• No results found

Aanwezige sprekers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Aanwezige sprekers"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aanwezig namens DTe: de heer drs. I.R. Verdonkschot (voorzitter), de heer dr. J.P. Heida, de heer drs. L.J. Groenhuijse, mevrouw drs. D. Bennink en mevrouw A. Fopma (verslag)

Aanwezige sprekers

1. De heer Kusters van Electroschmelzwerk Delfzijl (ESD); 2. De heer Den Blanken van Cogen.

Overige aanwezigen (toehoorders)

3. De heer Kevers van EnergieNed (Essent); 4. De heer Geerdink van TenneT;

5. De heer De Groot van Delta Netwerkbedrijf Middelburg; 6. De heer Hooykaas van Continuon Netbeheer;

7. Mevrouw Ortmanns van VEMW;

8. De heer Van Scheijndel van Westland Energie; 9. De heer Van Vliet van EnergieNed, sectie productie; 10. De heer Velders van Essent Noord;

11. De heer De Waal van EnergieNed, sectie productie (Nuon); 12. De heer Weerts van Eneco Netbeheer.

Inleiding en opening

De hoorzitting wordt om 14.05 uur geopend. De heer Verdonkschot heet alle partijen van harte welkom bij deze hoorzitting over het ontwerpbesluit LUP. Op dit traject is de uitgebreide openbare

voorbereidingsprocedure van afdeling 3.5 Awb van toepassing verklaard. Op grond van artikel 3:24 en 3:25 kunnen partijen hun zienswijze zowel mondeling als schriftelijk kenbaar maken. Deze hoorzitting is bedoeld om partijen hun zienswijze mondeling te laten toelichten. Schriftelijke reacties van netbeheerders kunnen tot uiterlijk 17 maart 2004 worden ingediend. Overige belanghebbenden hebben tot uiterlijk 2 maart 2004 de tijd om hun schriftelijke zienswijze kenbaar te maken. Ontvangen reacties zullen als bijlage bij het uiteindelijke besluit worden opgenomen.

Sprekers

A. De heer Kusters, productieleider van ESD krijgt het woord (zie bijlage 1 bij dit verslag). Punten waar door DTe tijdens de hoorzitting op is gereageerd:

1. Verwarring over reactietermijn schriftelijke zienswijze. In de brief staat 27 februari, maar in de tabel staat 2 maart;

2. Risico dat wegval LUP niet tot uitdrukking zal komen in lagere tarieven voor nieuwe contracten, maar slechts leidt tot hogere winsten voor producenten;

3. Hoe gaat DTe om met LUP dat reeds in langer lopende (import)contracten is verdisconteerd? In hoeverre is op nul stellen LUP nu zeker voor partijen?

Reactie DTe

Ad 1, Bennink: de tabel is leidend. Het ontwerpbesluit ligt sinds 3 februari 2004 ter inzage en

(2)

Ad 2, Heida: onder de bevoegdheden van DTe valt níet het reguleren van de wholesale markt. DTe heeft er bewust voor gekozen om het voornemen tot op nul stellen van het LUP bekend te maken voorafgaand aan de veiling van importcontracten (jaarveiling). DTe neemt de opmerking dat het voor langere termijn contracten (langer dan één jaar) wél problematisch kan ter kennisneming aan.

B. De heer Den Blanken van Cogen krijgt vervolgens het woord (zie bijlage 2 bij dit verslag). Belangrijkste opmerking is dat op nul stellen LUP niet losgekoppeld kan worden van een compenserende regeling voor decentrale opwekkers vanwege vermeden netverliezen en/ of netkosten. Op zijn minst zou DTe, bij het definitieven LUP-besluit, richtingggevende uitspraken moeten doen over een compenserende regeling voor decentrale opwekkers.

Reactie DTe

De heer Verdonkschot vraagt of de heer Den Blanken juridische argumenten kan aandragen waarom loskoppeling niet geoorloofd zou zijn. Reactie Den Blanken: DTe heeft deze onderwerpen in het verleden altijd in samenhang behandeld, waardoor ik er, uit oogpunt van evenredigheid en zorgvuldigheid, voor pleit om dat ook in dit geval te doen. De heer Verdonkschot vraagt de heer Den Blanken om in de schriftelijke zienswijze expliciet aandacht te besteden aan deze juridische argumenten.

Sluiting hoorzitting

De heer Verdonkschot vraagt of er verder nog mensen reageren. Dit is niet het geval en om 14.50 uur wordt de hoorzitting gesloten. Iedereen wordt bedankt voor zijn/ haar komst en inbreng.

