• No results found

II. TECHNISCH GEDEELTE... 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "II. TECHNISCH GEDEELTE... 2"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

II. TECHNISCH GEDEELTE ... 2

HOOFDSTUK 2 ALGEMENE BEPALINGEN ... 2

HOOFDSTUK 3 MATERIALEN ... 4

HOOFDSTUK 4 VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN. ... 10

HOOFDSTUK 5 ONDERFUNDERINGEN EN FUNDERINGEN. ... 13

HOOFDSTUK 6 VERHARDINGEN ... 14

HOOFDSTUK 8 LIJNVORMIGE ELEMENTEN ... 17

HOOFDSTUK 9 ALLERHANDE WERKEN ... 18

HOOFDSTUK 10 SIGNALISATIE ... 31

HOOFDSTUK 11 GROENAANLEG EN -ONDERHOUD ... 33

HOOFDSTUK 12 ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN ... 36

III. BIJLAGEN ... 41

IV. OFFERTEFORMULIER EN OPMETINGSSTAAT ... 1

OFFERTEFORMULIER ... 1

(2)

II. TECHNISCH GEDEELTE

A. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET STANDAARDBE- STEK 250.

HOOFDSTUK 2 ALGEMENE BEPALINGEN 6. INBEGREPEN PRESTATIES EN LEVERINGEN

6.1. Materialen beschikbaar gesteld door de aanbestedende overheid

6.1.1. Wegnemen op win- en stapelplaatsen, vervoer en aanbrengen van materialen

In geval de aannemer voor de aanvulling van bouwputten en bouwsleuven, de ophoging en aanleg van de aardebaan van een rijweg gronden 3-5.1.1 / 5.1.2. of 3-5.1.5. wenst te gebruiken, is dit hem toegelaten op voorwaarde dat er hierbij voldaan wordt aan volgen- de voorwaarden:

- Er dient maximaal door de aannemer de vrijkomende gronden 3-5.1.1 / 5.1.2.

of 3-5.1.5. afkomstig van onderhavige werf te worden herbruikt. De aan- nemer dient bij zijn planning van de werken hiermee rekening te houden;

- Er zal pas door de bouwheer worden aanvaard dat er van buiten de eigenlijke werf gronden worden aangevoerd, nadat tegensprekelijk het tekort van ge- schikte herbruikgronden op werf zelf is kunnen worden vastgesteld, en er bo- vendien voldaan wordt aan de bepalingen van art. 19 §1van het KB van 15.07.2011 inzake bodem-attestering en 3-5.1.1 of 3-5.1.2.

- Bij het aantreffen van gronden 3-6.2.2. op deze werf zijn deze steeds verplicht op de plaats van uitgraving of onmiddellijke nabijheid terug te verwerken, ook al zijn op deze plaats gronden 3-5.1.1 of 3-5.1.2. toegelaten. Het afvoeren van gronden 3-6.2.2. naar een andere werf gecombineerd met het omgekeerd aanvoeren van gronden 3-5.1.1 of 3-5.1.2. is niet toegelaten.

- Alle mogelijke meerkosten (zoals o.a. moeilijker verdichten van de grond, meerkosten bemaling, verminderde productiviteit, gebeurlijke stilstand, ver- gunningen voor tijdelijke menginstallaties e.d.) ingevolge het gebruik van her- bruikgronden dienen in de prijs van de aanvulling te zijn begrepen.

6.1.2. Tijdelijk terrein voor grondverbetering of tijdelijke grondopslag (W-TOP)

De aannemer zoekt zelf in de nabijheid der werken (buiten de bouwzone) een terrein tij- delijk voor de duur van deze werken voor de opstelling van een grondmenginstallatie, de stapeling van voor herbruik geschikt of geschikt te maken gronden en het zeven van gronden.

(3)

6.2. Materialen waarvan de aanbestedende overheid eigenaar blijft

Alle materialen aangeduid als te herbruiken blijven eigendom van de aanbestedende overheid.

Op eventuele aanduiding van het bestuur dient de aannemer de door het bestuur aange- duide te behouden afgravings- en uitgravingsmaterialen op plaats van bestemming te ni- velleren zonder bijkomende prijsvergoeding.

De opbraakmaterialen die de aanbestedende overheid wenst te behouden worden op eenvoudige vraag door de aannemer naar de stapelplaats van de gemeente vervoerd (prijs inbegrepen in de opbraakwerken).

De opbraakmaterialen voortkomende van private opritten worden op eenvoudige vraag van de eigenaar op het betrokken perceel gestapeld (prijs inbegrepen in de opbraakwer- ken).

8. CONTROLES

8.1. Indeling in vakken en deelvakken

Onderfunderingen, funderingen, verhardingen, oppervlaktebehandelingen en lijnvormige elementen worden ingedeeld in homogene secties die telkens betrekking hebben op één post.

(4)

HOOFDSTUK 3 MATERIALEN

2. PRIMAIRE EN SECUNDAIRE GRONDSTOFFEN 2.2. Secundaire grondstoffen

Enkel de secundaire grondstoffen 2.2.6, 2.2.8.1, 2.2.9 en 2.2.16.1 zijn toegelaten.

De secundaire grondstoffen 2.2.8.2 en 2.2.16.2 zijn eveneens toegelaten indien de grondstoffen afkomstig zijn van de opbraak van dit project.

7. STEENSLAG, ROLGRIND, RUWE STEEN EN BROKKEN PUIN 7.1. Steenslag en rolgrind

7.1.2.1. STEENSLAG OF ROLGRIND VOOR ONDERFUNDERINGEN

Voor deze aanneming wordt 7.1.1.1.B.6. “menggranulaat” en 7.1.1.1.B.7. “metselwerk- granulaat” niet toegelaten.

7.1.2.3. STEENSLAG VOOR STEENSLAGFUNDERINGEN MET CONTI- NUE KORRELVERDELING

Voor deze aanneming wordt 7.1.1.1.B.6. “menggranulaat in gebonden toepassingen van het type A” niet toegelaten.

23. BESTRATINGSELEMENTEN 23.2. Betonstraatstenen

Alle betonstraatstenen in deze aanneming zijn in de massa gekleurde betonstraatstenen (grijs) en/of kleurvaste betonstraatstenen.

De betonstraatstenen hebben een soortgelijke vorm als de bestaande betonstraatstenen, met afmetingen ca. 225 x 112 mm.

23.2.1. Kleurvaste betonstraatstenen

Keuring:

Een proefvak van minstens twee vierkante meter per kleur en/of soort zal ter goedkeu- ring aan de leidend ingenieur worden voorgelegd.

61. MESTSTOFFEN

(5)

De meststoffen worden verpakt geleverd.

A. Meststoffen voor bezaaiingen en beplantingen van bosgoed, heesters en co- niferen

De te leveren en te verdelen samengestelde meststof 15 + 9 + 15 + 2 bevat 15 % stik- stof - waarvan 4,2 % nitrische, 5,8 % ammoniakale en 5 % stikstof onder de vorm van synthetisch-organisch traagwerkende stikstof - 9 % fosfor en 15 % kaliumoxide. De sa- mengestelde meststof bevat tevens 2 % magnesiumoxide en alle nodige sporenelemen- ten. De meststoffen voldoen aan de wettelijke bepalingen betreffende de handel in mest- stoffen en bodemverbeterende middelen.

B. Meststoffen voor hoogstammen

De te leveren en te verdelen korrelvormige samengestelde meststof 15 + 9 + 9 + 3 be- vat 15 % stikstof - waarvan 6,2 % nitrische, 8,8 % ammoniakale en stikstof onder de vorm van synthetische-organisch traagwerkende (12-11 maanden) stikstof - 9 % fosfor en 9 % kali. De samengestelde meststof bevat tevens 3 % magnesiumoxide en alle nodi- ge sporenelementen. De meststofkorrels zijn omhuld met een halfdoorlatend organisch basislaagje. De meststoffen die geleverd worden voldoen aan de wettelijke bepalingen betreffende de handel in meststoffen en bodemverbeterende middelen.

63. GRASZAAD

63.2.3. Mengsels van kruidzaden

63.2.3.1. Meerjarige soorten

(zadenmengsel van Ecoflora type B1. Leem - en zandleemgronden of gelijkwaardig) Prunella vulgaris (brunel)

Tragopogon pratensis (gele morgenster) Barbarea vulgaris (barbarakruid)

Hypochaeris radicata (gewoon biggekruid) Achillea millefolium (gewoon duizendblad) Galium molugo (glad walstro)

Trifolium arvense (hazepootje) Carex ovalis (hazezegge)

Leontodon autumnalis (herfstleeuwetand) Crepris capillaris (klein streepzaad) Centaurea jacea (echt knoopkruid) Leucanthemum vulgare (wilde margriet) Oenothera biennis (middelste teunisbloem) Malva moschata (muskuskaasjeskruid) Daucus carota (wilde peen)

Ranunculus acris (scherpe boterbloem) Hypericum perforatum (Sint-Janskruid) Echium vulgare (slangekruid)

Senecio erucifolius (smalbladig kruiskruid) Plantago lanceolata (smalle weegbre) Hieracium laevigatum (stijf havikskruid) Jasione montana (zandblauwtje)

Crepis biennis (groot streepzaad)

Erodium cicutarium (gewone reigersbek) Hieracium umbellatum (schermhavikskruid)

(6)

Silene dioica (dagkoekoeksbloem) Luzula campestris (gewone veldbies)

65. MATERIALEN VOOR BOOMSTEUNEN

65.2. Kastanjehouten boompalen (kniepalen)

De boompalen zijn afkomstig van een levende velling van tamme kastanje, hout beho- rende tot duurzaamheidsklasse II. Ze zijn volledig recht en ontschorst, onderaan gepunt en bovenaan gekruind.

