• No results found

Inventarisatie & analyse

In document Landgoed Zuylestein (pagina 25-45)

Ligging en landschap

Het landgoed en buitenplaats Zuylestein is onderdeel van de oostzijde van de Stichtse Lustwarande, een gebied dat zijn landschappelijke identiteit vooral ontleent aan de vele buitenplaatsen en landgoederen die op de zuidflank van de Utrechtse Heuvelrug zijn gesitueerd.

Kenmerkend voor dit deel van de Lustwarande is de voor Nederlandse begrippen zeer bijzondere ontmoe-ting tussen de beboste hoogoplopende stuwwal en het laag gelegen open rivierenlandschap. Op deze unieke overgang is landgoed Zuylestein gesitueerd. Het hoofdhuis ligt net op de hogere droge zandgron-den van de stuwwal. De overzijde van de visvijver en de gronzandgron-den in het Leersums Broek behoren tot de lager liggende vochtige kleigronden van het Langbroekerweteringgebied.

Ter hoogte van het landgoed komen vier landschappen samen:

• het Langbroekerweteringgebied; een halfopen landschap, met een geometrische verkavelingsopzet;

• de zuidelijke randzone van de Heuvelrug met een afwisseling van grotere en kleinere ruimten en be-bossingen;

• de reliëfrijke beboste en merendeels gesloten Utrechtse Heuvelrug;

• het uiterwaardengebied; een laag gelegen zeer open landschap met een meanderende rivier en be-geleidende strangen (nevengeul van een rivier).

Het landgoed ligt voor wat betreft natuur en landschap in een heel bijzonder en waardevol gebied. Het vormt een verbinding tussen de Heuvelrug en de rivier en tussen de dorpen Amerongen en Leersum.

Zuylestein wordt omringd door bijzondere, Europees aangewezen, natuurgebieden zoals het Kolland, het Overlangbroek en de Amerongse Bovenpolder en ligt voor een belangrijk deel in de Ecologische Hoofd-structuur.

25

26

Steenuil in schoorsteen van boerderij Wayenstein

De bijzondere flora en fauna op het landgoed Zuylestein

Bijzondere flora & fauna

Landgoed Zuylestein en de omgeving van het landgoed heeft ook bijzon-dere waarden voor de flora en fauna. Het landgoed zelf herbergt verschil-lende zoogdieren die er foerageren zoals vos, ree, das, haas en konijn.

Mogelijk zoeken ook hermelijn, bunzing en boommarter op en aan de randen van het landgoed naar voedsel. Vleermuizen, waaronder gewone en ruige dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, rosse vleermuis, watervleermuis en laatvlieger jagen vooral langs de bosranden. Ook voor vogels heeft het gebied betekenis. Dit geldt in het bijzonder voor roofvogels (havik, buizerd, sperwer, torenvalk, boomvalk) en uilen (bosuil, ransuil, steenuil). In het weidegebied nestelen wilde eend, huismus, schol-ekster, kievit, meerkoet en witte kwikstaart. Van de reptielen komt alleen de ringslang mogelijk in het gebied voor. Deze soort is hier in het verleden wel waargenomen en is nog steeds aanwezig op het aangrenzende land-goed Kolland. Van de amfibieën zijn kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker en middelste groene kikker vastgesteld.

Zuylestein bestaat voor een groot deel uit lanen, eiken en beuken bos-complexen, hakhoutbos en struweel met inheemse soorten zoals gewone es, spaanse aak, zwarte els, zomereik en hazelaar.

De vegetatie van de agrarisch gebruikte graslanden is soortenarm. De begroeiing wordt gedomineerd door grassen waartussen slechts enkele algemene kruiden, zoals gewoon herderstasje, gewone paardenbloem, kruipende boterbloem en witte klaver, voorkomen.

De graslandvegetaties in de drogere delen zijn soortenrijker met soorten als gewoon biggenkruid, gewone rolklaver, gewone veldbies, grasklokje, kleine leeuwentand, knoopkruid, muizenoor, pinksterbloem, rode klaver, rood zwenkgras, schapenzuring, scherpe boterbloem, veldzuring en vo-gelwikke.

Vooral de vegetaties van de walletjes zijn soortenrijk en goed ontwikkeld.

De vegetatie van de houtsingel is sterk vergrast met onder andere ge-streepte witbol.

