en informele zorg versterkt.

Wat bereiken we hiermee?

Met deze inzet willen we bereiken dat vrijwillige inzet toeneemt en mensen op de voor hen geschikte plek zitten. Daarnaast dat organisaties hun doelstellingen beter kunnen bereiken door de inzet van vrijwilligers.

(38)

verlies van haar baan, verwerking van ervarin- gen in de oorlog waar ze gediend heeft, leren als vrouw een plek te vinden in onze samenlev- ing, eigen ritme opbou- wen. In overleg met haar neem ik, tijdens het gesprek, contact op met maatschappelijk werk.

Een aantal maanden later vertelt ze dat de maatschappelijk werker samen met haar aan de slag is gegaan haar plek in onze burgersamenlev- ing weer te hervinden.

Dat vrijwilligerswerk komt later wel.

Vertalen

Wat zien we?

We zien maatschappelijke ontwikkelingen die voor vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties van belang zijn. Bijvoorbeeld:

• verschraling in de zorg

• toenemende armoede en schulden

• grotere werkloosheid

• meer vragen naar vrijwilligerswerk als zinvolle dagbesteding

• meer behoefte aan projectmatig vrijwilligerswerk.

Wat doen we?

De Vrijwilligerscentrale vertaalt deze vragen naar de praktijk. Dat betekent:

• deze signalen aan de orde stellen bij vrijwilligersorganisaties;

• deze signalen aan de orde stellen bij de gemeente;

• deze signalen vertalen in projecten. Voorbeelden hiervan zijn:

armoedeproject waar o.a. de formulierenbrigade uit voortgekomen is, maatjesproject Voor Elkaar.

Wat bereiken we hiermee?

De Vrijwilligerscentrale zorgt dat het vrijwilligerswerk en de Vrijwilligerscentrale toegerust blijven ook onder veranderende omstandigheden.

3. Welzijn en zorg

3.3 Vrijwilligerscentrale

(39)

De Vrijwilligerscentrale wordt gebeld door een vereniging die twee jaar geleden een workshop volgde m.b.t. werving van leden en vrijwil- ligers. Tijdens de work- shop kwam het knelpunt op tafel: jongeren ver- lieten op een bepaalde leeftijd de vereniging.

De opdracht aan henzelf was deze jongeren bin- nen te houden. Tijdens dezelfde workshop kreeg de vereniging het advies: stap uit je oude denken van werven en werf vanuit de wensen van deze jonge mensen.

Laat hen meedenken en stel jezelf de vraag:

wat moet de vereniging doen om aan die wens te voldoen. Maak vervol- gens een plan en voer dit plan uit. Het bestuur van de verenging is met deze twee adviezen aan de slag gegaan en dit is succesvol verlopen. Het plan werd uitgeschreven en ieder voerde het plan ook uit. Ze ontwikkelden een a-b-c methode die kinderen de kans gaf om te groeien. Dat sprak hen aan. Jongeren die eerder afhaakten, bleven actief binnen de vereni- ging omdat de nieuwe methode aansloot bij de leeftijd en wensen van de jongeren.

Versterken

Wat zien we?

Vrijwilligersorganisaties moeten vaak op veel gebieden kennis van zaken hebben. Denk aan financiële organisatie, veiligheid, omgaan met klanten met een beperking, aansturen van vrijwilligers. Er zijn veel vragen en er is veel kennis aanwezig bij de verschillende organisaties. Verder zien we vrijwilligers die veel in contact komen met (kwetsbare) mensen en veel kunnen signaleren, maar niet altijd weten wat ze met signalen aan moeten.

Wat doen we?

De Vrijwilligerscentrale adviseert individuele organisaties op aanvraag. Deze adviezen vinden plaats in een eenmalig contact of een traject van enkele bijeenkomsten. Als een vraag bij meerdere organisaties voorkomt organiseert de Vrijwilligerscentrale een themabijeenkomst. Daarbij maken we steeds meer gebruik van kennis die al bij organisaties aanwezig is. We faciliteren dat informatie gedeeld en uitgewisseld wordt en dat mensen kunnen leren van elkaars deskundigheid en ervaringen. Dit kan door bijeenkomsten met uitwisseling te organiseren (Vrijwilligerscollege) of door digitale platforms.

