De diffusievergelijking (andere randvoorwaarden)
§10.6, opgave 11
Warmtediffusie in een zilveren staaf (versie II)
Opgave
Gegeven is een staafje van zilver dat 20 cm lang is en een temperatuur heeft van 50◦C.
Vanaf t = 0 (0◦C) worden beide uiteinden in een warmtebad geplaatst. Het ene uiteinde in een bad van 20◦C, het andere in een bad van 60◦C. Hoe koelt het staafje af?
Laat de temperatuur van het staafje gelijk zijn aan u(x , t) waarbij x de plaats in het staafje is ([cm]) en t het tijdstip is ([sec]).
Dan is u de oplossing van het begin-randwaardeprobleem
ut= α2uxx α2= 1.71 (zie: tabel 10.5.1) u(0, t) = 20, u(20, t) = 60 (t > 0) u(x , 0) = 50 (0 ≤ x ≤ 20)
Algemene formulering
ut = α2uxx
u(0, t) = T1, u(L, t) = T2 (t > 0) u(x , 0) = f (x ) (0 ≤ x ≤ L) In het probleem van het zilveren staafje geldt:
α2= 1.71 (zie: tabel 10.5.1) T1= 20, T2= 60
f (x ) = 50
De randvoorwaarden zijn nu niet homogeen!
Vraag
Wat kunnen we op fysische gronden zeggen over u(x , t) voor t ’groot’.
Dat u(x , t) nauwelijks meer verandert, onafhankelijk wordt van t.
Als lim
t→∞u(x , t) = v (x ) dan moet v voldoen aan:
ut = α2uxx en
v (0) = T1, v (L) = T2
Hieruit volgt achtereenvolgens:
v00(x ) = 0 voor 0 < x < L en v (x ) = T1+(T2− T1)
L x
Definitie
De oplossing v van het randwaardeprobleem:
ut= α2uxx ut= 0
u(0, t) = T1, u(L, t) = T2 (t > 0) die onafhankelijk is van t heet de evenwichtsoplossing.
Als w (x , t) = u(x , t) − v (x ) dan is w oplossing van het probleem:
wt = α2wxx
w (0, t) = w (L, t) = 0 (t > 0) w (x , 0) = f (x ) − v (x ) (0 ≤ x ≤ L)
Het laatste probleem kan worden opgelost met hetStappenplan.
En met v en w is ook u gevonden, u(x , t) = v (x ) + w (x , t).
Opnieuw: warmtediffusie in een zilveren staaf (versie II)
u(x , t) = 20 + 2x +20 π
∞
P
n=1
e−
√1.71nπ 20
2
t (3 + (−1)n) sinnπx20 n
Warmtediffusie in een zilveren staaf (versie III)
Opgave
Gegeven is een staafje van zilver dat 20 cm lang is en een temperatuur heeft van 50◦C.
Beide uiteinden zijn ge¨ısoleerd. Hoe koelt het staafje af?
Laat de temperatuur van het staafje gelijk zijn aan u(x , t) waarbij x de plaats in het staafje is ([cm]) en t het tijdstip is ([sec]).
Dan is u de oplossing van het begin-randwaardeprobleem
ut = α2uxx α2= 1.71 (zie: tabel 10.5.1) ux(0, t) = 0, ux(20, t) = 0 (t > 0) u(x , 0) = 50 (0 ≤ x ≤ 20)
Stap 1: scheid de variabelen
Het scheiden van de variabelen (door het substitueren van
u(x , t) = T (t)X (t) in de parti¨ele differentiaalvergelijking) leidt tot de differentiaalvergelijkingen:
X00+ λX = 0 T0+ λα2T = 0
en de randvoorwaarden X0(0) = X0(L) = 0.
( L = 20 en α2= 1.71 in de opgave!)
Stap 2: onderzoek het eigenwaardeprobleem (§10.6)
Het eigenwaardeprobleem
X00+ λX = 0 (0 < x < L) X0(0) = X0(L) = 0
heeft alleen voor λ = λn=nπ L
2
(n = 0, 1, . . . ) niet-triviale oplossingen.
De oplossingen (eigenfuncties tesamen met nuloplossing) zijn X = cXn met Xn(x ) = cosnπx
L (c ∈ R, n = 0, 1, . . . )
Stap 3: onderzoek van het beginwaarde- probleem (hfdstk 1-3)
We hoeven het beginwaardeprobleem
T0+ λα2T = 0 (t > 0)
alleen op te lossen voor λ = λn=nπ L
2
(n = 0, 1, . . . ) De algemene oplossing is dan
T = cTnmet Tn(t) = e−(αnπL )2t (c ∈ R, n = 0, 1, . . . )
Stap 4: gebruik de linariteit van het randwaardeprobleem
Stelling
De algemene oplossing van het randwaardeprobleem ut = α2uxx
ux(0, t) = ux(L, t) = 0 (t > 0) wordt gegeven door
u(x , t) = c0
2T0(t)X0(x ) +
∞
X
n=1
cnTn(t)Xn(x ) = c0
2 +
∞
X
n=1
cne−(αnπL )2tcosnπx L
Stap 5: gebruik Fouriereeksen (§10.2 )
Merk op dat
u(x , 0) = f (x ) voor 0 ≤ x ≤ L alleen maar als f (x ) = c0
2 +
∞
X
n=1
cncosnπx
L voor 0 ≤ x ≤ L
Als cn= 2 L
L
Z
0
f (x ) cosnπx
L dx (n = 0, 1, . . .)
is dit het geval voor alle waarden van x waarvoor de even 2L-periodieke uitbreiding van f continu is.
Opnieuw: warmtediffusie in een zilveren staaf (versie III)
u(x , t) = 50
Warmtediffusie in een zilveren staaf (versie IV)
Opgave
Gegeven is een staafje van zilver dat 20 cm lang is en een temperatuur heeft van 50◦C.
Het ene uiteinde wordt in een warmtebad van 20◦C geplaatst en het andere uiteinde is ge¨ısoleerd. Hoe koelt het staafje af?
Laat de temperatuur van het staafje gelijk zijn aan u(x , t) waarbij x de plaats in het staafje is ([cm]) en t het tijdstip is ([sec]).
Dan is u de oplossing van het begin-randwaardeprobleem
ut= α2uxx α2= 1.71 (zie: tabel 10.5.1) u(0, t) = 20, ux(20, t) = 0 (t > 0) u(x , 0) = 50 (0 ≤ x ≤ 20)
Opnieuw: warmtediffusie in een zilveren staaf (versie IV)
u(x , t) = 20 + 120 π
∞
P
n=1
e−
√ 1.71(2n+1)π
40
2
t sin(2n+1)πx40 2n + 1