Bijlage 5: getranscribeerde interviews
1. Ard Schouten
[Voeren inleidend gesprek, en komen gelijk op het onderwerp 'netwerk' terecht]
Ard: Het netwerk is heel divers en ontzettend breed. Sporters, spelers,
zaakwaarnemers, zelfs mensen van de clubleiding van FC Utrecht of anderen binnen de club die wat kwijt willen. Het voordeel voor mij is dus wel dat als ik ergens op de rechterflank tijdelijk een conflict krijg, ik mijn bronnen aan de andere kant nog heb. Ik heb een erg breed netwerk. FC Utrecht is misschien wel een van de lastigste clubs die er is, omdat er heel veel mensen snel ontslagen worden. Je moet dan eigenlijk elke keer weer opnieuw begonnen en continu investeren. In mijn eerste twee maanden werden er gelijk vier trainers ontslagen en zo is het eigenlijk steeds doorgegaan. Dat is uitzonderlijk voor een clubleiding.
Dat is wel eens frustrerend. Dan denk je: nu zit ik echt op mijn top dat ik alles weet en dan moet je mensen weer wegschrijven omdat de situatie veranderd.
Maar dat houdt het ook leuk natuurlijk.
Eline: Je bent clubwatcher. Ben je zoiets 24/7?
Ard: Ik ben gelukkig met een journaliste getrouwd, want ja dat ben je wel.
Eline: Het fenomeen clubwatcher bestaat niet. Hoe zou jij die omschrijven en wat doet die?
Ard: Een clubwatcher houdt lezers en met nadruk fans continu op de hoogte van wat er speelt bij een club, een clubwatcher duidt ook kritisch als dat nodig is.
Eline: Voetbalgerelateerd?
Ard: Nee, ook supporterszaken. Ze hebben een aanhang waar nog eens wat
misgaat, maar ook stadionzaken, wat er op de achtergrond speelt, etc. Het is een club die veel maatschappelijke dingen doet dus dat pak je mee. Maar, 80-90 procent blijft wedstrijdgerelateerd.
Eline: Heb je een bepaalde routine in het vergaren van nieuws?
Ard: Ik haal best wel wat weg uit verschillende bronnen. Ik heb niet zozeer een bron, maar ik schakel veel aan elkaar. Ik zit inmiddels zo goed in de club dat ik wel weet dat 100 procent dingen kloppen. Dan vragen mensen wat mijn bron is,
Ard Schouten (44)
Clubwatcher van FC Utrecht voor het Algemeen Dagblad sinds 2010.
Locatie: de redactie van het Algemeen Dagblad,
Rotterdam
maar zoiets begint vaak met een losse opmerking en vervolgens hoor ik een dag later weer een losse opmerking van iemand anders. Dat is ervaring opdoen. Ik werkte eerder in de criminele journalistiek, en daar ging dat precies hetzelfde.
Dan hoorde je weer eens wat van een advocaat, een politie-agent of iemand anders. Zo kun je conclusies trekken.
Eline: Zijn er ook mensen die jou bellen?
Ard: Ja, die zitten er wel tussen.
Eline: Waarom?
Ard: Ik verbaas me daar echt altijd over wat mensen kwijt willen. Ik heb lang niet altijd door wat hun belang is maar mensen vinden het vaak wel interessant. Ik ben wel eens op het matje geroepen bij de voorzitter van FC Utrecht. Ik heb wel eens gehad dat we met z'n drieën in zijn kamer zaten en hij er op bleef hameren 'wie is je bron, wie is je bron', en dat de man die er bij was mijn bron was. We deden net of ons neus bloedde. Daar kwam 'ie na vijf jaar nog steeds op terug.
Eline: Ben je zelf fan?
Ard: Nee.
Eline: Heb je als clubwatcher een streepje voor op meer algemene sportjournalisten?
Ard: Ja. Omdat, ik merk nu bijvoorbeeld bij een trainer - Erik ten Hag -, hij zal dat nooit echt uitspreken, maar je merkt dat hij zich tegenover de journalisten die er dagelijks zijn en zich verdiepen in zijn werk, meer zegt dan tegenover andere journalisten die er eens in de zoveel weken komen.
Eline: Is het dan ook zo dat ze jou een nieuwtje gunnen?
Ard: Dat gebeurt wel, ja. Maar daar maken ze ook wel weer een rondje in. Ze geven VI wat, ze geven AD wat, ga zo maar door.
Eline: Dat is een verschil met de echte topclubs, die doen dat niet.
Ard: Ik weet ook dat wanneer ik een periode extra kritisch op de club ben, dat ik het daar even niet van moet hebben.
Eline: Een stelling: Sport en met name het voetbal worden binnen de journalistiek gezien als terreinen die niet serieus dienen geworden te nomen.
Sportjournalistiek zou pure entertainment zijn en kritische noten missen.
Ard: Daar ben ik het niet mee eens, sportjournalisten verpakken als geen ander hun ongezouten mening in verhalen. Wat betreft het serieus nemen, dat klopt wel.
In het begin moest ik me ook wel verdedigen dat ik de sportjournalistiek inging.
Kijk, criminaliteit spreekt iedereen aan omdat het spannend is, terwijl voetbal
heel specifiek is. Mijn vrouw begint al te gillen als ik een keer het sportjournaal aanzet.
Eline: Denk je dat commercialisering kritisch schrijven beïnvloedt?
Ard: Nee, dat denk ik niet. Het AD heeft ook heel lang FC Utrecht gesponsord, maar daar heb ik nou echt nog nooit wat van teruggehoord. Mijn beginsituatie was, maar dat heeft niet zoveel met commercie te maken, toen had ik Willem van Hanegem als hoofdtrainer van FC Utrecht terwijl hij ook columnist was van het AD. Die wilden ze echt niet kwijt, want het was de best gelezen sportcolumnist.
Maar ik heb nooit, van wie dan ook gehoord, dat ik hem niet mocht aanpakken omdat hij zo belangrijk voor ons was. Maar ik voelde het af en toe wel, maar dat weerhield me er niet van. Ik heb hem zelfs letterlijk weggeschreven door iets te gebruiken wat hij tegen me had gezegd. Wij volgden hem een week dat het heel spannend was - er waren vier assistenten ontslagen - en hij kwam steeds meer onder druk te leggen. Toen zei hij; let op, volgens mij willen ze me er uit hebben..
Maar mochten jullie signalen ontvangen, laat het me dan weten.. Dan ga ik zelf.
Toen ging het op een gegeven moment mis in de wedstrijd tegen AZ en hing hij aan een zijde draadje. In die week dat we hem volgden had hij het over de clubeigenaar van FC Utrecht en die noemde hij die 'die duikboot', een beetje denigrerend dus. Ik wist dat wanneer hij die term zou gebruiken, het gedaan was voor Van Hanegem. Toen heb ik eigenlijk niet getwijfeld of ik het moest
opschrijven of niet, ik heb dat gelijk gedaan. Dan weet je, en achteraf hoor je dat ook, dat dat dan de druppel is. Het AD snapte ook dat ik hem zo beoordeelde als elke trainer.
