• No results found

Onderwerp : De kostenverdeling van de Stadsregiotaxi

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderwerp : De kostenverdeling van de Stadsregiotaxi "

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Memo

Van : College van B&W Aan : Gemeenteraad Datum : 10 juni 2013

Onderwerp : De kostenverdeling van de Stadsregiotaxi

Registratienummer: INT13.0304

Registratiecode : *INT13.0304*

In uw vergadering van 17 juni 2013 staat raadsvoorstel BW13.00832 op de agenda. Dit

raadsvoorstel gaat over de kostenontwikkeling van de Stadsregiotaxi. Inmiddels is het college op de hoogte gesteld van nieuwe ontwikkelingen rondom de kostenverdeling en financiering van de Stadsregiotaxi. Door dit memo willen wij u informeren over de aard van de ontwikkelingen en de mogelijke gevolgen voor gemeente Beuningen.

Probleemschets

Stadsregio Arnhem Nijmegen (de Stadsregio)heeft met Personen- en Zorgvervoer Nederland (PZN) een overeenkomst gesloten voor het aanbieden van het product Stadsregiotaxi. Om dat te kunnen doen, heeft de Stadsregio een maximaal beschikbaar budget vastgesteld. De exploitatie- en beheerskosten zijn echter dusdanig gestegen dat het maximaal beschikbare budget nagenoeg is overschreden. De Stadsregio bezint zich nu op de financiële situatie en zoekt manieren om deze budgetoverschrijdingen te voorkomen of op te lossen. Een van de oplossingen die bestudeerd wordt, is een hogere bijdrage vanuit de deelnemende gemeenten.

Vier oorzaken van de toegenomen kosten

Er zijn vier oorzaken van de stijging in kosten aan te wijzen:

1. Door de goede kwaliteit van de Stadsregiotaxi en door het gemeentelijk indicatiebeleid (bijv.

het invoeren van het primaat collectief vervoer) maken meer mensen gebruik van de Stadsregiotaxi.

2. Als uitvloeisel van de matige kwaliteit in het vorige contract zijn financiële prikkels

opgenomen om de vervoerder te bewegen tot het leveren van een goede kwaliteit. Door de bonus-malusregeling nemen de kosten toe, omdat bonussen uitgekeerd moesten worden.

3. Indexatie van tarieven. De Stadsregio krijgt vanuit de landelijke overheid via de Brede Doeluitkering (BDU) budget voor onder meer het aanbieden van aanvullend openbaar vervoer. Dit budget wordt geïndexeerd volgens de BDU-indexatie. Deze indexatie ligt echter lager dan de indexatie die Stadsregio verplicht moet gebruiken richting de vervoerder. De indexatie richting de vervoerder verloopt volgens de taxi-index NEA en die ligt hoger dan de BDU-indexatie.

4. Extra wensen wat betreft de te leveren kwaliteit, hebben geleid tot een duurder contract. Uit

een benchmark blijkt dat – afgezien van de huidige bonus-malussystematiek- dit contract

reëel is.

(2)

2

Vier besparingsmogelijkheden die de Stadsregio bestudeert

De Stadsregio bestudeert vier besparingsmogelijkheden. Dit zijn:

1. Aanpassing van het huidige contract met PZN. Daarbij zou onderhandeld kunnen worden over een lagere prijs. Het is echter onzeker of dit inderdaad kan. Het huidige contract loopt tot 1 september 2014 en biedt de mogelijkheid om eenmalig voor een periode van twee jaar te verlengen.

2. Vervoersvolume aanpassen: feitelijk betekent dit dat het aantal gemaakte ritten omlaag moet. Wil dit effectief zijn, moet het vervoersvolume 30% afnemen. Dit lijkt niet haalbaar.

3. Verhoging van het reizigerstarief. Dit betekent dat de reiziger meer zelf zal moeten gaan betalen. Juridisch is dit een discutabele zaak: de Wmo-reiziger moet gecompenseerd worden en mag op grond van de Wmo dan alleen een tarief betalen dat vergelijkbaar is met het tarief dat iemand zonder beperkingen voor het reguliere openbaar vervoer betaalt.

4. Aanpassen van de bestaande afspraken met deelnemende gemeenten en Stadsregio. Dit betekent dat de gemeenten meer bij gaan dragen. Onderliggende argumentatie daarbij is dat het Wmo-vervoer specifiek een verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten is. De bijdrage die de Stadsregio aan het Wmo-vervoer betaalt (via de Stadsregiotaxi) zou dan (gedeeltelijk) overgeheveld worden naar de gemeenten.

Uitwerking optie 4

In 2012 bedroeg de kostprijs van één met de Stadsregiotaxi gereisde zone € 4,33 (excl. btw). De bijdrage van de reiziger aan deze kostprijs bedroeg € 2,10. De reizigersbijdrage bestaat uit het bedrag dat de reiziger in de taxi betaalt ( € 0,55 incl. btw) en wat de gemeente betaalt ( € 1,55 incl.

btw). De Stadsregio betaalt het verschil tussen de reizigersbijdrage en de daadwerkelijke kostprijs per zone.

Gevolgen voor Beuningen

Als de Stadsregio kiest voor optie 4, betekent dit dat de gemeente meer moet betalen per zone die een Wmo-pashouder reist. Hierdoor neemt de bijdrage van de Stadsregio per zone af. De omvang van de extra bijdrage is echter afhankelijk van de beslissing die de Stadsregio neemt.

Wel is bekend dat het bedrag dat Beuningen beschikbaar heeft gesteld voor de Stadsregiotaxi weinig ruimte tot groei toelaat. De vraag is dus hoe de eventuele extra bijdrage opgevangen zal moeten worden.

Informatievoorziening vanuit de Stadsregio

Op dit moment werkt de Stadsregio aan een nadere uitwerking van optie 4. Dan zal er meer te zeggen zijn over de mogelijke financiële gevolgen van deze maatregel. Het is namelijk nog niet bekend hoe hoog de gemeentelijke bijdrage zou moeten gaan worden.

Planning

De Stadsregio zal naar verwachting in de zomer van 2013 een beslissing nemen. Daarna wordt u zo

snel mogelijk geïnformeerd over de gevolgen hiervan voor Beuningen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ontvangen bedrag van € 979.170,- is voldoende om het onderhoud van de aanwezige paden, verlichting en brug over de Koedood te bekostigen voor de periode van 35 jaar.. Het

Een plan voor en door gebruikers van het centrum, dat door de gemeente als uitgangspunt wordt gebruikt voor de verdere inrichting van het centrum... Het ontwerpteam heeft eerst

Niettegenstaande het voorgaande, is het verstandig vanuit het college en vanuit de raad kennis te nemen van de geboden informatie en bij gelegenheid deel te nemen aan overleggen

[r]

Reeds gemaakte en in 2014 nog te maken bestuurlijke afspraken met de Stadsregio blijven nog volgens de huidige verordeningen in stand en worden overgenomen door de Provincie..

Er is geen vergelijking met het onderzoek uit 2009 mogelijk omdat geen rapportcijfers omtrent deze aspecten zijn gevraagd aan de gebruikers van de Stadsregiotaxi..

huishoudens die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan de woningmarktregio, zoals bedoeld in artikel 14, derde lid, van de wet. Voor ten hoogste de helft het in het eerste

14.00 - Aanvullingsspoor grondeigendom voor programmamanagers, Sarah Ros (VNG) en Jeroen Huijben (BZK)!. 14.40