Het rondhout heeft een sectie met een diameter 8/10 (maten in cm), bovenaan gemeten.

De boompalen hebben een lengte van 1,50 m

66. HOUTACHTIGE GEWASSEN

Zijn van klasse A

66.3. Hoogstammen

Alle hoogstammen blijven ongesnoeid behouden tot na de plantenkeuring.

Betula pendula, 20/25, kluit Betula pubescens, 20/25, kluit Populus tremuma, 20/25, kluit Polulus nigra, 20/25, kluit Fraxinus excelsior, 20/25, kluit Acer cempestra, 20/25, kluit

Algemene (bijkomende) kwaliteitseisen : A. De stam :

De straatboom heeft een rechte stam.

Profiel van de vrije hoogte = 300 cm

De stam van de bomen is over de volledige lengte omwikkeld met jutte.

B. Dikte/lengte verhouding = 1:30

De lengtemaat wordt gemeten vanaf de wortelhals tot en met de helft van de laatste topscheut.

C. De kroon

De bomen hebben een kroon met een doorgaande rechte, voldoende vertakte en goed ontwikkelde harttak.

Dubbele toppen, zuigers en takken in (dichte) takkransen mogen zeker niet voor- komen.

De harttak moet duidelijk domineren op de gesteltakken.

De gesteltakken - plus minus 5 – zijn regelmatig over de kroon verdeeld en verto- nen ten opzichte van de harttak zoveel mogelijk een zelfde inplantingshoek.

D. Wortelgestel

De bomen hebben een kluit. Deze kluiten zijn omgeven door metalen gaas (draad- kluit). (maaswijdte = 5 cm)

De kluit moet tijdens het transport gaaf en onbeschadigd blijven.

De boom moet de kluit zelf dragen.

(7)

66.8. Meerstammigen

De meerstammige bomen zijn niet vertakt van op de grond, de meerstammigen vertrek- ken vanuit het maaiveld met een korte stam. De bomen blijven ongesnoeid tot na de plantenkeuring

Prunus spinosa, 80-100cm Cornus mas, 80-100cm Coryllus avellana, 80-100cm

Algemene (bijkomende) kwaliteitseisen:

A. De stammen:

één stam tot ca. 60cm boven het maaiveld, daar boven begint de vertakking (minimaal 3 takken), de takken zijn opgesnoeid tot ca. 1m80 boven het maaiveld.

B. De kroon

De bomen hebben een kroon met voldoende vertakten en goed ontwikkelden harttakken.

Dubbele toppen, zuigers en takken in (dichte) takkransen mogen zeker niet voorkomen.

C. Wortelgestel

De bomen hebben een kluit.

De kluit moet tijdens het transport gaaf en onbeschadigd blijven.

De boom moet de kluit zelf dragen.

De hoogte van de meerstammige boom wordt gemeten in hun natuurlijke vorm en uitge- drukt in cm.

(8)

110. OMHEINING

A. Beschrijving

Panelen

 De panelen zijn uit gelast gaas, 2500 mm breed en +-3m hoog.

 De panelen zijn aan de bovenzijde voorzien van prikkels van 30mm.

 De panelen zijn voorzien van specifieke 3D horizontale versterkingen (min. 4 voor een hoogte van +-3m).

 Maasgrootte: 200x50mm

 Draaddiameter: horizontaal 8mm, verticaal 5mm.

 De panelen zijn vervaardigd uit verzinkte draden, met een adhesielaag voor een perfecte hecting met de polyestereindlaag (min 100 micron).

 De panelen worden voorzien in kleur RAL 6005.

Palen

 Profiel:

o Palen uit gelaste buis in “H” vorm, met inkepingen links en rechts van de paal.

o Centrale uitsparingen om de 15cm, voor het fixeren van de specifieke me- talen veiligheidsklemmen met bouten

o Uitsparingen voor het bevestigen van de panele d.m.v. bevestigingsklem- men.

o Sectie van de paal: min. 100x54mm o Plaatdikte: min 2mm

o I/V: 14.75cm³

 De palen (hoogte +-3,7m) zijn in- en uitwendig verzinkt (min 275g/m², beide zij- den gecombineerd), volgens Euronorm 10326. Daarna wordt een adhesielaag aan- gebracht en geplastificeerd (min 60 microns).

 De paal wordt afgewerkt met een polyamide met met een haak voor ophanging van het paneel

 De palen worden voorzien in kleur RAL 6005.

(9)

111. DRAAIPOORT IN BUITENOMHEINING A. Beschrijving

 Het kader bestaat uit een vierkante buis met profiel van 60x60mm. De panelen volgens 3-110 worden gelast op het kader (met de prikkels naar boven).

 De poortpalen bestaan uit vierkante palen met een afdekdop.

 De regelbare scharnieren laten toe de vleugels 180° te openen.

 De grondgrendel bestaat uit een vuurverzinkte, bevestigd aan de grendelvleugel, te verankeren in de centrale grondplaat.

 Inclusief kruksluiting en cilinderslot, af te sluiten met een standaardsleutel van de NMBS groep.

 Kleur RAL 6005

 De vrije doorgangsbreedte van de poort bedraagt min. 5m.

(10)

HOOFDSTUK 4 VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWER- KEN.

1. VOORBEREIDENDE WERKEN.

1.1.1. Verwijderen van houtachtige gewassen

De putten die ontstaan door het rooien van bomen, andere houtachtige gewassen, stron- ken, … mogen enkel aangevuld en verdicht met zand 3-6.2.2. indien deze onder be- staande of nieuw aan te leggen verhardingen vallen. Het leveren van het zand dient in- begrepen te zijn in de post van het rooien. In alle andere gevallen dient de aanvulling te gebeuren met teelaarde.

In alle gevallen zal de aannemer zorgen voor een voldoende draagkracht.

Tenzij anders vermeld worden alle gevelde bomen eigendom van de aannemer.

1.1.2.3. Opbreken van verhardingen

Indien de totale dikte in werkelijkheid kleiner is dan voormelde waarde in de aanbeste- ding, is het verschil niet te beschouwen als grondwerk.

Indien de totale dikte in werkelijkheid groter is dan voormelde waarde in de aanbeste- ding maakt deze overdikte deel uit van het grondwerk. De aannemer zal hiervoor geens- zins afzonderlijk worden vergoed.

Gegevens omtrent de bestaande toestand:

De in tabel vermelde diktes en de aard van de materialen kunnen plaatselijk verschillen.

De inschrijver is ertoe gehouden zich vooraf te vergewissen van de juiste uitvoerings- voorwaarden van zijn werken.

Omzichtig opbreken

De betonstraatstenen die omzichtig opgebroken worden, dienen te worden gestapeld op paletten en afgeschermd om beschadiging te vermijden. Alle cementgebonden materialen dienen verwijderd te worden van de betonstraatstenen alvorens de stenen te stapelen.

De hierbij gepaarde kosten dienen inbegrepen te zijn in de eenheidsprijs van het omzich- tig opbreken van de betonstraatstenen.

1.1.2.9. Op- en afbreken van signalisatie

Voor aanvang van de werken zal de aannemer een lijst opmaken van alle aanwezige be- staande signalisatie, met vermelding van eventuele reeds aanwezige beschadigingen, aangevuld met fotomateriaal van elke signalisatie, en aanduiding op het grondplan be- staande toestand.

Bij het opbreken en stapelen van signalisatie, bestemd voor herbruik in deze of andere aannemingen, dient de aannemer de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om be- schadigingen aan de elementen te voorkomen.

De door de aannemer beschadigde elementen dienen op kosten van de aannemer ver- vangen door nieuwe van dezelfde vorm en kwaliteit.

1.2. Meetmethode voor hoeveelheden

(11)

Het opbreken van verhardingen wordt per soort als per vierkante meter in de meetstaat opgenomen.

2. DROOG GRONDVERZET

Alle gronden die dienen afgegraven of uitgegraven met verwijdering voor gebruik buiten de werf, worden als overtollig gronden beschouwd en worden dus eigendom van de aan- nemer. Hij dient hiermee rekening te houden bij zijn prijsberekening.

Enkele indien dit expliciet vermeld is, dienen de daarvoor voorziene overtollige gronden afgevoerd te worden naar een stapelplaats van de aanbestedende overheid.

Tijdens transport op openbare wegen moet de aannemer de gemorste grond dagelijks opruimen. Indien gemorste grond gevaar kan opleveren voor het verkeer moet dit direct worden opgeruimd.

2.1. Beschrijving 2.1.2. Uitvoering

In de mate van het mogelijke en voor zover voorzien in de aanbestedingsdocumenten, dient de op de werf uitgegraven bodem gebruikt te worden binnen de aanneming, hetzij als bodem hetzij als bouwstof.

2.1.2.4. Afdekking

De afdekking is niet begrepen in de ophoging.

In deze aanneming wordt de afdekking uitgevoerd met gronden afkomstig van afgraving, tenzij anders beschreven elders in de aanbestedingsdocumenten.

De nominale dikte van de afdekking is 20 cm.