We versterken vrijwilligersorganisaties ook door de signaleringsfunctie van vrijwilligers te versterken. Dit kan variëren van signalen van eenzaamheid tot analfabetisme, seksueel geweld of pestgedrag. Door met vrijwilligersorganisaties het gesprek hierover aan te gaan en hen (beschikbare) handreikingen aan te bieden, zorgen we dat vrijwilligers niet alleen zaken signaleren maar hier ook naar handelen.

De Vrijwilligerscentrale zet daarmee onderwerpen op de agenda van vrijwilligersorganisaties die direct te maken hebben met kwetsbare burgers. Eén daarvan is het onderwerp veiligheid en vertrouwen (met daarbij expliciet aandacht voor seksueel misbruik) binnen het vrijwilligerswerk. Dit wordt bespreekbaar gemaakt en we bieden handreikingen voor preventie en aanpak binnen de organisaties.

In Someren faciliteert Onis de gemeenschapshuizen met het voeren van de financiële administratie.

Wat bereiken we hiermee?

Met deze inzet zorgen we ervoor dat vrijwilligersorganisaties voldoende kennis hebben om de inzet van vrijwilligers goed vorm te kunnen geven. Ook zorgen we dat vrijwilligers eerder problemen signaleren en weten wat ze met deze signalen kunnen doen.

(40)

Verbreiden

Wat zien we?

Vrijwilligerswerk is steeds meer bekend en gewaardeerd en we willen graag dat het nog beter bekend wordt. Te vaak denken mensen bij vrijwilligerswerk alleen aan koffie schenken of denken ze niet geschikt te zijn voor vrijwilligerswerk.

We kunnen veel basale voorzieningen zoals sport en zorg niet meer realiseren zonder vrijwilligers.

Wat doen we?

We brengen vrijwilligerswerk onder de aandacht door waarderingsacties, het laten zien van goede voorbeelden en het stimuleren en faciliteren van zaken als NL doet, Burendag, Nationale Sportdag enz. We verzamelen signalen waarmee de gemeente succesvol hun waardering voor vrijwilligers kan laten blijken. De Vrijwilligerscentrale zorgt voor verbreiding door blijvend te publiceren over vrijwilligerswerk. Verschillende mensen vragen verschillende marketinginstrumenten. Daarbij denken we aan lokale media, website, informatiestands, social media, folders, posters etc.

Wat bereiken we hiermee?

Met deze inzet zorgen we ervoor dat vrijwilligerswerk blijvend op de kaart wordt gezet en dat vrijwilligers waardering krijgen voor hun werk. Vrijwillige inzet blijft hiermee op peil.

3. Welzijn en zorg

3.3 Vrijwilligerscentrale

(41)

Verankering

Wat zien we?

Het is belangrijk de kwaliteit en effectiviteit van de Vrijwilligerscentrale hoog te houden.

Ook de borging van nieuwe taken vraagt aandacht.

Wat doen we?

De Vrijwilligerscentrale is in het bezit van het keurmerk NOV (Vereniging van Nederlandse organisaties vrijwilligerswerk) en draagt er zorg voor dat dit behouden blijft. Hiermee wordt het werk verankerd.

Dit vraagt om methodiekbeschrijving en het vastleggen van procedures, maar ook om het meten van tevredenheid. De komende jaren wordt extra ingezet op het zichtbaar maken van de effecten van het werk.

Wat bereiken we hiermee?

Hiermee zorgen we ervoor dat de aanwezige kennis overdraagbaar is en dat er zicht is en blijft op de kwaliteit van het werk.

(42)

Uitvoering functie MAS-makelaar

Wat zien we?

Scholieren zijn verplicht om een maatschap- pelijke stage uit te voeren om hen kennis te laten maken met vrijwilligerswerk. Niet alle jongeren vinden op eigen kracht een plek en niet alle organisaties zijn toegerust om een goede stageplek te bieden.

Wat doen we?

