• No results found

Landgoed Zuylestein

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Landgoed Zuylestein"

Copied!
104
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

gemeente Utrechtse Heuvelrug

toekomstvisie Landgoed Zuylestein

L e e r s u m g e m e e n t e U t r e c h t s e H e u v e l r u g

(2)

PROJECT

Toekomstvisie Landgoed Zuylestein Gemeente Utrechtse Heuvelrug Projectnummer: 45.40.01

INITIATIEFNEMER

Stichting Exploitatie Landgoederen Wayenstein en Zuylestein

IN SAMENWERKING MET

Landschapsarchitect Michael van Gessel AAArchitecten

OPSTELLER Buro SRO

Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem

Contactpersoon: Peter Abels T (026) 35 23 125

E peter.abels@buro-sro.nl DATUM

18 januari 2013

(3)

Inhoud

Voorwoord 5

Hoofdstuk 1: Inleiding 9

Achtergrond 9 Probleemstelling 9

Duidelijke aanleiding 10

Het landgoed over 10 jaar 11

Hoofdstuk 2: Cultuurhistorie 15

Oorspronkelijke aanleg Zuylestein 15

Ridderhofstad Wayenstein, kasteelplaats 18 Nieuw elan voor het landgoedcomplex 21 Conclusie 21

Hoofdstuk 3: Inventarisatie & analyse 25

Ligging en landschap 25

Bijzondere flora & fauna 27

Bodem en waterhuishouding 29

Morfologische ontwikkeling van het Landgoed 31

Huidige hoofdopzet 39

Hoofdstuk 4: Vigerend Beleid 46

Begripsbepaling 46 Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening 48 Uitvoeringsagenda historische buitenplaatsen 51

Visie Stichtse Lustwarande 52

Landschapsontwikkelingsplan Kromme Rijngebied 53

Buitens op de Heuvelrug 56

Vigerend bestemmingsplan 56

Conclusie 59

Hoofdstuk 5: Ontwikkelingsmogeijkheden 62

De droom van de eigenaresse 62

Hoofddoelstellingen 64 (Her)Ontwikkelingsmogelijkheden landgoed Zuylestein. 65 Behoud en versterking cultuurhistorische waarde 69 Onderhoud, reconstructie en uitbreiding van het lanenstelsel 69 Restauratie en herstel monumentale bebouwing 69 Ontwikkelen ruimtelijke en functionele drager 72

Verbeteren zichtrelaties 72

Verbeteren relatie met omgeving 73

Verkeer en parkeren op buitenplaats en landgoed 75 Versterken van de natuurwaarden/ecologische waarden 76 Uitbreiden gebruiksfunctie voor een gezonde exploitatie 78

Exclusief wonen 79

Een duurzame opzet van het landgoed 80

Overizcht initiatieven 81

Hoofdstuk 6: Ontwerpuitwerkingen 87

Schetsontwerp Wayenstein 87

Schetsontwerp volkstuinen 91

Impressie Zonneakker 93

Hoofdstuk 7: Maatwerkoplossing 97

Duurzame exploitatie 97

De kosten 97

De inkomsten 98

Relatie met bestemmingsplan 98

Planning en prioriteiten 99

Bijlage 1: monumentenregister 100

Bijlage 2: bibliografie 102

(4)

4

Ontsluiting landgoed Rijksstraatweg met portierswoning architect Cuypers

(5)

November 2011 werd ik ongedeeld eigenaar van de landgoederen Zuylestein en Wayenstein, beiden onderdeel van de zgn. Lustwarande. Deze omstan- digheid was de aanleiding mij intensief te verdiepen in het reilen en zeilen van een historisch landgoed in het heden. Mijn ambitie is de 400 jarige voorge- schiedenis van verbondenheid van mijn familie met Zuylestein en Wayenstein te continueren en het landgoed een eigentijdse plek te geven in het publieke domein.

Wat bij mijn verkenning een grote steun bleek is de huidige maatschappelijke aandacht voor erfgoed als kwaliteitselement in de ruimtelijke ontwikkeling.

De cultuurhistorische waarden wegen serieus mee in de ruimtelijke ordening.

Ook is er oog voor de complexiteit van het beheer en behoud van landgoe- deren en buitenplaatsen en ontmoet ik grote bereidheid om de eigenaren hierin te ondersteunen.

Deze toekomstvisie voor de landgoederen Zuylestein en Wayenstein is een contour van de denkbare toekomst van het landgoed. De visie is tot stand ge- komen op basis van een grondige analyse van de actuele financiële situatie waarin het landgoed zich nu bevindt en de ontwikkelingsmogelijkheden van het landgoed, met als doelstelling het behoud en versterking van de cultuur- historische betekenis en natuurwaarden.

In mijn zoektocht door de grote stapels beleidsnota’s, wetten, subsidie- en fiscale- regelingen werd ik met groot enthousiasme ondersteund door een aantal zeer betrokken ambtenaren van Rijk, Provincie en gemeente.

De constatering in de uitvoeringsagenda “Historische Buitenplaatsen provincie Utrecht 2012-2015” dat integrale kennis op het gebied van duurzaam behoud van buitenplaatsen versnipperd en onvoldoende aanwezig is lijkt me een un- derstatement. Ofschoon geen enkele toekomstvisie alles omvattend kan zijn ( hetgeen ongetwijfeld ook voor deze visie zal gelden) ben ik ervan overtuigd dat de visie een aantal duidelijke lijnen naar de toekomst schetst en voldoende informatie biedt om tot primaire keuzen en besluitvorming te komen.

Voortgebouwd moet worden op de bijzondere schaal, structuur en diversiteit van het landgoed: De schaal is bescheiden, de structuur dwingend maar zeer kwetsbaar en de diversiteit is zeer groot.

Deze diversiteit moet in toekomst verder worden versterkt binnen de beschei- den schaal en dwingende structuur. De verder uit te bouwen publieksfuncties zullen zich hierbinnen moeten voegen en daardoor altijd bescheiden zijn.

Deze constatering houdt in dat ook de netto inkomsten uit verder te ontwik- kelen publieksfuncties op zijn gunstigst kostendekkend zullen zijn. Hiermee dringt de noodzaak van een voortvarende ontwikkeling van de ridderhofstad Wayenstein op de voorgrond als noodzakelijke basis van deze toekomstvisie.

De afgelopen periode heeft me, door de medewerking en enthousiasme van velen, gesterkt in mijn geloof in de toekomst van Zuylestein en Wayenstein.

Hartelijk dank aan allen die hebben bijgedragen aan de voorliggende, denk- bare en haalbare toekomst.

Jemima S.A. de Brauwere - Zuylestein, januari 2013

Voorwoord

5

(6)

Luchtfoto landgoed Zuylestein tussen Leer- sum en Amerongen

(7)

H oofdstuk 1: I nleIdIng

(8)

8

Ligging landgoed 1 Landgoed Zuylestein

a portierswoning b hoofdgebouw c poortgebouw d schaapskooi e oranjerie

f tuinmanswoning + stenen schuur 2 Voormalige Ridderhofstad Wayenstein 3 Leersums Broek

1

a b

c d e

f

2

3

(9)

Hoofdstuk 1: Inleiding

Achtergrond

Landgoed Zuylestein ligt tussen Leersum en Amerongen en grenst aan de oude rijksweg nu N225. De buitenplaats Zuylestein, onderdeel van het landgoed, is als ensemble als monument aangewezen en is onderdeel van de oostzijde van de Stichtse Lustwarande, een cultuurhistorisch land- schappelijk collier van buitenplaatsen en landgoederen op de zuidflank van de Utrechtse Heuvelrug. Ook maakt het landgoed onderdeel uit van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Het landgoed is sinds de stich- ting 400 jaar geleden middels vererving in familie bezit gebleven. De hui- dige eigenaresse ziet zich gesteld voor de opgave het landgoed en vooral de buitenplaats een solide financiële basis te geven voor de toekomst.

Een toekomst die gebaseerd is op de maatschappelijke betekenis die de buitenplaats en het landgoed vanwege de bijzondere cultuurhistorische waarde toekomt.

Zuylestein vindt zijn oorsprong omstreeks de 14e eeuw. In de 17e eeuw wordt zowel het kasteel als het landgoed aanzienlijk uitgebreid. De 17e eeuwse structuur is nog grotendeels aanwezig en aangewezen als rijks- monument evenals alle bebouwing uitgezonderd het hoofdgebouw (zie bijlage). Het hoofdgebouw draagt wel twee monumentale vazen en wa- penleeuwen. In de binnentuin bevinden zich diverse monumentale tuinor- namenten waaronder twee monumentale loden vazen en een zinken pla- teau.

