• No results found

Een onderdeel van de groentijd was het eerstejaarsweekend

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een onderdeel van de groentijd was het eerstejaarsweekend"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PERSOONLIJKE GESCHIEDENIS VAN JAARCLUB CYRANO 1961 door Pieter, met een kleine aanvulling van Rogier

Juli 1961: 300 jonge mannen schreven zich in als aspirantleden van het Leids Studenten Corps. Schichtig schuifelden ze over de Breestraat, een schuin oog werpend naar het Bolwerk Minerva, waar dat jaar, na de brand van ‘59 voor het laatst, een groentijd gehouden ging worden. Tijdens die inschrijvingsperiode vonden de eerste contacten plaats, een eerste kiem die leidde tot het ontstaan van onze club.

De groentijd: honderden phoeten, kaalgeschoren, gestoken in plunje met vest en losse boord, stortten zich tegelijkertijd in Minerva, verwelkomd door een penetrante geur van verschaald bier en urine. En een heidens kabaal van het veelkoppige LSC-monster, dat de opening van het slachtseizoen hartstochtelijk toejuichte.

Hoe overleef je een groentijd? O.a. door steun te zoeken bij lotgenoten. Een tweede kiem voor onze club.

Een onderdeel van de groentijd was het eerstejaarsweekend. Daar werd niet gegroend, maar er was juist uitgebreid gelegenheid met elkaar kennis te maken. Een derde kiem.

De volgende periode werd in beslag genomen door Societeitsbezoek en: CLUBKONKELEN.

Op onze studentenkamers werd eindeloos vergaderd, Onderhandeld over wie wel of niet mee mocht doen met de op te richten club. In wezen ging het erom uit te maken of iemand “een goeie vent”was. Criteria stonden niet vast en werden door iedereen anders gehanteerd, vandaar dat het konkelen eindeloos kon duren.

Volgens de overleving bestaat de oerkern van onze club uit twee vrienden die elkaar in militaire dienst ontmoet hadden. De een zei tegen de ander:”hoewel je niet katholiek bent, vind ik je toch een goede vent; wij gaan samen een club oprichten”. Vlak voor het einde van de konkeltijd stapte de katholiek over naar een andere club; hij heeft er nóg spijt van.

Tijdens het konkelen ging het er soms hard aan toe. Zo was er een aspirant clublid, die mee wilde doen op voorwaarde dat zijn vriend ook mee mocht. De arme vriend heeft de hele avond op de gang moeten wachten, totdat men besloot, dat ook hij “een goeie vent” was.

Er moest ook een naam gevonden worden. Mijn vader deed de suggestie “Cyrano”. Aldus werd besloten, mede omdat een aantal onzer gezegend is met een prominente neus. Leuke bijkomstigheid was, dat juist in het seizoen 61/62 het toneelstuk “Cyrano de Bergerac” werd opgevoerd, met Guus Hermus in de titelrol. Met de kersverse club bezochten wij de première.

Direct na afloop beklommen wij, in rok met rode sjerp, het podium, waar de voorzitter de spelers toesprak. Daarna mocht het toneelgezelschap zich tijdens een intiem souper met onze club onderhouden.

Aan de inauguratie ging volgens mos een strandwandeling vooraf van telkens twee clubs, die elkaar halverwege tegenkwamen, en dan geacht werden met elkaar in gevecht te gaan. Wij vonden dat, met onze tegenvoeters van de club MacBesth, beneden onze waardigheid, en keuvelden enige tijd gezellig met elkander op het strand. De eigenlijke inauguratie vond plaats op Sociëteit Minerva. De leden van zusterclub MacBesth hadden een schots plooirokje van hun zusjes geleend. Het stond wel aardig, maar wij, leden van Cyrano, konden pronken met onze door de natuur verschafte attributen: onze formidabele neuzen!

Nu hadden wij dan een echte club, met 21 “goede venten”. (13 juristen, 6 medicijnmannen, 1 historicus, 1 geoloog). Hoe ontwikkelt zo’n bij elkaar gekonkeld zooitje zich tot een echte club? Op de Societeit hokten we bij elkaar. We zagen elkaar op onze studentenkamers, en in het weekend gingen we op bezoek bij elkaars ouders.

