• No results found

MATERIALEN

In document II. TECHNISCH GEDEELTE... 2 (pagina 4-10)

2. PRIMAIRE EN SECUNDAIRE GRONDSTOFFEN 2.2. Secundaire grondstoffen

Enkel de secundaire grondstoffen 2.2.6, 2.2.8.1, 2.2.9 en 2.2.16.1 zijn toegelaten.

De secundaire grondstoffen 2.2.8.2 en 2.2.16.2 zijn eveneens toegelaten indien de grondstoffen afkomstig zijn van de opbraak van dit project.

7. STEENSLAG, ROLGRIND, RUWE STEEN EN BROKKEN PUIN 7.1. Steenslag en rolgrind

7.1.2.1. STEENSLAG OF ROLGRIND VOOR ONDERFUNDERINGEN

Voor deze aanneming wordt 7.1.1.1.B.6. “menggranulaat” en 7.1.1.1.B.7. “metselwerk-granulaat” niet toegelaten.

7.1.2.3. STEENSLAG VOOR STEENSLAGFUNDERINGEN MET CONTI-NUE KORRELVERDELING

Voor deze aanneming wordt 7.1.1.1.B.6. “menggranulaat in gebonden toepassingen van het type A” niet toegelaten.

23. BESTRATINGSELEMENTEN 23.2. Betonstraatstenen

Alle betonstraatstenen in deze aanneming zijn in de massa gekleurde betonstraatstenen (grijs) en/of kleurvaste betonstraatstenen.

De betonstraatstenen hebben een soortgelijke vorm als de bestaande betonstraatstenen, met afmetingen ca. 225 x 112 mm.

23.2.1. Kleurvaste betonstraatstenen

Keuring:

Een proefvak van minstens twee vierkante meter per kleur en/of soort zal ter goedkeu-ring aan de leidend ingenieur worden voorgelegd.

61. MESTSTOFFEN

De meststoffen worden verpakt geleverd.

A. Meststoffen voor bezaaiingen en beplantingen van bosgoed, heesters en co-niferen

De te leveren en te verdelen samengestelde meststof 15 + 9 + 15 + 2 bevat 15 % stik-stof - waarvan 4,2 % nitrische, 5,8 % ammoniakale en 5 % stikstik-stof onder de vorm van synthetisch-organisch traagwerkende stikstof - 9 % fosfor en 15 % kaliumoxide. De sa-mengestelde meststof bevat tevens 2 % magnesiumoxide en alle nodige sporenelemen-ten. De meststoffen voldoen aan de wettelijke bepalingen betreffende de handel in mest-stoffen en bodemverbeterende middelen.

B. Meststoffen voor hoogstammen

De te leveren en te verdelen korrelvormige samengestelde meststof 15 + 9 + 9 + 3 be-vat 15 % stikstof - waarvan 6,2 % nitrische, 8,8 % ammoniakale en stikstof onder de vorm van synthetische-organisch traagwerkende (12-11 maanden) stikstof - 9 % fosfor en 9 % kali. De samengestelde meststof bevat tevens 3 % magnesiumoxide en alle nodi-ge sporenelementen. De meststofkorrels zijn omhuld met een halfdoorlatend organisch basislaagje. De meststoffen die geleverd worden voldoen aan de wettelijke bepalingen betreffende de handel in meststoffen en bodemverbeterende middelen.

63. GRASZAAD

63.2.3. Mengsels van kruidzaden

63.2.3.1. Meerjarige soorten

(zadenmengsel van Ecoflora type B1. Leem - en zandleemgronden of gelijkwaardig) Prunella vulgaris (brunel)

Tragopogon pratensis (gele morgenster) Barbarea vulgaris (barbarakruid)

Hypochaeris radicata (gewoon biggekruid) Achillea millefolium (gewoon duizendblad) Galium molugo (glad walstro)

Trifolium arvense (hazepootje) Carex ovalis (hazezegge)

Leontodon autumnalis (herfstleeuwetand) Crepris capillaris (klein streepzaad) Centaurea jacea (echt knoopkruid) Leucanthemum vulgare (wilde margriet) Oenothera biennis (middelste teunisbloem) Malva moschata (muskuskaasjeskruid) Daucus carota (wilde peen)

Ranunculus acris (scherpe boterbloem) Hypericum perforatum (Sint-Janskruid) Echium vulgare (slangekruid)

Senecio erucifolius (smalbladig kruiskruid) Plantago lanceolata (smalle weegbre) Hieracium laevigatum (stijf havikskruid) Jasione montana (zandblauwtje)

Crepis biennis (groot streepzaad)

Erodium cicutarium (gewone reigersbek) Hieracium umbellatum (schermhavikskruid)

Silene dioica (dagkoekoeksbloem) Luzula campestris (gewone veldbies)

65. MATERIALEN VOOR BOOMSTEUNEN

65.2. Kastanjehouten boompalen (kniepalen)

De boompalen zijn afkomstig van een levende velling van tamme kastanje, hout beho-rende tot duurzaamheidsklasse II. Ze zijn volledig recht en ontschorst, onderaan gepunt en bovenaan gekruind.

Het rondhout heeft een sectie met een diameter 8/10 (maten in cm), bovenaan gemeten.

