• No results found

Lissabon, 23 mei 2003

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Lissabon, 23 mei 2003"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Toespraak van de minister van Buitenlandse Zaken en Portugese Gemeenschappen, António Martins da Cruz, tijdens het Forum over het Europa van de toekomst Lissabon, 23 mei 2003

1. Sinds het einde van de Koude Oorlog zijn de internationale betrekkingen ingrijpend veranderd en is er een nieuwe bedreiging ontstaan. Deze nieuwe realiteit heeft de leden van de Unie ertoe aangezet een Europees veiligheids- en defensiebeleid, het zogenaamde EVDB, te ontwikkelen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

Het idee om een Europese defensie uit te bouwen is niet nieuw. Uit de oprichting van de WEU, de West-Europese Unie, enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog, blijkt dat deze noodzaak toen reeds werd onderkend.

Tijdens de Koude Oorlog werd het Atlantisch Bondgenootschap opgericht om de sovjetdreiging af te wenden, ook in Europa. Onlangs is het probleem van de eigen capaciteit van Europa (of liever gezegd van de Europese Unie) bij veiligheidsoperaties opnieuw ter sprake gekomen naar aanleiding van de acties van de NAVO in Bosnië, vanaf eind 1995, en in Joegoslavië, in 1999.

Op dat moment is er een instrument in het leven geroepen dat echter pas eind vorig jaar volledig operationeel is geworden. Het gaat om een concept van een Europese veiligheids- en defensie- identiteit in het kader van de NAVO: het bondgenootschap wordt uitgerust met een Europese pijler die weliswaar gebruik maakt van de middelen en de capaciteiten van de NAVO maar geheel en al onder leiding van de EU staat en uitsluitend Europese strijdkrachten inzet. Deze Europese militaire structuur wordt belast met de uitvoering van de vredeshandhavingsoperaties – oftewel veiligheidsmissies – waaraan de Amerikanen niet wensen deel te nemen, zoals in Bosnië en Kosovo het geval was.

Verder heeft de Europese Raad van Keulen van juni 1999 de crisisbeheersingsmissies, ook wel Petersbergtaken genoemd, een centrale plaats toebedeeld in het GBVB. Het betreft humanitaire en evacuatiemissies, vredeshandhavingsmissies en gevechtsmissies voor crisisbeheersing, met inbegrip van missies om de vrede te herstellen.

De wil was er dus om de Unie de instrumenten toe te kennen waarmee zij zelfstandig kan optreden bij het beheer van internationale crisissituaties waarbij de NAVO niet betrokken is.

Tijdens elk van de daaropvolgende bijeenkomsten van de Europese Raad werd getracht geleidelijk een concrete invulling te geven aan deze wens. Uiteraard moesten daarbij de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties in acht worden genomen en moesten de bijzondere rechten van de VN-Veiligheidsraad worden erkend.

In december 1999 heeft de Europese Raad van Helsinki ook het hoofddoel voor de militaire capaciteiten vastgesteld: de Unie moet uiterlijk in 2003 in staat zijn binnen 60 dagen en gedurende minstens één jaar een interventiemacht van maximaal 60.000 manschappen op de been te brengen die alle Petersbergtaken kan uitvoeren. Dit betekent uiteraard niet dat er een Europees leger wordt opgericht. Het ter beschikking stellen en inzetten van nationale troepen geschiedt immers op basis van een soeverein besluit van de lidstaten.

De Unie heeft tevens besloten de civiele aspecten van crisisbeheersing uit te bouwen en richt zich daarbij op vier prioritaire sectoren: politie, versterking van de rechtsstaat, versterking van het civiel bestuur en civiele bescherming.

Op 1 januari 2003 werd de eerste EVDB-operatie gelanceerd: de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina. De missie bestaat uit 500 politiefunctionarissen uit meer dan dertig landen (de vijftien EU-lidstaten en achttien andere landen).