De volgende gevallen worden onderscheiden:

b) Bodem te leveren door de aannemer.

De aannemer moet voor de aan te voeren bodem aantonen, door middel van een bodembeheerrapport, dat deze bodem voldoet aan de voorwaarden voor het be- oogde gebruik.

De afdekking omvat ook het laden, het vervoeren en het lossen van de voor de afdekking nodige bodem.

2.2. Meetmethode voor hoeveelheden

Belangrijke opmerking:

Voor alle materialen/gronden waarvan de milieuhygiënische kwaliteit gekend is en ver- meld staat in de aanbestedingsdocumenten, dient in de eenheidsprijs van de posten voor de afvoer/verwerking van deze vervuilde materialen/gronden, de uitgraving, het

transport en alle verwerkingskosten en/of stortkosten, taksen, milieuheffingen ed, … be-

(12)

De uitgevoerde grondwerken in afgraving /uitgraving en ophoging / afdekking volgens posten van bestek, werden opgenomen als VH.

Het profileren van de oppervlakken van de uitgraving en de ophoging worden niet afzon- derlijk in rekening gebracht en dient begrepen te zijn in het grondwerk.

Alle grondoverschotten waarvoor uit het milieuhygiënisch onderzoek blijkt dat deze grondoverschotten kunnen aangewend worden als bodem of in of als bouwstof (bouw- kundig bodemgebruik) dienen door de aannemer te worden afgevoerd en verwerkt vol- gens de geldende wetgeving. Hiervoor zijn volgende posten voorzien in de meetstaat:

-Meerprijs voor afvoer en verwerking van grondoverschotten bodem (VH)

-Meerprijs voor afvoer en verwerking van grondoverschotten bouwstof (bouwkundig bo- demgebruik) (VH)

In de totaalprijs voor het verwijderen van vervuilde bodem zijn alle overtollige bodem welke voldoet aan de beschrijving van 4-2.1.2.9 vervat, volgens het milieuhygiënisch grondonderzoek. De vermelde hoeveelheden zijn indicatief.

(13)

HOOFDSTUK 5 ONDERFUNDERINGEN EN FUNDERINGEN.

4. FUNDERINGEN

4.1. Algemene bepalingen 4.1.1. Beschrijving

Indien de totale dikte van de fundering groter is dan 25 cm, wordt deze fundering ge- plaatst en verdicht in 2 lagen.

4.4. Met toevoegsel(s) behandelde steenslagfundering met continue korrelverdeling

Cement in combinatie met calciumchloride wordt in deze aanneming niet toegelaten.

4.4.1.3. Wijze van uitvoering

Het plaatsen met een spreid- en afwerkmachine is verplicht.

De bescherming tegen uitdroging is verplicht.

4.11. Fundering van schraal beton

De aannemer mag de schraal betonfundering niet vervangen door een puzzolaanbeton- fundering. De bescherming tegen uitdroging is verplicht.

De statistische controle van de druksterkte is niet van toepassing.

(14)

HOOFDSTUK 6 VERHARDINGEN

1. CEMENTBETONVERHARDINGEN 1.1. Beschrijving

1.1.3. Wijze van uitvoering

1.1.3.14. Bescherming tegen beschadigingen

Bij het storten van cementbetonverharding (zowel cementkleur als rood gekleurd), treft de aannemer de nodige maatregelen om beschadigingen te voorkomen aan reeds vooraf aangelegde betonverhardingen en/of lijnvormige elementen of bestaande elementen. Hij zal daartoe in de scheiding een plastiekfolie van voldoende dikte aanbrengen. De plas- tiekfolie zal tegelijk dienen om sympathiescheuren in het vers gestorte beton te vermij- den. Deze plastiekfolie is tevens begrepen in de prijs van de cementbetonverharding.

Tevens zal de aannemer alle nodige schikkingen treffen om het oneigenlijk betreden van de verse beton tijdens de eerste 24u na plaatsing, te vermijden.

3. BESTRATINGEN

3.2. Bestrating van in rijen te leggen kasseien 3.2.1. Beschrijving

De materialen zijn kasseien volgens 3-23.1.1. afkomstig van de opbraak

3.2.1.2. Kenmerken van de uitvoering

3.2.1.2.A. BED VAN DE BESTRATING

Het bed van de bestrating is een brekerzand of kalksteensplit (2/6) met een nominale dikte van 7,5 cm.

3.2.1.2.H. VOEGEN

De voegvulling is: met kalksteensplit 2/4.

3.4. Bestrating van betonstraatstenen 3.4.1. Beschrijving

Als in de zone waar de herstellingen moeten uitgevoerd worden een aantal van de beton- straatstenen niet kunnen herbruikt worden, dan zal aan het einde van de werkzone een zone aangeduid worden door de leidend ambtenaar die omzichtig dient opgebroken te worden. Deze stenen zullen herbruikt worden om de nodige herstellingen uit te voeren.

Deze zone die bijkomend wordt opgebroken worden, dient nadien heraangelegd te wor- den met betonstraatstenen volgens 3-23.2.

(15)

3.4.1.2. Kenmerken van de uitvoering

3.4.1.2.A. BED VAN DE BESTRATING

Het bed van de bestrating is een mengsel van 1/3 brekerzand en 2/3 porfiersteenslag..

De nominale dikte van het bed bedraagt 3 cm.

3.4.1.2.F. GAAFHEID VAN DE BESTRATING

De buitenranden van de verharding (bijv. aansluiting tegen gevels, …) worden afgewerkt met een strekse rij)

3.4.1.2.G. STEENVERBAND

Er wordt gewerkt met een verband cfr. de bestaande toestand

3.3.1.2.H.2. Voegvulling

De voegvulling is met kalksteensplit 0/2.

De aannemer zal er zorg voor dragen, de voegvulling maximaal in optimale omstandig- heden (droge weersomstandigheden) uit te voeren. Eventueel zal hij trommel-gedroogd voegvullingsmateriaal aanvoeren, om de voegvulling mogelijk te maken. Dit is een aan- nemingslast.

3.4.1.3. Wijze van de uitvoering

4. ANDERE VERHARDINGEN

4.5. Verharding in steenslag voor fiets- en voetpaden 4.5.1. Beschrijving

De steenslagverharding is een “steenslagverharding met een continue korrelverdeling ty- pe II”, waanneer de korrelverdeling van het mengsel van zand en steenslag van het type II is.

5. PREFAB CEMENTBETONVERHARDINGEN

Beschrijving

Omhelst het leveren en plaatsen van betonnen prefab platen, nieuw of recup, in gebe- zemd grijs bekist beton, afmeting 1995 x 1995 mm. De plaat voldoet aan verkeersklasse 450 volgens BRL 1104 ‘bedrijfsvloerplaten van constructief beton’. De spanningen die in de plaat optreden bij het belasten worden geheel opgenomen door het beton. De platen voldoen aan volgende toelaatbare lasten: aslast van 150 kN, puntlast (150 x 150 mm) van 40 kN, puntlast (200 x 200 mm) 75 kN.

De platen hebben een dikte van minimaal 140mm en de rand is afgewerkt met een ge- profileerd, warmgewalst hoekstalen omranding met afmeting 45x45x4,2 mm, staalkwali- teit S235JRG volgens DIN-EN 10025. In dwarsdoorsnede vertonen de platen een conisch profiel naar binnen toe, waardoor bij plaatsing met een voeg van 5 mm gemeten aan het oppervlak, de platen aan de onderzijde elkaar nooit kunnen raken.

De platen zijn voorzien van een deklaag met een hoge slijtvastheid: maximum 12 cm³ per 50 cm² volgens Böhme (DIN 52108). Deze essentiële eigenschap wordt verkregen door in de slijtlaag bovenaan (van 20 mm) enkel een toeslagmateriaal van veredeld kwarts te gebruiken.

(16)

De platen worden geplaatst op een legbed van minimum 80mm zeezand 0/2, na vooraf- gaandelijk verwijderen van de teelaarde.

Bij het plaatsen dient men aan elke zijde van de platen 2 afstandhouders te plaatsen voor de voegen. De voegen van 5 mm tussen de platen wordt opgevuld met ditzelfde zeezand 0/2. De voegen dienen vol te zijn en te blijven.

Betonsterkteklasse C50/60 volgens NEN-EN 206-1, consistentieklassen S3 en blootstel- lingsklasse 2b. De wapening van de platen is inbegrepen. De wapening heeft eveneens een transport- of verankeringsfunctie. Het bewapeningsstaal voldoet aan de staalkwaliteit FeB500 volgens NEN 6008.

Meetmethode

De platen worden gerekend per m². In de post is ook de kostprijs van het legbed inbe- grepen en het verwijderen van de teelaarde inbegrepen.

(17)

HOOFDSTUK 8 LIJNVORMIGE ELEMENTEN

1. TROTTOIRBANDEN EN TROTTOIRBANDEN-WATERGREPPELS

1.2. Geprefabriceerde betonnen trottoirbanden, trottoirbanden- watergreppels en schampkanten

1.2.2. Meetmethode voor hoeveelheden

Voor de fundering onder en de stut achter de trottoirband en trottoirband-straatgoot wordt in de opmeting een afzonderlijke post voorzien.

Het afschuinen van prefab trottoirbanden om de voegbreedte tussen twee trot- toirbanden te beperken (bv. bij wijziging van lengteprofiel thv inritten) dient inbegrepen te zijn in de eenheidsprijs van de boordstenen.