Kenmerkende soorten zoals stijf havikskruid, schermhavikskruid en ge-woon biggenkruid komen slechts mondjesmaat voor.

27

Overzicht geschiktheid onderzoekslocatie voor soortgroepen en te nemen vervolgstappen (Bron: Ecologisch onderzoek Waayenstein te Amerongen, okt.2012 Econsultancy)

28

Bodem en geomorfologie

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen) Overzicht van kenmerkende soorten per bosgemeenschap

(Bron: Een ecohydrologische systeemanalyse, juli 2011 Bosgroep Midden Nederland)

Bodem en waterhuishouding

Het noordoostelijk deel van het landgoed bevindt zich op de uitlopers van de door landijs gevormde stuwwal. De fundamenten van de bebou-wing van kasteel Zuylestein staan op de uitwiggende zandgronden van die stuwwal.

De bodem bestaat ter plaatse uit grove zandgronden en hoge zwarte enkeerdgronden met leemarm en zwak lemig fijn zand. De visvijver is ge-koppeld aan het waterstelsel van de Middeleeuwse cope-ontginningen.

Het geometrisch slotenpatroon aan de zuid-westzijde van het landgoed zijn hiervan een onderdeel. Ter plaatse treedt kwel vanuit de Heuvelrug naar buiten. De bodems van het zuidwestelijk deel zijn ontstaan onder invloed van de rivieren en bestaan uit zavel en lichte klei en klei op zand tot zware klei.

De begrenzing van de hoge zandgronden en de Middeleeuwse cope-ontginningen wordt gevormd door de Zuwe (zuwe: een iets hoger liggend looppad door een moerassig gebied).

29

Waterhuishouding

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

30

Oppervlaktewatersysteem op het landgoed Zuylestein. Met rood worden de sloten en

greppels weergegeven Overzicht van maatregelen op landgoed Zuylestein. De waterschapsleiding Kollandsloot

(rood) moet met minimaal 50 centimeter verontdiept worden. De sloten in het onderzoeks-gebied moeten worden verontdiept met vijfentwintig centimeter. De oranje arcering geeft de ligging van een afgeticheld graslandperceel weer.

(Bron: Een ecohydrologische systeemanalyse, juli 2011 Bosgroep Midden Nederland)

Morfologische ontwikkeling van het Landgoed

De huidige verschijningsvorm van het centrale deel van Zuylestein is te herleiden aan de hand van de situatie van 1630, 1640 en 1649-1708.

Dit levert belangrijke informatie op over de gebruikte maateenheden, de positie van het lanenstelsel en de ligging van de aarden wallen.

31

Vestiging op twee werelden hoog-droog, laag-nat

Gekoppeld aan een middeleeuws waterstelsel van cope-ontginning

Vestiging op twee werelden hoog-droog, laag-nat (Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005

Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

32

Morfologie: Periode tot 1630

Het kasteel met voorburcht ligt in het water. Het kasteel is dubbel omgracht.

Het oostelijk en westelijk deel van het complex lig-gen schuin ten opzicht van elkaar.

Het oostelijk deel wordt geleed door lanen, het westelijk deel door de sloten van de cope-ontginning.

Ter plaatse van de verdraaiing, ongeveer op de plek waar nu de visvijvers liggen, ligt een boom-plantage voor bescherming tegen de overheersen-de zuidwesten wind.

Buiten de omgrachting liggen aan de oostzijde bos-percelen die worden begrensd door de lanen.

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

33

Morfologie: Periode tot 1640

De hoofdopzet met twee ten opzichte van elkaar gedraaide stelsels blijft gehandhaafd. Het hoofdslotenpatroon aan de westzijde blijft gelijk.

Wel is er wijziging in het grondgebruik. De ka-vels worden, met uitzondering van de noorde-lijke percelen, gebruikt als boomplantages op rabatten.

In het oosten wordt de bebossing binnen de lanenstructuur uitgebreid tot aan de huidige Rijksstraatweg.

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005

Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen) (Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

34

Morfologie: Periode 1649-1708

Uitbreiding aan de noordzijde van de formele en classicistische opzet van het landgoed Zuylestein.

Dit is een onderdeel van de 17e eeuwse renaissan-ce-aanleg.

