Onderwerp Vervolg op visie 'De oeverwal als Landgoed'

B E U N I N G E N N U t M O R G E N

Initiatiefvoorstel m

Onderwerp Vervolg op visie 'De oeverwal als Landgoed'

Raadsvergadering 19 maart 2013

Nummer(agenda) Commissie Ruimte

Registratienummer BW13.00267 Datum - 5 maart 213

Registratiecode

Auteur BN&M en W D

Status Openbaar

Publicatiedatum Samenvatting

Voor het oeverwalgebied geldt het beleid uit de visie 'De oeverwal als Landgoed'. De fracties BN&M en WD dienen een initiatiefvoorstel in de vorm van een discussienota in om de raad zich te laten uitspreken of de visie moet worden ingetrokken dan wel dat de visie dient te worden gehandhaafd, aangevuld met een concreet toetsingskader. Dit laatste is nodig omdat de visie 'De oeverwal als Landgoed' een visie op hoofdlijnen is en naar de mening van indieners geen concreet toetsingskader bevat. Door het vaststellen van een set aanvullende criteria kan het toetsingskader wel concreet gemaakt worden, zodat nieuwe aanvragen voor landgoederen in het oeverwalgebied in behandeling genomen kunnen worden.

Besluit om

1. Voorkeur uit te spreken voor:

a. Het handhaven van de visie "De oeverland als Landgoed" en daarbij in te stemmen met beslispunten 2, 3 en 4; of voor

b. Het intrekken van de visie "De oeverwal als Landgoed" waarbij dan het vigerend beleid voor het buitengebied ("rood voor rood") geldt.

2. In te stemmen met de 'Aanvullende criteria voor realisatie van een landgoed in het Waaloevergebieď (bijlage 1) als aanscherping op de visie 'De oeverwal als Landgoed' (vastgesteld 18 november 2008);

3. De visie 'De oeverwal als Landgoed' en de 'Aanvullende criteria voor realisatie van een landgoed in het Waaloevergebieď (bijlage 1) als toetsingskader te hanteren bij aanvragen voor een landgoed in het oeverwalgebied.

4. Het college van B&W concrete aanvragen te laten toetsen aan het toetsingskader eventueel met inachtneming van advies van deskundigen zoals de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit bij het beoordelen van aanvragen.

Inleiding

Visie 'De Oeverwal als Landgoed' en uitvoeringsplan 'Nieuw Netwerk Landgoederen' Voor de langgerekte zone tussen de Waalbanddijk en de Van Heemstraweg is een visie voor

landschapsversterking opgesteld; de visie 'De oeverwal als landgoed'. Deze visie is door de gemeenteraad van Beuningen vastgesteld in de vergadering van 18 november 2008. In de visie is een duurzaam raamwerk voorgesteld om het landschap te versterken en de recreatieve toegankelijkheid te vergroten, waarbij bepaalde nieuwbouw (land-, lint- en kwelgoederen) kan worden toegestaan.

Om de visie tot uitvoer te brengen is gewerkt aan een uitvoeringsplan, waarin wordt beschreven hoe de landschappelijke ambitie wordt opgepakt. Het uitvoeringsplan geeft de realisatiestrategie en de maatregelen voor de uitvoering van de visie weer. De focus van het uitvoeringsplan ligt, net als bij de visie, op het

ontwikkelen van een hoogwaardig samenhangend landschap en specifiek bij het vinden van de juiste

instrumenten daarbij. Produkt 1 (haalbaarheid, uitvoerbaarheid) van het uitvoeringsplan is 18 mei 2010

vastgesteld door het college. Uit de financiële doorrekening van de visie blijkt dat het plan uitvoerbaar is. Er is

hierbij niet uitgegaan van alleen dure woningen (in de visie is uitgegaan van 93 woningen in het zeer hoge

prijssegment). In de berekening is uitgegaan van de realisatie van 146 woningen met meer variatie in het

woningbouwprogramma en prijssegment.