(18)

HOOFDSTUK 9 ALLERHANDE WERKEN 21. ZITBANKEN

Beschrijving zitbanken en tafels

Zitbanken en tafels zijn samengesteld uit 2 gietijzeren of aluminium poten, al dan niet met rugleuning en of armleuning. Bij het model van 3m of 4,5m wordt er respectievelijk 1 of 2 poten centraal toegevoegd, die identiek zijn aan de zijpoten. Het frame van elke poot heeft rondom een sectie van gemiddeld 50mm dikte. Alle poten zijn uit één stuk en hebben 3, 3+3 of 7 identieke openingen die vlak zijn zodat er geen water blijft in staan.

3 openingen voor het zitvlak, 3 voor de leuning en 7 voor de brede bank en het tafelblad waardoor de houten latten voor zitting, rugleuning en tablet nauw passend worden ge- schoven. De poten voor de zitbank zonder leuning en voor de tafels moeten voorzien zijn van een extra lip per opening waarvan de bovenzijde gelijk komt met de opening voor de latten zodat deze latten beter worden ondersteund en extra bevestigd kunnen worden.

Alle latten hebben dezelfde sectie 33 x 107mm. De hoek tussen het zitvlak en de rugleu- ning bedraagt 105°. Onderaan de poten dienen bevestigingsvoetjes te zijn met een mi- nimum dikte van 15mm en een lengte van 72mm, ze hebben een inclinatie van 15° t.o.v.

de poten en zijn voorzien van verankeringsgaten met een hart op hart afstand van 480mm (960mm bij de tafel en de brede bank). De verschillende onderdelen worden gemonteerd tot een bank of tafel, verankerd met schroeven in RVS. De onderdelen van deze banken worden gedemonteerd geleverd als losse onderdelen op zich (gietijzeren of aluminium poten, houten latten en RVS-schroeven). Na het monteren dienen zowel de poten als de latten makkelijk vervangbaar te zijn met het juiste gereedschap maar het geheel mag niet uitnodigend zijn voor diefstal of vandalisme.

Keuze materiaal van de poten: afhankelijk van de prijs en of zichtbare kwaliteitsverschil- len zal de beslissing naar 1 van beiden gaan. De inschrijvers moeten prijs voor beiden geven.

Materialen Gietijzer:

grijs gietijzer EN GLJ250 volgens norm NBN EN 1561 Aluminium:

Voorwaarden legeringselementen voor gietaluminium:

- Productie volgens NBN 1780, deel 1 t.e.m. 3 en EN 1706

- Productie volgens EN 13920-1 tot 13901-16 : “Aluminium and aluminium alloys – Scrap”

- Minimaal gebruik van 95% secundair/gerecycleerd aluminium, afwijking te staven.

- Legering type 4xx.x wegens goede gietbaarheid en goede corrosieweerstand. Vrije variant toegelaten mits goed onderbouwd.

- Certificaat bij aflevering bevat :

o Chemische samenstelling volgens EN 573 o Mechanische waarden volgens EN 586-2 o Vorm- en maatvastheid volgens EN 586-3

- Matrijsgiettechniek of spuitgiettechniek voor vorm- en maatvastheid volgens EN 1559-1 t.e.m. 4. Vrije variant toegelaten mits goed onderbouwd.

Bij inschrijving wordt een proefstuk meegeleverd dat een beeld moet geven naar kwali- teit, oppervlaktestructuur en afwerking van het gietaluminium (vb staaf van 0.5m). Dit referentiestuk zal later eveneens als referentie gebruikt worden om de kwaliteit van de leveringen te beoordelen.

Hout:

Volgens norm NEN 5461: kwaliteitseisen voor hout (KVH 1980), gezaagd hout en paal- hout. De houtsoort is onbehandeld hardhout van hardheidsklasse 1, F.A.S.-kwaliteit,

(19)

aantoont dat het hout afkomstig is van bossen waarvan het duurzaam beheer door een onafhankelijke instelling volgens de internationaal erkende criteria werd gecertificeerd.

Uitzondering voor de ronde banken: enkel eik met duurzaamheidsklasse 1 volgens de re- gels van de kunst van het houtbuigen vervaardigd.

Het gebruik van samengestelde planken of balken (vb. door middel van zwaluwstaartver- bindingen of gelijkaardig) is niet toegestaan. De houtsoort dient te worden opgegeven door de leverancier. Na verloop van tijd moet het gekozen hout op een natuurlijke wijze vergrijzen. Het gekozen hout dient ten allen tijden vormvast te zijn.

Verbindingen:

Alle verbindingen worden geschroefd. Bouten en schroeven te voorzien in roestvrij

staal. Per lat 2 diefstalveilige schroeven. Alle schroefkoppen moeten worden verzonken in de poten.

Producten Samenstelling:

De banken en tafels zijn samengesteld uit:

poten in gietijzer of aluminium, vijf modellen:

- poten voor bank met rug- en armleuning.

- poten voor bank zonder leuningen

- poten voor bank met rugleuning, zonder armleuning - poten voor brede bank zonder leuningen

- poten voor tafel

Deze poten zijn voorzien van de nodige uitsparingen waarin de houten latten van de zitting en eventuele rugleuning kunnen gemonteerd worden. Zowel voor de zitting als voor de rugleuning worden steeds identieke latten gebruikt. Voor de tafel en de brede bank zonder leuningen worden er 7 soortgelijke latten gebruikt.

Elke lat wordt op elke poot vastgezet bij middel van minstens 1 RVS veiligheidsschroef met verzonken torx kop met pin en 1 RVS schroef met verzonken torx kop, beiden met formaat 6,3mm x 38mm. Bij de tafel, de bank en de brede bank zonder leuningen wordt een 3e schroef in de extra lippen geschroefd. De uitgeschuinde gaten voor deze schroe- ven moeten in de poten voorzien zijn.

houten latten:

sectie 33 x 107mm, lengten 600/1500/3000/4500.

De houten onderdelen van de banken moeten eenvoudig vervangbaar zijn zonder dat de bank volledig of gedeeltelijk gedemonteerd moet worden.

De bank en tafel mogen geen scherpe hoeken of kanten hebben en er mag geen gevaar tot inklemming zijn.

Modellen:

De bank bestaat in verschillende modellen (stoel, bank, dubbele bank,…), met of zonder rugleuning, evenals een aangepaste tafel.

model met rug- en armleuning

(20)

-

type stoel: model lengte 600 mm, breedte 592mm, hoogte zitting 450mm, hoogte rug- leuning 846mm, hoogte armleuning 670mm. Twee poten + 3 latten voor zitgedeelte en 3 latten voor ruggedeelte + 24 schroeven waarvan minstens 1 schroef per plank/zijde een veiligheidsschroef is.

-

type bank: model lengte 1500 mm, breedte 592mm, hoogte zitting 450mm, hoogte rugleuning 846mm, hoogte armleuning 670mm. Twee poten + 3 latten voor zitgedeelte en 3 latten voor ruggedeelte + 24 schroeven waarvan minstens 1 schroef per plank/zijde een veiligheidsschroef is.

(21)

-

type dubbele bank: model lengte 3000 mm, breedte 592mm, hoogte zitting 450mm, hoogte rugleuning 846mm, hoogte armleuning 670mm. Drie poten + 3 latten voor zitge- deelte en 3 latten voor ruggedeelte + 36 schroeven waarvan minstens 1 schroef per plank/zijde een veiligheidsschroef is.

-

type triple bank: model lengte 4500 mm, breedte 592mm, hoogte zitting 450mm, hoogte rugleuning 846mm, hoogte armleuning 670mm. Vier poten + 3 latten voor zitge- deelte en 3 latten voor ruggedeelte + 48 schroeven waarvan minstens 1 schroef per plank/zijde een veiligheidsschroef is.

(22)

Verankering:

De banken en tafels moeten kunnen geplaatst en verankerd worden op het openbaar domein. Wanneer nodig moeten de banken en tafels op eenvoudige wijze kunnen verwij- derd worden. Daarenboven moet de wijze van verankering enige speling toelaten, zodat bij niet exact geplaatste verankering de bank of tafel nog steeds correct geplaatst kan worden.

De leverancier doet een voorstel om de banken of tafels wegneembaar te verankeren.

Hierbij moet de bank of tafel verankerd worden aan de bestrating maar moet ze een- voudig kunnen verwijderd worden als dit nodig is. Hierbij mogen geen onderdelen in de verharding achterblijven die een obstakel kunnen vormen. De technische specificaties om de banken of tafels wegneembaar te verankeren dienen door de leverancier te worden bijgevoegd.

De kostprijs voor de verankering is inbegrepen in de prijs per bank.

Gemonteerde modellen

1. : Stoel met rug- en armleuning lengte 600 mm Eenheid: stuk - VH

2. : Bank met rug- en armleuning lengte 1500 mm Eenheid: stuk - VH

3. : Dubbele bank met rug- en armleuning lengte 3000 mm Eenheid: stuk - VH

4. : Triple bank met rug- en armleuning lengte 4500 mm Eenheid: stuk - VH

22. AFVALBAK

22.1. Materialen

Gegalvaniseerd staal met een polyester poedercoating.

Zwart beton.