Eline: Een extremer voorbeeld: Johan Derksen hield een artikel over Scheringa uit het blad omdat die op dat moment voor tonnen adverteerde in het AD.
Ard: Ik heb geen enkel signaal dat dat hier gebeurd, ik heb dat nooit
meegemaakt. Het is eerder andersom. Op het moment dat je een tijdje kritisch bent, krijg je van de club te horen; he, jullie zijn toch onze mediapartner. Dan willen ze daar een soort appel op doen. Dan zeg ik dat ik dit schrijf omdat ik dit moet schrijven en dat mijn taak als journalist is. Een club weet ook wel dat ik een journalist ben en van de nuance uitga; een verhaal heeft altijd twee kanten. De club weet dan op een gegeven moment ook wel dat jij in 99 van de 100 gevallen het ook op die manier neerzet. Ze hoeven dus niets extreems te verwachten, maar je werkt wel dat ze het af en toe proberen te sturen.
Eline: Je krijgt ook te maken met de PR-persoon. In hoeverre beïnvloedt die het uitvoeren van je werk?
Ard: Alleen in de zin dat wat wij willen soms verschilt. Dan zoek ik een andere
weg. Als ik niet iemand mag interviewen omdat die persoon uit de wind wordt
gehouden, dan probeer ik het op een andere manier. Ik heb een keer bij PSV
gehad.. Toen wou ik daar iemand interviewen en dan moest je een interview voor
9 uur aanvragen. Dat deed ik om 1 over 9. Toen zei de PR-man dat het niet meer
kon en als hij het alsnog zou vragen, het een enorme gunst was. Toen zei hij dat
het niet kon. De volgende dag vroeg ik het weer en toen mocht het, maar toen zei
de speler dat het hem nooit gevraagd was. Tja, dan ben ik er gauw klaar mee.
Clubs kunnen wel een goede reden hebben om spelers uit de wind te houden, bijvoorbeeld Barazite waar een relletje om was omdat hij vrouwen geen hand wilde geven. Dan is het een voordeel dat je er vaak rondloopt en spelers jou ook goed kennen. Een PR-persoon weet dan ook goed wat hij aan jou heeft en laat jou sneller met een speler praten dan iemand anders. Het is een beetje geven en nemen.
Eline: Laat je stukken inzien?
Ard: Niet altijd. Ik wil het zelf graag wel met spelers die ik voor het eerst
interview. Soms krijg je wat terug en dan denk je, nou dit ging nergens over. Het zijn soms hele, hele kleine nuances. Behalve dat het tijd kost, vind ik het dus geen enkel probleem. Ik sta voor mijn eigen werk en ben er niet zo bang voor.
Eline: Is je wel eens gevraagd een uitspraak weg te halen?
Ard: Nee, bijna nooit. Wel eens dat ik een artikel inleverde van 500 woorden en dat er 1200 terugkwamen. Dan reageer ik niet eens en zet ik de originele versie in de krant. Daar ga ik niet moeilijk over doen, dat moeten ze maar snappen. Met jonge spelers vind ik het wel belangrijk omdat ze vaak nog niet weten hoe het werkt en sommige dingen voor hen niet heel handig zijn. Dan kan ik zelfs in een interview tegen zo'n jonge speler zeggen van; hee dat is niet zo heel slim, denk daar wat beter over na. Als je 16, 17 jaar bent.. Je weet dat een enkele uitspraak een jongen z'n hele leven kan achtervolgen. Ik denk dat dat ook wel journalistieke taak is hoor. Uiteindelijk heb je daar ook wel weer voordeel van. Dat blijft zo'n jongen de rest van dat ze bij de club blijven voetballen bij.
Eline: Transfergeruchten zijn ook elke zomer en winter onderwerp van nieuws.
Publiceer je die zelf ook en hoe weeg je dat af?
Ard: Geruchten publiceer ik niet. Pas als ik van twee kanten bevestiging heb gekregen, ga ik daar toe over. Sebastien Haller was bijvoorbeeld veel om te doen afgelopen zomer en in Engeland gaan dan vele geruchten die je niet kunt
checken.. Dan breng ik dat niet als nieuws breng ik het in het verhaal onder in een verhaal over Haller, met de nadruk dat het heel speculatief is. Soms kun je het gewoon niet nachecken. Je kunt wel een onderscheid maken tussen de
verschillende soorten media die het brengen, want ook in Nederland hebben we media die alleen maar geruchten er in knallen. Het allerlastigste aan clubwatcher zijn, en dat is ook het vervelende van de transfertijd.. Als ik duizend procent zeker weet dat het niks is en VI gaat er wel mee aan de haal, dan gaat iedereen er mee aan de haal en vervolgens lijkt het alsof wij achterlopen. Dan ben je bijna geneigd om ontkennende berichten te maken. Dat kan je wel doen als je de speler de
volgende dag interviewt natuurlijk. Ik merk ook op Twitter dat wanneer er weer zulke geruchten ontstaan, ze mij gaan vragen of iets klopt. Dat is heel erg
veranderd sinds internet 'hot' is geworden.
Eline: Wat betreft sites als Voetbalzone en Voetbalprimeur?
Ard: Die schrijven vaak alles over, maar zetten er nog wel regelmatig de bron bij.
De lezer heeft namelijk zelf geen idee welke Engelse krant serieus is of niet. We doen het zelf natuurlijk ook op AD.nl.. Die geruchtenmolen. Maar het goeie aan, het gaat overigens niet altijd goed, maar als er een 'gossip' is bellen zij mij wel op om het te vragen. Soms is het wel eens het geval dat wanneer er een gerucht is, ik de hele dag plat wordt gebeld door mensen die zich afvragen of het waar is.
Dat zijn andere journalisten zijn - uit het buitenland bijvoorbeeld. Dan zet ik er wel eens een Tweet op als ik het zat ben.
Eline: Dus je bent ook wel een kenner waar anderen ook weer naar toe komen.
Ard: Dat gebeurt wel ja.
Eline: Je wilt natuurlijk wel als eerste een primeur te scoren. Wie zijn je bronnen daarvoor?
Ard: Dat is echt heel verschillend. Dat kan een speler zijn, een scout, iemand van buiten de club of een andere club, of een samenwerking. Als we met een collega- krant uit België zitten, dan bespreken we ook wel meer. Ik had bijvoorbeeld
gehoord dat Sergio Padt naar Utrecht zou komen, en dan schakel je wel even naar een collega van - pijl eens even of dat zo is. Dan ben je wel samen op weg. Het is dus heel divers. Soms ook via supporters, maar een nadeel is dan dat 99 procent niet club.
