Vraag nr. 87
van 16 februari 2005 van de heer PAUL WILLE
Vereffening Gimvindus – Stand van zaken
Enkele jaren geleden werd beslist om de NV Gimvindus te vereffenen. Sedertdien zijn verschil-lende vereffeningsactiviteiten gebeurd.
1. Hoeveel middelen zijn er nog beschikbaar op dit ogenblik ?
2. Wat is de exacte verhouding ten opzichte van het Vlaams Gewest (schuldeiser-schuldenaar, …) in kapitaal en in rente ?
3. Graag een overzicht van de nog hangende gedingen. En wat is hierin de stand van zaken ? 4. Hoeveel provisie werd er genomen voor elk van
deze gedingen ?
5. Wat is de situatie ten opzichte van de federale fiscus ?
6. Drie medewerkers van Gimvindus werden onlangs veroordeeld. Zij werden schuldig bevonden aan verschillende financiële misdrij-ven en dienen een aanzienlijke som aan onrecht-matige subsidies terug te betalen.
Zij dienen dit zelf te doen maar naar verluidt heb-ben ze inmiddels met Gimvindus een overeen-komst tot vrijwaring, zodat zij in feite niet zelf maar wel de belastingbetaler (via Gimvindus) opdraait voor de kosten!
Is dit volgens de minister een normale handel-wijze ?
7. wordt in sommige begrotingsdocumenten vermeld dat "Gimvindus nog 15 Mio Euro bodemsaneringsprojecten zou betalen".
Wat betekent dit ?
Kan een vennootschap in vereffening nog beta-lingen doen voor een andere instelling ? OVAM, of een andere vennootschap ?
Antwoord
Naar aanleiding van het onderzoek over de toe-kenning en de aanwending van de scheepskredieten gaf het Vlaams Parlement de Vlaamse Regering de aanbeveling om Gimvindus te vereffenen.
Op 1 december 2000 nam de Vlaamse Regering hiervan akte en hechtte ze haar goedkeuring aan het vereffeningsscenario.
Dit scenario bestond in het overhevelen van de staal- en textielparticipaties in twee dochterven-nootschappen, NV Staal Vlaanderen en NV Textiel Vlaanderen, en die onder te brengen bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen.
Tegelijkertijd werden ook de passiva, zijnde de renteloze en achtergestelde schuld aan het Vlaams Gewest en de schuld aan het bankenconsortium, in evenredigheid met de activa overgedragen.
Staal Vlaanderen moest de afspraken met Arbed over de ruil van de Sidmar-aandelen concretiseren en uitvoeren alsook de Finindus-structuur vereen-voudigen, om uiteindelijk te valoriseren middels verkoop.
Textiel Vlaanderen diende haar portefeuille te stroomlijnen en te dynamiseren met het oog op een latere verkoop.
Gimvindus kreeg als opdracht de haar resterende activa te verkopen en de verdere behartiging van de historische geschillen. Daartoe werd op 31 juli 2001 een beheersovereenkomst afgesloten tussen Gimvindus en het Vlaams Gewest.
Het eigen vermogen van Gimvindus bedraagt einde 2004 15,6 miljoen euro. De achtergestelde en renteloze schuld aan het Vlaams Gewest is 14,4 miljoen euro en de betwiste fiscale schulden zijn voor 21,6 miljoen euro geboekt. Enerzijds gaat het hier over een betwisting betreffende een belastbare winst gerealiseerd door de verwerving van terrei-nen uit het faillissement van Boelwerf NV. Het andere fiscale dossier handelt over de vraag of waardeverminderingen op aandelen geboekt in de jaren 1990-1992 al dan niet als "fiscaal aangeno-men waardeverminderingen" kunnen aangemerkt worden.
Een voorzichtige prognose van de verdere feitelijke vereffening laat toe te stellen dat de huidige kas-situatie van Gimvindus voldoende is om de netto-verplichtingen aan het Vlaams Gewest en – in het worst case-scenario – de belastingschulden te kun-nen voldoen. Na aftrek van deze schulden beschikt Gimvindus nog over 23,1 miljoen euro cash. Na aftrek van de aangelegde provisies voor de nog lopende geschillen blijft er voor de aandeelhou-der nog een bedrag van 11,6 miljoen euro over. Deze geschillen worden door de raad van bestuur in nauw overleg met de bijzondere opdrachthou-der van de toezichthoudende minister en de com-missaris van de Vlaamse Regering opgevolgd. Gimvindus heeft geen personeel meer in dienst. De geschillen hebben vooral betrekking op gerechte-lijke betwistingen bij toekenning van scheepsbouw-kredieten en -subsidies.