Kunststof: polyethyleen

22.1.1. Oppervlaktebehandeling

De uitvoering van de diverse oppervlaktebehandelingen zal gebeuren volgens de ter zake geldende praktijkrichtlijnen BPR 1197. Op de coating wordt een verklaring op eer ge- vraagd die een 10 jarige garantie gegarandeerd op hechting, glansbehoud en kleurvast- heid. Corrosiebestendigheid wordt gegarandeerd voor min 20 jaar. Om dit aan te tonen zal de leverancier de nodige technische beschrijvingen en specificaties bij zijn inschrijving voegen.

In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan het wegwerken van alle oneffenheden en scherpe randen tijdens de opeenvolgende bewerkingen.

Alle zichtbare delen worden afgewerkt met een polyuretaanpoeder, die getest en goed- gekeurd is door een erkend laboratorium. Het polyurethaanpoeder moet goed weerstand bieden tegen U.V licht, atmosferische veroudering en hydrolyse. Zij is TGIC vrij.

Het poeder, op basis van gemodificeerde polyurethaan, vertoont uitstekende antigraffiti

(23)

der dat de poedercoating aangetast wordt. De antigraffiti tast het matte karakter van de kleur niet aan.

Verder bevat de poedercoating volgende specifieke eigenschappen zoals hechtstoornissen voor bestickering en verhoogde krasvastheid tegen schuren met diverse harde voorwer- pen.

Alle zichtbare vlakken zullen volledig worden behandeld, inbegrepen alle zaagsneden.

Kleur: stadsgrijs

22.1.2. Afvalbak Zie tekening.

Zestienhoekige RVS afvalbak met driehoekige bovenkant, bestaande uit twee schelpen met noppen in roestvrij staal. Eén helft, bevestigd met twee scharnierpunten aan de bin- nenzijde draait open ten behoeve van het ledigen.

Een stalen ketting verhindert het opendraaien over meer dan 180°.

Het opendraaiende deel is uitgerust met een slot, op ergonomische hoogte, dat openge- maakt kan worden met een driehoekssleutel (8mm).

Beide schelpen zijn voorzien van een inwerpopening met beperkte afmetingen (160x100mm).

Op grondgebied Antwerpen wordt een depersonaliseerde uitvoering toegepast waarbij het logo van OVAM in reliëf wordt geponsd op de afvalbak. Daarenboven moet de afval- bak voorzien worden van de gepersonaliseerd nummer waardoor de vuilbak mee in het onderhoudscontract kan opgenomen worden.

De afvalbak is voorzien van een binnenbak in brandvertragend PE-kunststof, inhoud 100 liter. Deze binnenbak is voorzien van drie handvaten waardoor ze ergonomisch geledigd kan worden..

De basis is uitgevoerd in beton.

22.1.3. Afmetingen Inhoud: 100 liter Breedte: 475 mm Hoogte: 1100 mm

22.1.4. Verankering

In de betonnen sokkel, voorzien van 3 schokdempers, zijn drie gaten voorzien met een draadstang.

De bevestiging in de grond gebeurt door middel van een chemisch anker.

22.1.5. Meetmethode der hoeveelheden

De afvalbak wordt als één geheel geleverd en gemonteerd en per stuk in rekening ge- bracht.

(24)

23. FIETSBEUGELS

23.1. Type SA/FS/04

(25)

Beschrijving

De fiets-, boom- en afschermingsbeugel bestaat uit één stuk. Een kokerprofiel gelast in de vorm van een U. De U-vorm ligt in één vlak.

Een verzinkt en gepoedercoat (stadsgrijs) kokerprofiel van 90 mm x 50 mm met een wanddikte van 3mm wordt gelast in de vorm van een U. De U-vorm ligt in één vlak. De lasnaden worden glad geslepen.

In het ondergrondse deel van de benen worden gaten geboord waardoor staafjes in staal (Ø10mm, lengte minimum 100 mm) worden gestoken. Deze staafjes moeten mee gele- verd worden.

Modellen Fietsbeugel:

Meetmethode

1. : Fietsbeugel hoogte 1200 mm, lengte 1000 mm Eenheid: stuk - VH

23.2. Type SA/FS/06/12

Beschrijving

Fietsenrek voor (vloerbevestiging) groot gebruikersaantal en maximale veiligheid en vandalismebestendig

Afmetingen Hoogte: 1040 mm

Lengte: afhankelijk van aantal plaatsen Breedte:

enkel 880 mm dubbel 1760 mm Dikten:

beugel: koker 60 x 60 x 3 mm

(26)

Asafstand tussen de fietsen: 400 mm Materialen

Termisch verzinkt staal Bevestiging

Op de bestaande bestrating.

24. BBQ

Prefab betonnen bbq-onderstel uitvoering in glad, grijs beton (GEEN architectonisch be- ton). Constructiewapening inbegrepen, Uitsparing in zijwanden inbegrepen.

Leveren en plaatsen van vuurvaste stenen in bbq-sets (incl. doorboringen voor verluch- ting).

Leveren en plaatsen RVS-roosters, 4xopendraaiende elementen en bevestigingshaken aan zijkanten. Uitvoering volledig in inox.

Leveren prefab elementen (alle 4 op 1 locatie).

Leveren metalen as-ton.

Leveren metalen zandemmer.

(27)
(28)

30. BIJGEVOEGD ARTIKEL

LEVEREN EN PLAATSEN VAN WACHTKOKERS VOOR LEIDINGEN VAN OPENBAAR NUT

30.1. Beschrijving

Het plaatsen van wachtkokers voor leidingen van openbaar nut omvat:

- de uitgraving van de sleuf;

- de fundering en omhulling van zandcement;

- het plaatsen van de wachtkokers;

- de nylon trekdraad in de buizen;

- het afdichten van de buisuiteinden;

- de aanvulling van de sleuf met zand 3-6.2.2.;

- de werken die uiteraard van voornoemde werken afhangen of ermee samengaan zoals :

- het drooghouden van de sleuf, - de instandhouding van de sleuf,

- de ongeschonden bewaring, de eventuele verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen,

- de verwijdering, het vervoer en het wegbrengen van materialen, - de levering, het vervoer en het aanbrengen van materialen.

30.1.1. Materialen

De materialen zijn:

- zand 3-6.2.2.

- zandcement volgens 9-1.

- buizen en hulpstukken zijn

- ofwel in PVC volgens 3-24.4.2. reeks 16 (SN8);

- ofwel in PE (polyethyleen) volgens 3-24.4.1.

- afdichtingsringen volgens 3-25.

30.1.2. Uitvoering

De bepalingen van 7-1.1.2. zijn van toepassing.

De aannemer is gehouden wachtkokers voor leidingen van openbaar nut te plaatsen on- der de rijweg op plaatsen aan te duiden door de leidende ingenieur.

De wachtkokers worden grond- en waterdicht afgedicht met een afdekkap van pvc.

30.1.2.1. Uitgraving van de sleuven

De uitgraving van de sleuven behelst de grondwerken voor de verwezenlijking van de sleuven waarin de wachtkokers worden geplaatst.

A. Tracé van de sleuven

Het trace is rechtlijnig en haaks op de as van de rijweg. De wachtkokers worden naast elkaar geplaatst met een tussenafstand van 15 cm gemeten tussen de buizen, en dienen 0,50 m uit te steken achter de wegrand.

De inmeting van de wachtkokers gebeurt ten opzichte van vaste punten zoals straatkol- ken, inspectieputten, e.d.

B. Sleufafmetingen

(29)

De diepte van de wachtkokers wordt bepaald door de diverse nutsmaatschappijen. De max. diepte is gelijk aan 1,20 meter.

B.2. Breedte

De overbreedte aan weerszijden van de buis bedraagt 20 cm.

C. Profiel van het oppervlak van de sleufbodem

Het lengteprofiel van het oppervlak van de sleufbodem is rechtlijnig en horizontaal.

30.1.2.2. Fundering, omhulling en aanvulling van de sleuf

De fundering en omhulling is van zandcement. De dikte van de fundering bedraagt 15 cm.

De wachtkokers worden omhuld tot 20 cm boven de buis van de koker.

De verdere aanvulling is met zand 3-6.2.2.

30.2. Meetmethode voor hoeveelheden

Alleen de effectief geplaatste wachtkokers worden in rekening gebracht en uitgedrukt in m met vermelding van de nominale diameter. De afdichtingskap is vervat in de een- heidsprijs per meter.

De grondwerken, de fundering, omhulling en sleufaanvulling zijn eveneens vervat in de eenheidsprijs per meter, evenals het voorleggen van een schets met maatgegevens van de wachtkokers.

(30)

110. BIJGEVOEGD ARTIKEL BUITENOMHEINING 110.1. Materiaal

De omheining is volgens 3-110.

110.2. Uitvoering

De aannemer dient de afpaling van de werken zelf te verzorgen aan de hand van de coör- dinaten opgeven op het plan der werken, of op eenvoudig verzoek door de leidend ambte- naar overgemaakt.

De staanders worden geplaatst in een betonfundering van ca. 60 cm diep.

De afsluiting wordt 10cm boven het maaiveld geplaatst.

110.3. Meetmethode voor hoeveelheden

Het leveren, uitpalen, plaatsen en monteren van de draadafsluiting, wordt per lopende meter vergoed, inclusief alle beschreven en logischerwijze bijhorende werkzaamheden.

111. BIJGEVOEGD ARTIKEL

DRAAIPOORT IN BUITENOMHEINING 111.1. Materiaal

De wentelpoort is volgens 3-111.

