Vraag nr. 212 van 19 mei 2000
van de heer GILBERT VAN BAELEN Stookolietanks – Lekdichtheidsverzekering
Tegen uiterlijk 1 augustus 2000 zal er een informa-tiepunt worden opgericht waar de particuliere ge-bruikers terechtkunnen voor informatie over het f i n a n c i e r i n g s- en verzekeringsmechanisme dat wordt opgericht om de kosten te dekken ten gevol-ge van lekkende stookolietanks. De kosten voor sa-nering van de bodem en voor tankreiniging kunnen immers hoog oplopen.
Betreffende de verzekering van de stookolietanks had ik nog enkele vragen.
1. Wordt er een verplichte verzekering tegen lek-ken ingesteld ?
2. Hoe wordt het fonds gefinancierd, door de eige-naars van de stookolietanks, door de petroleum-sector, door de overheid ?
3. Wordt er een onderscheid gemaakt tussen de recente en de oudere stookolietanks ?
4. Wordt er een onderscheid gemaakt tussen bo-vengrondse en ondergrondse tanks ?
Antwoord
1. De verzekeringsproblematiek is een aangele-genheid die tot de bevoegdheid behoort van de federale overheid. Het gewest is bijgevolg niet bevoegd om een verzekeringsplicht terzake op te leggen.
Wel bevat het ontwerp van milieuovereenkomst "gasolietanks voor de verwarming van gebou-wen" (verder MBO genoemd) het vrijwillig en-gagement van de organisaties om mee te wer-ken aan de uitbouw van een financierings- en verzekeringsmechanisme ter dekking van de kosten "voor de sanering van verontreinigingen veroorzaakt door een tank, voor de sanering van de grond rondom de tank en voor tankclea-n i tankclea-n g " . De MBO bepaalt tankclea-niet hoe dit mechatankclea-nis- mechanis-me er precies moet uitzien. De stookoliesector is op dit ogenblik diverse alternatieven aan het b e s t u d e r e n . Een verzekering (al dan niet ver-plicht) is hierbij een van de opties.
2. Zoals reeds op de eerste deelvraag werd geant-w o o r d , hebben de bedoelde organisaties het
vrijwillig engagement aangegaan mee te werken aan de uitbouw van een financierings- en verze-keringsmechanisme.
De procedure tot definitieve goedkeuring van deze MBO is nog lopende. De concrete uitbouw van bedoeld mechanisme is dan ook nog niet af-g e r o n d , zodat vooralsnoaf-g af-geen duidelijkheid be-staat over de wijze waarop de financiering zal gebeuren.
De overheid zal in elk geval niet financieel aan het fonds bijdragen.
3. Het engagement van de organisaties slaat, o v e r-eenkomstig het toepassingsgebied van de MBO, op de bestaande gasolietanks die de eerste maal zijn gevuld vóór 1 augustus 1995. Op 1 augustus 1995 zijn immers de betrokken V l a r e m - v o o r-schriften in werking getreden, zodat de nadien geïnstalleerde tanks geacht zijn aan deze voor-schriften te voldoen.
In de MBO is echter wel expliciet bepaald dat de regeling ook kan worden uitgebreid tot de nieuwere tanks.
4. Het engagement van de organisaties met be-trekking tot het financierings- en verzekerings-mechanisme maakt geen onderscheid tussen bo-vengrondse en ondergrondse tanks. Dit sluit ui-teraard niet uit dat de modaliteiten wel verschil-lend kunnen zijn naargelang het gaat om boven-grondse of onderboven-grondse tanks.