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

35

Morfologie: Periode 1708-heden

Verdere ontwikkeling van de 17e eeuwse renaissan-ce-aanleg aan de noordzijde.

Aanleg van bospercelen aan de zuidwestzijde.

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

36

mogelijke restauratie van het lanenstelsel maateenheid kaart

37

Morfologie: Analyse opbouw

De Ginkelselaan als hoofdontsluiting vormt de cen-trale as tussen Rijksstraatweg en Grand-canal.

Uit de morfologische analyse is voorlopig een repe-terende maateenheid te herleiden van 70 x 70 me-ter. Deze kan niet als basis dienen voor herstel van het lanenstelsel en de sterrenbosvakken daarbin-nen. De resultaten van het inmiddels door provincie in opdracht verstrekte onderzoek aan bureau Debie en Verkuyl naar de historische maatvoering zal hieromtrent uitsluitsel moeten geven.

38

Situering van landgoederen, kasteel en informatiecentrum Burgwal (Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug)

(Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

Oorspronkelijke hoofdopzet landgoed Zuylestein (Bron: Integrale toekomstvisie Zuylestein, 2005 Provincie Utrecht-van Empelen van Aalderen)

Landschappelijke hoofdstructuur: Grand canal ( visvijvers), lanen, recent herstelde laan, fraaie afwisseling tussen open en gesloten velden binnen strakke geometrie

Huidige hoofdopzet

Landgoed Zuylestein is onderdeel van een reeks van landgoederen en kastelen langs de Utrechtse Heuvelrug. Op bijgaande kaart is de hoogte-ligging en positie aangegeven ten opzichte van het naastgelegen gebied van kasteel Amerongen en het aan de westzijde van Leersum gelegen landgoed Broekhuizen.

Centrale deel buitenplaats Zuylestein

De oorspronkelijke hoofdstructuur, met de middeleeuwse cope-ontginning en de 17e eeuwse parkaanleg in Renaissancestijl, is nog altijd bepalend voor de huidige opzet van het centrale deel van landgoed Zuylestein. Op de overgang lag de oude route, de Zuwe. Het Grand-Canal (de 2 grote vijvers) benadrukt deze overgang van droog naar nat. De centrale as in het Renaissancepark is de Ginkelselaan. Deze krijgt in de vorm van een dubbele laan een vervolg in de deel van de cope-ontginningen.

Het stelsel van lanen smeedt het landgoed tot een eenheid. Zowel de oostelijke als de westelijke laanstructuren eindigen bij de grenzen van Zuylestein. De enige uitzondering hierop is de laan die vanaf de Rijks-straatweg met een knik de Heuvelrug oploopt.

Tussen de lanen liggen bospercelen. Ze vormen een gesloten kern waarin het huis met de ommuurde tuin is uitgespaard. Aan de noordoost en zuid-westzijde liggen de belangrijkste weidegebieden van het landgoed.

Vanuit het landgoed is een visuele relatie met de omgeving gelegd. Langs de toegangslaan vanaf de Rijksstraatweg geeft een smalle open ruimte vanaf de ommuurde tuin zicht in de richting van de Heuvelrug.

De zichtrelatie tussen het landgoed en het omliggende landschap is sterk ter plaatse van de visvijvers. (grand Canal) Door de breedte van het water en de openheid aan beide einden is hier enerzijds zicht naar het gebied aan de rivierdijk en anderzijds naar de open weiden ten zuiden van Leer-sum.

De oorspronkelijke hoofdopzet is in het kaartbeeld nog duidelijk herken-baar. Ook in het terrein is deze op de meeste plekken nog zichtherken-baar. Een deel van de lanen is niet goed herkenbaar meer omdat ze zijn opgegaan in de bossen. Dit is met name het geval in het noordoostelijke terreindeel.

Daarnaast hebben de lanen een deel van hun allure verloren doordat ze minder goed te ervaren zijn. Dit komt vooral omdat de boomkronen van de aanliggende bosvakken doordringen tot in de laanprofielen. Ook de oorspronkelijke wallen zijn voor een deel overwoekerd en daardoor even-eens minder herkenbaar.

