25973 - Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - Tongelsbos te Westerlo 1 Vlaams Ministerie
van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie
Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - Tongelsbos te Westerlo
Hoofdstructuur bubao Instellingsnummer 25973
Instelling Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - Tongelsbos
directeur Gunther DE PRAITERE
adres Bosstraat 2 - 2260 WESTERLO
telefoon 014-53.81.82
fax 014-53.81.84
e-mail blo@tongelsbos.be
website/URL www.tongelsbos.be
Bestuur van de instelling 972463 - VZW Oosterbos
adres Oevelse dreef 18 A - 2260 WESTERLO
Scholengemeenschap 0
adres -
CLB 114975 - Vrij CLB Kempen te TURNHOUT
adres Korte Begijnenstraat 18 - 2300 TURNHOUT
Dagen van het opvolgingsbezoek 22/02/2013 Einddatum van het opvolgingsbezoek 22/02/2013 Datum bespreking verslag met de instelling 13/03/2013
Samenstelling inspectieteam
Inspecteur-verslaggever Lydia Loquet Teamleden Dirk Lambrechts
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING ... 3 HISTORIEK ... 5 1.
TE REMEDIEREN TEKORTEN ... 5 2.
ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD? ... 5 3.
3.1 leren leren ... 5 3.2 wiskunde - wiskunde: functioneel rekenen - wiskundige initiatie ... 6 ADVIES ... 7 4.
REGELING VOOR HET VERVOLG ... 7 5.
25973 - Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - Tongelsbos te Westerlo 3
INLEIDING
Dit verslag is het resultaat van de opvolgingsdoorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe.
Als een instelling bij een doorlichting een beperkt gunstig advies kreeg, volgt na de periode, vermeld in het advies, een opvolgingsdoorlichting. Tijdens een opvolgingsdoorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de bij de voorgaande doorlichting vastgestelde tekortkomingen voldoende werden geremedieerd.
Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een (opvolgings)doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output:
• context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren
• input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling
• proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input
• output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt.
Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be.
Tijdens het opvolgingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten.
De opvolgingsdoorlichting resulteert in een opvolgingsverslag dat bestaat uit een concluderend gedeelte en een advies.
Het concluderende gedeelte omvat de conclusies van de opvolging.
Het opvolgingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan twee adviezen uitbrengen:
• een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen
• een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten.
Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken.
Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad.
Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen.
De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
1Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).
Meer informatie?
www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
25973 - Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - Tongelsbos te Westerlo 5 Omwille van
leren leren De handelingsplanning is onvoldoende gericht op het intentioneel en doelmatig selecteren en nastreven van de ontwikkelingsdoelen voor leren leren op het niveau van de leerlingengroep of van de individuele leerling.
wiskunde -
wiskunde: functioneel rekenen - wiskundige initiatie
De handelingsplanning is onvoldoende gericht op het intentioneel en doelmatig selecteren en nastreven van de ontwikkelingsdoelen voor wiskunde op het niveau van de leerlingengroep of van de individuele leerling.
HISTORIEK 1.
Het vorige doorlichtingsbezoek vond plaats van 02/02/2010 tot 04/02/2010 en werd afgesloten met een beperkt gunstig advies. Vanaf 01/09/2012 moet de instelling kunnen aantonen dat de tekorten die aan de basis lagen van dit advies, in voldoende mate werden geremedieerd. Dit verslag beschrijft in welke mate de instelling daarin is geslaagd.
TE REMEDIEREN TEKORTEN 2.
ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD?
3.
3.1 leren leren
Voldoet Motivering
• De school investeerde vanuit een sterk pedagogisch beleid in een gelijkgerichte typegebonden visie voor type 1 en 8. Om het team vaardiger te maken in het proces van handelingsplanning, het handelingsplanmatig werken en het vertrekken vanuit de typegebonden ontwikkelingsdoelen om het aanbod aan te sturen, werden tal van initiatieven opgezet.
• Om de tekorten weg te werken liet de school zich ondersteunen door de pedagogische begeleiding van het eigen onderwijsnet en werd een professionaliseringstraject opgestart. Een werkgroep werkte samen met het team een visie, een functionele leerlijn en een bundel van eigen gemaakte materialen voor de beide types uit. ‘Leren leren’ komt cursorisch of geïntegreerd aan bod, op maat van de groep of van de individuele leerling.
• In de groepshandelingsplannen komt de beeldvorming volgens de structuur van de ontwikkelingsdoelen tot stand. Specifieke aandachtspunten van de kinderen worden in kaart gebracht. Vanuit haar eigen ontwikkelingstraject besliste de school om voor de voorbereidingsfase te werken met bouwstenen voor
‘leren leren’ en goede leerhoudingen. De school koppelde de ontwikkelingsdoelen aan deze verschillende bouwstenen en werkte op basis hiervan een leerlijn uit. De doelen ‘leren leren’ worden tevens geïntegreerd in de andere leergebieden.