De Vrijwilligerscentrale voert de functie van MAS- makelaar uit. Daarover is overeenstemming bereikt met gemeenten en Varendonck- College. Hieraan geven we invulling door de volgende taken uit te voeren:

• De MAS-makelaar informeert jongeren, leraren en ouders over wat de MAS inhoudt en op welke wijze de leerlingen een stageplaats kunnen vinden. De voorlichting is informatief maar ook bedoeld

om de jongeren te stimuleren.

• Vrijwilligersorganisaties worden benaderd om hen te stimuleren om MAS-vacatures aan te bieden. De makelaar helpt hen bij het opstellen van een passend pakket voor een MAS-stage en bij het goed omgaan met de jongeren.

• De Vrijwilligerscentrale houdt een overzicht bij van vacatures waar de leerlingen hun MAS-stage uit kunnen zoeken.

• Het grootste deel van de leerlingen vindt met deze hulpmiddelen zelfstandig een stageplaats. Voor ongeveer 30 % van de leerlingen is dit lastiger. Voor deze groep bemiddelt de makelaar. Ook worden er groepsprojecten uitgevoerd waarin leerlingen hun MAS uit kunnen voeren.

• De makelaar heeft materiaal ontwikkeld en past dit jaarlijks aan (informatie, MAS-map, certificaat)

• De makelaar evalueert de uitvoering van de MAS jaarlijks.

• De makelaar draagt zorg voor aansluiting bij landelijke ontwikkelingen en informatie.

De functie van MAS-makelaar wordt in de uitvoering gecombineerd met het

jongerenwerk, wat beide versterkt.

Wat bereiken we hiermee?

Met deze inzet bereiken we dat de leerlingen van het voortgezet onderwijs, wonende in Asten en Someren, een geschikte maatschappelijke stage uitvoeren en zich meer bewust worden van wat vrijwilligerswerk inhoudt en betekent voor de samenleving. Daarnaast dat op kleine schaal de jongeren zich, vaak binnen hun eigen vereniging, inzetten als vrijwilliger.

Ook zetten we ons in om organisaties beter toe te rusten om het vrijwilligerswerk zodanig aan te bieden dat het past bij de hedendaagse jonge vrijwilliger.

3. Welzijn en zorg

3.3 Vrijwilligerscentrale

(43)

Wat kost het?

Voor de inzet op het terrein van de Vrijwilligers-centrale bedragen de directe kosten

voor Asten: € 36.939 voor Someren: € 46.192

Voor de MAS geldt een aparte financierings-stroom. De middelen hiervoor bedragen:

voor Asten: € 11.275 voor Someren: € 16.536,-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Doelen en opgaven dragen bij aan Breda als Centrumstad binnen het netwerk van Brabant stad (met internationale verbindingen voor Brabant) – verstedelijkingsagenda B5. • Doelen

Alle daders en slachtoffers die bekend zijn bij het steunpunt huiselijk geweld hebben een integraal plan van aanpak waarvan de uitvoering is gevolgd en gecoördineerd...

Inmiddels hebben wij vastgesteld dat de ingediende offerte volledig voldoet aan de door u gestelde financiële kaders.. De offerte is voor u ter

Zonder vertrouwen is er geen geloof, ze zijn bijna synoniem?. De overtuiging dat er Iemand is die over ons waakt en dat het leven en de liefde altijd sterker zijn, maakt ons

Hoe beoordeelt u het aantal meldingen dat door scholen wordt gedaan van signalen van radicalisering, namelijk: in het schooljaar 2017/2018 slechts één melding in het basisonderwijs

De boom heeft een hoge weerstand tegen wind, kan zeer goed langs de kust toegepast worden, is uitste- kend bestand tegen kanker en redelijk tot goed bestand tegen andere

Responsible disclosure binnen de ICT-wereld is het op een verantwoorde wijze en in gezamenlijkheid tussen melder en organisatie openbaar maken van ICT-kwetsbaarheden op basis van

Ten spyte van hewige teenkanting en grondige bewyse dat dit nie in die beste belang van skole en leerders is nie, het president Ramaphosa op 23 Julie aangekondig dat openbare