111.2. Meetmethode voor hoeveelheden

Het leveren, plaatsen en monteren van de poort, wordt per stuk vergoed per breedte.

(31)

HOOFDSTUK 10 SIGNALISATIE

1. VERTICALE VERKEERSTEKENS 1.1. Beschrijving

1.1.2. Uitvoering

Indien van toepassing zijn de nieuwe verkeerstekens die er moeten komen, worden aan- geduid door de leidend ingenieur in overleg met de politie.

1.2. Meetmethode voor hoeveelheden

De opgebroken verkeersborden die niet worden teruggeplaatst, dienen omzichtig opge- broken en na reiniging, gestapeld op de opslagplaatsen van de aanbestedende overheid.

De kosten voor afvoer dient inbegrepen te zijn in de eenheidsprijs van de opbraak van deze borden. Beschadigde verkeerstekens dienen door de aannemer hersteld of vergoed te worden.

2. MARKERINGEN

2.1. Beschrijving

Gekleurde markering

De kleur(en) zullen een RAL nummer dragen en zullen voor aanvang van de werken be- paald worden.

Het verkleuren door zonlicht is niet toegelaten.

2.1.1. Opvatting

Voor de realisatie van markeringen wordt gekozen voor de eerste opvatting

3. SIGNALISATIE VAN WERKEN

3.1. Gemeenschappelijke bepalingen 3.1.5. Betaling werfsignalisatie

Zie ook ART. 30. § 1. ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE BOUWPLAATS Volgende posten worden voorzien in de meetstaat

- de werfsignalisatie van zowel de “werfzone” als de “werkzone”

per fase totale prijs per fase

Deze werfsignalisatie omvat:

- als de signalisatie aan het begin van de werken, - als de zijdelingse signalisatie,

(32)

- alle signalisatie besproken met de politie of de betrokken dienst van de gemeente Vormen een aannemingslast:

- de werfsignalisatie tijdens het plaatsen, het onderhouden, het verplaatsen en aan- passen, en het wegnemen van de signalisatie der werken en het eventueel uitvoe- ren van (voorlopige) markeringswerken;

- de werfsignalisatie tijdens beplantingswerken;

- de werfsignalisatie en onderhoudswerken in de waarborgperiode.

De bouwheer kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor beschadigde of gesto- len borden.

De andere totaalprijzen wordent deze uitbetaald a rato van de vooruitgang der werken (aantal verstreken werkdagen tov de totale uitvoeringstermijn).

Het te gebruiken type bakens of hekwerk.

type A type B

type C type D

Opmerking :

Van de kleur van de panelen van de hekwerken type C zoals op de foto voorgesteld kan afgeweken worden.

Kosten voor het verplaatsen van het hekwerk kunnen enkel vergoed worden indien deze gevraagd werden door de leidend ambtenaar.

(33)

HOOFDSTUK 11 GROENAANLEG EN -ONDERHOUD

2. GRONDBEWERKINGEN 2.2. Beschrijving

De zuiverigswerken volgens 4-1.1.4.2. dienen steeds te worden uitgevoerd.

2.3. Meetmethode voor hoeveelheden

De zuiveringswerken volgens 11-2.2 vormen een aannemingslast.

8. AANLEG VAN GRAZIGE VEGETATIES EN GRASMATTEN 8.1. Aanleg van grazige vegetaties door bezaaiing BIJGEVOEGD ARTIKEL I. AANPLANTEN VAN BLOEMENWEIDE Materialen

Het mengsel is samengesteld uit verschillende meerjarige inheemse planten volgens 3- 63.2.3.

Uitvoering

Leveren en zaaien van het bloemenmengsel, zijn inbegrepen in de eenheidsprijs:

Voorbereiding

Grond niet meer bemesten. Verwijderen van ongewenste wortelonkruiden.

Onkruidbestrijding

Voor het zaaien de aanwezige onkruiden verwijderen (uittrekken, spuiten of combinatie van beide). Na bewerking het onkruid weer laten opkomen en afbranden. Vervolgens de grond één week laten rusten. Belangrijk is om agressieve onkruiden te verwijderen voor- dat ze zaad zetten.

Grondbewerking

(Ploegen), egaliseren en frezen. Het in te zaaien oppervlak moet goed fijn zijn met be- trekking tot zaadgrootte, kiemkracht en kiemsnelheid.

Zaaitijd

Midden maart tot midden juni of eind augustus tot midden oktober

Zaaihoeveelheid

100gr. per are

Levering

De verschillende zaadsoorten worden ofwel afzonderlijk, ofwel gemengd geleverd. De za- den moeten ter plaatse gebracht worden in gelode zakken, vergezeld van een keurings- certificaat overeenkomstig de wettelijke bepalingen. De keuringsetiketten worden op de plaats van levering aan de leidend ambtenaar bezorgd, bij het openen van de zakken.

(34)

Zaaien

Breedwerpig met de hand, zaaimachine of kunstmeststrooier. Zaad moet goed gemengd blijven. Zaad vervolgens 2-3 maal de zaaddikte in de grond harken en aanrollen. Van be- lang is dat tot ca. 6 weken na inzaai de grond niet uitdroogt en dat de bovenlaag niet dichtslaat.

12. AANLEG VAN BIJ GROENAANLEG BEHORENDE CONSTRUCTIES 12.1. Boompaalconstructies

12.1.1. Beschrijving

Het aanbrengen van boompaalconstructies omvat:

- Het plaatsen van boompalen en het aanbinden van bomen.

12.1.1.1. Materialen

De materialen zijn:

- Materialen voor boomsteunen volgens 3-65.2.

12.1.1.2. Uitvoering

Er worden drie boompalen per boom gebruikt.

De boompalen worden aangebracht voordat de boom in de plantput gebracht wordt. Alle boompalen(1,50m) worden 80 cm onder het maaiveld in de vaste grond gedreven, na voorboren en zonder de kop te beschadigen.

De hoogte van de palen boven het maaiveld is 70 cm

Bij bomen voorgeschreven met kluit of in container wordt rekening gehouden met de af- metingen van de kluit of de container.

De boompalen worden zodanig aangebracht dat na het bevestigen van de boom de palen verticaal staan. De boompalen staan minimaal 10 cm verwijderd van de stam.

De boom wordt onmiddellijk na het plaatsen met een boomband per boompaal vastge- bonden in achtvorm en op een zodanige wijze dat een natuurlijke zetting mogelijk blijft.

De boomband wordt op 5 cm van de kop van de boompaal aangebracht. Per boomband wordt minstens één roestvrije nagel gebruikt.

12.1.2. Meetmethode voor hoeveelheden

De boompaalconstructies worden in rekening gebracht per boom. Alle bijbehorende kos- ten zoals onderhoudskosten zijn inbegrepen.

12.1.3. Herstellingswerken

Iedere beschadiging van de boompaalconstructie wordt zonder verwijl hersteld, wat ook de oorzaak is.

13. ONDERHOUD VAN GRAZIGE VEGETATIES EN GRASMATTEN 13.1.4. Controles

De aannemer zal aan de leidende ambtenaar en aan de aanbestedende overheid onmid-

(35)

Niet onmiddellijk gemelde onderhoudsbeurten komen niet voor betaling in aanmerking.

14. ONDERHOUD VAN KRUIDACHTIGE VEGETATIES

14.1.4. Controles

De aannemer zal aan de leidende ambtenaar en aan de aanbestedende overheid onmid- dellijk elke uitgevoerde onderhoudsbeurt melden met behulp van een onderhoudsfiche.

Niet onmiddellijk gemelde onderhoudsbeurten komen niet voor betaling in aanmerking.

14.5. Onderhoud van vaste planten

De vaste planten worden onderhouden volgens de regels van de kunst.

Elk jaar in januari worden volgende werken uitgevoerd:

- Terugsnoeien van vaste planten

- Verwijderen van verdorde plantenresten - …

14.5.2. Meetmethode voor hoeveelheden

De te onderhouden vaste planten worden in de opmeting opgenomen in are.

15. ONDERHOUD VAN BOMEN 15.1.4. Controles

De aannemer zal aan de leidende ambtenaar en aan de aanbestedende overheid onmid- dellijk elke uitgevoerde onderhoudsbeurt melden met behulp van een onderhoudsfiche.

Niet onmiddellijk gemelde onderhoudsbeurten komen niet voor betaling in aanmerking.

16. ONDERHOUD VAN BOMEN 16.1.4. Controles

De aannemer zal aan de leidende ambtenaar en aan de aanbestedende overheid onmid- dellijk elke uitgevoerde onderhoudsbeurt melden met behulp van een onderhoudsfiche.

Niet onmiddellijk gemelde onderhoudsbeurten komen niet voor betaling in aanmerking.

(36)

HOOFDSTUK 12 ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN

1. ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN AAN CEMENTBETON- VERHARDINGEN

1.1. Vernieuwen van betonverhardingen

Het vernieuwen van de betonverharding wordt gecombineerd met het vernieuwen van de fundering. Er wordt een fundering voorzien in schraalbeton met een dikte van 25cm vol- gens 5-4.

1.1.1. Opbreken

1.1.1.1.A. ONGEWAPEND BETON

De uit te breken gedeelten worden begrensd door bestaande dwars- of langsvoegen.

1.1.2. Vernieuwen 1.1.2.1. Beschrijving

Het aanbrengen van deuvels in de dwarsvoegen is verplicht.

