• No results found

blok 3 Sport en spel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "blok 3 Sport en spel"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

blok 3 Sport en spel

 Pluspunt, Handleiding groep 3, blok 3 © Malmberg ‘s-Hertogenbosch

Inleiding

In dit blok komen allerlei oefeningen voor die met het thema

‘Sport en spel’ te maken hebben.

U kunt het thema extra inhoud geven door bijvoorbeeld tijdens de gymles ballen in manden te laten gooien en de scores hiervan (erin of ernaast) bij te houden. Tijdens de gymles kunnen de kinderen ook het busspel spelen. Ook kunt u de volgende activiteit doen: maak met behulp van twee banken een wip. Verdeel de kinderen in drietallen. Laat ze op de wip uitzoeken wie van de drie het lichtst en wie het zwaarst is. Laat de kinderen vertellen hoe ze tot de oplossing zijn gekomen.

In dit blok wordt in les 1 de kralenketting geïntroduceerd. Nu is een kralenketting met twintig kralen voldoende. Vanaf blok

4 komen ook kralenkettingen met meer kralen aan de orde.

Het is daarom aan te raden om voorafgaand aan dit blok (een aantal) kinderen een kralenketting met dertig niet al te kleine en even grote kralen te laten rijgen. Met name voor kinderen die in voorgaande blokken moeite hebben gehad met tellen, is dit een goede extra oefening. De kinderen rijgen hierbij afwisselend vijf rode en vijf witte kralen aan een draad. Knoop aan het begin en einde van de ketting een andersoortig kraaltje.

Een rekensterk kind kan ook een klassikale kralenketting rijgen in vijfstructuur met 100 kralen.

Overzicht van de leerinhoud

Doel Les 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

Nieuwe doelen

Bewerkingen 2 Kinderen kennen de begrippen ‘erbij’ en ‘eraf’ en het plus- en minteken in de buscontext.

Bewerkingen 3 Kinderen kunnen getallen tot en met 12 splitsen in twee gedeelten.

Getallen en

getalrelaties 12 Kinderen kunnen de getallenlijn gebruiken bij het tellen tot en met 12 met huppen van 2.

Meetkunde 2 Kinderen zoeken de plattegrond bij een getekend blokkenbouwsel en noteren hoogtegetallen.

Meten, tijd, geld 2 Kinderen kunnen gewichten vergelijken met behulp van een balans.

Toetsdoelen

Getallen en

getalrelaties 9 Kinderen kunnen vooruit en achteruit tellen vanaf een willekeurig begingetal tot en met 12.

Getallen en

getalrelaties 10 Kinderen kunnen systematiek aanbrengen in eenvoudige combinatorische situaties.

Getallen en

getalrelaties 11 Kinderen kunnen hoeveelheden in een eenvoudige staafgrafiek inkleuren.

Bewerkingen 1 Kinderen kunnen concrete hoeveelheden tot en met 12 splitsen in twee gedeelten.

Samen oefenen

leerkrachtgebonden zelfstandig werken toets

Globaal lokaliseren tot en met 10.

Flitsen met vingers: samen 5.

Flitsen met vingers: samen 10.

Vanaf 0 tot en met 12 tellen met herhaalde huppen van 2.

Flitsen met vingers: dubbelen en halveren tot en met 10.

Begrippen: verdubbelen, halveren, even en oneven getallen.

Met herhaalde huppen van 2 vanaf een willekeurig getal tot en met 12 tellen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geen samenkomst in leerteam wel uitwerken opdrachten per parallel/unit 1-2 Leerteam beredeneerd aanbod. Leerteam

Een afschrift van de beslissing kan je opvragen via omgevingsloket@bree.be Je kan, als betrokken publiek, een beroep instellen tegen deze beslissing als je gevolgen ondervindt of

Staan de tieners van vandaag open voor een dergelijk kamp, of waren en zijn Life XP en Revival XP bedoeld voor speciale tieners. „Sommige jongeren gaan mee op kamp,

instructiegevoelige kinderen (basisgroep) Het gaat hier om kinderen bij wie de ontwikkeling van tellen en rekenen normaal verloopt... Groep/namen Doel Inhoud

² Doelen uit les 11 zijn noodzakelijke ervaringen en geen toetsdoelen, die een basis vormen voor doelen die wel schriftelijk worden

Groep/namen Doel Inhoud Aanpak/methodiek Organisatie Evaluatie Kinderen met specifieke. pedagogische en/of

instructiegevoelige kinderen (basisgroep) Het gaat hier om kinderen bij wie de ontwikkeling van tellen en rekenen normaal verloopt.. Groep/namen Doel Inhoud

Als de kinderen splitsingen noemen die bij opdracht 2 vermeld staan, kunnen de antwoorden direct ingevuld worden.. Als de kinderen de stipsom als vorm lastig vinden, kunt u