Bijlage 1 Tabellen hoofdstuk 8
Tabel 8.3 Meervoudige regressieresultaten met twee nieuwe variabelen: aantal veranderingen minus beursnoteringen & beursnotering (enter methode)
Ratio’s → Variabelen ↓
Profitmarginratio Ebitmarginratio Solvabiliteitratio Liquiditeitratio Interest- coverage ratio
Cost of
employee/operating revenue ratio Constante
Regressie- coëfficiënt t-waarde Significantie
9.134 (1.554) (0.136)
9.698 (2.331) (0.031)
-0.539 (-0.064) (0.950)
-1.117 (-3.764) (0.001)
22.433 (3.027) (0.007)
9.488 (1.661) (0.113) Aantal
veranderingen- beursnotering Regressie- coëfficiënt t-waarde Significantie
-1.914 (-1.561) 0.134
-2.143 (-2.474) (0.023)
-0.897 (-0.485) (0.633)
0.110 (1.804) (0.086)
-3.302 (-2.161) (0.044)
-2.576 (-2.110) (0.048)
% aandelen staat Regressie- coëfficiënt t-waarde Significantie
-0.102 (-1.231) (0.232)
-0.177 (-3.103) (0.006)
0.092 (0.750) (0.462)
0.079 (0.195) (0.847)
0.110 (-1.058) (0.303)
0.069 (0.892) (0.384)
Beursnotering Regressie- coëfficiënt t-waarde Significantie
-6.013 (-0.966) (0.345)
-0.836 (-0.179) (0.860)
-0.471 (-0.048) (0.962)
0.599 (1.807) (0.086)
-9.517 (-1.138) (0.269)
0.398 (0.062) (0.951)
N 24 23 23 24 23 23
R² 0.023 0.490 0.057 0.336 0.359 0.226 Ratio-
gemiddelde aa
11. 168 12.226 37.917 0.9586 7.130 13.652 aa Absolute ratiogemiddelde
De constante ( 1st variabele) is meer een wiskundig gevolg is dan een werkelijke verklarende variabele. De voorspelde regressiewaarden kunnen daarom sterk afwijken van de absolute ratiogemiddelden. Voor het onderzoek zijn de richting en de grootte van de regressiecoefficient het belangrijkst. De ratiogemiddelde (laatste rij) is aan het tabel bijgevoegd om het effect van de richting en de grootte van de
regressiecoefficient beter te begrijpen maar maakt geen deel uit van de regressieanalyse. Hieronder staan een aantal regressievergelijkingen met bijbehorende voorbeelden.
Profitmarginratio (netto winst / verkopen) = 9.134 – (1.914 * aantal veranderingen minus beursnotering) – (0.102* %aandelen van de staat) – (6.013*beursnotering).
Voorbeeld 1: bij 0 veranderingen en de onderneming is 100% geprivatiseerd en geen beursnotering is de profitmargin 9.134, bij 3 veranderingen en geen beursnotering is de profitmargin 3.392, en bij 5
veranderingen en geen beursnotering is de profitmargin –0.436.
Voorbeeld 2: bij 0 veranderingen en de onderneming is 100% geprivatiseerd en een beursnotering is de profitmargin 3.121, en bij 3 veranderingen en een beursnotering is de profitmargin –2.621 en bij 5 verandereringen en een beursnotering is de profitmargin –6.449.
Cost of employee/operating revenue ratio = 9.488 – (2.576 * aantal veranderingen minus beursnotering) + (0.069 * % aandelen van de staat ) + (0.398* beursnotering).
Voorbeeld 3: bij 0 veranderingen en de onderneming is 100% geprivatiseerd en geen beursnotering is de cost of employee/operating revenue ratio 9.488, bij 3 veranderingen en geen beursnotering is de cost of employee/operating revenue ratio 1.76 en bij 5 veranderingen en geen beursnotering is de cost of
employee/operating revenue ratio-3.392. Bij regressieanalyse kan de absolute uitkomst negatief zijn Voor het onderzoek is niet de absolute uitkomst maar de richting van de regressiecoefficient (-2.576) belangrijk
Voorbeeld 4: bij 0 veranderingen en de onderneming is 100% geprivatiseerd en een beursnotering is de cost of employee/operating revenue ratio 9.886, en bij 3 veranderingen en een beursnotering is de cost of employee/operating revenue ratio 2.158 en bij 5 verandereringen en een beursnotering is de cost of employee/operating revenue ratio-2.994. Bij regressieanalyse kan de absolute uitkomst negatief zijn Voor het onderzoek is niet de absolute uitkomst maar de richting van de regressiecoefficient (-2.576) belangrijk
Tabel 8.4 Meervoudige regressieresultaten met twee nieuwe variabelen: aantal veranderingen minus beursnoteringen & beursnotering (stepwise methode; 5-10%
betrouwbaarheidsniveau
Ratio’s → Variabelen ↓
Profitmarginrat io
Ebitmarginratio Solvabiliteitratio Liquiditeitrati o
Interest- Coverage ratio
Cost of
employee/operatin g
revenue ratio Constante
Regressie- coëfficiënt t-waarde Significantie
aa 9.247
(2.866) (0.10)
aa -0.897
(-3.222) (0.004)
11.972 (2.259) (0.035)
7.556 (1.914) (0.069) Aantal
veranderingen- beursnotering Regressie- coëfficiënt t-waarde Significantie
aa
-2.191 (-2.730) (0.013)
aa bb
3.645 (-2.360) (0.028)
-2.467 (-2.203) (0.039)
% aandelen staat Regressie- coëfficiënt t-waarde Significantie
aa
-0.181 (-3.631) (0.002)
aa bb bb bb
Beursnotering Regressie- coëfficiënt t-waarde Significantie
aa bb aa 0.755
(0.297) (0.019)
bb bb
N 23 24 23 23
R² 0.490 0.227 0.210 0.188
Ratio- gemiddelde cc
12.226 0.9586 7.130 13.652
aa Stepwise methode levert geen resultaat op 5-10% betrouwbaarheidsniveau bb Variabele is eruit geworpen door de stepwise methode
cc Absolute
De constante ( 1st variabele) is meer een wiskundig gevolg is dan een werkelijke verklarende variabele. De voorspelde regressiewaarden kunnen daarom sterk afwijken van de absolute ratiogemiddelden. Voor het onderzoek zijn de richting en de grootte van de regressiecoefficient het belangrijkst. De ratiogemiddelde (laatste rij) is aan het tabel bijgevoegd om het effect van de richting en de grootte van de
regressiecoefficient beter te begrijpen maar maakt geen deel uit van de regressieanalyse. Hieronder staan een aantal regressievergelijkingen met bijbehorende voorbeelden.