Zuylestein is een van de weinige plekken in Nederland waar 400 jaar eigenlijk niets is gebeurd. In dit opzicht is het landgoed binnen de land- goederen nog eens een extreme uitzondering: Zuylestein is een ‘verge- ten’ buitenplaats. De erven van Frederik Hendrik, de Nassau Zuylestein’s woonden in Engeland en hadden geen enkele neiging hun landgoed te laten ‘pimpen’ door een Engelse of Italiaanse landschapsarchitect. Toen Nassau Zuylestein in 1830 als familienaam ophield te bestaan sloot het bezit Zuylestein aan bij het enorme bezit van Kasteel Amerongen en was Zuylestein een soort achtertuin van het kasteel wat soms werd verhuurd aan bv. de buren Van Nellestein tijdens de verbouwing van hun buiten- plaats. Dat maakt Zuylestein zo bijzonder. Een buitenplaats die is ontsnapt aan alle ‘total makeovers’ die ook in de 18e en 19e eeuw en vogue waren.

De 17e eeuwse prenten kunnen nu nog als wandelkaart worden gebruikt.

Op dit moment heeft het landgoed een totaal oppervlak van 136 ha. Dit is inclusief de Ridderhofstad Wayenstein en de gronden gelegen in het Leersums Broek

Probleemstelling

De vraag, het probleem, of beter nog, de uitdaging die nu voorligt, is op welke wijze het voortbestaan van de buitenplaats en het landgoed, met alle culturele, landschappelijke, ecologische waarden met maatschap- pelijke betekenis, kunnen worden veilig gesteld als openbaar toegankelijk familiebezit.

9

(10)

Op het landgoed is op veel plaatsen nog steeds sprake van achterstallig onderhoud van zowel het groen als de bebouwing. Voor het herstel van de bebouwing heeft de Stichting Restauratiefonds Zuylestein met behulp van bijdragen van de provincie, RCE en diverse fondsen reeds de tuin- muren en het poortgebouw kunnen restaureren. Voor het herstel van het groen heeft de Stichting Exploitatie Landgoed Zuylestein een uitgebreid restauratieplan voor de lanen laten vervaardigen. Een deel daarvan is met bijdragen van provincie en diverse fondsen reeds uitgevoerd.

Verder herstel van het landgoed en de bebouwing vraagt nog forse inves- teringen. Eind 2012 is het herstel van de portierswoning, de orangerie de tuinmanswoning en de aangrenzende landbouwschuur ter hand geno- men. Qua groenelementen is al gestart met de restauratie van een deel van het Sterrenbos en wordt binnenkort gestart met het uitbaggeren van de monumentale vijvers.

Daarnaast zijn de instandhoudingskosten (reserveringen groot onderhoud en het dagelijks onderhoud) van het landgoed aanzienlijk.

Deze visie is gericht op het behoud en herstel van de kwaliteiten van de oorspronkelijke buitenplaats en het landgoed. Daarnaast moet uitwer- king van de plannen uit de visie leiden tot een landgoed dat duurzaam te exploiteren is.

De toekomstvisie moet worden vastgesteld door de Raad van de gemeen-

te Utrechtse Heuvelrug om ook hier draagvlak te creëren voor de ruim- telijke procedures . Na deze vaststelling kan desgewenst een convenant tussen het landgoed, de gemeente en de provincie worden opgesteld.

Duidelijke aanleiding

De directe aanleiding voor deze toekomstvisie is een financiële reden / noodzaak. Onder de huidige omstandigheden levert het landgoed een zeer aanzienlijk negatief exploitatieresultaat op wat op redelijk korte ter- mijn niet is vol te houden bij de eisen van goed beheer. De huidige eige- naresse wil een serieuze poging ondernemen om tot een verantwoorde exploitatie van Zuylestein te komen. Om met artikel 2.8 uit de struc- tuurvisie van de provincie Utrecht te spreken: Behoud door ontwikkeling’.

Vandaar deze toekomstvisie die is gebaseerd op ‘behoud en ontwikkeling’

en de twee elementen van dit credo in evenwicht probeert te houden.

Wat kan en moet er worden behouden en wat kan en moet binnen dit

‘behoud’ worden ontwikkeld.

De hoop is dat alle betrokken lezers, besluitvormers en mogelijke be- zwaarden deze toekomstvisie zullen opvatten als een wervend toekomsts- perspectief. Alle mitsen en maren moeten worden verwerkt. Maar pas als er een gezamenlijk gedragen enthousiasme ontstaat kan er iets ontstaan dat weer 400 jaar meekan.

10

(11)

Het landgoed over 10 jaar

Het is bij het maken van een toekomstvisie essentieel na te denken waar je met het landgoed over 10 jaar wilt staan; hoe het landgoed er dan uit zal zien en zal functioneren. Op dit moment wordt deze droom wat overscha- duwd door de zich wel erg sterk opdringende vraag of het landgoed in zijn huidige staat en functie over 10 jaar nog bestaat! Toch zal in deze visie een poging worden gewaagd de droom van de eigenaar te visualiseren.

11

(12)

Vogelvlucht buitenplaats Zuylestein, 1710 (Daniël Stopendaal)

(13)

H oofdstuk 2: C ultuurHIstorIe

Vogelvlucht buitenplaats Zuylestein, 1710 (Daniël Stopendaal)

(14)

14

Voormalig hoofdhuis van landgoed Zuylestein, 1650

Tuin binnen de muren van de buitenplaats, 2012 Renaissancepark achter het landgoed, 1650

Portierswoning van architect Cuypers uit 19e eeuw, 2012

(15)

Hoofdstuk 2: Cultuurhistorie

Oorspronkelijke aanleg Zuylestein

Het landgoed Zuylestein, op de grens tussen Leersum en Amerongen, vindt zijn oorsprong in de veertiende eeuw. Het huis wordt reeds vermeld in een leenregister van de Bisschop van Utrecht aan het einde van de 14e eeuw. Een van de eerst bekende vermeldingen dateert uit 1465 toen Jan van Zuylen van Natewisch er mee beleend werd. De naam was toen Sulensteyne. Bij het opruimen van het puin na het bombardement van 1945 zijn stenen teruggevonden uit die tijd.

In 1536 werd het huis als ridderhofstad Zuylestein erkend. Vanaf 1549 was Eernst van Nijenrode, burge- meester van Utrecht, de eigenaar van de ridderhofstad. Zijn dochter Geertruid erfde in 1558 Zuylestein.

Zij was getrouwd met Godert van Reede van Saesfeld (1516-1585), die al eigenaar van Amerongen was.

Godert en Geertruid kregen 5 kinderen. Godert wijst zijn dochter Aleida van Reede vrouwe van Zuylestein aan als erfgename van Zuylestein met als voorwaarde dat wanneer zij kinderloos blijft, het bezit aan haar broer Frederik zal toebehoren. Wanneer Frederik van Reede in 1611 overlijdt draagt zij Zuylestein over aan haar neef Johan van Renesse. Echter de kinderen van Frederik van Reede vechten deze verkoop aan.

In 1611 verkreeg Johan van Renesse het kasteel, en in 1630 werd Frederik Hendrik van Oranje voor 35.000 gulden de nieuwe eigenaar. Kosten noch moeite werd bespaard om de ridderhofstad Zuylestein een voornaam uiterlijk te geven. Diverse tuinontwerpen dateren uit die tijd. Het grondgebied werd uitge- breid . Vanaf 1632 behoorde ook Leersum tot het grondgebied. Deze uitbreiding was noodzakelijk om de status van Hoge Heerlijkheid te bereiken. En door deze aankoop werd het in 1640 mogelijk zijn bastaard- zoon Frederik lid te maken van de Utrechtse Ridderschap. Hij liet het huis verbouwen en verhoogde de toren boven de ingang. Aan de Zuidkant werd een voorburcht aangelegd, en aan de Oostkant kwam een poortgebouw met stallen. Het werd steeds meer een kasteel, hoewel het geen verdedigingsfunctie had.

15

Zicht vanaf verdwenen slotgracht op de om- muring en jachtslot Zuylestein, 1744 (Jan de Beyer)

(16)

16

Zicht op de oranjerie, 1650 Zicht op de oranjerie, 2012

Poortgebouw+stallen, 1650 Poortgebouw vanuit binnentuin gezien, 2012

(17)

Het park werd in Hollandse renaissance stijl aangelegd, naar alle waar- schijnlijkheid met fortgrachten die nu verdwenen zijn.

De bastaardzoon werd voortaan Frederik van Nassau-Zuylenstein ge- noemd. Hij sneuvelde in de slag bij Woerden in oktober 1672 . Frederiks zoon Willem van Nassau Zuylestein was vertrouweling en diplomaat van stadhouder-koning Willem III . Verschillende malen werd hij door Willem III naar Engeland gestuurd om poolshoogte te nemen van de politieke si- tuatie en de opvolging van Jacobus II van Engeland. In 1688 voer hij met de prins mee tijdens zijn invasie en stond hem bij tijdens de Glorious Revo- lution. Na de troonsbestijging werd hij genaturaliseerd en bleef in dienst van de koning. De verbintenis met Zuylestein bleef behouden. In 1681 trad hij in Leersum in het huwelijk en de kinderen werden er geboren.

