Manieren waarop inleners hun arbeidsrelatie met uitzendkrachten benaderen : verwachtingen en hro-prakijken
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
• Op het voorgaande punt geldt één uitzondering: uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd in Fase B/3 aangegaan vóór 3 januari 2022 met een einddatum op of na 2 januari 2023 mogen
3 lid 9 van de richtlijn zorgt er bovendien voor dat lidstaten verdere gelijke behandeling tussen gedetacheerde en lokale uitzendkrachten mogen bieden door voor te schrijven
In mei 2020 worden in jouw bedrijf sociale verkiezingen gehouden om personeelsvertegenwoordigers te kiezen voor het comité voor de preventie en bescherming van werknemers (CPBW) en
Er is weinig onderzoek gedaan naar de houdingen en verwachtingen van leidinggevenden ten aanzien van uitzendkrachten (ten opzichte van vaste krachten), dus als de
Het zou zelfs zo kunnen zijn dat alleen het langer in dienst zijn van een werknemer of uitzendkracht al tot hogere verwachtingen leidt, omdat zij dan immers meer ervaring binnen
In tegenstelling tot deze stelling van Moolenaar (2002) komt uit onderzoek van Torka (2003) naar voren dat er geen verschil hoeft te zijn tussen uitzendkrachten en vaste
Hoewel het uitzendbureau over het algemeen een meer terughoudende rol heeft, geven eigenlijk alle geïnterviewde uitzendkrachten (zowel vrijwillige als niet vrijwillige) aan
Stel dat de uitzendkracht zich ongemakkelijk voelt op zijn werk door een gebrek aan persoonlijke betrokkenheid dan zal hij wellicht terugvallen op zijn formele