• No results found

Vraag nr. 22 van 10 oktober 2003 van de heer ELOI GLORIEUX

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 22 van 10 oktober 2003 van de heer ELOI GLORIEUX"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 22

van 10 oktober 2003

van de heer ELOI GLORIEUX

Gewestelijk Expresnet – Samenwerkingsov e r e e n-komst

Op 4 april 2003 sloten de federale overheid en de gewesten een overeenkomst af met het oog op de verwezenlijking van het programma van het Ge-westelijk Expresnet (GEN) van, n a a r, in en rond Brussel.

Het GEN is van bijzonder belang voor de door-stroming van het verkeer naar en in onze hoofd-stad, maar ook in de Vlaamse Rand.

1. Hoe verhouden de plannen en de visie van deze overeenkomst zich tot deze van het B r a b a n t-Brusselnet of Regionet van het provin-ciebestuur van Vlaams-Brabant ?

Is er overleg geweest tussen het provinciebe-stuur enerzijds en de federale en gewestelijke overheden anderzijds ?

Is het provinciebestuur betrokken geweest bij de overeenkomst tussen de federale overheid en de gewesten van 4 april 2003 ?

2. Volgens artikel 12 van de overeenkomst van 4 april 2003 zal een stuurgroep een indicatief meerjarenprogramma en een jaarlijks program-ma opprogram-maken. Het indicatief meerjarenprogram-ma omvat de gestructureerde beschrijving van de geplande acties van de partijen die het open-baar vervoer in hun bevoegdheid hebben en van de betrokken maatschappijen van openbaar vervoer.

Is er al een eerste indicatief meerjarenprogram-ma en/of een jaarprogrammeerjarenprogram-ma beschikbaar ? Zo neen, wanneer wordt dit verwacht ?

3. In artikel 15 van de overeenkomst van 4 april 2003 wordt er via drie fasen naar gestreefd om tot een harmonisering van de tarieven en een gemeenschappelijk tariefaanbod te komen. In een eerste fase voeren de vier openbaarver-voermaatschappijen een systeem in voor de we-derzijdse erkenning van de vervoerbewijzen voor één, v i j f, tien tien ritten en één dag, g e l d i g op het grondgebied van het Brusselse Hoofdste-delijke gewest. In een tweede fase leveren de vier vervoermaatschappijen compatibele ver-voerbewijzen af die ook in de randzone buiten

Brussel geldig zijn. In een derde fase ten slotte voeren de vier maatschappijen voor de hele G E N-zone een compatibel inningssysteem in, en dit in het vooruitzicht van een compatibel in-ningssysteem voor het hele grondgebied.

Hoever staat het met de realisatie van deze drie fasen ? Werd de eerste fase reeds afgerond ? Komt de "randzone" waarvan sprake in de tweede fase, overeen met het "voorstadsgebied" uit de interministeriële conferentie van 30 no-vember 1999, waarnaar in het akkoord verwe-zen wordt ?

In het akkoord van 4 april 2003 is er geen spra-ke meer van een dergelijk gebied, enspra-kel van de centrale kern en een perifere ring. Zo komen s t a d s- en voorstadsgebied niet overeen met de centrale kern. Het station van Asse bijvoor-beeld ligt wel in de centrale kern, maar niet in het voorstadsgebied.

N.B. Deze vraag werd gesteld aan minister-p r e s i-dent Somers (vraag nr. 4) en minister Bossuyt (nr. 22).

Gecoördineerd antwoord

1. Het Regionet Brabant-Brussel is het geïnte-greerd netwerk dat de elementen van het GEN, het BB-net, het Masterplan Brabant-Brussel van De Lijn – Vlaams-Brabant en het meerja-renprogramma van de afdeling Wegen en Ve r-keer (AWV) Vlaams-Brabant verenigt.

Het busnetwerk voorgesteld in het Regionet Brabant-Brussel voldoet aan het GEN-aanbod. Het "ontwerpbasisnetwerk trein" uit de samen-werkingsovereenkomst stemt in ruime mate overeen met het treinnetwerk voorgesteld in het Regionet Brabant-Brussel.

Het Regionet Brabant-Brussel is ontwikkeld in gemeen overleg tussen De Lijn – V l a a m s - B r a-b a n t , AWV Vlaams-Braa-bant en de provincie V l a a m s - B r a b a n t . De NMBS maakte als waarne-mer deel uit van de stuurgroep van het Regio-net.

(2)

2. Het in artikel 12 van de samenwerkingsover-eenkomst van 4 april van 2003 aangehaalde eer-ste indicatief meerjarenprogramma en/of éénja-renprogramma is nog niet beschikbaar, a a n g e-zien de stuurgroep, die volgens de samenwer-kingsovereenkomst mee moet instaan voor de opmaak van bovenvermelde programma’s, n o g niet samengesteld is.

In het Regionet Brabant-Brussel is er met be-trekking tot het busnetwerk wel een fasematige planning uitgewerkt.

3. De eerste fase van de tariefintegratie Brussel is gestart op 1 februari 2003. De wederzijdse er-kenning van de vervoerbewijzen van De Lijn, de MIVB, de NMBS en de TEC voor één rit, v i j f r i t t e n , tien ritten en de dagpassen binnen het huidige stads- en voorstadsgebied van Brussel is hiermee een feit (MIVB : M a a t s chappij voor In -tercommunaal Vervoer Brussel; T E C : Tr a n s p o r t en Commun – red.).

Deze vervoerbewijzen kregen de naam "Ju m p " , hetgeen erop wijst dat de klant vrij kan rondrei-zen op de vier netten van het openbaar vervoer in Brussel.

Tussen de vier vervoermaatschappijen zijn be-sprekingen aan de gang over de realisatie van de volgende fasen.

Behoudens de beslissing van de interministerië-le conferentie van 30 november 1999 over de af-bakening van zonegrenzen (één stadszone en elf v o o r s t a d z o n e s ) , zijn er geen verdere concrete toepassingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De afdeling Bos en Groen bracht een gunstig ad- vies uit voor het vellen van de bomen, mits aan een aantal voorwaarden zou worden voldaan, zoals het aanpassen van het

In de resolutie van het Vlaams Parlement be- treffende de krachtlijnen voor een strategisch plan voor de sport die op 10 juli 1997 unaniem werd g o e d g e k e u r d

Graag zou ik van de minister vernemen welke soort van recreatie- en sportmeetings in de toe- komst in het domein toegelaten zullen worden en in welke mate ze stroken met

Zo zal de impact van het lozen van warmer water door de centrale van Langer- lo op het Albertkanaal waarschijnlijk groter zijn dan die van de lozingen van de centrale van

3. In artikel 15 van de overeenkomst van 4 april 2003 wordt er via drie fasen naar gestreefd om tot een harmonisering van de tarieven en een gemeenschappelijk tariefaanbod te komen.

Hoeveel financiële middelen vloeiden in 2002 en 2003 vanuit de Vlaamse Gemeenschap naar de dertien centrumsteden op het vlak van open- bare werken?. Hoeveel financiële middelen

Als bijlage 2 vindt de Vlaamse volksvertegen- woordiger het resultaat (winst of verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening van het boekjaar 2002 voor

Het volledige gebied Ter Meeren werd afgeba- k e n d , het schattingsverslag werd gevraagd en is intussen opgemaakt en in het bezit van de afde- ling Bos en Groen.. Aan de