Hierbij moet nog worden opgeteld de terugbetaling van de vordering op BSC, vennootschap in vereffe-ning (nominaal bedrag 1,5 miljoen €, boekwaarde 0,7 miljoen €)
Conclusie is dat Gimvindus haar verplichtingen tegenover het Vlaams Gewest volledig zal kunnen nakomen.
De raad van bestuur van Gimvindus heeft in 2000 een overeenkomst tot vrijwaring afgesloten met de betrokken werknemers om ze te vrijwaren voor alle financiële veroordelingen die lastens hen zou-den kunnen uitgesproken worzou-den. Evenwel met uitzonderingen voor de veroordelingen die zou-den kunnen worzou-den uitgesproken op grond van of gesteund op fouten die met het opzet van per-soonlijke verrijking zouden zijn begaan. Het is niet ongebruikelijk dat een vennootschap een verbinte-nis tot vrijwaring aangaat ten voordele van de
per-soneelsleden die zij verzoekt om namens haar te zitten in raden van bestuur van vennootschappen waarin zij participeert.
Tot slot wil ik erop wijzen dat ten aanzien van twee medewerkers van Gimvindus enkel de veroorde-ling bij eenvoudige schuldverklaring is uitgespro-ken. Er is hen bijgevolg geen straf en dus ook geen geldboete opgelegd. Volgens de raadsman van Gimvindus is het niet correct te stellen dat betrok-kenen veroordeeld werden om aanzienlijke som-men en onrechtmatige subsidies terug te betalen. In deze verwijst hij naar volgende passage uit het vonnis van 12 oktober 2004:
“Artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 31 mei 1933
bepaalt dat de Rechtbank bij welke de vervolging is aanhangig gemaakt, ambtshalve de teruggave van de ten onrechte betaalde sommen beveelt. Wanneer de Rechtbank derhalve vaststelt dat subsidies ten onrechte werden betaald, zoals in casu het geval is, is zij verplicht teruggave te bevelen. De Rechtbank heeft terzake geen enkele beoordelingsmarge en kan niet de teruggave milderen. De Rechtbank dient derhalve, waar de tenlasteleggingen in hoofde van de onderscheiden beklaagden bewezen werden verklaard, de teruggave zoals gevorderd door het Openbaar Ministerie te bevelen...
De Rechtbank veroordeelt de schuldig bevonden beklaagden, noch de NV Boelwerf Vlaanderen, noch de NV Gimvindus tot teruggave, doch beveelt enkel de teruggave van de ten onrechte betaalde sommen. De eerste tot en met de negende beklaagden werden trouwens niet gedagvaard in veroordeling tot terug-gave, doch enkel om de teruggave te horen bevelen, uiteraard ten aanzien van de aan de subsidiemisdrij-ven schuldig bevonden beklaagden...
De teruggave dient wel bevolen te worden ten aanzien van de eerte tot en met de zevende beklaagden.” Een ander belangrijk element, zo stelt de raads-man, is dat de bedragen in kwestie werden uitge-keerd aan Boelwerf Vlaanderen, en dus bestemd zijn geweest voor uitbetaling van lonen van werk-nemers van Boelwerf Vlaanderen. Dit wordt trou-wens bevestigd in het vonnis van de correctionele rechtbank van Dendermonde van 12 oktober 2004:
"Wel kan worden rekenig gehouden met het
Vlaanderen is terchtgekomen. Meer bepaald warden er de loonkosten van de in dienst gebleven 92 overtal-lige werknemers mee betaald. Het voornoemd bedrag van 2.557.388 BEF werd aan GTI als commissie betaald voor het leveren van drie valse facturen en de deeelname aan de facturencarroussel… Hoe dan ook hebben de beklaagden geen geld van de ten onrechte ontvangen subsidie in eigen zakken gestoken." Deze veroordelingen zijn nog niet definitief ver-mits hoger beroep werd aangetekend.