Eline: Waar check je die feiten?
Ard: Bij een club, trainer, speler, zaakwaarnemer.. Al heeft die laatste groep heel duidelijk zijn eigen belangen. Maar soms is het ook wel zo dat je van alle kanten nee krijgt te horen en het twee weken later toch rond blijkt. Dan heeft iedereen je voorgelogen. Soms moet je dat verlies maar nemen.
Eline: Dragen media bij aan het groter maken van voetbalsterren?
Ard: Dat vind ik echt een moeilijke.. Ja ik denk het wel, je maakt spelers natuurlijk groter.. [wijdt uit over ander onderwerp] Ik vind wel dat we als media jonge
talenten te snel groot maken. Daardoor krijgen ze een bepaalde druk mee. Ook andersom, bijna elke club heeft tegenwoordig bijna vijf of zes culthelden. Dat komt ook door media, dat wordt overal maar opgeplakt. Net zoals Bart Ramselaar, de belofte van de toekomst. Daar zei iedereen al over dat hij het zou maken toen hij nog niet eens in het eerste speelde. Hij is 19.
Eline: Hoe zit dat met mediatraining?
Ard: Ja ze krijgen wel mediatraining. Na een wedstrijd, de eerste minuut als je met een speler praat, dan moet je wel je best doen om er even wat meer uit te krijgen. Maar het zit 'm vaak gewoon in de vraagstelling en veel weten van een speler en zijn achtergrond, waardoor je het over een iets andere boeg kan gooien.
Je ziet wel eens dat ze wat toegefluisterd krijgen.. Als ze tegen Ajax moeten
bijvoorbeeld, dan hoor je wel voor het interview plaatsvindt dat ze een speler waarschuwen.
Eline: En in het geval van rode kaarten?
Ard: Daar mogen ze journalisten dan gewoon te woord staan. Het leuke van een club als Utrecht is dat het nog steeds vrij klein is en bijna alle trainingen
openbaar zijn, je veel mensen kunt spreken. Ik zou het erg lastig vinden bij een club waar niks van. Als FC Utrecht op trainingskamp gaat bijvoorbeeld, dan zitten we vaak nog in hetzelfde hotel.. Daar hoef je bij Ajax echt niet aan te denken.
Terwijl ik juist in zo'n week in Spanje - en ik zorg er echt wel voor dat ik niet in de weg loop en ik weet dat ik op bepaalde momenten niet welkom ben, maar zo leer je spelers op een andere manier kennen en dat gebruik ik de rest van het jaar door. Daar zie ik ook een voordeel voor een club in. Je moet wel weten wat je wel en niet opschrijft, maar het verbreed wel je perspectieven.
Eline: Moeten clubs transparanter zijn naar media toe?
Ard: Ik denk dat clubs media te vaak zien als een boosdoener, terwijl wij in hele grote mate een doorgeefluik naar hun fans zijn.
Eline: Hoe is de relatie met spelers en trainers? Is die zakelijk, vriendschappelijk?
Ard: Dat laatste zie ik wel heel vaak gebeuren in de sportjournalistiek, maar ik ben daar helemaal niet van. Tuurlijk, er zijn echt wel spelers waar je een 'zwak' voor hebt omdat je ze van kleins af aan hebt zien komen of omdat je er goed mee bent, maar ik vind dat je altijd wel - op momenten dat het moet - ze aan moet kunnen pakken. Ik zie veel om me heen dat dat niet gebeurt. Dan zie ik
journalisten naar de mixed zone komen om tien minuten te gaan high fiven met spelers.. Tja. Ze doen dat ook om uiteindelijk nieuws te krijgen, maar dat is.. ik vind dat echt laakbaar, hoewel die term misschien zwaar is. Iemand zij mij ook pas, een journalist, 'de trainer van Utrecht is mijn beste vriend'. Ik vind dat er sowieso een bepaalde afstand moet zijn. De ene trainer snapt misschien ook de rol van de journalist beter dan de andere. Met Jan Wouters had ik bijvoorbeeld ook best een goede band als trainer. Op een gegeven moment had ik zoveel informatie dat ik wist dat hij er uit zou gaan. Toen heb ik hem opgebeld en gezegd; ja sorry, daar ga je. Toen zei hij ook van: ja ik snap wel dat je dat op gaat schrijven. Je kent elkaars rol, dat moet gewoon duidelijk zijn. Ik vind het allermoeilijkste, als je een keer heel kritisch bent geweest en je moet 's morgens toch weer het
parkeerterrein en het veld op.. Dan zie je ze wel kijken. Ik ken ook collega's, die komen ergens aan en zagen de hele boel af omdat ze weten dat ze er twee
maanden toch niet meer komen. Dat vind ik te makkelijk. Als ik kritisch ben, dan mogen ze me daar altijd op aanspreken. Ik beoordeel hen dagelijks, dat mogen ze bij mij ook doen. Zo zei een trainer een keer: 'mijn verdedigers waren niet best, maar jij ook niet'. Dat vond ik wel eerlijk, ook al vond ik dat hij geen gelijk had.
Eline: Zit er ook verschil in het benaderen van een voetbalster of iemand die altijd
op de bank zit?
Ard: Je hebt bij Utrecht niet hele grote sterren, maar ik merk aan collega's wel dat het lastig is een hele langdurige band op te bouwen. Dat komt ook door internet hoor. Want stel je hebt een goede band met Wesley Sneijder en onze website plaatst een gossip over Yolanthe en hem... Dan merk je wel dat daar frustratie zit. Zij vragen zich af waarom zij met sportjournalisten een goede band zouden opbouwen, als vervolgens de krant allemaal gossip verspreid. Die zien dat als een geheel, en terecht hoor.
Eline: Dat bemoeilijkt het wel.
Ard: Ja absoluut.
Eline: Heb je wel eens de neiging naar de showbizz afdeling te gaan en te zeggen;
hee dim even.
Ard: Nou niet zo specifiek bij Utrecht, maar toen met de Barazite-affaire.. Dan wordt online - niet door ons - al snel gesuggereerd dat hij IS-sympathisant is. Dan denk ik; als je die nou een klein beetje kende... Ongelofelijk.
Eline: Er wordt wel eens gezegd dat sportjournalisten afhankelijk zijn van de lijntjes die ze hebben met sporters, trainers en bestuurders. Hoe kijk je daar tegen aan?
Ard: Ik denk dat dit in zekere zin wel waar is ja, omdat je daar het nieuws
vandaan haalt. Het is alleen belangrijk hoe je daar mee omgaat. Die lijntjes moet je altijd tijdelijk kunnen doorknippen als het lastig wordt rondom een persoon.