In 1695 werd hij door de koning beleend met de titels graaf van Roch- ford, burggraaf Tunbridge en baron Enfield. In 1830 sterft de tak Nassau Zuylestein uit. Via vererving krijgt Godard J.G.C. Graaf Van Aldenburg- Bentinck Heer van Amerongen het kasteel in bezit, de overgrootvader van

de huidige eigenaar. In de negentiende eeuw is het landgoed voorzien van een portierswoning en monumentaal inrijhek. Deze portierswoning is ontworpen door de Roermondse architect Pierre Cuypers (bekend van het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam).

In het rampjaar 1672 werd Zuylestein anders dan kasteel Amerongen ge- spaard voor plundering en brandstichting door de Franse troepen. Bijna drie eeuwen later werd Zuylestein alsnog door oorlogshandelingen ver- woest toen het op aanraden van ‘Groep Kees’ op 24 en 25 maart 1945 door twaalf jachtvliegtuigen werd gebombardeerd in de hoop SS com- mandant Martin Kohlroser te treffen. De Oberführer was afwezig.

Wat er nu overgebleven is, is een landgoed en buitenplaats in Renaissan- cestijl, met diverse originele bijgebouwen en een 19e eeuwse portierswo- ning. In 1980 is er door de afstammeling van voornoemde Aldenburg Bentinck, de ouders van de huidige eigenaresse een landhuis, door architect Meulenbelt te Utrecht, gebouwd.

Verwoeste kasteel door bombardementen WOII, 1953

17

Kasteel Zuylestein op oude ansichtkaart Vogelvlucht buitenplaats Zuylestein, 1710 (Daniël Stopendaal)

(18)

Ridderhofstad Wayenstein, kasteelplaats

De Ridderhofstad Wayenstein is gelegen nabij de Lekdijk op de grens van Amerongen en Leersum. De naam is waarschijnlijk afgeleid van de Weide of Ameronger weide. De Ridderhofstad is in historische bronnen voor het eerst genoemd in 1436 onder de naam Huis Weyensteyn.

Wayenstein was niet gericht op de dijk, maar lag aan de Zuwe, een nu verdwenen maar nog herkenbare weg, waarop ook Zuylestein was ge- richt.

Rond 1600 was ter plekke van de ridderhofstad een donjon aanwezig: een middeleeuwse woontoren met twee zijvleugels en omgeven door een gracht.

Deze donjon is vóór 1647 door een ‘herenhuis’ vervangen; een rechthoe- kig zaalhuis van twee bouwlagen onder een zadeldak tussen bakstenen topgevels. Een hoge borstwering maakte de zolder bruikbaar voor het huishouden. Hoewel een kelder niet op de tekening is te zien, was die waarschijnlijk wel aanwezig.

Het huis rees niet direct uit op de gracht, maar was aangeaard. Deze wal was sterk begroeid. Het huis was waarschijnlijk aan drie zijden omgeven door een gracht. Aan de voorzijde van het huis lag een ondiep plein dat werd afgesloten door een gebouw met een zadeldak. Dit gebouw zou het poortgebouw kunnen zijn dat toegang gaf tot de voorburcht, die op de plek van de huidige boerderij lag.

18

Huis Wayenstein, 1450 In 1642 oficieel erkend als Ridderhofstad

(19)

De tegenwoordige oprijlaan vanaf Zuylestein was in 1630 nog niet aan- wezig. Het complex werd toen ontsloten via de nog bestaande Zuwe of Zuwedijk.

Vanaf de periode 1633-1646 vormde Wayenstein een duidelijke eenheid met het landgoed Zuylestein.

In 1730 is het huis gesloopt door de zoon van Frederick van Nassau- Zuylesteijn. De gracht was nog wel aanwezig, maar ook die is na 1818 in de loop van de tijd verdwenen. Op de plek van het herenhuis kwam een boerderij. Deze boerderij is in de 19de eeuw verbouwd.

Eind 20e eeuw is de boerderij afgebrand. Sindsdien is Wayenstein een ruïne. Van de 18e deels 19e eeuwse boerderij resteert alleen het voorhuis.

Op het voorterrein is ook nog een karakteristieke 18e eeuwse schuur aanwezig, het ‘stenen huis’, gebouwd van de restanten van het gesloopte

‘herenhuis’. Beiden zijn Rijksmonument.

Boerderij Wayenstein, 1732 Zicht op boerderij landbouwschuur en slotgracht komende uit Amerongen, 1750 (Jan

19

de Beyer)

(20)

20

Situatie 1811-1832 (bron: HISGIS kadaster)

(21)

Nieuw elan voor het landgoedcomplex

Midden jaren ‘70 is begonnen met de restauratie van de ongeveer 800 meter lange tuinmuren en de bijgebouwen, zoals het poortgebouw en de oranjerie gelegen tegen de ommuring.

In 1980 bouwden de familie Aldenburg Bentick, de nazaten van de eer- dergenoemde Frederik van Nassau Zuylestein nabij de oorspronkelijke plaats van het voormalige kasteel een nieuw landhuis in stijl, geïnspireerd op de opzet van kasteel Amerongen en het jachtslot Zuylestein(zie bv. de dubbele ingang en de ‘toren’). Met de bouw van het nieuwe landhuis is ook een begin gemaakt met het herstel van de waterpartijen, de bosper- celen, de historische renaissancetuin en de moestuin.

Conclusie

Buitenplaats Zuylestein krijgt door de hersteloperatie weer een nieuw elan

als fraai Renaissancepark, met zijn kenmerkende lanen, sterrenbos en als centraal punt in het midden van het park de ommuurde buitenplaats met het huidige landhuis.

De ontwerptekeningen van de zeventiende eeuwse renaissancetuin en de aanpassingen van de tuin rond het voormalige kasteel zijn voor een groot deel bewaard gebleven en zijn voor wat betreft het park en landgoed nog steeds actueel en leidend voor nieuwe ontwikkelingen.

Door de combinatie van ommuurde tuin, park, “grand-canals”, landerijen en essenhakhoutpercelen vormt de buitenplaats weer een uniek ensemble op de Utrechtse Heuvelrug en in het bijzonder binnen het gebied van de Stichtse Lustwarande. Het gehele landgoed Zuylestein en Wayenstein is daarom ook als Rijksmonument aangewezen. Gebouwen, muren, tuin en bos zijn Rijksmonument (zie bijlage).

21

Kaart 1818, Zuylestein en Wayestein. Het poortgebouw was nog aanwezig Detailkaart Wayenstein met de te herstellen

historische gracht

In 1980 is het nieuwe hoofdgebouw gereed gekomen

(22)

Twintigste eeuwse portierswoning Rijksstraatweg architect Cuypers.

(23)

H oofdstuk 3: I nventarIsatIe & analyse

Twintigste eeuwse portierswoning Rijksstraatweg architect Cuypers.

(24)

24

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

(25)

Hoofdstuk 3: Inventarisatie & analyse

Ligging en landschap

Het landgoed en buitenplaats Zuylestein is onderdeel van de oostzijde van de Stichtse Lustwarande, een gebied dat zijn landschappelijke identiteit vooral ontleent aan de vele buitenplaatsen en landgoederen die op de zuidflank van de Utrechtse Heuvelrug zijn gesitueerd.

Kenmerkend voor dit deel van de Lustwarande is de voor Nederlandse begrippen zeer bijzondere ontmoe- ting tussen de beboste hoogoplopende stuwwal en het laag gelegen open rivierenlandschap. Op deze unieke overgang is landgoed Zuylestein gesitueerd. Het hoofdhuis ligt net op de hogere droge zandgron- den van de stuwwal. De overzijde van de visvijver en de gronden in het Leersums Broek behoren tot de lager liggende vochtige kleigronden van het Langbroekerweteringgebied.

Ter hoogte van het landgoed komen vier landschappen samen:

• het Langbroekerweteringgebied; een halfopen landschap, met een geometrische verkavelingsopzet;

• de zuidelijke randzone van de Heuvelrug met een afwisseling van grotere en kleinere ruimten en be- bossingen;

• de reliëfrijke beboste en merendeels gesloten Utrechtse Heuvelrug;

• het uiterwaardengebied; een laag gelegen zeer open landschap met een meanderende rivier en be- geleidende strangen (nevengeul van een rivier).

Het landgoed ligt voor wat betreft natuur en landschap in een heel bijzonder en waardevol gebied. Het vormt een verbinding tussen de Heuvelrug en de rivier en tussen de dorpen Amerongen en Leersum.

Zuylestein wordt omringd door bijzondere, Europees aangewezen, natuurgebieden zoals het Kolland, het Overlangbroek en de Amerongse Bovenpolder en ligt voor een belangrijk deel in de Ecologische Hoofd- structuur.

25

(26)

26

Steenuil in schoorsteen van boerderij Wayenstein

De bijzondere flora en fauna op het landgoed Zuylestein

(27)

Bijzondere flora & fauna

Landgoed Zuylestein en de omgeving van het landgoed heeft ook bijzon- dere waarden voor de flora en fauna. Het landgoed zelf herbergt verschil- lende zoogdieren die er foerageren zoals vos, ree, das, haas en konijn.