• Voor de coaching van de teamleden binnen de uitvoeringsfase ligt het accent op het hanteren van werkvormen voor actief, leergebiedoverschrijdend en functioneel leren binnen een uitdagend en stimulerend leerklimaat. Via toonmomenten wordt de verworven interne deskundigheid op personeelsvergaderingen gemultipliceerd. Dit ‘leren en delen van en met elkaar’ creëert een positieve dynamiek in de school en een grote bereidheid om samen te werken. Er is een grote aandacht voor visualisaties, eenvormigheid van slogans en pictogrammen.
• Een syntheserapport met de huidige stand van zaken voor ‘leren leren’ vormde recent de aanleiding tot zelfreflectie met het hele schoolteam. Een goede mediatiestijl hanteren is een blijvend aandachtspunt.
• Momenteel beseft het team dat er nog werk is aan het verder uitbouwen en implementeren van een visie op breed en/of alternatief evalueren. Ook voor de rapportering van ‘leren leren’ zijn er nog kansen om beter af te stemmen op de vernieuwde aanpak.
3.2 wiskunde - wiskunde: functioneel rekenen - wiskundige initiatie
Voldoet Motivering
• Om het tekort weg te werken investeerde de school vanuit een sterk pedagogisch beleid prioritair in het uitbouwen van een gelijkgerichte typegebonden visie. Om het team vaardiger te maken in het proces van handelingsplanning, het handelingsplanmatig werken en het vertrekken vanuit de uitgangspunten van de ontwikkelingsdoelen om het leeraanbod aan te sturen, werden initiatieven voor professionalisering opgezet. Hierbij liet de school zich ondersteunen door de pedagogische begeleiding van het eigen onderwijsnet. Ook voor ‘actief leren’ en ‘functionele wiskunde’ werd een nascholingsaanbod voorzien.
• De beeldvorming werd verder uitgewerkt. Ook metend rekenen en probleemoplossende vaardigheden werden opgenomen in de beeldvorming, zodat er nu aandacht is voor alle domeinen van wiskunde.
• Een werkgroep ontwikkelde samen met het team leerlijnen wiskunde voor type 1 en type 8. De eindtermen (voor type 8) werden geïntegreerd in de leerlijn. Op basis van deze leerlijn maken de leerkrachten een doelenselectie.
• In de voorbereidingsfase heeft de school sterke aandacht voor de gelijkgerichtheid. De additionele hulp wordt ter ondersteuning ingeschakeld in functie van de geselecteerde doelen.
• De school stapte deels af van het systeem van homogene ‘rekengroepen’. Wiskunde wordt meer geïntegreerd in de groepen aangeboden vooral in de bovenbouw. Dit zorgt voor een grotere horizontale samenhang van wiskunde met de andere leergebieden.
• Het aanbod vanuit het leerpakket werd gescreend op basis van de ontwikkelingsdoelen. Leerinhouden die niet aansluiten op de ontwikkelingsdoelen worden geschrapt.
• Voor metend rekenen investeerde de school in nieuwe materialen die functioneel rekenen ondersteunen. De leerkrachten gebruiken deze materialen op een doelgerichte manier, ze ondersteunen het leerproces van de kinderen. Leerkrachten gebruiken de naaste omgeving om het onderricht meer werkelijkheidsgericht te maken. Opvallend is de toegenomen aandacht voor visualisaties in alle klaslokalen.
• De aanpak en de organisatie van het kloklezen en de leeractiviteiten in het kader van het tijdsbegrip blijven momenteel nog discussiepunten binnen het team. De school wil dit werkpunt op korte termijn aanpakken.
• In de evaluatiefase worden procesevaluaties opgenomen in de groepshandelingsplannen.
• Naast het gebruik van genormeerde en eigen toetsen worden verschillende meer alternatieve evaluatievormen gestimuleerd zoals onder meer het noteren van observaties. Momenteel is er nog maar weinig eenvormigheid in het team wat betreft het evalueren. De school beseft dit terdege en is zoekend om haar evaluatiepraktijk te optimaliseren.
• Een syntheserapport met de huidige stand van zaken voor wiskunde vormde recent de aanleiding tot een zelfkritische reflectie rond de zin van automatisatie en over ‘Hoe functioneel is mijn wiskunde nu?’.
De school toont hiermee aan dat zij acties onderneemt in het kader van kwaliteitszorg om de eigen onderwijskwaliteit te verbeteren.
25973 - Vrije Lagere School voor Buitengewoon Onderwijs - Tongelsbos te Westerlo 7
ADVIES 4.
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning van de tekorten zoals vermeld in punt 2 van dit verslag
REGELING VOOR HET VERVOLG 5.
Nihil
Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Lydia Loquet
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling:
Voor kennisname
Het bestuur of zijn gemandateerde
Naam:
GUNSTIG
voor alle structuuronderdelen, . voor alle structuuronderdelen.