(3)

Bijlage 1 Zienswijze ESD (de heer Kusters)

Zienswijze nulstelling LUP

Hoorzitting Dte 24-02-04

ESD W. Kusters

Goedemiddag dames en heren,

Mijn naam is Wout Kusters. Ik ben productieleider bij ESD (Elektroschmelzwerk Delfzijl). Wij produceren in Delfzijl met 130 mensen siliciumcarbide, een product dat gebruikt wordt als slijpmiddel (schuurpapier), in de vuurvast industrie (stenen), en in staal- en ijzer gieterijen (als toeslagstof).

Met een jaarverbruik van 400 GWh horen we weliswaar niet tot de absolute giganten als een Aldel (dat 4 keer zo groot is), horen we echter wel degelijk bij de grotere afnemers in Nederland.

Met interesse volgen wij de discussie omtrent het LUP. Graag maken we dan ook van de gelegenheid gebruik om hier in te spreken.

Allereerst heb ik een praktische vraag:

In de ons op 2 februari toegezonden brief van Dte wordt melding gemaakt van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen binnen 4 weken na ter inzagelegging. De terinzagelegging is vanaf 3 februari. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden ingediend volgens dezelfde brief tot (!) 27 februari, dwz t/ m 26 februari. Graag een toelichting welke termijn nu volgens Dte geldt en waarom.

Naar het LUP zelf.

Uiteraard kent deze discussie een aantal juridische aspecten.

Is een nulstelling van het LUP vanuit de wet of de tariefcode juridisch mogelijk, is de eerste vraag die beantwoord zal moeten worden. Ik zal daar nu niet op ingaan. We zullen dit punt aansnijden bij onze schriftelijke zienswijze.

De afschaffing of de nulstelling van het LUP wordt gerechtvaardigd vanuit het vermeende concurrentienadeel van de in Nederland bedrijvige producenten. Deze motivering leidt bij ons toch tot enige verbazing. We vragen ons af of dit een goede beschrijving van de werkelijke situatie is. We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de Nederlandse producenten het afgelopen jaar (en ook nu nog) met een uitstekende bezettingsgraad gedraaid hebben. Blijkbaar is het interessant om bij de gestegen prijzen in de markt de centrales volop te laten draaien. Op zich is dit ook niet onlogisch Het is immers zo dat slechts een beperkt deel van alle stroom voor de Nederlandse markt ingevoerd kan worden. Dit leidt ertoe dat zolang de Nederlandse producenten zich niet verliezen in een

onderlinge prijsoorlog, iedereen voor redelijke prijzen op de markt kan verkopen. Slechts de extreem ongunstige centrales zullen alleen bij piekvraag draaien.

Een gedeelte van de elektrische energie wordt daarnaast geimporteerd. De prijsstelling van deze energie wordt bepaald door de prijs in het land van herkomst en de importveilingkosten. Hetgeen een afnemer bereid is te bepalen op de veiling wordt uiteraard bepaald door het verschil dat deze afnemer in prijsstelling

(4)

bedrijvige producent moet betalen. Voor de afnemer die in het buitenland koopt is dit dus simpelweg een onderdeel van de prijs van stroom in Nederland. In de prijs die hij/ zij bereid is te betalen voor de import van stroom wordt derhalve rekening gehouden met de LUP-kosten van de in Nederland bedrijvige producenten. Daarmee vervalt in de praktijk het concurrentienadeel van de Nederlandse centrales ten opzichte van importstroom.

Wat wij daarnaast vrezen is dat de op nul stelling van het LUP-tarief praktisch gezien uitsluitend zal leiden tot kostenverhoging van de consumenten en de afnemers. Het LUP-tarief dat nu bij de producenten in rekening worden gebracht is onderdeel van de kostenopbouw van de MWh-’s die in de afgesloten contracten verkocht zijn. Door de voorgenomen nulstelling van het LUP vervalt deze kostenpost bij de producenten. De afnemer krijgt hier de rekening van gepresenteerd in de vorm van verhoogde nettarieven. Immers 100 % van de transportkosten zal nu betaald moeten worden door de afnemer. In de gehele overweging bij het voorgenomen besluit van Dte wordt geen woord aan deze afnemer gewijd.

Voor nog af te sluiten contracten zou gesteld kunnen worden dat de vrije markt hier zijn werk moet doen. Indien alle Nederlandse producenten geen LUP meer betalen, zou de basislastprijs in Nederland per 1 juli theoretisch plotseling met 0,76 Euro per MWh moeten zakken. Dit lijkt me een aardige lakmoesproefvoor de werking van de vrije markt in Nederland. Indien dit niet bet geval is, kan slechts geconcludeerd worden dat niet versterking van de concurrentiepositie van de Nederlandse producenten het primaire effect is, maar een verhoging van de winst bij de Nederlandse producenten.