(2)

Naarmate de onderlinge kennismaking vorderde, werd een merkwaardig phenomeen in de club ontdekt: DE KLOOF! Die werd gevormd door enerzijds degenen die hun dienstplicht (destijds 2 jaar ) vervuld hadden en anderzijds de jonge honden die vers van de schoolbanken aangekomen waren. De ouwe lullen waren wat bezadigder en hielden zich reeds bezig met hun Maatschappelijke Carriere. Daarover peinsden de jonge honden nog in het geheel niet, die zagen meer in keetschoppen en bierdrinken. Dat gedrag vervulde de ouden met grote zorg: zij vonden juist dat Cyrano zich moest ontwikkelen tot een ‘goeie’ club, die een springplank kon zijn voor de carriere. Dergelijke argumenten werden uiteraard weggehoond door de andere kant van de Kloof.

De clubband werd gedurende de studietijd bestendigd. Wij zagen elkaar regelmatig op Minerva bij de wekelijkse clublunch, op feesten, verjaardagen, examens (mirabile dictu: wij zijn allemaal afgestudeerd), en uitjes, zoals het roemruchte botterweekend. Onder

verantwoordelijkheid van ons alleroudste clublid, was een botter gehuurd.De jonge honden klommen natuurlijk dadelijk hoog in de mast. Opeens viel het enorme grootzeil (met losse broek en druipgiek!) met donderend geweld naar beneden. We hebben het allemaal overleefd, en de bun werd keurig leeggehoosd vóór terugbezorging!

Tegen het eind van onze studietijd kwamen de bruiloften en de afstudeerfeesten en toen gingen we allemaal de ‘kille’ in, verspreid over land en wereld. De eerste kindertjes werden geboren, en we waren druk bezig met gezin en carriere; de clubcontacten namen af.

In de zomer van 1977 vond er een revival van de club plaats. In dat jaar begonnen we met het

‘Clubweekend’ op het landgoed “De Vollenhof”. Een initiatief van onze eerste clubbruid Olda, die een Roxane werd voor ons allen. Zij en Pieter nodigden Cyrano uit mét vrouwen en kinderen. Een schot in de roos dat een traditie werd: om het jaar in het laatste weekend van augustus, en dat tenminste twaalf keer.

Die clubweekends zorgden ervoor dat de onderlinge contacten ook tussentijds toenamen.

Huwelijksjubilea, benoemingen, afscheidsceremonies en kroonverjaardagen vulden onze agenda’s, en leidden tot bezoeken aan ver weggelegen oorden als Arnhem, Zwolle, Winterswijk en Parijs.

En natuurlijk waren er de clublustra. In 1986 vierden wij ons vijfde lustrum bij de

Amsterdamse effectenbeurs, waar een clubvriend de lakens uitdeelde. Direct na ons bezoek stortte de beurs inéén, hetgeen de carrière van onze gastheer alleen maar ten goede kwam.

In 2001 werd het 40-jarig bestaan uitgebreid gevierd in en om Bergerac, in een Manoir aan de Dordogne, met afwisselend culturele en sportieve dagen en als hoogtepunt in een oud kasteel een optreden van Cyrano en Roxane. Daar werd ook het clubvaandel (voorzien van een markante haakneus) gepresenteerd, dat ons werd aangeboden door de clubdames.

In 2008 hielden wij met weemoed ons laatste weekend op de Vollenhof. Een ‘ongenode gast’

maakte het Olda onmogelijk de traditie voort te zetten. In die tijd waren op haar helaas de laatste woorden van Cyrano van toepassing: ”Je sais bien qu’à la fin Vous me mettrez à bas;

n’importe: je me bats! je me bats! je me bats!” Begin 2011 moest de club afscheid van haar nemen.

Intussen werd de traditie van het weekend elders voortgezet, en nu treden de clubvrienden beurtelings op als gastheer. Bovendien is de frequentie verhoogd, zodat wij elkaar nu

tenminste éénmaal per jaar intensief kunnen spreken. En dat blijven wij doen, totdat ook wij, zoals Cyrano, daarboven inleveren “quelque chose que sans un pli, sans une tache, J’emporte malgré vous, et c’est...Mon panache”!

Augustus 2011

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

heeft ingezien, en daarbij ook geconfronteerd werd met de daaraan verbonden moeilijkheden. Van Nieuwenhuyse met het diepvriezen in 1 ml-rietjes. Het was de jonge brouwersingenieur

Aangezien de toevoerschuif niet onder het rijden met één handbeweging kon worden gesloten, werd voor het draaien op de kopakkers de aandrijving uitgeschakeld.. Dit had echter

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Het placht vremde vraagen aan de Moeder te vraagen nopende den Hemel en Godt/ en de Moeder dacht/ dat het kindt eenige hadde hooren spreeken over die

When various wine yeast strains ferment- ed Beaujolais grape juice under static conditions, the highest glycerol levels were found at 20°C, whereas under agitated

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een