Op 18 maart 2003 is de eerste militaire operatie van de Unie van start gegaan. Met deze actie, die plaatsvindt in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) en de NAVO- operatie "Allied Harmony" vervangt, wil de Unie bijdragen aan de totstandkoming van een

(2)

stabiel en veilig klimaat in Macedonië. Voor deze operatie wordt gebruik gemaakt van zowel de planningscapaciteiten als de middelen en de overige capaciteiten van de NAVO.

2. Het is wellicht nuttig even in te gaan op de instrumenten van het GBVB, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

De Europese Raad neemt besluiten over de uit te voeren gemeenschappelijke strategieën op de gebieden waarop de lidstaten aanzienlijke belangen gemeen hebben. Tot dusver heeft de Raad slechts drie gemeenschappelijke strategieën goedgekeurd die respectievelijk betrekking hebben op Rusland, Oekraïne en de mediterrane regio.

Er bestaan bijvoorbeeld ook gemeenschappelijke strategieën waarin de aanpak van de Unie wordt bepaald ten aanzien van een bepaalde aangelegenheid van geografische of thematische aard, ten overstaan van een derde land of ter gelegenheid van een internationale conferentie.

Al deze instrumenten stellen de Unie in de gelegenheid haar stem te laten horen in de wereld en acties ten uitvoer te leggen.

3. Sommige doelstellingen van het EVDB hebben een ingrijpende wijziging ondergaan ten gevolge van de gebeurtenissen van 11 september. Sindsdien vormt het terrorisme een

onmiddellijke bedreiging waaraan de NAVO en de Europese Unie het hoofd moeten bieden. Op 21 september 2001, nog geen twee weken na de aanslagen, heeft de Europese Raad het EVDB opgenomen in de lijst van instrumenten ter bestrijding van terrorisme.

Tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in Sevilla in juni jongstleden is besloten ook de bedreiging die uitgaat van het gebruik van massavernietigingswapens door terroristen onder te brengen in de doelstellingen van het EVDB. De NAVO heeft tijdens de Top van Praag van november onder meer een nieuw militair concept voor terrorismebestrijding aangenomen alsmede een nieuw initiatief op het gebied van defensiecapaciteit.

Het lijdt geen twijfel dat de gelijktijdige uitbreiding van het bondgenootschap en de Europese Unie zal bijdragen aan de veiligheid en de stabiliteit van het continent. De verschillen tussen de twee organisaties worden steeds kleiner en het wederzijds begrip voor elkaars verdiensten neemt toe. Tezelfdertijd worden ook de betrekkingen met Rusland en andere buurlanden en met de landen uit het zuidelijke Middellandse-Zeegebied versterkt.

De recente overeenkomst op grond waarvan de NAVO de Europese Unie toegang verleent tot de middelen en de capaciteiten van het bondgenootschap, zal Europa ongetwijfeld in de gelegenheid stellen een reeks strategische leemten op te vullen. Dit zal de operationaliteit en de

geloofwaardigheid van het EVDB zonder meer ten goede komen.

De Conventie, die haar werkzaamheden in juni zou moeten afronden, mag niet bezwijken voor de verleiding om het optreden van de Unie in het nieuwe Verdrag uit te breiden tot een

collectieve defensie, naar het voorbeeld van de NAVO en de voormalige West-Europese Unie.

Een dergelijke benadering zou immers ernstige problemen opwerpen voor de lidstaten die niet tot het bondgenootschap behoren en de landen die, zoals wij, van oordeel zijn dat de NAVO de grondslag moet blijven voor de collectieve defensie van de lidstaten. Ook pogingen om

strategische veiligheids- en defensieconcepten te definiëren, waarbij civiele en militaire

capaciteiten gekoppeld worden aan een politieke Unie, zullen de bestaande meningsverschillen tussen de lidstaten nog aanscherpen en de huidige consensus over de doelstellingen van het EVDB in gevaar brengen. Verder moeten wij de transatlantische betrekkingen aanhalen aangezien er, althans op de middellange termijn, geen alternatieven voorhanden zijn voor de garanties die zij ons bieden. Minder NAVO betekent niet noodzakelijk meer Europa. Wij onderschrijven niet alleen dezelfde waarden en dezelfde beginselen als de Amerikanen, maar bovendien zijn wij samen verantwoordelijk voor de veiligheid van de Euro-Atlantische ruimte.