Voor de bestaande contracten is de situatie nog veel lastiger. In veel contracten zal de afnemer geen rekening gehouden hebben met de nu, toch relatief plotseling, voorgenomen wijziging in bet LUP. Voorhands is er

geen reden om aan te nemen dat de in Nederland bedrijvige producenten automatisch de tot dusver betaalde kosten van het LUP zullen aftrekken van het tarief vanaf 1 juli 2004. De afnemer zal hierdoor geconfronteerd worden met dubbele lasten; hij betaalt zowel aan de producent de oude LUP-kosten (die deze producent vervolgens aan de winst toevoegt) en betaalt daamaast via de netwerkkosten ditzelfde LUP nogmaals. Dit aspect wordt in bet geheel niet genoemd in de overwegingen van de Dte.

Het lijkt ons dat in een behoorlijke belangenafweging dit aspect in ieder geval aan de orde zou moeten komen. De Dte dient een redelijke bescherming naar de afnemers te realiseren om te voorkomen dat deze onredelijk getroffen worden door plotseling wijzigende regelgeving. De Dte zou derhalve minimaal zou moeten eisen dat de producenten aantonen dat voor de bestaande contracten de huidige LUP-kosten na op nul-stelling van het LUP tarief van het tussen producent en afnemer overeengekomen tarief worden

afgetrokken.

(5)

Bijlage 2 Zienswijze Cogen

Zienswijze van Cogen Nederland

betreffende het ontwerp van een besluit tot wijziging van de tarievencode, beoogende het op nul vaststellen van het Landelijk Uniform Producenten transporttarief (LUP)

Ingebracht 24 februari 2004, den Haag Dames, Mijne Heren,

Mijn naam is Kees den Blanken en ik verwoord hier de zienswijze van Cogen Nederland, branchevereniging van partijen die WarmteKrachtKoppeling (WKK) gebruiken voor het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en schoon produceren van elektriciteit en warmte.

1. Per uw brief d.d. 2 februari 2004 heeft u ons in kennis gesteld van uw voomemen tot besluiten die er toe zullen leiden dat de TarievenCode aangepast wordt, waarbij in artikel 3.4.1 het LUP op 0 gesteld wordt 2. U heeft artikel 3.5 Awb van toepassing verklaard, waardoor op grond van artikel 3.24 en 3.25 Awb de

mogelijkheid ontstaat zienswijzen kenbaar te maken, schriftelijk tot 27 februari, mondeling op 24 februari 2004.

3. Cogen Nederland stelt de mogelijkheid tot het kenbaar maken van haar zienswijze op prijs, en geeft deze onderstaand.

4. WKK speelt in Nederland een zeer grote rol in de elektriciteit voorziening. Meer dan de helft van de in Nederland opgewekte elektriciteit komt uit klein- en grootschalig warmtekrachtvermogen. Het Nederlands productiepark bestaat momenteel voor 40% uit warmtekrachtvermogen. Met deze

penetratiegraad behoort Nederland samen met Denemarken (50%) en Finland (3 5%) tot de koplopers in West-Europa. (Bron: Tennet Capaciteitsplan 2003-2009, pag. 41)

Wij hopen dat u op grond hiervan goede nota zult nemen van onze zienswijze.

Achtereenvolgens zal hieronder allereerst een standpunt van Cogen Nederland omtrent het voorliggend besluit gegeven worden, daarna zal de bedenking tegen de onvolledige aard van bet besluit kenbaar gemaakt worden, om daarna af te sluiten met een voorstel om genoemde bedenking weg te nemen. Onder voorwaarden kan Cogen Nederland met het besluit instemmen.

5. In uw brief d.d. 2 februari geeft u aan het kostenveroorzakersprincipe bij de verdeling van

transportkosten van elektriciteit over verschillende producten en afnemers leidend te vinden. Cogen Nederland sluit daarbij aan. Ook bij het nevengestelde streven te komen tot een level-playing field voor verschillende partijen op de (Europese) markt voor elektriciteit kunnen wij ons aansluiten.

6. In onze brief aan de DTE, projectteam Evaluatie TarievenCode d.d. 5 november 2002 schreven wij U reeds: “ Wij merken bier op, in verband met de totstandkoming van een level playing field, voorstander te zijn van afschaffing van het LUP, op voorwaarde dat er een goede regeling komt voor vermeden

(6)

Bedenking tegen bet loskoppelen van besluitvorming omtrent bet LUP van andere daarmee verbonden vraagstukken uit de tarievencode. zoals door WKK vermeden kosten

7. Tussen de vragen die er zijn omtrent bet LUP — zoals principe, hoogte, verdeling, voorwaarden, etc — en andere vraagstukken betreffende bet elementen van de TarievenCode — zoals door decentrale WKK uitgespaarde net-kosten en verliezen, voorwaarden invoeding lager net, compensatie netbebeerder, tarievenstructuur, etc. -bestaat grote onderlinge samenhang. Het gaat immers over de verdeling van de kosten van bet transport- en distributie net over aanbieders en gebruikers. Veranderingen in één aspect beïnvloeden andere aspecten en de daarbij belanghebbende partijen.