Vanwege de financiële positie van de gemeente en de crisis op de woningmarkt is in de raadsvergadering van 8 mei 2012 besloten het uitvoeringsplan stil te leggen. Dit betekent dat er geen toetsingskader is voor nieuwe initiatieven en de visie op dit moment niet kan worden uitgevoerd.

Landgoed Beuningen

Voor het perceel aan de van Heemstraweg 2A wordt, vooruitlopend op de visie, al jaren nagedacht over de ontwikkeling van een landgoed: Landgoed Beuningen. Landgoed Beuningen heeft al vanaf het begin een speciale positie in de visie gehad. Het initiatief is aanleiding geweest voor het opstellen van de visie Nieuw Netwerk Landgoederen. Ook heeft mede door dit initiatief de voorwende als belangrijke structuur in het oeverwalgebied een plaats gekregen in de visie 'De oeverwal als landgoed'.

Bij de vaststelling van de visie 'De oeverwal als landgoed' is daarom tevens besloten dat met de uitwerking van Landgoed Beuningen niet wordt gewacht tot het uitvoeringsplan gereed is, maar vooruitlopend hierop al wordt opgepakt. Landgoed Beuningen wordt als pilot beschouwd en de inzichten die bij dit project worden opgedaan kunnen van pas komen bij het uitvoeringsplan.

De provincie en de gemeenteraad van Beuningen zijn altijd kritisch geweest over de ontwikkeling van het landgoed, het aantal te realiseren woningen en de bijdrage aan de landschapsversterking.

De ontwikkelaars Berghege Projectontwikkeling B.V. en ICE development B.V. hebben in december 2012 en januari 2013 aangegeven het project te willen beëindigen. Zij hebben daarom een beroep gedaan op de ontbindende voorwaarden uit deze overeenkomst. De reden voor ontbinding is dat er, ondanks de

inspanningen die door partijen de afgelopen tweeënhalf jaar zijn verricht, geen resultaten geboekt zijn die de totstandkoming van een exploitatieovereenkomst een stap dichterbij hebben gebracht. Evenmin is er zicht op resultaat in de toekomst.

De ontbinding van de overeenkomst heeft tot gevolg dat dit project beëindigd is.

Bovenstaande ontwikkelingen leiden ertoe dat de raad zich moet herbezinnen op de visie " De oeverland als Landgoed".

Beoogd effect

De raad zich uit te laten spreken over de beleidskader van het Waaloevergebied Argumenten

1. Hetis wenselijk dat de raad een duidelijke keuze maakt over (toekomstige) ontwikkelingen in het Waaloe vergebied.

In de raadsvergadering van 2 oktober 2012 is gesproken over een initiatiefvoorstel van de heer Christiaans met betrekking tot een landgoederenvoorstel. Er was sprake van een al bestaande pilot en de situatie in de raad ontstond waarbij er discussie was over de vraag wat een pilot is en hoeveel er mogen zijn. Ook gingen er stemmen op om de visie "De oeverwal als Landgoed" aan te scherpen zodat voor iedereen duidelijk is waar een aanvraag voor een landgoed in het Oeverwallengebied aan moet voldoen. Kortom, er was er

onduidelijkheid hoe verder te handelen.

Dit initiatiefvoorstel in de vorm van een discussienota heeft als doel om de impasse te doorbreken. De fracties BN&M en W D dienen het voorstel in om de raad zich te laten uitspreken of de visie moet worden ingetrokken dan wel dat de visie dient te worden gehandhaafd, aangevuld met een concreet toetsingskader.

Als de raad besluit tot het intrekken van de visie "De oeverwal als Landgoed" dan geldt het vigerend beleid voor het buitengebied ("rood voor rood").