De betonplaten dienen niet gewapend te worden, tenzij de bestaande platen voorzien zijn van een wapening. Indien ze gewapend moeten worden, gebeurd dit met met netten van doormeter 0,008 m en mazen 0,15 m x 0,15 m, staalkwaliteit BE 500.

Het dateren van de platen is verplicht.

Het beton wordt gebezemd in dwarse richting.

1.1.2.1.B.2.1. Dikte

De nominale dikte is gelijk aan de dikte van de bestaande platen, ca. 30 à 50 cm.

1.1.2.1.B.3. Meetkundige en constructieve kenmerken van de voegen

De plaatlengte is overeenkomstig de lengte van de te vervangen plaat. Indien de ver- houding tussen de lengte van de plaat en de breedte van de plaat groter is dan 1,5, dan moet een krimpvoeg voorzien worden.

Voor de krimpvoegen is enkel het type 1 toegelaten en dienen gedeuveld te worden.

1.1.2.1.D.11. Dateren van platen

Iedere plaat wordt gekenmerkt met de vermelding ”GEW” indien deze plaat gewapend is.

1.3. Kleine herstellingen van platen 1.3.1. Beschrijving

Het herstellen van platen omvat eveneens alle nodige insnijdingen bij gebruik van een hydraulisch gebonden herstellingsmortel.

(37)

1.3.1.2.A. VOORBEREIDING VAN HET OPPERVLAK

Het ruw gemaakte oppervlak wordt gezuiverd met een stalen borstel en perslucht.

11. SLEUFHERSTELLINGEN

11.3.3. Sleuven in verhardingen 11.3.3.2. Uitgraving

De uitgegraven gronden mogen herbruikt worden indien ze voldoen aan 3-5

11.3.3.5.A. CEMENTBETONVERHARDING

De cementbeton wordt aangelegd op een dikte van 20 cm.

11.3.3.5.B. BITUMINEUZE VERHARDING

De bitumineuze verharding wordt heraangelegd in hetzelfde aantal lagen met dezelfde dikte als de bestaande verharding. Voor de onderlagen wordt in principe type AB-3A toe- gepast.

De bitumineuze verharding wordt aangelegd in twee lagen; zijnde een onderlaag van 7 cm type AB-3A en een toplaag van 4 cm type AB-4C.

De bitumineuze verharding wordt aangelegd in een laag van 4 cm type AB-4C.

11.3.3.5.B.2. Uitvoering

De snijvlakken dienen recht te zijn. De voegband is verplicht. De dwarsvoegen moeten ten minste 0,5 m verspringen t.o.v. die van de onmiddellijk onderliggende laag.

11.4. Meetmethode

De sleuven in verhardingen worden opgemeten in lopende meter met inbegrip van de voorgeschreven fundering, alle insnijdingen, de voegbanden, en alle andere beschreven en logischerwijze bijhorende werkzaamheden.

12. RUIMING EN REINIGING VAN WEGEN EN TOEBEHOREN

12.1. Vegen van verhardingen, fietspaden, watergreppels en aanliggende stroken

12.1.2. Wijze van uitvoering

Het verwijderen van alle beplanting is inbegrepen.

13. ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN AAN BESTRATING

13.1. Vernieuwen van kasseiverharding

(38)

Het vernieuwen van de kasseiverharding wordt gecombineerd met het vernieuwen van de fundering. Er wordt een fundering voorzien in drainerend schraalbeton met een dikte van 25cm volgens 5-4.

13.1.1. Opbreken

De uit te breken gedeelten worden in een recht vak voorzien, aan te duiden door de lei- dend ambtenaar.

13.1.2. Vernieuwen 13.1.2.1. Beschrijving

Kasseien worden aangelegd volgens 6-3.2.

Het legbed en de fundering zijn inbegrepen.

14. ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN AAN HALFVERHARDING

14.1. Herstellen van halfverharding

De putten in de halfverharding worden uitgebroken 1m rondomrond en 0,30m dieper dan de ontstane put. De putten worden opgevuld met éénzelfde materiaal en verdicht.

(39)

102. BIJGEVOEGD ARTIKEL

OPBRAAK EN HERSTELLEN VAN AFSLUITINGEN 102.1. Beschrijving

Het herbouwen van de afsluitingen gebeurt zoveel mogelijk met materialen afkomstig van de opbraak. Indien de materialen niet herbruikt kunnen worden, worden deze ver- vangen door de aannemer. De oorspronkelijke vorm wordt zo goed mogelijk hersteld.

Het opbreken en terugplaatsen van afsluitingen omhelst : - het omzichtig opbreken

- het uitvoeren van de nodige grondwerken;

- het terugplaatsen van de afsluitingen, op dezelfde wijze als voorheen.

102.2. Materialen en uitvoering

102.2.1. Afsluitingen met palen en draad

De palen en draad zijn deze van de afbraak.

De aannemer vult de gebroken of verdwenen palen, alsook de draad en eventuele trek- kers aan. Ze zijn van dezelfde aard als de gebroken of verdwenen elementen.

102.3. Meetmethode

Het opbreken en herstellen van afsluitingen wordt per m opgemeten met inbegrip van ALLE beschreven en logischerwijze bijhorende prestaties om de werken uit te voeren vol- gens de regels der kunst.

103. BIJGEVOEGD ARTIKEL

HERSTELLEN VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN

De aannemer heeft de keuze tussen terplaatse gestort beton of geprefabriceerde elemen- ten. Indien de aannemer kiest voor geprefabriceerde elementen zijn alle bijkomende werkzaamheden zoals het insnijden op de voorziene lengte en de voegvulling een aan- nemingslast.

103.1. Beschrijving

Het herstellen van lijnvormige elementen omvat:

- het insnijden van de bestaande straatgoten, kantstroken en/of borduren waar vereist.

- het opbreken van de afgebakende gedeeltes, inclusief fundering;

- het grondwerk voor de uitgraving en aanvulling;

- het aanleggen van de fundering van 10 cm schraal beton of 15 cm met toe- voegsel behandelde steenslagfundering met continue korrelverdeling type IIA;

- het vernieuwen van het lijnvormige element met dezelfde vorm en afmetingen als bestaande;

- de voeg tussen bestaande en nieuwe lijnvormig element wordt uitgevoerd als dwarse werkvoeg.

(40)

103.2. Meetmethode voor hoeveelheden

De herstelling van lijnvormige elementen wordt opgemeten per type in m1 met inbegrip van de fundering, eventuele stut en/of voegvulling.

De insnijding op volle dikte wordt opgemeten in m.

(41)

III. BIJLAGEN

Bijlage 0 Overzicht en motivering van de afwijkingen op de artikelen van de Algemen Uitvoeringsvoorwaarden (AUR), voor zover vereist

Bijlage 1 Richtlijnen Infrabel/NMBS

Bijlage 2 Verklaring op eer cfr. Art 61 t/m 64 Bijlage 3 Intentieverklaring inzake V&G-plan Bijlage 4 Intentieverklaring inzake Minder Hinder Bijlage 5 Indicatieve proevenlijst

Bijlage 6 Attestenlijst

Bijlage 7 Huisaansluitformulier

Bijlage 8 Typeformulier termijnoverzicht Bijlage 9 Veiligheid- en gezondheidsplan Bijlage 10 H15 Minder Hinder

Bijlage 11 Plannenlijst

(42)

IV. OFFERTEFORMULIER EN OPMETINGSSTAAT

(43)

Projectnummer:

OFFERTEFORMULIER

Spoor Oost

A. ALGEMENE VERBINTENIS

OFWEL (1)

De ondergetekende (naam en voornaam, hoedanigheid of beroep, nationaliteit, adres):

OFWEL

De vennootschap :

(handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel)

vertegenwoordigd door de ondergetekende(n)

OFWEL

De ondergetekende(n) en/of vennootschap(pen) die optreden als combinatie zonder rechtspersoonlijkheid (voor elke deelnemer dezelfde gegevens hieronder) :

1 Doorhalen wat niet van toepassing is.

(44)

Projectnummer:

combinatie die tegenover de aanbestedende overheid wordt vertegenwoordigd door één van hen, met name:

verbindt zich op zijn, resp. verbinden zich hoofdelijk , hun roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van voornoemd bestek, van de in dit bestek beschreven opdracht,

tegen de som van :

(in cijfers : inclusief B.T.W.) EUR (in letters : inclusief B.T.W.) EUR

B. ALGEMENE INLICHTINGEN

(ingeval van combinatie zonder rechtspersoonlijkheid afzonderlijk voor elke deelnemer) - Ondernemingsnummer:

- BTW-nummer:

- RSZ-nummer:

- Erkenning als aannemer van werken:

- nummer:

- categorie(ën), ondercategorie(ën) en klasse(n):

- in geval van voorlopige erkenning, datum van toekenning:

C. ERKENNING VAN AANNEMERS VAN WERKEN

(Waarschuwing: valse verklaringen betreffende de erkenning van aannemers van werken kunnen leiden tot de toepassing van een in art. 19 van de Wet van 20 maart 1991 be- paalde sanctie.)

OFWEL (1)

De erkenning stemt overeen met de (onder-)categorie en klasse zoals bepaald door het bestek en het bedrag van deze offerte.

(45)

Projectnummer:

Rekening houdend met de stand van de aan de gang zijnde aannemingen zal het maxi- mumbedrag van de gelijktijdig uit te voeren werken, dat is vastgesteld voor de verkre- gen erkenningsklasse, door de sluiting van deze opdracht niet worden overschreden.