Liquiditeitratio = -0.897 + (0.755*beursnotering)
Voorbeeld 1: bij geen beursnotering is de liquiditeit –0.897 en bij een beursnotering is de liquiditeit –0.142.
Bij regressieanalyse kan de absolute uitkomst negatief zijn. Voor het onderzoek is niet de absolute uitkomst maar de richting van de regressiecoefficient (0.755) belangrijk.
Cost of employee/operatingrevenue ratio = 7.556 – (2.467* aantal veranderingen minus beursnotering)
Voorbeeld 2 bij 0 veranderingen is de cost of employee/operatingrevenue ratio 7.556, bij 3 veranderingen is de cost of employee/operatingrevenue ratio 0.155 en bij 5 veranderingen is de cost of
employee/operatingrevenue ratio –4.779. Bij regressieanalyse kan de absolute uitkomst negatief zijn Voor het onderzoek is niet de absolute uitkomst maar de richting van de regressiecoefficient (-2.467) belangrijk.
Tabel 8.7 Correlatieschema
De correlatie drukt zowel de mate van samenhang als de richting van het samenhang tussen twee of meerdere variabelen uit. De correlatie laat altijd een waarde zien tussen –1 en 1. Is de correlatie positief dan is meer van de ene des te meer van het andere en als de correlatie negatief is dan is meer van de ene des te minder van het andere. De correlatiecoëfficiënt is onafhankelijk van de meeteenheid. Het maakt dus niet uit als percentage aandelenbezit van de staat wordt vergeleken met de variabele internationalisatie. Concurrentie, internationalisatie, productdifferentiatie en overnames/fusies zijn op een betrouwbaarheidsniveau van 1% significant gecorreleerd waarbij de eerste twee de grootste samenhang hebben.
Correlations
1.000 .755** .511** .506** .140 -.281
. .000 .001 .001 .382 .079
41 41 41 41 41 40
.755** 1.000 .585** .543** .292 -.057
.000 . .000 .000 .064 .725
41 41 41 41 41 40
.511** .585** 1.000 .515** .007 .032
.001 .000 . .001 .966 .843
41 41 41 41 41 40
.506** .543** .515** 1.000 -.097 -.055
.001 .000 .001 . .545 .737
41 41 41 41 41 40
.140 .292 .007 -.097 1.000 .392*
.382 .064 .966 .545 . .012
41 41 41 41 41 40
-.281 -.057 .032 -.055 .392* 1.000
.079 .725 .843 .737 .012 .
40 40 40 40 40 40
Pearson Correlation Sig. (2-tailed) N
Pearson Correlation Sig. (2-tailed) N
Pearson Correlation Sig. (2-tailed) N
Pearson Correlation Sig. (2-tailed) N
Pearson Correlation Sig. (2-tailed) N
Pearson Correlation Sig. (2-tailed) N
Concurrenten
Internationalisering
Productdifferentiatie
Overnames/fusies
Beursnotering
% aandelen staat
Concurre nten
Internatio nalisering
Productdif ferentiatie
Overnam es/fusies
Beursnot ering
% aandelen
staat
Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).
**.
Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed).
*.
Bijlage 2 Lijst van geprivatiseerde ondernemingen
Voor de keuze van Europese geprivatiseerde ondernemingen is het uitgangspunt de appendix: ” Sample firms privatized through public share offerings, 1961-November 2002.” Van Megginson. Deze lijst bestaat uit 263 wereldwijd geprivatiseerde ondernemingen uit uiteenlopende sectoren. Voor dit onderzoek zijn alle Europese geprivatiseerde ondernemingen op deze lijst geselecteerd. In deze bijlage wordt elke geprivatiseerde onderneming kort beschreven; werkzaamheden, datum van privatisering en alle bijzonderheden die van invloed zijn op de bepaling of een bepaalde geprivatiseerde onderneming wel of niet deel uit maakt van de steekproef. Voor sommige geprivatiseerde ondernemingen voldoet een korte beschrijving terwijl andere geprivatiseerde ondernemingen gedetailleerd worden beschreven met een expliciete argumentatie voor deelname of uitsluiting van deelname. Het over grotendeel van de overgenomen geprivatiseerde ondernemingen van de lijst van Megginson maken deel uit van het klassieke ratio’s onderzoek. De onderneming die zijn uitgesloten voldoen niet aan de criteria zoals ik die in hoofdstuk 8 zijn geformuleerd. Slechts 43 ondernemingen zullen deel uit maken van de energie absorptie theorie toetsing, omdat niet voor alle geprivatiseerde ondernemingen alle benodigde informatie te achterhalen was.