In de verklaring van Schuman van 1950, die twee weken geleden is herdacht, wordt onderstreept dat Europa niet in één keer of volgens één enkel plan zal worden opgebouwd. Wij moeten de

(3)

transatlantische spanningen ten gevolge van de oorlog in Irak beschouwen als een kans die wij moeten aangrijpen om aan de toekomst te bouwen, net zoals wij in het verleden hebben gedaan.

4. De Verenigde Staten hebben overigens geen baat bij een zwak en verdeeld Europa. De transatlantische band is niet louter van institutionele en administratieve aard. Hij wordt gevoed en gesterkt door gemeenschappelijke doelstellingen. Aan de ene kant bevindt zich een

vreedzaam en veilig Europa en aan de andere een Amerika dat van vitaal belang is voor de mondiale stabiliteit. De Koude Oorlog is al meer dan tien jaar geleden aan zijn eind gekomen.

Wij zouden er goed aan doen ook onze denkpatronen en definities van strategische belangen ten grave te dragen.

Er zij overigens op gewezen dat de globalisering tussen Europa en Noord-Amerika zich sneller en intenser ontwikkelt dan tussen welke andere continenten dan ook. Ik wil hier eens een aantal feiten in herinnering brengen:

- het merendeel van de rechtstreekse buitenlandse investeringen van de Verenigde Staten – bijna de helft van het wereldtotaal en de ruggengraat van de transatlantische economie – gaat naar Europa.

- ofschoon de handelsconflicten tussen de Unie en de Verenigde Staten – onder meer over

bananen en staal – geregeld de voorpagina halen, vertegenwoordigt de handel als zodanig slechts 20% van de transatlantische economische betrekkingen; bovendien maken de voornoemde geschillen nog geen 1% van ons handelsvolume uit, ook al krijgt de publieke opinie vaak de indruk dat zij nefaste gevolgen hebben.

- Europa is nog steeds de belangrijkste regio voor de grote Amerikaanse bedrijven; in 2001 zijn de Europese investeringen in de Verenigde Staten opgelopen tot meer dan 800 miljard dollar; dat is maar liefst 25% meer dan de Amerikaanse investeringen in Europa.

- bijna 60% van de Amerikaanse activa in het buitenland bevindt zich in Europa: alleen al in Duitsland bedraagt de waarde van de Amerikaanse activa 300 miljard dollar. Dat is meer dan de waarde van alle Amerikaanse activa in Zuid-Amerika bij elkaar.

- tijdens het laatste decennium hebben de Verenigde Staten 66 miljard dollar in Nederland geïnvesteerd en slechts 34 miljard in hun buurland Mexico. Dat is bijna het dubbele ...

- in 2000 werden er voor 32 miljard dollar Amerikaanse goederen aan China verkocht, net zoveel als de Amerikanen in Zweden investeerden, een tiende van hetgeen ze in Duitsland investeerden en een vierde van hun investeringen in Frankrijk.

- 75% van alle buitenlandse investeringen in de Verenigde Staten, ook in de jaren negentig, was afkomstig uit Europa, net zoals twee derde van de buitenlandse activa in de VS. Sterker nog, Europa investeert meer in de staat Texas dan de Verenigde Staten in Japan.

Ik zou nog meer cijfers kunnen geven, maar ik denk dat u begrepen hebt wat ik bedoel: de

Verenigde Staten en Europa zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom heeft het geen zin dat wij ons blindstaren op hetgeen ons scheidt. Integendeel, wij moeten onze meningsverschillen bijleggen, bruggen slaan en gemeenschappelijke wegen bewandelen. Er staat veel te veel op het spel. Onder andere levensbelangrijke kwesties zoals veiligheid en defensie.