De boompalen hebben een lengte van 1,50 m

66. HOUTACHTIGE GEWASSEN

Zijn van klasse A

66.3. Hoogstammen

Alle hoogstammen blijven ongesnoeid behouden tot na de plantenkeuring.

Betula pendula, 20/25, kluit Betula pubescens, 20/25, kluit Populus tremuma, 20/25, kluit Polulus nigra, 20/25, kluit Fraxinus excelsior, 20/25, kluit Acer cempestra, 20/25, kluit

Algemene (bijkomende) kwaliteitseisen : A. De stam :

De straatboom heeft een rechte stam.

Profiel van de vrije hoogte = 300 cm

De stam van de bomen is over de volledige lengte omwikkeld met jutte.

B. Dikte/lengte verhouding = 1:30

De lengtemaat wordt gemeten vanaf de wortelhals tot en met de helft van de laatste topscheut.

C. De kroon

De bomen hebben een kroon met een doorgaande rechte, voldoende vertakte en goed ontwikkelde harttak.

Dubbele toppen, zuigers en takken in (dichte) takkransen mogen zeker niet voor-komen.

De harttak moet duidelijk domineren op de gesteltakken.

De gesteltakken - plus minus 5 – zijn regelmatig over de kroon verdeeld en verto-nen ten opzichte van de harttak zoveel mogelijk een zelfde inplantingshoek.

D. Wortelgestel

De bomen hebben een kluit. Deze kluiten zijn omgeven door metalen gaas (draad-kluit). (maaswijdte = 5 cm)

De kluit moet tijdens het transport gaaf en onbeschadigd blijven.

De boom moet de kluit zelf dragen.

66.8. Meerstammigen

De meerstammige bomen zijn niet vertakt van op de grond, de meerstammigen vertrek-ken vanuit het maaiveld met een korte stam. De bomen blijven ongesnoeid tot na de plantenkeuring

Prunus spinosa, 80-100cm Cornus mas, 80-100cm Coryllus avellana, 80-100cm

Algemene (bijkomende) kwaliteitseisen:

A. De stammen:

één stam tot ca. 60cm boven het maaiveld, daar boven begint de vertakking (minimaal 3 takken), de takken zijn opgesnoeid tot ca. 1m80 boven het maaiveld.

B. De kroon

De bomen hebben een kroon met voldoende vertakten en goed ontwikkelden harttakken.

Dubbele toppen, zuigers en takken in (dichte) takkransen mogen zeker niet voorkomen.

C. Wortelgestel

De bomen hebben een kluit.

De kluit moet tijdens het transport gaaf en onbeschadigd blijven.

De boom moet de kluit zelf dragen.

De hoogte van de meerstammige boom wordt gemeten in hun natuurlijke vorm en uitge-drukt in cm.

110. OMHEINING

A. Beschrijving

Panelen

 De panelen zijn uit gelast gaas, 2500 mm breed en +-3m hoog.

 De panelen zijn aan de bovenzijde voorzien van prikkels van 30mm.

 De panelen zijn voorzien van specifieke 3D horizontale versterkingen (min. 4 voor een hoogte van +-3m).

 Maasgrootte: 200x50mm

 Draaddiameter: horizontaal 8mm, verticaal 5mm.

 De panelen zijn vervaardigd uit verzinkte draden, met een adhesielaag voor een perfecte hecting met de polyestereindlaag (min 100 micron).

 De panelen worden voorzien in kleur RAL 6005.

Palen

 Profiel:

o Palen uit gelaste buis in “H” vorm, met inkepingen links en rechts van de paal.

o Centrale uitsparingen om de 15cm, voor het fixeren van de specifieke me-talen veiligheidsklemmen met bouten

o Uitsparingen voor het bevestigen van de panele d.m.v. bevestigingsklem-men.

o Sectie van de paal: min. 100x54mm o Plaatdikte: min 2mm

o I/V: 14.75cm³

 De palen (hoogte +-3,7m) zijn in- en uitwendig verzinkt (min 275g/m², beide zij-den gecombineerd), volgens Euronorm 10326. Daarna wordt een adhesielaag aan-gebracht en geplastificeerd (min 60 microns).

 De paal wordt afgewerkt met een polyamide met met een haak voor ophanging van het paneel

 De palen worden voorzien in kleur RAL 6005.

111. DRAAIPOORT IN BUITENOMHEINING A. Beschrijving

 Het kader bestaat uit een vierkante buis met profiel van 60x60mm. De panelen volgens 3-110 worden gelast op het kader (met de prikkels naar boven).

 De poortpalen bestaan uit vierkante palen met een afdekdop.

 De regelbare scharnieren laten toe de vleugels 180° te openen.

 De grondgrendel bestaat uit een vuurverzinkte, bevestigd aan de grendelvleugel, te verankeren in de centrale grondplaat.

 Inclusief kruksluiting en cilinderslot, af te sluiten met een standaardsleutel van de NMBS groep.

 Kleur RAL 6005

 De vrije doorgangsbreedte van de poort bedraagt min. 5m.

HOOFDSTUK 4 VOORBEREIDENDE WERKEN EN

In document II. TECHNISCH GEDEELTE... 2 (pagina 4-10)