Mogelijk zoeken ook hermelijn, bunzing en boommarter op en aan de randen van het landgoed naar voedsel. Vleermuizen, waaronder gewone en ruige dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, rosse vleermuis, watervleermuis en laatvlieger jagen vooral langs de bosranden. Ook voor vogels heeft het gebied betekenis. Dit geldt in het bijzonder voor roofvogels (havik, buizerd, sperwer, torenvalk, boomvalk) en uilen (bosuil, ransuil, steenuil). In het weidegebied nestelen wilde eend, huismus, schol- ekster, kievit, meerkoet en witte kwikstaart. Van de reptielen komt alleen de ringslang mogelijk in het gebied voor. Deze soort is hier in het verleden wel waargenomen en is nog steeds aanwezig op het aangrenzende land- goed Kolland. Van de amfibieën zijn kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker en middelste groene kikker vastgesteld.

Zuylestein bestaat voor een groot deel uit lanen, eiken en beuken bos- complexen, hakhoutbos en struweel met inheemse soorten zoals gewone es, spaanse aak, zwarte els, zomereik en hazelaar.

De vegetatie van de agrarisch gebruikte graslanden is soortenarm. De begroeiing wordt gedomineerd door grassen waartussen slechts enkele algemene kruiden, zoals gewoon herderstasje, gewone paardenbloem, kruipende boterbloem en witte klaver, voorkomen.

De graslandvegetaties in de drogere delen zijn soortenrijker met soorten als gewoon biggenkruid, gewone rolklaver, gewone veldbies, grasklokje, kleine leeuwentand, knoopkruid, muizenoor, pinksterbloem, rode klaver, rood zwenkgras, schapenzuring, scherpe boterbloem, veldzuring en vo- gelwikke.

Vooral de vegetaties van de walletjes zijn soortenrijk en goed ontwikkeld.

De vegetatie van de houtsingel is sterk vergrast met onder andere ge- streepte witbol.

Kenmerkende soorten zoals stijf havikskruid, schermhavikskruid en ge- woon biggenkruid komen slechts mondjesmaat voor.

27

Overzicht geschiktheid onderzoekslocatie voor soortgroepen en te nemen vervolgstappen (Bron: Ecologisch onderzoek Waayenstein te Amerongen, okt.2012 Econsultancy)

(28)

28

Bodem en geomorfologie

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen) Overzicht van kenmerkende soorten per bosgemeenschap

(Bron: Een ecohydrologische systeemanalyse, juli 2011 Bosgroep Midden Nederland)

(29)

Bodem en waterhuishouding

Het noordoostelijk deel van het landgoed bevindt zich op de uitlopers van de door landijs gevormde stuwwal. De fundamenten van de bebou- wing van kasteel Zuylestein staan op de uitwiggende zandgronden van die stuwwal.

De bodem bestaat ter plaatse uit grove zandgronden en hoge zwarte enkeerdgronden met leemarm en zwak lemig fijn zand. De visvijver is ge- koppeld aan het waterstelsel van de Middeleeuwse cope-ontginningen.

Het geometrisch slotenpatroon aan de zuid-westzijde van het landgoed zijn hiervan een onderdeel. Ter plaatse treedt kwel vanuit de Heuvelrug naar buiten. De bodems van het zuidwestelijk deel zijn ontstaan onder invloed van de rivieren en bestaan uit zavel en lichte klei en klei op zand tot zware klei.

De begrenzing van de hoge zandgronden en de Middeleeuwse cope- ontginningen wordt gevormd door de Zuwe (zuwe: een iets hoger liggend looppad door een moerassig gebied).

29

Waterhuishouding

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

(30)

30

Oppervlaktewatersysteem op het landgoed Zuylestein. Met rood worden de sloten en

greppels weergegeven Overzicht van maatregelen op landgoed Zuylestein. De waterschapsleiding Kollandsloot

(rood) moet met minimaal 50 centimeter verontdiept worden. De sloten in het onderzoeks- gebied moeten worden verontdiept met vijfentwintig centimeter. De oranje arcering geeft de ligging van een afgeticheld graslandperceel weer.

(Bron: Een ecohydrologische systeemanalyse, juli 2011 Bosgroep Midden Nederland)

(31)

Morfologische ontwikkeling van het Landgoed

De huidige verschijningsvorm van het centrale deel van Zuylestein is te herleiden aan de hand van de situatie van 1630, 1640 en 1649-1708.

Dit levert belangrijke informatie op over de gebruikte maateenheden, de positie van het lanenstelsel en de ligging van de aarden wallen.

31

Vestiging op twee werelden hoog-droog, laag-nat

Gekoppeld aan een middeleeuws waterstelsel van cope-ontginning

Vestiging op twee werelden hoog-droog, laag-nat (Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005

Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

(32)

32

Morfologie: Periode tot 1630

Het kasteel met voorburcht ligt in het water. Het kasteel is dubbel omgracht.

Het oostelijk en westelijk deel van het complex lig- gen schuin ten opzicht van elkaar.

Het oostelijk deel wordt geleed door lanen, het westelijk deel door de sloten van de cope- ontginning.

Ter plaatse van de verdraaiing, ongeveer op de plek waar nu de visvijvers liggen, ligt een boom- plantage voor bescherming tegen de overheersen- de zuidwesten wind.

Buiten de omgrachting liggen aan de oostzijde bos- percelen die worden begrensd door de lanen.

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

(33)

33

Morfologie: Periode tot 1640

De hoofdopzet met twee ten opzichte van elkaar gedraaide stelsels blijft gehandhaafd. Het hoofdslotenpatroon aan de westzijde blijft gelijk.

Wel is er wijziging in het grondgebruik. De ka- vels worden, met uitzondering van de noorde- lijke percelen, gebruikt als boomplantages op rabatten.

In het oosten wordt de bebossing binnen de lanenstructuur uitgebreid tot aan de huidige Rijksstraatweg.

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005

Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen) (Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

(34)

34

Morfologie: Periode 1649-1708

Uitbreiding aan de noordzijde van de formele en classicistische opzet van het landgoed Zuylestein.

Dit is een onderdeel van de 17e eeuwse renaissan- ce-aanleg.

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

(35)

35

Morfologie: Periode 1708-heden

Verdere ontwikkeling van de 17e eeuwse renaissan- ce-aanleg aan de noordzijde.

Aanleg van bospercelen aan de zuidwestzijde.

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

(36)

36

mogelijke restauratie van het lanenstelsel maateenheid kaart

(37)

37

Morfologie: Analyse opbouw

De Ginkelselaan als hoofdontsluiting vormt de cen- trale as tussen Rijksstraatweg en Grand-canal.

Uit de morfologische analyse is voorlopig een repe- terende maateenheid te herleiden van 70 x 70 me- ter. Deze kan niet als basis dienen voor herstel van het lanenstelsel en de sterrenbosvakken daarbin- nen. De resultaten van het inmiddels door provincie in opdracht verstrekte onderzoek aan bureau Debie en Verkuyl naar de historische maatvoering zal hieromtrent uitsluitsel moeten geven.

(38)

38

Situering van landgoederen, kasteel en informatiecentrum Burgwal (Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug)

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

Oorspronkelijke hoofdopzet landgoed Zuylestein (Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

Landschappelijke hoofdstructuur: Grand canal ( visvijvers), lanen, recent herstelde laan, fraaie afwisseling tussen open en gesloten velden binnen strakke geometrie

(39)

Huidige hoofdopzet

Landgoed Zuylestein is onderdeel van een reeks van landgoederen en kastelen langs de Utrechtse Heuvelrug. Op bijgaande kaart is de hoogte- ligging en positie aangegeven ten opzichte van het naastgelegen gebied van kasteel Amerongen en het aan de westzijde van Leersum gelegen landgoed Broekhuizen.

Centrale deel buitenplaats Zuylestein

De oorspronkelijke hoofdstructuur, met de middeleeuwse cope-ontginning en de 17e eeuwse parkaanleg in Renaissancestijl, is nog altijd bepalend voor de huidige opzet van het centrale deel van landgoed Zuylestein. Op de overgang lag de oude route, de Zuwe. Het Grand-Canal (de 2 grote vijvers) benadrukt deze overgang van droog naar nat. De centrale as in het Renaissancepark is de Ginkelselaan. Deze krijgt in de vorm van een dubbele laan een vervolg in de deel van de cope-ontginningen.

Het stelsel van lanen smeedt het landgoed tot een eenheid. Zowel de oostelijke als de westelijke laanstructuren eindigen bij de grenzen van Zuylestein. De enige uitzondering hierop is de laan die vanaf de Rijks- straatweg met een knik de Heuvelrug oploopt.

Tussen de lanen liggen bospercelen. Ze vormen een gesloten kern waarin het huis met de ommuurde tuin is uitgespaard. Aan de noordoost en zuid- westzijde liggen de belangrijkste weidegebieden van het landgoed.

Vanuit het landgoed is een visuele relatie met de omgeving gelegd. Langs de toegangslaan vanaf de Rijksstraatweg geeft een smalle open ruimte vanaf de ommuurde tuin zicht in de richting van de Heuvelrug.

De zichtrelatie tussen het landgoed en het omliggende landschap is sterk ter plaatse van de visvijvers. (grand Canal) Door de breedte van het water en de openheid aan beide einden is hier enerzijds zicht naar het gebied aan de rivierdijk en anderzijds naar de open weiden ten zuiden van Leer- sum.