Het gevaar is dan wel dat het lijntje definitief gebroken blijft, maar dat is part of the job. Aan de andere kant snappen mensen dat vaak ook nog wel eens.
Eline: Maar met Krabbendam bij Feyenoord, kan die zijn werk nog goed uitvoeren?
Ard: Ik vind dat heel moeilijk. Ik had het daar met Borgman over, ook geboycot, die zei dat hij nu niet kon doen wat ik doe. Dus elke dag leveren. Ik zou dat wel moeilijk vinden, ook omdat een deel van mijn werk ook is mee te geven wat er bij een club speelt, wat voor personen er spelen en wat voor achtergronden er zijn. Ik vind het dan wel moeilijk als die personen zelf niet aan het woord komen maar dat je er enkel overschrijft. Ik heb dat Utrecht een keer gehad, toen stond ik drie weken in de ban.
Eline: Waarom was je in de ban?
Ard: We hadden nieuws gebracht over de overname van de club en daar waren ze heel erg boos over dat dat gelekt was. Dat werd ook aan alle kanten ontkent. Ik had de directeur aan de lijn en die bleef ontkennen dat het niet waar was, terwijl ik de contracten voor mijn neus had liggen.
Eline: Zou je aan je nieuws kunnen komen zonder dat je die lijntjes had gehad?
Ard: Dat is wat ik net al aangaf, als ik daar even niks krijg ga ik naar die andere kant toe. Soms zijn bronnen ook zeer onverwacht, dat je een berichtje op Twitter krijgt die wat mededeelt. Dan onderhoudt je een beetje contact en als hij de eerste drie keer gelijk heeft in wat hij zegt over iets wat ik nog niet weet, dan kun je weer een nieuw lijntje opbouwen. Maar goed, we weten ook een hele hoop niet binnen een club natuurlijk.
Eline: Stel dat lijntje is weg en wordt weer hersteld. Kan je daarna nog net zo kritisch zijn als daarvoor?
Ard: Dat vind ik moeilijk, maar je moet er mee leren leven dat wanneer je voor de vijfde keer de waarheid niet hebt teruggekregen op een vraag die je stelt.. Je moet gewoon even slikken en weer doorgaan.
Eline: Heb je wel eens de overweging gemaakt feiten of stukken niet te publiceren omdat je bang was dat de trainer of speler je de volgende keer niet te woord wilde staan?
Ard: Nee, wel een keer toen ik supporters aan de deur heb gehad.. Die waren heel boos om een stuk dat ik geschreven had over supporterszaken, relletjes en
iemand die het veld betreden had. Dan is het een voordeel dat ik een achtergrond in de criminaliteitsjournalistiek heb. Dat is dreigend. Het was ook half 10 's
morgens.. Toen vroeg ik; drinken jullie nu al bier of willen jullie koffie? Daar moesten we om lachen en toen gingen we het gesprek aan rond de keukentafel.
Dat hielp wel. Dan merk je wel dat je er echt dicht op zit.
Eline: Heeft dat je ergens van weerhouden?
Ard: Nee, ik twijfelde er alleen door.
Eline: Door de opkomst van social media is voor fans ook mogelijk geworden als burgerjournalist aan de gang te gaan. Voel je daar concurrentie van?
Ard: Nee, ik vind het eerder lastig omdat het vaak zo'n eigen leven gaat leiden.
Zeker omdat je weet dat het niet waar is. Ik merk dan, wat ik net al zei, dat mensen dit dan bij mij gaan checken. Dat is tegelijkertijd ook het leuke van Twitter, want zo communiceer je heel direct met de supporters. Ik antwoord dan ook normaal, want ik vind het ook bij mijn werk horen. Ik zal Twitter zeker niet als maatstaf nemen, want het is vaak wat negatiever dan de real world, maar je krijgt wel een beetje een idee van wat er allemaal leeft onder de mensen. Soms ontmoet je Twitteraars waar je contact mee hebt ook langs de lijn, dat is wel leuk natuurlijk.
Eline: Voel je daar concurrentie van?
Ard: Nee.. Ook de sites die alleen maar alles overnemen, dat zie ik niet als
concurrentie. Ik ben daar ook niet zo gevoelig voor. Tegenwoordig.. vroeger had je
nog echt primeurs, ik kom uit het stenen tijdperk, nu doen alleen de eerste drie
een bronvermelding en daarna gaat het een eigen leven leiden. Dat merk ik met eigen nieuwtjes, maar ook met dat van anderen.
Eline: In 2006 is ook ClubTV geïntroduceerd. Beïnvloedt dat het uitvoeren van je werk?
Ard: Eigenlijk helemaal niet, nee.
Eline: Hebben mensen nog evenveel zin om jou te woord gestaan?
Ard: Nee, nou ja. Ik heb nog nooit meegemaakt dat het bijt. Soms wil ik een onderwerp maken en dan zeggen ze; ja weet wel dat wij dit ook in ClubTV hebben. Maar dat maakt me niet veel uit.
Eline: Verlies je er geen publiek mee?
Ard: Nee totaal niet, het is zo'n ander iets. Die ClubTV is vaak 2-3 minuutjes met een speler, terwijl ik een lang verhaal maak. Ook berichten ze op een bepaalde manier en ik denk dat het publiek dat verschil wel kan maken.
Eline: Hoe is houding van spelers en trainers veranderd door gebruik van eigen social media?
Ard: Dat merk ik niet..
Eline: Gebruik je tweets van voetballers ook wel eens om nieuws te creëren?
Ard: Misschien dat het in zes jaar een keer gebeurd is.. Het gaat pas fout als ze iets posten dat ze niet mogen posten. Maar ze worden zo begeleid dat ze dat normaal niet doen. Ik heb een keer een speler gehad die iets tweette over een spannend dagje. Toen zag ik dat het gebouw waar hij voor stond de ruimte was waar spelers medisch gekeurd worden. Toen ging ik het checken en wist ik dat hij naar Utrecht kwam. Dat is een enig voorbeeld eigenlijk.
Eline: Waarom maak jij gebruik van Twitter?
Ard: Allereerst om mijn artikel an te keilen, daarnaast om nieuwtjes te melden waar ik in de krant niets mee doe.. Ik beantwoord vragen, tweet niet tijdens de wedstrijd - wel van te voren en na afloop - maar dan heb ik mijn concentratie nodig. De krant vind ik leidend. Waarom doe je het eigenlijk nog meer? Om dingen te duiden van het nieuws.. Het is heel kort op Twitter natuurlijk.
Eline: Zitten er nadelen aan?
Ard: Ja je kunt natuurlijk enorme bakken shit over je heen krijgen. Als je een
speler na een wedstrijd bijvoorbeeld beoordeeld met een 4.5. Ik heb wel als
leidraad dat ik alleen reageer op mensen met een echt profiel en niet anonieme
dingen.