2. Het doel blijft de ontwikkeling van landgoederen te koppelen aan versterking van landschap.

In af te sluiten verkoopcontracten van landgoederen moet worden opgenomen dat de eigenaar van het te realiseren landgoed de verantwoordelijkheid heeft te zorgen voor ordentelijk beheer en dat de kenmerken van het landschap (relatie met de Voorwende, fruitbomen en bosschages, de wegen en paden en de

verkaveling) minimaal moeten worden behouden en bij voorkeur versterkt. Voorgenomen wijzigingen in het

De criteria voor lint- en kwelgoederen zijn niet of nauwelijks van toepassing bij een concrete aanvraag voor een landgoed in het oeverwalgebied. In het geval deze criteria wel betrokken dienen te worden, gelden de criteria die aantasting van het landschap het meest tegengaan. Dit ter beoordeling van het college, daartoe eventueel geadviseerd door een deskundige zoals de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit

Financiën

Er is geen budget nodig voor de verdere uitvoering van dit beleid. Bij nieuwe aanvragen voor het Waaloevergebied worden de gebruikelijke leges in rekening gebracht.

Tijdspad n.v.L

Communicatie

Het intrekken van de visie "De oeverland als Landgoed" dan wel het instemmen met de aanvullende criteria als nieuw beleid worden op de gebruikelijke wijze gepubliceerd.

Evaluatie n.v.t Bijlage

Bijlage 1: 'Aanvullende criteria voor realisatie van een landgoed in het Waaloevergebieď (bijgevoegd) Bijlage 2: Raadsvoorstel en bijlagen "afwijzen van een Landgoedverzoek"(ter inzage via website, raadsvergadering 2 oktober 2012, agendapunt 10.

Bijlage 3: memo Beëindiging ontwikkeling Landgoed Beuningen "(ter inzage via website, raadsvergadering 19 februari 2013, agendapunt 9).

Bijlage 4: De visie "De oeverland als Landgoed" (ter inzage bij griffier).

Namens de fracties BN&M en WD,

R.L.M. van Beuningen W. Brand

Raadslid BN&M fractievoorzitter W D

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 19 maart 2013 waarbij de raad kiest voor l b 'Het

intrekken van de visie "De Oeverwal als Landgoed" waarbij dan het vigerend beleid voor het buitengebied

("rood voou rood") geldt'.

beheer van het landschap moeten worden voorgelegd aan B&W, eventueel van advies van deskundigen voorzien.

2. en 3. De 'Aanvullende criteria voor realisatie van een landgoed in het Waaloevergebieď (bijlage 1) voorzien in een aanvulling op de visie 'De oeverwal als Landgoed', deze vormen tezamen een concreet toetsingskader

voor initiatieven.

De visie 'De oeverwal als landgoed' omschrijft de gewenste landschapsversterking en maakt een koppeling met de ontwikkeling van land-, lint- en kwelgoederen. De visie op zich is nog geen toetsingskader voor concrete aanvragen. In de visie zijn wel spelregels genoemd voor de ontwikkeling van een landgoed, maar de koppeling met de landschapsversterking is hierin nog niet opgenomen. Daarom is in 2009 gestart met het maken van een uitvoeringsplan, dat het beleid uit de visie 'De oeverwal als landgoed' vertaalt naar een strategie en een concreet toetsingskader.

Het uitvoeringsplan is in 2012 stilgelegd. Er is dus (nog) geen toetsingskader voor aanvragen.

De 'Aanvullende criteria voor realisatie van een landgoed in het Waaloevergebieď (bijlage 1) voorzien in een beknopt toetsingskader waaraan nieuwe verzoeken getoetst kunnen worden en vormen dus het nieuwe toetsingskader voor nieuwe landgoedinitiatieven in het Waaloevergebied.

4.1 Aanvragers van een landgoed hebben er rechtop om op controleerbare wijze na te gaan waarom hun aanvraag wel, deels (onder voorwaarden) dan wel niet wordt goedgekeurd.

Het college van B&W zal concrete aanvragen toetsen aan het toetsingskader en gemotiveerd aan moeten geven waarom concrete aanvragen wel, deels of niet voldoen aan het toetsingskader. Dit biedt aanvragers de mogelijkheid om inzicht te krijgen in hoe de beoordeling tot stand is gekomen. Hierom stellen initiatiefnemers voor dat het college alle indieners van aanvragen van een landgoed in het Oeverwalgebied wijst op de

mogelijkheid opnieuw een aanvraag in te dienen, als nog steeds interesse bestaat om een landgoed te realiseren in het oeverwallengebied.