39

40

Landgoedelementen Zuylestein

De belangrijkste landgoedelementen op het centrale deel van landgoed Zuylestein zijn:

• het in 1980 gebouwde landhuis nabij de plek van het verwoeste kasteel;

• de ommuurde Renaissancetuin waarbinnen de moestuin is gelegen;

• de 17e eeuwse oranjerie tegen de noordwestkant van de ommuring;

• het 17e eeuwse poortgebouw aan de zuidwestzijde van de ommuring;

• het Grand Canal of visvijver die de ommuurde tuin aan de westzijde begrenst en de visvijver in het verlengde hiervan aan de oostzijde. Een deel van het Grand Canal was onderdeel van de oorspron-kelijke gracht;

• de tuinmanswoning met stenen schuur schuin tegenover het poortgebouw, buiten de muren;

• de 19e eeuwse portierswoning inclusief 19e eeuwse poort, ontworpen door architect Pierre Cuypers, aan de Rijksstraatweg;

• de schaapskooi in het noordoostelijk deel van het landgoed;

• de tweede schaapskooi nabij boerderij Weivliet, aan de noordzijde van het landgoed;

• de restanten van een appelschuur in de voormalige Elisabethboomgaard ten westen van het Grand Canal.

Bijgaande foto’s geven een impressie van de monumentale bebouwing en de fraaie landschapselementen op het landgoed.

41

Landhuis uit 1980 Oranjerie

Oranjerie als onderdeel ommuring

18e eeuwse poortgebouw Grand Canal of visvijver

Tuinmanswoning met stenen schuur

19e eeuwse portierswoning (Cuypers)

19e eeuwse toegangspoort aan Rijksstraatweg Monumentale schaapskooi

   

42

Ridderhofstad Wayenstein

De nieuw aangeplante notenlaan vanaf de Zuylesteinseweg voert richting Ridderhofstad Wayenstein. Van de voormalige Ridderhofstad Wayenstein is niets meer te zien, niet van het gebouw en ook niet van de gracht. De in de 19e eeuw verbouwde van oorsprong 18e eeuwse boerderij is nog aanwezig samen met een historische schuur, genaamd ‘Stenen huis’ (beiden Rijksmonument). De Boerderij heeft nog veel ou-dere onderdelen zichtbaar in het voorhuis, zoals bijvoorbeeld een kloostervenster. De boerderij is deels afgebrand in de jaren ’90, alleen het voorhuis staat nog overeind. Achter de boerderij staan een aantal vervallen 20e eeuwse bijgebouwen die dienst doen als dierenverblijf of opslag en die geen cultuurhisto-rische waarde hebben (zie cultuurhistocultuurhisto-rische effectrapportage met histocultuurhisto-rische opname en waardestelling door BBA).

Een populierenlaan langs de oude route (de Zuwe) verbindt Wayenstein met het Grand Canal direct ten zuiden van het landhuis Zuylestein. Deze laan is recent hersteld en maakt onderdeel uit van het zgn.

klompen pad.

Leersums Broek

Het Leersums Broek is een open landbouwgebied tussen de Nieuwe steeg, de Middelweg, de Gooijerdijk en de Amerongerwetering. De Nieuwe steeg vormt de begrenzing van de kom van Leersum. Langs deze laan ligt aan één zijde de kom van Leersum en aan de andere zijde verspreide bebouwing. De Gooijerdijk maakte onderdeel uit van de Middeleeuwse route, de Zuwe. Langs de Gooijerdijk ligt verspreid een aantal boerderijen. Dit is ook het geval langs de Amerongerwetering.

De gronden die eveneens tot landgoed Zuylestein behoren, bestaan uit een aantal agrarische percelen die midden in het gebied liggen, opgespannen tussen de Nieuwe Steeg en de Gooijerdijk.

43

Herplante notenbomen langs laan die Wayestein vanuit Amerongen ontsluit.

Voorhuis van de 18e eeuwse boerderij Landbouwschuur ‘het stenen huis

Het voorhuis van de in jaren ‘90 afgebrande boerderij

Vervallen 20e eeuwse landbouwschuren Zicht op grootschalige manege tegen de Lekdijk Sloot langs historische route de Zuwe

Nieuwe Steeg Gooijerdijk

Amerongerwetering

Uitsnede Landschapsontwikkelingsplan

(bron: Landschapsontwikkelingsplan Kromme Rijngebied 2009 Samenwerkende gemeentes)

bijgaande kaart als jpg opnemen

In document Landgoed Zuylestein (pagina 25-45)