Eline: Een laatste stelling: Derksen zei in een interview dat onafhankelijkheid in de journalistiek niet bestaat. Je gaat mee met de eisen van je bron om het te kostbaar is dit lijntje te verliezen.
Ard: Ja, ik weet wel dat zij hele afspraken hadden met de KNVB over koppen etc..
Maar ik heb daar FC Utrecht totaal geen last van. Het is natuurlijk wel zo dat je continu afwegingen maakt van, wat is wijsheid het te brengen en is het het echt waard een relatie op het spel te zetten? Maar dat had ik in de criminele
journalistiek precies hetzelfde met officieren van justitie en advocaten. Nieuws moet leidend zijn, maar als je wil wachten omdat je denkt dat het meer of een serie op kan leveren; dan doe je dat. Ik snap wel dat de sportjournalistiek daar kans loopt dat er zo over wordt gedacht. Als ik om me heen zie wat er soms gebeurt, vind ik dat af en toe wel terecht. Stel dat jij met een speler een bepaald contact hebt, dan is dat wel wat. Ik vind dat eigenlijk overal hoor; ik ben
begonnen met regiopolitiek. Dan was daar ook de fractievoorzitter die vroeg of ik
iets even voor me wilde houden, want dan kreeg ik daarna meer. Er zit zeker
overeenkomst met politieke en criminaliteitsverslaggeving.
2. Daniel Dwarswaard
Eline: Hoeveel dagen ben jij clubwatcher?
Daniel: 7 dagen per week. Niet dat je elke dag een stuk tikt, maar je bent altijd verantwoordelijk. Geen enkele week is hetzelfde, het hangt een beetje af van de agenda van Ajax. Als er buitenlands voetbal is ga je bijvoorbeeld naar het buitenland.
Je zorgt er verder voor dat je elke dag een verhaal kan maken. Dat is bij Ajax wel lastig, omdat alles gesloten is. Vrijdagochtend is een gedeelte van de training open, maar dat mag bijna geen naam hebben. Er zitten wel wat vaste patronen in; op vrijdag is een beetje de persdag. Verder ga ik vaak naar Jong Ajax toe en maak ik plannen voor verhalen die elke dag in de krant kunnen komen. Soms zijn er wedstrijden en vult het zich vanzelf, soms moet je creatiever zijn. Dus in die zin bepaalt Ajax een stukje agenda, maar dat is 20 procent van wat ik uiteindelijk doe.
Eline: Het fenomeen clubwatcher bestaat niet. Wat doet hij en hoe zou je het beschrijven?
Daniel: Een clubwatcher volgt kritisch alle ontwikkelingen rondom die
voetbalvereniging. Misschien, en dan met name, doen wij vooral de voetbal- en bestuurlijke kant van de club. De sociale kant - voetbalvandalisme etc. - dat doen we niet. Al overlapt het elkaar, maar meestal doen de stadsredacties dat.
Eline: Ben je zelf fan van de club?
Daniel: Nee. Dat is een beetje tricky, daar kan je alleen maar last van krijgen. Als je zo'n club volgt, dan verdwijnt dat heel snel. Sterker nog, je krijgt meer antipathie dan sympathie voor zo'n club. Over hoe bepaalde dingen gaan en waar je tegenaan loopt..
Als het slecht gaat is dat ook wel leuk om te schrijven eigenlijk. Bij Ajax is heel veel onmogelijk voor journalisten. Ik kan wel goed werken, maar bij een club als ADO - dat zijn twee verschillende werelden. Daar liep ik bij wijze van spreken de trainer zijn kamer binnen, hier mag je blij zijn als je überhaupt de trainer een op een mag spreken.
Eline: Is dat het verschil tussen regionaal en top?
Daniel: Ja, zeker. Maar nu is Ajax daar ook wel weer een extreme in. Als je dat met PSV bijvoorbeeld vergelijkt, die zijn veel opener. Vorige week speelden ze tegen Atletico Madrid en toen maakten Maarten, mijn collega, zelfs nog een stuk over hoe gemakkelijk de deuren daar allemaal opengingen op het complex. Het feit dat hij daar een stuk over maakt, laat wel zien hoe bijzonder dat is. Bij Ajax bijvoorbeeld, staan de
Daniel Dwarswaard (31)
Was clubwatcher van ADO Den Haag (2012-2015) voor het Algemeen Dagblad en sinds 2015 vaste volger van Ajax.
Locatie: Redactie van het Algemeen Dagblad, Datum en tijd: 29 februari 2016, 10.00
auto's binnen het complex, terwijl de PSV-spelers er gewoon naar toe moeten lopen.
Dat lijken kleine dingetjes, maar het maakt een enorm verschil.
Eline: Dat is wel veranderd?
Daniel: Ja dat klopt. Dat heb ik niet heel erg meegemaakt, maar ik denk dat dat er in is gekomen toen Martin Jol trainer werd. Het wordt een beetje zoals het Engelse en Spaanse model. Daar kan je ook nooit wat zien, niks. In Engeland is het doodgewoon en hier in Nederland gaat het daar steeds meer naar toe. Daar zit een voetbal
tactisch idee achter om je geheimen niet prijs te geven, maar ik vraag me af of dat zo veel waard is.
Eline: Die Engelse en Spaanse clubs.. Die geven geen interviews en doen alles via eigen kanalen. Ben je bang dat het daar in Nederland ook naar toe gaat?
Daniel: Nouja, zover is het nog lang niet natuurlijk maar ik ben er wel bang voor. Ik kan elke vrijdag spelers aanvragen en die zijn in principe allemaal beschikbaar. Je ziet wel dat die eigen media bij Ajax - ik weet niet hoe dat bij andere clubs zit, maar die wordt zo groot gemaakt de laatste jaren. Als je ziet hoeveel mensen AjaxTV en de website... Alles wat De Boer zegt staat gelijk op de eigen site. Hoe ga je dan nog het verschil maken? De tijd dat je quotes in de krant zette is sowieso voorbij, want dat heeft geen toegevoegde waarde meer. Maar AjaxTV heeft altijd voorrang.
Eline: Waar haal je dan je nieuws vandaan?
Daniel: Dat zijn mensen die zich niet hoeven te verantwoorden binnen de club maar wel veel weten. Niet de mensen die de officiele functies bekleden zeg maar.
Eline: Je bent eigenlijk nog maar net begonnen. Hoe bouw je zo'n netwerk dan op?
Daniel: Dat is bij Ajax wel lastig, want daar wordt alles zo afgeschermd. Mensen zijn ook bang in verband met de hele geschiedenis rond publicaties... Je moet er in ieder geval veel zijn, contacten met zaakwaarnemers onderhouden en rechtlijnig in je verslaggeving zijn. Dat helpt wel. Als iemand weet waar je voor staat, zullen ze je eerder wat vertellen. Je moet er niet omheen draaien en niet proberen mensen te sparen met achterliggende gedachten.