De oorspronkelijke hoofdopzet is in het kaartbeeld nog duidelijk herken- baar. Ook in het terrein is deze op de meeste plekken nog zichtbaar. Een deel van de lanen is niet goed herkenbaar meer omdat ze zijn opgegaan in de bossen. Dit is met name het geval in het noordoostelijke terreindeel.

Daarnaast hebben de lanen een deel van hun allure verloren doordat ze minder goed te ervaren zijn. Dit komt vooral omdat de boomkronen van de aanliggende bosvakken doordringen tot in de laanprofielen. Ook de oorspronkelijke wallen zijn voor een deel overwoekerd en daardoor even- eens minder herkenbaar.

39

(40)

40

(41)

Landgoedelementen Zuylestein

De belangrijkste landgoedelementen op het centrale deel van landgoed Zuylestein zijn:

• het in 1980 gebouwde landhuis nabij de plek van het verwoeste kasteel;

• de ommuurde Renaissancetuin waarbinnen de moestuin is gelegen;

• de 17e eeuwse oranjerie tegen de noordwestkant van de ommuring;

• het 17e eeuwse poortgebouw aan de zuidwestzijde van de ommuring;

• het Grand Canal of visvijver die de ommuurde tuin aan de westzijde begrenst en de visvijver in het verlengde hiervan aan de oostzijde. Een deel van het Grand Canal was onderdeel van de oorspron- kelijke gracht;

• de tuinmanswoning met stenen schuur schuin tegenover het poortgebouw, buiten de muren;

• de 19e eeuwse portierswoning inclusief 19e eeuwse poort, ontworpen door architect Pierre Cuypers, aan de Rijksstraatweg;

• de schaapskooi in het noordoostelijk deel van het landgoed;

• de tweede schaapskooi nabij boerderij Weivliet, aan de noordzijde van het landgoed;

• de restanten van een appelschuur in de voormalige Elisabethboomgaard ten westen van het Grand Canal.

Bijgaande foto’s geven een impressie van de monumentale bebouwing en de fraaie landschapselementen op het landgoed.

41

Landhuis uit 1980 Oranjerie

Oranjerie als onderdeel ommuring

18e eeuwse poortgebouw Grand Canal of visvijver

Tuinmanswoning met stenen schuur

19e eeuwse portierswoning (Cuypers)

19e eeuwse toegangspoort aan Rijksstraatweg Monumentale schaapskooi

(42)

   

42

(43)

Ridderhofstad Wayenstein

De nieuw aangeplante notenlaan vanaf de Zuylesteinseweg voert richting Ridderhofstad Wayenstein. Van de voormalige Ridderhofstad Wayenstein is niets meer te zien, niet van het gebouw en ook niet van de gracht. De in de 19e eeuw verbouwde van oorsprong 18e eeuwse boerderij is nog aanwezig samen met een historische schuur, genaamd ‘Stenen huis’ (beiden Rijksmonument). De Boerderij heeft nog veel ou- dere onderdelen zichtbaar in het voorhuis, zoals bijvoorbeeld een kloostervenster. De boerderij is deels afgebrand in de jaren ’90, alleen het voorhuis staat nog overeind. Achter de boerderij staan een aantal vervallen 20e eeuwse bijgebouwen die dienst doen als dierenverblijf of opslag en die geen cultuurhisto- rische waarde hebben (zie cultuurhistorische effectrapportage met historische opname en waardestelling door BBA).

Een populierenlaan langs de oude route (de Zuwe) verbindt Wayenstein met het Grand Canal direct ten zuiden van het landhuis Zuylestein. Deze laan is recent hersteld en maakt onderdeel uit van het zgn.

klompen pad.

Leersums Broek

Het Leersums Broek is een open landbouwgebied tussen de Nieuwe steeg, de Middelweg, de Gooijerdijk en de Amerongerwetering. De Nieuwe steeg vormt de begrenzing van de kom van Leersum. Langs deze laan ligt aan één zijde de kom van Leersum en aan de andere zijde verspreide bebouwing. De Gooijerdijk maakte onderdeel uit van de Middeleeuwse route, de Zuwe. Langs de Gooijerdijk ligt verspreid een aantal boerderijen. Dit is ook het geval langs de Amerongerwetering.

De gronden die eveneens tot landgoed Zuylestein behoren, bestaan uit een aantal agrarische percelen die midden in het gebied liggen, opgespannen tussen de Nieuwe Steeg en de Gooijerdijk.

43

Herplante notenbomen langs laan die Wayestein vanuit Amerongen ontsluit.

Voorhuis van de 18e eeuwse boerderij Landbouwschuur ‘het stenen huis

Het voorhuis van de in jaren ‘90 afgebrande boerderij

Vervallen 20e eeuwse landbouwschuren Zicht op grootschalige manege tegen de Lekdijk Sloot langs historische route de Zuwe

Nieuwe Steeg Gooijerdijk

Amerongerwetering

(44)

Uitsnede Landschapsontwikkelingsplan

(bron: Landschapsontwikkelingsplan Kromme Rijngebied 2009 Samenwerkende gemeentes)

(45)

bijgaande kaart als jpg opnemen

H oofdstuk 4: v Igerend B eleId

Uitsnede Landschapsontwikkelingsplan

(bron: Landschapsontwikkelingsplan Kromme Rijngebied 2009 Samenwerkende gemeentes)

(46)

Hoofdstuk 4: Vigerend Beleid

In dit hoofdstuk wordt het beleid dat relevant is voor de toekomstvisie Zuylestein samengevat. Hierbij komt, na de begripsbepaling, eerst het provinciale beleid aan bod en daarna het regionale en gemeentelijke beleid.

Begripsbepaling

Het onderwerp van deze toekomstvisie omvat zowel ‘buitenplaats’, ‘ land- goed’ en ‘kasteelplaats’.

Voor historische buitenplaats is de definiëring van het ministerie LNV / OCW 1988 aangehouden en is vooral van toepassing op Zuylestein (con- form bolletjeskaart RCE):

‘Een historische buitenplaats is aangelegd. Zij kan deel vormen van een landgoed. Het geheel wordt met name gevormd door een, eventueel thans verdwenen ( in dit geval verdwenen en in jaren 80 herbouwd) , in oorsprong versterkt huis met bijgebouwen, omgeven door tuinen en park met een of meer van de volgende onderdelen, zoals grachten, wa- terpartijen, lanen, boomgroepen, parkbossen, sierweiden, moestuinen, ornamenten.

De samenstellende onderdelen, een ensemble vormend, van terreinen

(met beplanting), lanen, waterpartijen en -lopen, gebouwen, bouwwer- ken en ornamenten zijn door opzet of ontwerp van tuin en park en het (utilitair) gebruik historisch en architectonisch met elkaar verbonden en vormen zo een onlosmakelijk geheel. Onderdeel van de historische bui- tenplaats vormen die gebouwen, bouwwerken en tuinornamenten, die compositorisch deel uitmaken van het ontwerp of opzet en inrichting van de tuin- en/of parkaanleg dan wel dienen voor gebruik in samenhang met de oorspronkelijke bestemming.’

In deze omschrijving ligt het accent op het complex van tuin, park, bos en weiden en niet zozeer op het hoofdgebouw dat in het geval van Zuylestein niet meer aanwezig is maar in de jaren tachtig is herbouwd volgens neo- classicistische architectuur.

Onderwerp van de toekomstvisie is ook het landgoed Zuylestein en om- vat het gebied omgrensd door de zgn. bolletjeslijn plus de overige op de overzichtskaart aangegeven gronden (kaart toekomstvisie). Hiervoor is de provinciale definitie aangehouden:

‘De buitenplaats vormt vaak het centrum van een landgoed. Dit landgoed is een juridische eenheid die centraal wordt beheerd’ (zie kaart toekomst- visie).

46

(47)

Het bestaat behalve het hoofdhuis met het omringend park uit produc- tiegronden (akkerland, weiland, productiebos) en pachtboerderijen. Een landgoed is van oudsher de economische basis van de buitenplaats. De buitenplaats is daarvan het lustgedeelte en het visitekaartje van de eige- naar. Vaak zijn deze voortgekomen uit kastelen en boerderijen. Bij een zelfstandige buitenplaats is de economische basis niet het grootgrondbe- zit, maar geld dat elders werd verdiend’

Landgoed Zuylestein past binnen deze omschrijving. Stadhouder Frede- rik Hendrik realiseerde de buitenplaats binnen zijn grondbezit, voegde Wayenstein toe en vormde deze ridderhofstad om tot boerderij die best wel wat zal hebben opgeleverd maar hij verdiende zijn geld voornamelijk elders. Het landgoed, in enge zin, is vermoedelijk nooit een economisch geheel zelfstandig functionerende entiteit geweest maar onderdeel van veel omvangrijker familiebezit.