4.2 Een deskundig advies, bijvoorbeeld van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, kan een goede bijdrage leveren aan het borgen van de kwaliteit van (nieuwe) initiatieven in het oeverwalgebied.

Indien een initiatiefvoorstel voor de realisering van een landgoed ingediend is bij het college en dit aan de hand van een eerste globale toets aan de toetsingscriteria voldoet kan het altijd zo zijn dat er op punten twijfel is over het voldoen aan een criterium of criteria. In dat geval is het mogelijk dat het college de mogelijkheid krijgt deskundigen te consulteren. Hierdoor kan een (of kunnen delen van een) initiatiefvoorstel worden voorgelegd aan bijvoorbeeld de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Het is dus niet zo dat voor elk

initiatiefvoorstel de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit moet worden ingeschakeld. De initiatiefnemers verzoeken het college in overleg te treden met de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit over een mogelijke adviseringsrol aan het college.

Kanttekeningen

2.1 De visie 'De oeverwal als landgoed' en de nieuwe criteria uit bijlage 1 kunnen met elkaar in strijd zijn.

Bij strijdigheid in regels of uitgangspunten hebben de 'Aanvullende criteria voor realisatie van een landgoed in het Waaloevergebieď (bijlage 1) voorrang. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (of een andere

deskundige) kan hierin mede adviseren. Het uiteindelijke besluit ligt bij het college.

2.2 Er is sprake van gering effect op het woningbouwprogramma.

Naar de mening van de indieners van dit initiatiefvoorstel ligt er nauwelijks een relatie met het

woningbouwprogramma als er voor wordt gekozen om aanvragen in te kunnen dienen op grond va het nieuwe toetsingskader. Een landgoed bestaat uit 1 hoofdgebouw en hooguit 2 bijgebouwen, samen goed voor maximaal 10 wooneenheden. Dat is daarmee nauwelijks van invloed op het woningbouwprogramma.

2.3 Er is geen noodzaak voor (aanvullende) criteria voor lint- en kwelgoederen.

Bijlage 1:

Aanvullende criteria voor realisatie van een landgoed in het Waaloevergebied

1. Een verzoek tot ontwikkeling van een landgoed moet betrekking hebben op een van de acht zoekzones (groene cirkels in de Nota Oeverwal als landgoed)die elk gescheiden zijn door agrarisch gebied.

2. Een landgoed dient via een goede en veilige ontsluitingsweg, gebruik makende van de bestaande infrastructuur, vanaf de Van Heemstraweg bereikbaar te zijn.

3. Een landgoed moet een relatie hebben met de Voorwende en gekenmerkt worden door elementen van fruitbomen en bosschages.

4. Een landgoed mag ten hoogste bestaan uit 1 hoofdgebouw en 2 zijgebouwen, waarin hoogstens 10 wooneenheden mogen worden gerealiseerd.

5. Er moet sprake zijn van een solide financiële onderbouwing van het plan, waaruit een duurzame exploitatie blijkt.

6. voor het verlenen van een vergunning voor de aanleg van een landgoed zal tevoren een duidelijk plan moeten worden voorgelegd waaruit blijkt op welke wijze de initiatiefnemer van plan is het beheer van het landgoed te gaan uitoefenen en het landschap te versterken. Daarbij zou kunnen worden gedacht aan het verplicht indienen van een beheersplan dat passend is binnen de landelijke omgeving en waarin rekening wordt gehouden met de aanwezige landschapskenmerken.

Wanneer een aanvraag voor ontwikkeling van een landgoed aan de gestelde toelatingsvoorwaarden voldoet moeten er nog de volgende criteria getoetst worden alvorens tot uitvoering mag worden overgegaan:

A. De uitvoering van het plan voor een landgoed dient te geschieden volgens de richtlijnen in de Nota De Oeverwal als landgoed, daarbij zijn met name de hoofdstukken 3 en 4 van deze nota relevant.

B. Er dient goedkeuring aan de uitvoering van het plan te worden gegeven door de Provincie Gelderland.