Eline: Maakt zo'n gesloten bolwerk je werk doen moeilijker?
Daniel: Aan de ene kant wel; want het is wel makkelijk iedereen maar alles te vragen als die voorbij komt. Dan kon je een appje sturen en daarna met een speler bellen als je hem nodig hebt. Aan de andere kant is het ook wel weer goed, want het verplicht je creatiever na te denken over je verhalen. De quotes van de spelers zijn ook helemaal niet heilig natuurlijk. Want ja, hoe die gasten worden voorbereid op journalisten, dat is steeds extremer. Bij sommige jongens komt er echt helemaal niets uit, dat is
vreselijk. Al zijn er natuurlijk uitzonderingen.
Eline: Dat is wel een verschil tussen kleinere en grotere clubs of niet?
Daniel: De impact van spelers van grotere clubs is natuurlijk veel groter, dus daar wordt veel mer over nagedacht. Kleinere clubs hebben misschien iemand die de perszaken regelt, bij Ajax zijn het er een stuk meer.
Eline: Een stelling. Sport en met name het voetbal worden binnen de journalistiek gezien als terreinen die niet serieus dienen geworden te nomen. Sportjournalistiek zou pure entertainment zijn en kritische noten missen.
Daniel: Daar ben ik het totaal mee oneens. Ik durf wel te zeggen dat elke club bij ons zeer kritisch gevolgd wordt.
Eline: Wat betreft het aanzien dan?
Daniel: Daar maak ik me niet zo druk over.. Ik vind het ook oprecht niet, het is juist heel journalistiek. Je moet zoveel afwegingen maken, dealen met situaties,
analyseren, nieuws inschatten. Waarom zou je het niet serieus nemen? De belangen zijn enorm, een deel van de economie draait er op. Iedereen heeft er een mening over, maar dat is ook wel het mooie aan sport.
Eline: Beïnvloedt commercialisering onafhankelijke verslaggeving? Het AD sponsort ADO, etc.
Daniel: Nou goed, dat was ook toen ik ADO volgde, maar ik heb daar nooit wat over gehoord. Ik zie wel eens de uitingen dat ze samenwerken, maar nog nooit is iemand naar me toe gekomen zo van; nou hee, we zijn toch partner, waarom schrijf je dit.
Nooit.
Eline: Johan Derksen heeft wel een keer een kritisch artikel over Scheringa uit VI gehouden omdat die adverteerde in het blad.
Daniel: Dat verhaal ken ik ja. Ik geloof ook wel dat het gebeurd, maar als ik hier naar mijn eigen situatie kijk bij het AD.. nee. Het is natuurlijk wel zo dat het met
tijdschriften en dagbladen niet goed gaat. Dus als je VI aanhaalt, dat soort deals gaan wel spelen. Ik vraag me af of dat soort deals gaan opspelen. Maar, dit mag geen invloed hebben. Dit is meer een hoofdredactionele keuze, als verslaggever heb je daar geen last vind. Als het goed is. Ik heb het zelf in ieder geval nog nooit
meegemaakt.
Eline: In hoeverre beinvloedt de PR-persoon het uitvoeren van je werk?
Daniel: Je wilt dat het zo min mogelijk is, maar de realiteit is dat elk groot interview dat je bij Ajax maakt - stel je gaat een interview maken met een speler voor een half uur - dan wil de club het lezen. Ik ben het gewend en in zekere zin snap ik het ook nog wel een klein beetje. Je wilt zelf ook een stuk maken waarin de geinterviewde zich kan vinden. Je hoeft niks terug te nemen, maar de toon moet goed zijn. Maar ik heb het idee dat de persafdelingen niet met de spelers overleggen, maar het zelf gewoon lezen en beoordelen of iets 'niet handig is'.
Eline: Haal je een stuk er dan ook uit?
Daniel: Nee, dat ligt aan de situatie. Een voorbeeld. Jasper Cillessen kampt een beetje met een imagoprobleem. Hij heeft het stempel een vervelende jongen te zijn die er in het veld nare trekjes op na houdt. In Turkije heb ik met hem op
trainingskamp gezeten. Ontspannen omgeving, goed gesprek. Dat was leuk. Ik heb het daar met hem over gehad en ook over andere dingen. Ik zei na afloop ook nog van; nou we hebben het over je imago gehad, ik ga daar ook mijn stuk over maken.
Dat was voor hem duidelijk. Toen stuurde ik het op en toen wist ik al, nou hier is het laatste nog niet over gezegd. Dat klopt ook, want ik kreeg de persvoorlichter aan de telefoon die me verweet dat het alleen maar over zijn imago ging. Toen heeft
Cillessen het zelf ook gelezen en kreeg ik het terug met allemaal doorgekraste
vragen.. Ja dat is niet bedoeling natuurlijk. Bij sommige dingen kan ik me nog wel wat voorstellen hoor, zoals dat het drie keer over Kazim ging en dat dat misschien wat minder had gemogen. Maar je gaat niet inhoudelijk dingen aanpassen. Ik heb
onderbouwd waarom ik dat doe en heb het, met enkele aanpassingen in die trant, in de krant gezet. Het staat ook allemaal op band, dus ja.
Eline: Maarja, het komt voor dat je dingen publiceert en dat ze zeggen; nou zo gaat het niet, je bent niet meer welkom.
Daniel: Ik heb dat zelf niet gehad, maar Martijn Krabbendam bijvoorbeeld wel bij VI.
Mara aan de andere kant, ik heb zijn verhalen gevolgd tijdens zijn boycot.. Dat bewijst ook wel weer dat het zonder kan. Alleen het is, je wil het niet op die manier.
Je hebt niet een quote nodig van een speler om een artikel te maken. Maar het is zeker niet ideaal.
Eline: Publiceer je transfergeruchten?
Daniel: Nee, dat is een groot verschil met onze site. Voor de krant publiceren wij geen geruchten, voor de site wel. Ik doe er niet aan mee.
Eline: Je probeert wel een primeur te scoren op het gebied van transfers, wie zijn dan je bronnen?
Daniel: Zaakwaarnemers bijvoorbeeld, maar die hebben ook weer hun belangen.
Sommigen doen er helemaal niet aan mee, anderen maken er een spel van. Het hangt er van af hoe goed je met iemand bent en in welk medium ze het liefst openbaren. Als het echt heel gedetailleerd wordt kunnen zij het zich ook niet permitteren er over te liegen. Maar daar moet je wel doorheen kunnen kijken.
Eline: Hoe check je of iets concreet is?
Daniel: Je weegt informatie en de bronnen, ook op basis van het verleden daarmee.
Eline: Bellen mensen jou ook op?