Verder is nog de aanduiding ‘kasteelplaats’ voor deze toekomstvisie van belang. Hier wordt de definitie van De Nederlandse Kastelen aangehou- den:

‘Een kasteelplaats is een ‘site’ van een verdwenen kasteel, zowel hoofd- burcht als voorburcht, maar zonder de bijbehorende boomgaarden,

tuinen en lanen. Zowel de terreinen die nog door muurfragmenten, bij- gebouwen, grachten en wallen in het terrein herkenbaar zijn, als de ter- reinen waar aan de oppervlakte weinig of geen sporen aanwezig zijn, vallen onder deze definitie’.

Deze definitie is van toepassing op de voormalige ridderhofstad Wayen- stein. In de toekomstvisie wordt deze definitie als basis gebruikt voor de mogelijke ontwikkelingsrichting.

Tot slot is het begrip ‘buitenplaatsbiotoop’ van belang. De provincie Utrecht wil dit begrip, geïntroduceerd door de provincie Zuid Holland, uitwerken voor de Lustwarande. Zuylestein is betrokken bij dit project.

Hier wordt voorlopig de definitie van de provincie Zuid Holland aange- houden:

‘Een buitenplaatsbiotoop wordt gevormd door de buitenplaats zelf, be- staande uit verschillende onderdelen en hun interne relaties (landhuis, tuin, park, bijgebouwen e.d.), door de structuur waar de buitenplaats be- wust aan is gekoppeld (weg, waterloop e.d.), door zichtlijnen als nauw ingekaderde en ontworpen lijn, die van buiten het complex zicht geeft op het hoofdhuis en vice versa en door het blikveld als omliggende ruimte die nodig is om de buitenplaats van buitenaf ( dus vooral het park) te kun-

47

(48)

nen herkennen en ervaren. Het gaat dan om buitenplaatsen met hoog opgaande beplanting in een vlak en open gebied’.

Voor het landgoed Zuylestein, dat zo nadrukkelijk is vormgegeven tussen, en in samenhang met het rivierenlandschap en de Utrechtse heuvelrug biedt deze (nog verder uit te werken) definiëring een helder aanknopings- punt.

Provinciale Ruimtelijke Verordening 2004, herzien 2010 (Provincie Utrecht)

De provinciale ruimtelijke verordening is gebaseerd op artikel 4.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Op basis van dit artikel kunnen, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, Provinciale Staten regels stel- len omtrent de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmings- plannen, projectbesluiten en beheersverordeningen.

Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau. De regels van de verordening richten zich primair tot gemeenteraden, verantwoordelijk voor het vast- stellen van bestemmingsplannen.

In de provinciale ruimtelijke verordening is een deel van het landgoed aangeduid als stedelijk uitloopgebied. Het betreft het oostelijk deel van het landgoed dat grenst aan de kern Amerongen en het westelijk deel van

het landgoed: het Leersums Broek. Deze gebieden zijn volgens de veror- dening het meest geschikt voor stadsrandactiviteiten en recreatie. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden zoals een goede landschappelijke inpassing, het versterken van de kwaliteit van de natuur en het landschap en het voorkomen van een onevenredige toename van gemotoriseerd verkeer. Voor het overige deel van het landgoed ligt het accent op natuur- ontwikkeling

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013 - 2028 en Verordening 2013, december 2012 (Provincie Utrecht)

De provinciale structuurvisie en de verordening is geactualiseerd en wordt vastgesteld in februari 2013. In deze paragraaf worden de beleidsuit- gangspunten die van belang zijn voor de ontwikkeling van het landgoed beschreven. Belangrijk is dat in de nieuwe provinciale structuurvisie wordt vastgelegd dat in ruimtelijke ordeningstrajecten niet meer vastgehouden wordt aan de toetsende werkwijze. De provincie stuurt aan op vroegtijdig overleg over de in voorbereiding zijnde plannen. De verordening biedt wel een kader voor nieuwe ontwikkelingen en een wettelijk vangnet indien de provinciale belangen worden geschaad.

De verordening onderschrijft ten aanzien van historische buitenplaatsen dat behoud van de cultuurhistorische waarden mogelijk is door ontwik-

48

(49)

keling. Er is ruimte voor ontwikkelingen gericht op het creëren van eco- nomische kostendragers indien deze bijdragen aan het herstel en ver- sterking van de cultuurhistorische waarde van de buitenplaatszone (zie uitsnede kaart). Hierbij kan gedacht worden aan kleinschalige (stedelijk gelieerde) functies of bebouwing.

Verder kan volgens de ruimtelijke verordening een ruimtelijk plan be- stemmingen en regels bevatten die de bouw van een voorziening voor het opwekken van duurzame energie toestaan zoals een installatie voor biomassa

Tenslotte gaat de verordening in op de ecologische verbindingszone die over het landgoed loopt. Hierbij wordt aangegeven dat ruimtelijke ont- wikkelingen niet zijn toegestaan die per saldo leiden tot een significante aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden, tenzij het bovenlo- kaal belang wordt aangetoond en voldoende mitigerende maatregelen worden getroffen. Een en ander zal door middel van een “nee tenzij- onderzoek” moeten worden aangetoond.

Met name het beleid als geformuleerd in paragraaf 4.3.1 is van belang voor Zuylestein en Wayenstein omdat zij binnen de historische buiten- plaatszone met name de Stichtse Lustwarande gelegen zijn.

Het beleid is als volgt verwoord.

49

Uitsnede kaart : Cultuurhistorie en archeologie. In groen de buitenplaatszone en in bruin het gebied met een hoge archeologische verwachting.

(bron: Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013 - 2028 en verordening 2012, 12-2012 Provincie Utrecht)

Stedelijk uitloopgebied (rose/oranje welke Waayestein en Leersumse broek omvatten (bron: Provinciale Ruimtelijke Verordening 2004, herzien 2010 Provincie Utrecht)

Zuylestein Wayenstein Zuylestein

Wayenstein

(50)

Beleid

Voor de historische buitenplaatsen is ons beleid van enerzijds veiligstellen en anderzijds ruimte bieden voor ontwikkeling een bijzondere opgave. De buitenplaatszones staan onder hoge druk, zowel door ruimtelijke ontwik- kelingen in de omgeving, als door ontwikkelingen op de buitenplaatsen zelf. Wij willen, voor zover dit past binnen ons overige ruimtelijk beleid, ruimte bieden voor ontwikkeling, gericht op het creëren van economische dragers voor het behoud van de cultuurhistorische waarden van buiten- plaatsen. Daarbij is behoud van de specifieke kenmerken van de zone waarin de buitenplaats ligt het uitgangspunt.

Toelichting

De provincie Utrecht kent een relatief hoog aantal historische buitenplaat- sen (270), vaak bij elkaar gelegen in zones met specifieke kenmerken. Het meest bekend zijn de gordels langs de Vecht en de Stichtse Lustwarande, maar ook bij Paleis Soestdijk (Laagte van Pijnenburg), in de stadsrand van Utrecht (Amelisweerd, De Haar), in het landelijk gebied (Valleilandgoe- deren, Langbroekerwetering) en langs infrastructuur (Amersfoortseweg) komen dergelijke concentraties voor.

De ontstaansgeschiedenis van deze buitenplaatszones is uitermate divers.

Ook de huidige ruimtelijke dynamiek en bijbehorende opgaven verschil- len sterk qua karakter en qua intensiteit. Het aantal en de rijke schakering aan buitenplaatsen en landgoederen is beeldbepalend voor de provincie Utrecht. De buitenplaatsen zijn belangrijke kwaliteitsdragers in hun ge- bied en hebben een economische waarde in de vrijetijdseconomie.

De bijlage Cultuurhistorie van de Provinciale Ruimtelijke Verordening be- vat een beschrijving van de specifieke kenmerken van de verschillende buitenplaatszones. Het beleid is verwoord in de ‘Uitvoeringsagenda His- torische Buitenplaatsen provincie Utrecht 2012-2015’.

Paragraaf 6.5.1. handelt over de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en meer specifiek over uitbreidingen van geringe omvang bij bestaande functies.

De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie stelt dat kleinschalige ontwikke- lingen in de EHS mogelijk zijn mits ze aansluiten op een bestaande func- tie en ze op al verstoord terrein plaats vinden. Deze passage onder het kopje “plussen en minnen/mitigeren” is van toepassing op Zuylestein en omgeving: Het negatieve effect van een ontwikkeling kan, met voor de natuur positieve ingrepen, worden opgeheven zodat er geen sprake is van een significante aantasting van de EHS.”

50

(51)

Zo er sprake mocht zijn van aantasting bij Zuylestein en omgeving wordt dit ruimschoots gecompenseerd door het aanleggen van nieuwe natuur aan de westzijde van het Landgoed en de aanleg van het hakhout bos naast de manege aan de Lekdijk. Uit de kaartaanduiding is af te leiden dat Wayestein buiten de zgn. EHS valt.

Een groot deel van het landgoed is onderdeel van de EHS en Zuylestein grenst aan een Natura 2000 gebied (Kolland). Met het maken van de plannen zal met de invloed van de plannen op flora en fauna rekening gehouden worden.