8. Deze samenhang blijkt onder andere uit de gezamenlijke bestudering, bespreking en besluitvorming van al deze onderwerpen de afgelopen jaren.

Niet limitatief wijzen wij onder andere op:

- het besluit van DTE 00-0 13 d.d. l9juni 2000 op bezwaren tegen bet DTE besluit d.d. 30 september 1999 - de brief van Cogen Nederland aan DTE d.d. 21 november 2001 over tarieven van invoeding op lagere

netten. Hier worden constructieve voorstellen gedaan om, in onderlinge samenhang, de door alle partijen erkende problematiek praktisch en uniform op te lossen

- de stuurgroep uitgespaarde netkosten die, onder voorzitterschap van de Directeur DTE en met als leden vertegenwoordigers van EnergieNed, Cogen Nederland, VEMW, Ministerie van Economische Zaken, ECN en Kema Consulting, in 200 1/ 2002 deze problematiek in onderlinge samenhang bestudeerde. Bij de brief van de Directeur DTE d.d. 12 april 2002 over de afsluiting van deze stuurgroep werd aan de deelnemers door DTE bet afsluitend eindrapport van Kema Consulting aangeboden. Uit de verslagen van de stuurgroep en uit bet rapport —onder andere uit de daarin aanwezige scenario’s — blijkt de onderlinge samenhang van genoemde onderwerpen. In het rapport stelt DTE dat er geen perspectief is op bet afschaffen van bet LUP zonder meer.

- de brief van Cogen Nederland aan DTE d.d. 5 november 2002

- de aankondiging van DTE over baar voomemen bet LUP af te schaffen d.d. 12-11-2003, in welke aankondiging ook ingegaan wordt op producenten die invoeden op distributienetwerken en bet verbonden vraagstuk van DCO wordt genoemd

9. Daar in Nederland WKK meer dan de helft van de opgewekte elektriciteit verzorgt, zijn WKK exploitanten belanghebbend bij bet nastreven van een redelijke en evenwichtige verdeling van de kosten van transport en distributie over alle aanbieders en vragers, waarbij bet kostenveroorzaker principe leidend is. Dit dient in onderlinge samenhang tussen alle partijen te gebeuren, zoals bet tot op beden ook altijd besproken is. Dit temeer omdat decentraal WKK Vermogen — gemiddeld — bijdraagt aan de vermindering van net-kosten en verliezen. Een eenzijdige vermindering van de bijdrage aan de kosten voor sommige aanbieders, door bet op nul stellen daarvan, verstoort bet opgebouwd en in redelijkheid in acht te nemen evenwicht tussen belanghebbende partijen

(7)

Voorstel om genoemde bedenking weg te nemen

11. Cogen Nederland wenst met bovenstaande zienswijze geen aanleiding te geven tot vertraging van de vermindering van bet LUP per 1 juli a.s. Daarom roepen wij dringend op in de besluitvorming en argumentatie omtrent bet huidig voorstel tenminste zulke richtinggevende uitspraken te doen over de reeds vele malen gedocumenteerde en overeengekomen voordelen van decentraal WKK vermogen op de vermeden kosten en vermeden verliezen dat bovengenoemde bedenking weggenomen wordt.

Wij verzoeken u goede nota te nemen van de onze zienswijze.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Olafur Eliasson : Ik wil de natuurwetten uit de natuur halen en terug geven aan de mensen, die zich in de natuur bevinden. Laten we de natuur onderzoeken om te ontdekken wie we

Wij willen graag weten in hoeverre de door de student gemaakte stagetoets effect heeft gehad op de uitvoering van uw taken als begeleider.. ik mij beter voorbereid voel in

Roger Raveel wordt beschouwd als een van de belangrijkste Belgische schilders van de tweede helft van de 20e eeuw, maar hij onderscheidde zich radicaal van zijn

Ook is met een mede door GroenLinks ingediende motie een tijdelijke oplossing gevonden voor de boten die nu op plaatsen liggen zonder elektriciteit en stromend water.

Het gebeurt dat de keuze voor palliatieve sedatie gemaakt wordt zonder inspraak van de patiënt wanneer overleg nog wel..

De hydraulische randvoorwaarden zijn de ontwerprandvoorwaarden zoals gehanteerd voor het ontwerp van de bekleding, deze zijn gegeven in onderstaande tabel en afkomstig uit het

Een respondent is van mening dat de samenwerkingsrelatie en de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de klinisch technoloog en andere beroepsbeoefenaren voldoende zijn verankerd in

Let op: heeft u geen eigen woning te verkopen of wordt de eigen woning binnen het jaar na ondertekening van het koopcontract wel verkocht en u wilt de koop alsnog ontbinden,