Daniel: Bij ADO wel, bij Ajax niet. Ik moet ook eerst mijn netwerk opbouwen. Al is Ajax bij het AD sowieso een lastig pakket, want dat heeft de reputatie een
Feyenoordkrant te zijn. Bij ADO was dat wat makkelijker. Dan had ik bronnen binnen
de Raad van Commissarissen bijvoorbeeld, of iets dergelijks. Nu komt daar ook steeds meer en meer ADO TV, etc.
Eline: Denk je dat media bijdragen aan het creëren van sterren in de sport?
Daniel: Ja dat denk ik wel. Kijk, wij zetten op een pagina Messi en Ronaldo tegenover elkaar met allerlei statistieken. Wij maken die spelers toch wel tot wie ze zijn.
Vroeger was dat ook, maar dat was een hele andere tijd natuurlijk. We dragen er wel aan bij natuurlijk.
Eline: Maar nu is de hoed van Depay al nieuws.
Daniel: Het is niet die hoed, maar de hele symboliek die er achter zit. Nou moet ik zeggen dat wij ons wel vooral beperken tot het voetbal bij het AD. Welke vrouw ze er op na houden, dat interesseert ons niet. Al staat het wel op onze site, maar dat is meer van de andere afdelingen.
Eline: Ondervind je daar hinder van?
Daniel: Nouja, mijn collega's wel bijvoorbeeld. Zoals mijn collega's die Oranje volgen doen er veel aan om het contact goed te houden, maar ook onder onze vlag staat Dirk Kuyt in een Braziliaanse discotheek op de foto's. De buitenwereld, heel logisch, ziet het AD als een bedrijf. Dat denkt de speler ook. Dat is het lastige; je weet dat veel mensen het willen lezen - en zelf klik ik het ook heus wel even aan, dus ik snap dat je daar als krant aandacht aan besteed. Maar aan de andere kant is het puur voor je relatie met de speler niet heel ideaal.
Eline: Voetballers zijn ook steeds meer mediagetraind. Hoe ga je daar mee om?
Daniel: Ik maak alleen grote interviews met spelers die echt wat te vertellen hebben.
De gesprekjes die je hebt bij wedstrijden gebruik je gewoon ter waardering van je stuk, waar je vooral ook je eigen observatie en mening in verwerkt. Quotes krijgen een steeds minder aandeel in de stukken, juist omdat het ook zo'n bagger is. Maar tegelijkertijd verwachten mensen ook wel dat spelers pratend in de krant staan, daar mag je ook niet aan voorbij gaan.
Eline: Waar interview je over in een groot interview?
Daniel: Ik probeer wel altijd het persoonlijke achter een voetballer er uit te halen.
Voetballers worden niet monddood gemaakt, maar wel geïnstrueerd. Ze durven nog amper stelling te nemen omdat ze weten dat het invloed op hun carriere heeft.
Daarom zijn voetballers die daar schijt aan hebben nog steeds het allerleukst. Het worden er helaas steeds minder. Zo'n jongen wekt juist ook sympathie op hoor. Zoals Slegers en Gerbrands doen het volgens mij erg goed nu; zoals dat akkefietje met Zoet en Lestienne.. maar als je Gerbrands opbelt, dan heeft 'ie daar een hele leuke
opvatting over. Hij draait er niet om heen. Maar clubs hebben toch veel moeite om het zo aan te pakken, ze hebben liever dat het over waait.
Eline: Kan Ajax daar een voorbeeld aan nemen?
Daniel: Ja, dat denk ik wel ja.
Eline: Zit er verschil in benaderen van een grote voetbalster en iemand die op de bank zit?
Daniel: Ja, daar zit wel een verschil in. Als je bij Ajax speelt, ook al zit je op de bank, dan ben je al een grote speler. Bij kleine clubs zijn spelers veel toegankelijker; en daar is het contact buiten de persmomenten om veel gemakkelijker. Bij Ajax is het veel moeilijker en wordt het spelers ook afgeraden contact te hebben buiten de club om.
Eline: Hoe is de relatie met trainers, bestuurders, spelers van de club?
Daniel: Dat is mijn geval nu zakelijk en dat is ook omdat ik hier nog maar net zit. Als je ergens langer zit, kan je er een betere band mee ophouden. Dat hoeft geen
vriendschap te zijn, maar wel een goed contact, buiten de officiele momenten om.
Eline: Waar ligt de grens van zo'n relatie?
Daniel: Er zijn veel journalisten die een nauwe band hebben met bepaalde spelers..
Hoe je het voorkomt dat je die lijn overschrijdt? Ja, nooit ongeloofwaardig worden denk ik. Als heel de wereld ziet dat de speler het niet meer aankan of te oud is voor het niveau.. Als je die discussie gaat ontwijken is dat redelijk ongeloofwaardig. Soms worden het zelfs vrienden en die zet je geen hak. Dat is lastig.
Eline: Denk je dat het kan; vriendschappelijke banden onderhouden en kritisch schrijven?
Daniel: Ik denk dat het kan, maar het komt je geloofwaardigheid niet ten goede.
Tegelijkertijd kan het je wel veel opleveren.
Eline: Je gaat ook mee op trainingskamp. Stel ze vragen je even mee een colaatje te drinken ofzo, doe je dat dan?
Daniel: Dat zou best kunnen, maar dat is helemaal niet aan de orde. Bij ADO deed ik dat overigens wel eens. Bij Ajax wordt alles afgeschermd, dat is onmogelijk.
Eline: Er wordt wel eens gezegd dat sportjournalisten afhankelijk zijn van het lijntje dat ze hebben met spelers en trainers. Hoe kijk je daar tegenaan?
Daniel: Voor nieuws, spelers en zaakwaarnemers, wel. Wat betreft verslaggeving niet denk ik. Volgens mij kan je prima je verhalen maken zonder dat je daarvoor van iemand afhankelijk bent. Als je kritisch vermogen hebt, kan je prima stukken schrijven.
Eline: Heb je wel eens de overweging gehad feiten of stukken niet te publiceren
omdat je bang was dat de voetballer of trainer je daarna niet meer te woord zou
staan?
Daniel: Nee, eigenlijk niet. Maar, ik zorg altijd wel een beetje voor rugdekking. Een voorbeeldje; bij ADO was een keer, het seizoen was al drie maanden bezig maar er was nog steeds geen akkoord over de wedstrijdpremies, terwijl dat aan het begin al geregeld hoort te zijn. Dat kreeg ik via via te horen en heb ik vervolgens bij een paar spelers gecheckt. Die bevestigden dat, dus ik kon het opschrijven. Ik belde ook nog even de directeur van ADO, want dat hoort er bij. Die begon toen op een toon van, nou als je daar over schrijft zijn we wel een beetje klaar met elkaar. Ik dacht; nou prima. Je denkt er wel over na, maar toen heb ik bijvoorbeeld de trainer gebeld die ook vond dat het vervelend was. Die wilde zelfs nog quotes voor dat verhaal
aanleveren en zag het ook als een soort drukmiddel naar de directie toe. Dat is toch wel lekker dat je die dekking dan hebt. Anders had ik het ook wel geplaatst, maar ik wist wel, hij blijft sowieso met mij praten. Dit leverde overigens ook geen problemen af, ik had eerder wat respect afgedwongen. Je moet wel zorgen dat het klopt
natuurlijk. Als het niet klopt ben je zo kwetsbaar.