Met het jaar-rond natuuronderzoek is derhalve in april 2012 een start ge- maakt. De eerste bevindingen zijn al overlegd met de gemeente Utrecht- se Heuvelrug. en de definitieve resultaten zullen aan het ministerie wor- den voorgelegd ter goedkeuring.

Uitvoeringsagenda historische buitenplaatsen Provincie Utrecht 2012-2015

Cultureel erfgoed is benoemd als provinciale kerntaak. Buitenplaatsen vormen de komende jaren één van de drie speerpunten (naast agrarisch en militair erfgoed) van het provinciale erfgoedbeleid. De belangrijkste buitenplaatszones zijn dan ook opgenomen in het ontwerp Provinciale

51

Uitsnede kaart : Ecologische hoofdstructuur (EHS) aangegeven in groen en het Natura 2000 gebied aangegeven in geel.

(bron: www.synbiosys.alterra.nl, 2007 Rijksoverheid, Ministerie)

Uitsnede kaart : Ecologische hoofdstructuur (EHS), te zien is dat Wayenstein buiten de EHS valt.

(bron: Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013 - 2028 en verordening 2012, 12-2012 Provincie Utrecht)

Zuylestein

Wayenstein

Zuylestein Wayenstein

(52)

Ruimtelijke Structuurvisie 2013 - 2028 (december 2012). Daarnaast is de uitvoeringsagenda historische buitenplaatsen opgesteld.

De uitvoeringsagenda beschrijft dat de buitenplaatsen van oudsher dy- namische complexen zijn, waarvan de functie en verschijningsvorm in de loop der tijd veranderden parallel aan de nieuwe opvattingen over wonen en natuurbeleving. Buitenplaatszones hebben zich bewezen en ontwik- keld als levendige, beweeglijke landschappen, die evenzeer meegaan met hun tijd.

Dit aanpassingsvermogen heeft echter een grens. Zaken als inkrimping en herverkaveling, nieuwbouw in tuinen en parken, vervanging van het hoofdhuis, wegverbreding, verstedelijking en toenemende recreatiedruk vormen de laatste decennia een directe bedreiging voor het behoud van de kwaliteiten van buitenplaatsen en buitenplaatszones. Daarnaast stel- len behoud en exploitatie van de zelden rendabele buitenplaatsen veel eigenaren en beheerders voor problemen.

De exploitatie zal de komende tijd nog lastiger worden doordat het ‘Pa- relfonds’ naar beneden is gesteld van 3 miljoen naar 500.000 euro en door het vervallen van de rijkssubsidie aan de Stichting tot behoud van particuliere historische buitenplaatsen.

De uitvoeringsagenda onderstreept dat behoud door ontwikkeling past

in de dynamiek van een buitenplaats of landgoed en dat dit vaak nood- zakelijk is voor een gezonde exploitatie. Belangrijk uitgangspunt is bij de herontwikkeling is dat deze is gebaseerd op de cultuurhistorische inrich- tingsprincipes van het landgoed.

Visie Stichtse Lustwarande, 2005 (provincie Utrecht)

Het doel van de visie Stichtse Lustwaranda is tweeledig. Aan de ene kant geeft de visie richting aan de activiteiten die in het kader van het Agenda 2010-project worden uitgevoerd. Aan de andere kant vormt de visie een handvat voor partijen die in het gebied willen investeren op een manier die past bij de kwaliteiten van de Stichtse Lustwarande.

De Stichtse Lustwarande kent een onderverdeling in 5 deelgebieden. Voor het deelgebied waaronder landgoed Zuylestein valt, is een aantal uit- gangspunten ten aanzien van de planvorming rond landgoederen ge- steld:

1. De Stichtse korrelstructuur, het patroon van de Stichtse landgoederen, herkenbaar maken;

2. De historische structuren van de landgoederen Broekhuizen, Zuylestein en Amerongen zijn sturend voor toekomstige ontwikkelingen;

3. Toerisme en recreatie zijn gericht op beleving van de cultuurhistorie en draagt bij aan de exploitatie en ontwikkeling van de landgoederen;

52

(53)

4. Naast cultuurhistorische beleving speelt ook de natuurbeleving een belangrijke rol voor de toeristische en recreatieve betekenis van de landgoederen;

5. Verdere aantasting van open engen wordt niet meer toegestaan en in- dien mogelijk wordt nieuwe open ruimte gecreëerd in het bosgebied, in de vorm van een heidelandschap.

In de visie wordt het belang onderschreven van het herkenbaar maken van historische structuren. Toeristische en recreatieve functies kunnen worden ingezet om de cultuurhistorie zichtbaar en beleefbaar te maken en landgoederen exploitabel te maken. Daarnaast zijn ruimtelijke com- ponenten benoemd en verbeeld die van belang zijn voor de planvorming rond landgoederen zoals de waardevolle open engen en de korrelgroot- te van de landgoederen.

Landschapsontwikkelingsplan Kromme Rijngebied, 2009 (samenwerkende gemeentes) De flanken van de heuvelrug vormen aantrekkelijke woon-, werk- en recreatiegebieden. De aantrekkelijkheid heeft als nadelig effect dat de verkeersdruk in het gebied toeneemt evenals de verstedelijking aan de randen van de kernen.

De zuidwestflank, waar de landgoederen en dorpen gesticht zijn in de fraaie Stichtse Lustwarande, vormt een zeer waardevolle cultuurhistori- sche structuur.

53

Uitsnede visiekaart Landschapsontwikkelingsplan

(Bron: Landschapsontwikkelingsplan Kromme Rijngebied, 2009 Samenwerkende ge- meentes)

(54)

Meer naar het zuidoosten getuigen de engen van de agrarische geschie- denis.

Op de flanken van de Heuvelrug is het behoud van de groene vensters tussen de kernen naar de omgeving en een goede landschappelijke in- richting van groot belang. Hier is de bijzondere gradiënt zichtbaar ter hoogte van de dwarsrelaties met de lager gelegen gebieden.

Het landschapsontwikkelingsplan (LOP) is er op gericht om in de Stichtse Lustwarande de slijtage van de waardevolle landschapsstructuur actief om te keren met nieuwe impulsen voor beeldkwaliteit en inrichtingseisen voor alle bestaande en bijkomende functies.

Het LOP benoemt dat het landgoed Zuylestein ligt op de overgang tus- sen de Utrechtse Heuvelrug en de uiterwaarden. De daar al aanwezige ecologische hoofdstructuur dient te worden uitgebreid met nieuwe na- tuur, waardoor het ‘groene venster‘ wordt versterkt. Ook geeft het LOP de wens aan om de openheid van de engen te versterken. Voor landgoed Zuylestein is tenslotte de aangegeven ecologische verbindingszone langs de Ameronger wetering van belang.

54

Uitsnede landgoed Zuylestein: uitgangspunten per kern

(bron: Structuurvisie 2030 Groen dus vitaal, 2010 Gemeente Utrechtse Heuvelrug)

(55)

Structuurvisie 2030 Groen dus vitaal, 2010 (gemeente Utrechtse Heuvelrug)

De structuurvisie geeft de hoofdlijnen weer van het (ruimtelijk) beleid voor het hele grondgebied van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in de peri- ode tot 2030.

De ambitie van de gemeente komt tot uiting in het gekozen motto: ‘Groen dus vitaal’. Natuur, landschap, cultuurhistorie en archeologie zijn samen met de sociale kwaliteit van de dorpen het uitgangspunt.

De gekozen ambitie is op twee manieren beleidsmatig uitgewerkt: via zes thema’s en via gebiedsgericht beleid. Toekomstige ontwikkelingen wor- den getoetst aan dit beleid. De thema’s die de gemeentelijke opgave over de volle breedte van de verschillende beleidsterreinen beschrijven, zijn:

1. Natuur over de heuvels;

2. Op de schouders van ons erfgoed;

3. Duurzaam bereikbaar;

4. Leefbare dorpen;

5. Vrije tijd op de Utrechtse Heuvelrug;

6. Maatwerk voor wonen en werken.

Voor alle thema’s samen zijn in totaal zo’n vijftig projecten benoemd om de ambitie te realiseren.

Het gebiedsgericht beleid is gekoppeld aan de structuurvisiekaart met kleuren en zones. Landgoed Zuylestein ligt in de lichtgroene zone: een ge-

mengde zone met duurzame menging van functies. Eén van de maatre- gelen in deze zone is het uitbouwen van het wandelgebied tussen Ameron- gen en Leersum met onder andere een wandel- en landschappelijke route van kasteel Amerongen, via de dijk en Zuylestein naar Broekhuizen.

Aan de hoge zijde wil de gemeente de functionele en ruimtelijke samen- hang tussen de eng van Leersum en die van Amerongen versterken.

Amerongen wordt nog meer dan nu gezien als een kasteeldorp waar landschap, historie en de ‘kwaliteit van het leven’ samenkomen. Om het toeristisch potentieel van Amerongen goed te kunnen ontwikkelen, is het nodig om het omringende landschap van Amerongen veel meer in sa- menhang met het dorp en het kasteel te brengen door wandelmogelijkhe- den en zichtlijnen. Behalve voor de bewoners is dit ook voor het toerisme van groot belang, omdat Amerongen samen met het kasteel voor veel bezoekers een reisdoel van korte duur is. Herhalingsbezoek blijft nog te veel uit.