5. Het probleem waarmee de Europeanen heden ten dage geconfronteerd worden, begint gestalte te krijgen:

- wij zijn het er allen over eens dat de Europese Unie over eigen militaire capaciteiten moet beschikken die haar in de gelegenheid stellen crisissituaties te beheersen binnen en buiten

Europa, op plaatsen waar zij strategische belangen heeft, bijvoorbeeld in de mediterrane regio en in Afrika;

- wij zijn het er allen over eens dat de ontwikkeling van nieuwe veiligheidsconcepten en veiligheidsstrategieën die een antwoord moeten bieden op nieuwe bedreigingen gepaard moet gaan met de consolidatie van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de Europese veiligheids- en defensiecapaciteiten;

(4)

- het is belangrijk dat wij ons nu reeds bezinnen op de verhouding tussen de toekomstige Europese defensiecapaciteiten en het Atlantisch Bondgenootschap, aangezien deze kwestie bepalend zal zijn voor de conceptuele ontwikkeling;

- anders gezegd: de vraag is of de “Europese caucus”, om het jargon van de specialisten te gebruiken, moet worden ondergebracht binnen de NAVO – als Europese pijler van het

bondgenootschap, heden ten dage ook wel Europese Identiteit genoemd – of buiten de NAVO – als zelfstandig Europees defensiemechanisme, los van de NAVO, waarbij eventueel voorzien kan worden in diverse samenwerkingsformules met de Verenigde Staten.

Op de middellange termijn zullen wij hoe dan ook met dit probleem geconfronteerd worden. De ontwikkeling van zelfstandige Europese militaire capaciteiten - waarvan niemand de noodzaak betwist – zal immers het ideologische en politieke debat tussen de twee grote Europese

stromingen op dit vlak opnieuw aanwakkeren: het transatlantische standpunt, dat vertegenwoordigd wordt door landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Portugal, en de

continentale, door sommigen ook wel “gaullistische” stroming genoemd. Deze laatste zal alles in het werk stellen om de overgang van de autonomie van de veiligheidsdimensie naar de

defensiecomponent te bespoedigen – waarbij overigens autonomie niet in termen van capaciteit, maar als strategische definitie moet worden opgevat. Dat is een kwalitatieve sprong die op de middellange termijn wellicht onvermijdelijk is, maar in de huidige internationale situatie onvoldoende houvast biedt. Wij moeten vooral goed beseffen dat wij op dit vlak niet mogen aarzelen en ons niet met minder goede keuzes tevreden moeten stellen, aangezien onze eigen defensie op het spel staat.

6. Europa moet echter voor zichzelf bewijzen dat het in staat is oplossingen aan te dragen zoals die welke de internationale gemeenschap in Bosnië en Herzegovina en Kosovo ten uitvoer heeft gelegd.

Wij staan voor een reeks cruciale uitdagingen. De wederopbouw van Irak en het vredesproces in het Midden-Oosten zijn daarvan wellicht de belangrijkste. Wij moeten de diplomatie en haar gemeenschappelijke optredens een prominente plaats toekennen. Wij moeten discussiëren over onze standpunten en zienswijzen, zelfs al liggen die soms mijlenver uit elkaar.

Het nieuwe veiligheidssysteem voor de 21ste eeuw moet een reeks doelstellingen in zich verenigen die in het verleden nauwelijks met elkaar in verband stonden, maar nu een wezenlijk bestanddeel vormen van het nieuwe strategische kader. Voortaan beslaat het veiligheidsconcept niet alleen militaire acties en defensie, maar ook bestrijding van terrorisme,

massavernietigingswapens en transnationale georganiseerde misdaad. De huidige bedreigingen gaan niet noodzakelijk uit van staten. Sommige bedreigingen hebben geen vaderland; zij worden in stand gehouden via complexe financiële netwerken. Daarom is het van wezenlijk belang dat ons veiligheidssysteem, behalve traditionele militaire defensie-elementen, ook nieuwe

samenwerkingsvormen ter bevordering van de interne veiligheid bevat, en garanties biedt voor preventie en afschrikking op alle terreinen en voor alle soorten dreigingen.