Eline: Door de opkomst van social media is het voor fans ook mogelijk geworden als burgerjournalist aan de slag te gaan. Zie je daar concurrentie in?
Daniel: Nee, nee. Ik heb niet het idee dat mensen daardoor hun krantenabonnement opzeggen. Een krant lees je tegenwoordig ook niet meer voor het nieuws, maar voor de achtergronden, interviews en mooie stukken.
Eline: Is je werk daardoor veranderd? Een primeur kan je niet meer voor je houden natuurlijk?
Daniel: Ik heb de hele andere kant nooit echt meegemaakt, want ik ben vrij jong.
Maar het is anders, je gaat anders schrijven. Je maakt eigenlijk gelijk al de follow-up, in plaats van dat je het nieuws brengt. Nu breng je op maandag dat was vroeger de dinsdagkrant was.
Eline: In 2006 is ook ClubTV geïntroduceerd. In hoeverre heeft dit het vergaren van nieuws veranderd?
Daniel: Dat is waar we het net over hebben. AjaxTV valt onder clubmedia en die willen al het nieuws als eerst via dat kanaal publiceren, dus dat heeft enorme invloed ja. Het is wel dat er bij ClubTV totaal geen kritische noot in zit, dat is alleen maar hossana. Dus jij stelt vragen die zij niet zouden stellen, daar zit dus nog wel wat ruimte in.
Eline: In hoeverre veranderd de houding van sporters en trainers door eigen gebruik van social media?
Daniel: Dat is veranderd, want elke speler is wel actief op welke sociale media dan ook. Maar of dat invloed heeft op mijn werk, dat denk ik niet. Die posten vooral wat ze aan het doen zijn of iets dergelijks.
Eline: Jij als clubwatcher maakt ook gebruik van Twitter. Waarom?
Daniel: Het is sowieso beleid van het AD. Ik ben zelf niet echt een supergrote fan ervan, maar ik snap het wel goed.
Eline: Wat zijn nadelen aan Twitter?
Daniel: Het dwingt je een bepaald ritme er in te krijgen, je kan het niet inconsequent doen. Je geeft ook wel iets van je privacy, dat klinkt wat zwaar, maar mensen kunnen veel makkelijker op je reageren en je voor van alles uitmaken. Niet dat dat dagelijks gebeurt, maar toch. Daar heb je wel mee te maken.
Eline: Verschilt het nieuws wat je publiceert voor de krant van dat wat je op Twitter zit?
Daniel: Op Twitter kan je ook de lollige dingetjes even zetten, wat heel de krant niet haalt. Ik gebruik het ook om mijn verhalen aan te kondigen en verhalen door te linken.
Eline: En Voetbalzone, Voetbalprimeur en dergelijke?
Daniel: Ja, ik vind het echt.. Er is een hele grote markt voor maar voor ons is het natuurlijk ongunstig. Het moet maar normaal zijn dat je hele stukken van interviews op een site gooit. Dat is wel lastig, want niet iedereen ziet dat. Het grote publiek ziet dat niet.
Eline: Johan Derksen zei in een interview dat onafhankelijkheid in de
voetbaljournalistiek niet bestaat. Je gaat als voetbaljournalist volgens hem mee met de eisen van je bron omdat het te kostbaar is dit lijntje te verliezen. Publiek wil gewoon interviews met voetballers zien, lezen en horen. Hoever ben je het daar mee eens als slotstuk?
Daniel: Hij heeft wel een punt natuurlijk. Je kan Roomser dan de Paus zijn, maar dat
gaat in praktijk niet altijd op. Je moet wel de afweging maken hoe ver je gaat en hoe
geloofwaardig het dan nog is. Je moet daar een balans in zien te maken.
3. Dick Sintenie
Eline: Hoeveel dagen per week ben jij clubwatcher?
Dick: Zeven. Dat wil niet zeggen dat ik zeven dagen per week werk, maar ik ben er eigenlijk altijd mee bezig. Als er iets gebeurd kan ik niet zeggen dat ik vandaag een vrije dag heb, of iets dergelijks.
Eline: Waar breng je je tijd door?
Dick: Ik denk dat ik zo'n 30, 40 procent bij de club ben, 30, 40 procent aan het schrijven ben en zo'n 20 procent doorbreng bij de krant.
Eline: Het fenomeen clubwatcher bestaat niet in de wetenschap, hoe zou je dit fenomeen omschrijven?
Dick: Die houdt alles wat zich in en rond een club afspeelt in de gaten. Dat kan nieuws zijn, maar dat kan ook een interview zijn in aanloop naar een wedstrijd, een persconferentie van een trainer, een beschouwende analyse van het beleid dat een club voert.. In alle opzichten de club in de gaten houden en waar die voor staat. Het kan dus ook een historisch verhaal zijn; als een oud-speler van de club overlijdt, wordt van mij verwacht dat ik daar een necrologie over kan schrijven.
Eline: En hoe verschil jij van een journalist die af en toe over Ajax schrijft?
Dick: In hoeveelheid wat betreft artikelen, en toch ook wel in de toon van de
verhalen. Dat je denk ik iets meer, iets beter - en soms veel beter - kunt zien wat er aan de hand is en de rode lijn van een club kunt zien en in de gaten hebt welke kant dingen op gaan; de goede of de slechte. Dat is een overzicht dat je niet hebt als jij een keer in de drie, vier weken naar een club gaat. Een voorbeeld; vorige week deed Lasse Schone weer eens mee bij Ajax en hij speelde best wel een prima partij. Er waren een paar verslaggevers en die volgen Ajax niet, maar schreven: god, het is toch wel een goede speler.. Raar dat hij niet vaker meespeelt. Maar als je alle
wedstrijden had gezien, alle keren dat hij een kans had gekregen om mee te spelen verprutste hij het. Het was dus niet zo raar dat hij niet meespeelde. En als je een keer in de zoveel tijd komt, heb je al gauw je oordeel klaar natuurlijk. Dat geeft een
afwijkend beeld van datgene wat degenen schrijven die er vaker zijn.
Eline: Ben je zelf fan van de club?
Dick Sintenie (45)
Clubwatcher van Ajax voor Het Parool sinds 2001.
Locatie: redactie van Het Parool, Amsterdam Datum en tijd: 15 februari 2016, 16.00