Leersum wordt gezien als een woon- en ‘vakantie’ dorp. Door het toeris- tisch potentieel beter te ontsluiten, kan duurzaam een zo volledig mogelijk voorzieningenpakket voor het dorp worden behouden. Behoud van de openheid van het landschap staat voorop en er zal een directe relatie

55

(56)

gelegd worden met de uitwerking van de recreatieve verbindingen tussen Leersum en Amerongen.

Bouwmogelijkheden in het gebied blijven grotendeels beperkt tot de rech- ten in de vigerende bestemmingsplannen.

Buitens op de Heuvelrug, 2012 (gemeente Utrechtse Heuvelrug)

De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft een groot aantal beschermde landgoederen en buitenplaatsen binnen haar grondgebied. Om de histo- rische landgoederen en buitenplaatsen ook op de lange termijn bestaans- zekerheid te geven, is er aandacht nodig voor de specifieke problematiek rondom instandhouding van de gebouwen en beheer van het groen.

De opgestelde nota biedt een beleidskader voor de instandhouding van deze cultuurhistorisch waardevolle elementen.

In het beleidskader wordt een aantal beleidskeuzes gemaakt die van invloed zijn op de ontwikkeling van het landgoed. Gezien het diverse ka- rakter van de landgoederen en buitenplaatsen is in de regel een maat- werkoplossing noodzakelijk. Flexibiliteit voor wat betreft de bestemming is gewenst, met de voorwaarde dat de bredere functieomschrijving bijdraagt aan de instandhouding van de cultuurhistorische waarde en hier geen afbreuk aan zal doen. Dit kan worden geregeld in het bestemmingsplan

door het opnemen van een dubbelbestemming waarbinnen wijzigingsbe- voegdheden zijn opgenomen.

De gemeente zal bij planvorming voor de landgoederen zorgdragen voor één aanspreekpunt. Initiatieven op een historische buitenplaats of land- goed worden alleen in behandeling genomen als deze voorzien zijn van een integrale toekomstvisie met financiële onderbouwing waaruit blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling noodzakelijk is en de duurzame in- standhouding hierdoor gewaarborgd is.

Inmiddels is een eerste financiële sanering van het landgoed doorgevoerd en is een meerjaren exploitatiebegroting opgesteld. Deze begroting is aan de gemeente overlegd en maakt een vertrouwelijk onderdeel uit van deze toekomstvisie. Tevens heeft de gemeente een projectleider belast voor de begeleiding bij het opstellen van deze toekomstvisie en de bege- leiding van de noodzakelijke ruimtelijke procedures.

Vigerend bestemmingsplan

In het vigerende bestemmingsplan zijn de huidige bouw- en gebruiksrech- ten vastgelegd. Voor landgoed Zuylestein zijn twee bestemmingsplannen vigerend: Het bestemmingsplan “Buitengebied Leersum 2005”, hierin is het centrale deel van het landgoed Zuylestein en het Leersums Broek op- genomen. Daarnaast is het bestemmingsplan “Buitengebied Amerongen

56

(57)

1995 (inclusief 1e en 2e partiële herziening)” vigerend. Hierbinnen ligt de Ridderhofstad Wayenstein.

Momenteel is een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied Amerongen in voorbereiding. In dit nieuwe plan zal een actuele regeling voor landgoed Zuylestein worden opgenomen. Voor het buitengebied van Leersum moeten de werkzaamheden nog worden gestart.

Navolgend is kort samengevat wat de gebruiksrechten en de bouwrech- ten zijn ter plekke van het centrale deel van Landgoed Zuylestein en het Leersums Broek en ter plekke van Ridderhofstad Wayenstein. Dit is afge- zet tegen het huidig gebruik.

Centrale deel Zuylestein en Leersums Broek Toegestaan gebruiksrecht

Het gebruikrecht is afgestemd op het huidige gebruik. Voor de gronden in het Leersums Broek is dit het agrarisch gebruik. Voor Zuylestein wordt de woonfunctie toegestaan als ook bos en enig agrarisch gebruik. Binnen de bestemming ‘Wonen’ zijn op de plankaart vijf bouwvlakken opgeno- men waarbinnen de bestaande bebouwing van Zuylestein is gelegen. Per bestemmingsvlak is één woning toegestaan. In totaal zijn op het centrale deel van landgoed Zuylestein derhalve 5 woningen toegestaan.

57

bestemmingsplan buitengebied Leersum 2005 boven: uitsnede centrale deel Zuylestein onder: uitsnede Leersums Broek (bron: www.heuvelrug.nl)

(58)

Toegestaan bouwrecht

Het bouwrecht is gekoppelde aan de bestemming ‘Wonen’. Elke nieuwe woning mag maximaal een inhoud hebben van 600 m3. Bestaande wo- ningen die groter zijn worden positief bestemd.

Het landhuis, het poortgebouw en de portierswoning zijn al groter dan 600 m3. De Oranjerie en het tuinmanshuis zijn iets kleiner. Al met al biedt het bestemmingsplan geen uitbreidingsmogelijkheid of slechts een zeer beperkte.

Per woning mogen bijgebouwen aanwezig zijn tot 50 m2. Via een korte procedure (afwijking) is tot 75 m2 toegestaan. Voor het gehele land- goed kan, onder voorwaarden, aanvullend nog eens 550 m2 (dubbelbe- stemming landgoed) aan bijgebouwen worden gerealiseerd (bergingen, schuilgelegenheden, oranjerie en andere gebouwen ten dienste van het beheer). Over het hele landgoed is derhalve, onder voorwaarden, maxi- maal 925 m2 ((5*75)+550) aan bijgebouwen toegestaan.

Bij de tuinmanswoning staat circa 120 m2 aan bijgebouwen. Bij de oran- jerie staan bijgebouwen van circa 230 m2. Daarnaast is er een schaaps- kooi van circa 130 m2. De gezamenlijke oppervlakte van de huidige bijgebouwen is circa 480 m2. Het bestemmingsplan biedt derhalve de nodige ruimte voor het oprichten van extra bijgebouwen.

Wayenstein

Toegestaan gebruiksrecht

In het bestemmingsplan buitengebied Amerongen heeft Wayenstein de bestemming ‘Agrarisch gebied met landschapswaarden’. Het donkergroe- ne vlak geeft het bouwvlak weer, waar een agrarisch bedrijf mag worden gevestigd. Onder agrarisch bedrijf wordt het volgende verstaan: ‘bedrij- vigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren’.

Op deze kavel is het daarmee niet uitgesloten dat ook (niet)-grondgebon- den veehouderijen zijn toegestaan. Verder is binnen de bestemming één bedrijfswoning toegestaan behorende bij de agrarische functie.

De 18e eeuwse boerderij en de 17e eeuwse schuur zijn aangemerkt als monument. Het zuidelijk deel van het bouwblok is archeologisch waarde- vol (AMK-terrein zonder beschermde status).

Toegestaan bouwrecht

Voor de bedrijfswoning geldt een maximale inhoudsmaat van 600 m3 met een mogelijke vrijstelling tot maximaal 850 m3 mits de gebouwen goed landschappelijk worden ingepast en de grenswaarden voor de ge- luidsbelasting op de gevels niet wordt overschreden.

Het grondoppervlak van het hoofdgebouw is 240 m2, de geschatte in-

58

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een deel van de respondenten geeft aan dat vooral voor jongeren er niet veel te doen is.. De oproep om jongeren ‘vast’ te houden kwam een aantal keer

Toekomstvisie Gemeente Utrechtse Heuvelrug 2021 Dorpsparticipatie in Doorn 5 Huis Doorn kwam zowel in de enquête als dorpsdialoog redelijk vaak voorbij als plek met potentie, als

Toekomstvisie Gemeente Utrechtse Heuvelrug 2021 Dorpsparticipatie in Driebergen-Rijsenburg 5 Het centrum wordt als erg stenig ervaren en inwoners zien kansen voor vergroening..

Tijdens de digitale break-out hebben deelnemers over drie thema’s ideeën kunnen inbrengen voor nieuwe sociale initiatieven in Amerongen of Overberg.. De thema’s zijn: ouder

Toekomstvisie Gemeente Utrechtse Heuvelrug 2021 Dorpsparticipatie in Overberg 5 om nieuwe concepten te ontwikkelen in het dorp, zoals een zuivelboerderij met toeristische functie

o We willen de agrarische transitie als gemeente ondersteunen, bijvoorbeeld door het bieden van planologische ruimte voor experimenten en/of extra functies en alternatieven

Een praktisch voorstel was om bijvoorbeeld ook meer te investeren in buurtcentra zoals ‘de brug’: decentrale plekken waar ouderen elkaar, maar ook andere mensen elkaar kunnen

parkdelen die commercieel worden gebruikt. 1) De objecten in privé eigendom zijn vaak sterk gecultiveerd, met een zeer beperkte kroonlaag. Er wordt op dergelijke recreatieparken