OFWEL

De erkenning stemt overeen met de (onder-)categorie en klasse zoals bepaald door het bestek en het bedrag van deze offerte.

Door de sluiting van deze opdracht zal het maximumbedrag van de gelijktijdig uit te voe- ren werken, dat is vastgesteld door de verkregen erkenningsklasse, worden overschre- den. De voorgeschreven afwijkingsaanvraag is bij deze offerte gevoegd.

OFWEL

De bewijzen van erkenning in een andere Lidstaat van de Europese Unie en van de ge- lijkwaardigheid van die erkenning zijn bij deze offerte gevoegd.

OFWEL

De bewijzen dat aan de voorwaarden voor erkenning is voldaan, zijn bij deze offerte ge- voegd.

D. ONDERAANNEMERS

Er zullen onderaannemers worden aangewend: JA / NEE (1)

Gedeelte van de opdracht dat in onderaanneming wordt gegeven:

Volgende onderaannemers zullen hiervoor worden aangewend:

Zij beschikken over volgende erkenning als aannemer van werken (in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij zullen uitvoerven):

1 Doorhalen wat niet van toepassing is.

(46)

Projectnummer:

E. PERSONEEL

Er wordt personeel tewerkgesteld dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie:

JA / NEE (1)

Het betreft volgende EU-lidstaat:

F. OORSPRONG VAN DE TE VERWERKEN PRODUCTEN EN MATERIALEN OFWEL (2)

Voor de uitvoering van deze opdracht zullen geen produkten worden gebruikt die niet afkomstig zijn uit de lid-staten van de Europese Unie.

OFWEL

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 81, 5°, van het KB van 15 juli 2011,

gaat hierbij een afzonderlijke nota met vermelding van de herkomst van de te verwerken produkten en materialen die afkomstig van buiten de Europese Unie:

- ze vermeldt per land van oorsprong het bedrag, exclusief douanerechten, dat die produkten en/of materialen in de uitmaken;

- ze vermeld enkel de totale prijs van de grondstoffen, wanneer het gaat om producten en materialen die worden afgewerkt of verwerkt op het grondge- bied van de Europese Unie.

G. BETALINGEN

De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekening nr.

……….van de financiële instelling ...

geopend op naam van ………..

1 Doorhalen wat niet van toepassing is.

(47)

Projectnummer:

H. RSZ-VERPICHTINGEN

De Belgische inschrijver die bij de RSZ een bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 eu- ro in de zin van art. 62, § 1van het KB Plaatsing, voegt bij deze offerte alle inlichtingen over de in dezelfde bepaling bedoelde schuldvorderingen die bij zou bezitten.

De buitenlandse inschrijver, alsook de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een ander lidstaat van de Euro- pese Unie, voegt bij deze offerte desgevallend een attest dat uitgereikt werd door de be- voegde overheid en waarin bevestigd wordt dat hij, volgens de rekening die ten laatste de uiterste dag bepaald voor de ontvangst van de offerte, is opgemaakt, op die datum voldaan heeft aan de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.

I. BIJLAGEN

Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd:

- de gedateerde en ondertekende documenten, die het bestek verplicht voor te leggen;

- de modellen, monsters en andere inlichtingen, die het bestek verplicht voor te leggen.

Gedaan te ………op ……….

De inschrijver(s),

(48)

Projectnummer:

Documenten bij te voegen bij de prijsofferte zoals voorzien in artikel 30 kb TMBP

Document “werkwijze” voorzien in artikel 30, 1° van het KB TMBP Document “prijsberekening” voorzien in artikel 30, 2° van het KB TMBP

Het NIET bijvoegen van ingevulde, aangevulde en gedagtekende docu- menten geeft aanleiding tot de nietigverklaring van de offerte (

1

).

(1) Belgisch Staatsblad 27.12.2007 : Omzendbrief – Overheidsopdrachten – Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – Veiligheids- en gezondheidsplan – Praktische richtlijnen met betrekking tot de documenten die in toepassing van artikel 30, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bij de offerte moeten worden gevoegd.

(49)

Projectnummer:

Document “WERKWIJZE”

zoals voorzien in artikel 30, 1° van het KB TMBP

Opdat de maatregelen vastgesteld in het veiligheids- en gezondheidsplan daadwerkelijk zouden toegepast worden bij de uitvoering van de werken verklaren de inschrijvers door het ondertekenen van hun offerteformulier dat zij de werken uitvoeren conform de werkmethode die voortvloeit uit onderhavig veiligheids- en gezondheidsplan. (zie para- graaf I. VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN in het offerteformulier).

Overeenkomstig artikel 30, 1° van het KB TMBP voegen de inschrijvers bij hun offerte daarenboven een afzonderlijk document dat verwijst naar het veiligheids- en gezond- heidsplan en waarin zij beschrijven op welke wijze zij de werken zullen uitvoeren om re- kening te houden met het veiligheids- en gezondheidsplan. De inschrijvers gebruiken hiervoor onderhavig modeldocument.

Alle inschrijvers zullen minstens een duidelijke beschrijving geven enerzijds van het ma- terieel (kraan, transportmiddel, veiligheidsmiddel, …) dat tijdens de werken ingezet zal worden en anderzijds van de gevolgde werkwijze tijdens de hierna vermelde kritieke handelingen tijdens de uitvoering van de werken:

Graven van putten en sleuven van meer dan 1.2m diepte:

Werken in de onmiddellijke nabijheid van nutsleidingen:

Werken op het domein van de KTA Campus De Brug:

Vervolgens vermelden alle inschrijvers de preventiemaatregelen en -middelen (inbe- grepen de collectieve en bijzondere persoonlijke beschermingsmiddelen) tegen de groot- ste risico’s van de arbeiders (uit te breiden volgens de wijze van uitvoering):

1. Elektrocutie/ brandwonden t.g.v. contact met nutsleidingen

2. Verwondingen t.g.v. hanteren gemotoriseerde machines (slijpmachines, cirkelzagen, …)

(50)

Projectnummer:

3. Werken in sleuven van meer dan 1.2m diepte

4. Andere persoonlijke beschermingsmiddelen en preventiemaatregelen:

5. Andere collectieve beschermingsmiddelen preventiemaatregelen:

6. Andere preventiemaatregelen en –middelen:

Gedaan te ………….……… de ……..…………

DE INSCHRIJVER

(51)

Pro- jectnummer:

Document “PRIJSBEREKENING” zoals voorzien in artikel 30, 2° van het KB TMBP Opdat de maatregelen vastgesteld in het veiligheids- en gezondheidsplan daadwerkelijk zouden kunnen toegepast worden bij de uitvoering van de werken, voegen de inschrijvers (artikel 30, 2° van het KB TMBP) bij hun offertes een afzonderlijke prijsberekening in verband met de volgende preventiemaatregelen en –middelen. Deze kosten met betrekking tot de veiligheid zijn evenwel inbegrepen in de respectievelijk opgegeven eenheidsprijzen en totaalprijzen van de prijsofferte. Indien de kosten als gevolg van de vermelde preven- tiemaatregelen en –middelen betrekking hebben op “specifieke” posten van de opmetings- staat dan worden zij afzonderlijk gespecificeerd.

Volgnr. Omschrijving der werken en leveringen Toelichting (desgeval- lend)

Kosten ingevolge VGP (excl BTW)

1 Werfinrichting algemeen: afsluiting werfzone, signalisatie

2 Afsluiting domein KTA Campus De Brug

3 Werken in de onmiddellijke nabijheid van

nutsleidingen

4 Werken in sleuven van meer dan 1.2m diepte

5 Andere preventiemaatregelen en –middelen

(facultatief)

Totale kostprijs preventiemaatregelen en -middelen

zoals inbegrepen in de respectievelijke eenheidsprijzen en totaalprijzen van mijn prijsofferte.

Gedaan te ………….……… de ……..……….

DE INSCHRIJVER

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2. In het in het eerste lid bedoelde besluit is in artikel 1, derde lid, de volgende soort toegevoegd.. De nota van toelichting die onderdeel uitmaakt van het in het eerste lid van

2. In het in het eerste lid bedoelde besluit is in artikel 1, derde lid, de volgende soort toegevoegd.. De nota van toelichting die onderdeel uitmaakt van het in het eerste lid van

2. In het in het eerste lid bedoelde besluit is in artikel 1, derde lid, de volgende soort toegevoegd.. De nota van toelichting die onderdeel uitmaakt van het in het eerste lid van

2. In het in het eerste lid bedoelde besluit is in artikel 1, derde lid, de volgende soort toegevoegd.. De nota van toelichting die onderdeel uitmaakt van het in het eerste lid van

2. De nota van toelichting die onderdeel uitmaakt van het in het eerste lid van dit artikel bedoelde besluit wordt gewijzigd op de in de nota van toelichting behorende bij dit

2. In het in het eerste lid bedoelde besluit is in artikel 1, derde lid, de volgende soort toegevoegd.. De nota van toelichting die onderdeel uitmaakt van het in het eerste lid van

2. De nota van toelichting die onderdeel uitmaakt van het in het eerste lid van dit artikel bedoelde besluit wordt gewijzigd op de in de nota van toelichting behorende bij dit

2. In het in het eerste lid bedoelde besluit is in artikel 1, derde lid, de volgende soort toegevoegd.. De nota van toelichting die onderdeel uitmaakt van het in het eerste lid van