Robert Schuman zei ook in zijn verklaring dat “Europa zal moeten worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijkingen”. Die verwezenlijkingen zijn een feit. Net zoals de solidariteit tussen alle Europeanen. En de band met de Verenigde Staten.

7. Uit het debat dat hier vandaag is geopend over de ontwikkeling van de Europese Unie is al gebleken dat de thema’s die betrekking hebben op de toekomst van Europa niet los van elkaar staan, maar onderling verbonden zijn. Het buitenlands beleid en de ontwikkeling van de Europese veiligheid en defensie zijn schatplichtig aan het beoogde Europese model, het Europese anticipatievermogen en de vastberadenheid om de Europese integratie tot een goed einde te brengen.

Alles wijst erop dat wij, Europeanen, de toenemende invloed van de Europese Unie in de wereld moeten versterken. Voor Europa is een eigen plaats en een eigen verantwoordelijkheid

(5)

weggelegd in het kader van een gedeeld wereldleiderschap. Daarom moet definitief worden gebroken met het imago van het wanhopige, weerloze Europa dat volledig is aangewezen op de weldadigheid van de Verenigde Staten voor zijn veiligheid, en zelfs voor de basisaspecten van zijn defensie.

In dit verband is het onontbeerlijk dat wij over de nodige capaciteiten beschikken om zelf onze eigen veiligheid te waarborgen. De Europeanen hebben overigens ook dringend een instrument nodig dat hen in de gelegenheid stelt de Europese belangen te behartigen. Dat laat onverlet dat het bondgenootschap in elk geval optimaal moet blijven functioneren. Doel is dat in de

Conventie over de toekomst van Europa of in de daaropvolgende Intergouvernementele Conferentie een nieuw institutioneel kader wordt vastgesteld. Welnu, dat zal voor de publieke opinie – en voor onze Amerikaanse bondgenoten – slechts aanvaardbaar zijn als het gepaard gaat met een versterking van onze militaire en diplomatieke capaciteiten.

Dat is een absoluut vereiste, ongeacht het gekozen scenario.

De ideeën liggen op tafel.

Er wacht ons een stimulerend debat.

Wij moeten vooral goed voor ogen houden dat onze toekomst als natie heden ten dage in hoge mate afhankelijk is van de oplossingen die Europa voor al deze kwesties aandraagt.

Daarom is het belangrijk dat wij actief deelnemen aan de ontwikkeling van die oplossingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

176 Artikel 3(1) van die Boedelbelastingwet bepaal "By die toepassing van hierdie Wet bestaan die boedel van 'n persoon uit al die eiendom van daardie persoon op die datum van

Oesterdam, zodanig dat de Oesterdam gevrijwaard is van te hoge golfaanval en grote investeringen in aanpassing van de dijk gedurende de eerste 30 jaar, behoeft

BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit waarbij de diensten van het Vlaams Parlement gemachtigd worden toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van

Dit onderzoek heeft als doel om de ontwikkeling van de kwaliteit en kwantiteit van risicoverslaggeving bij de grootste Europese beursgenoteerde bouwondernemingen gedurende de

In dit onderzoek staat de Europese politieke verslaggeving van de regionale omroepen centraal, omdat deze omroepen in veel gevallen de enige omroepen zijn die een

Net zoals tijd, ruimte en handeling in de Griekse avonturenroman worden bepaald door de zogenaamde “adventure-noveltime”, wordt de 9/11-roman hier bepaald door de

2p 20 Geef een verklaring voor het gegeven dat de vraag naar korte vluchten met ABCAir prijselastischer is dan de vraag naar korte vluchten met Easyfly. 2p 21 Bereken met

4p 23 Bereken welk bedrag Aqunia in 2009 in de resultatenbegroting (met betrekking tot de Gas Pioneer) moet opnemen met betrekking tot de interestkosten van het vreemde vermogen