• No results found

en grote investeringen in

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "en grote investeringen in"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pagina 1 van 3

Datum 19 december 2012

Nummer RWS/DZL-2012/4602

Onderwerp m.e.r. - beoordelingsbesluit project veiligheidsbuffer Oesterdam

Datum

19 december 2012

Project veiligheidsbuffer Oesterdam

Als gevolg van de bouw van de Oosterscheldewerken is de doorstroomopening in de Oosterscheldemonding verkleind, waardoor het getijvolume fors is verminderd.

Het gevolg van het verminderde getijvolume is dat de geulen in de Oosterschelde kleiner worden door opvulling: de geulen hebben zandhonger. Het materiaal waarmee de geulen zich opvullen is afkomstig van zandplaten, schorren, slikken en oevers van de Oosterschelde. Daarnaast stroomt het water te langzaam om zand uit de geulen op de platen en slikken te krijgen. Hierdoor neemt de oppervlakte van de platen, slikken en schorren in de Oosterschelde af en nemen de oppervlakte van het intergetijdengebied en de droogvalduur van de slikken en schorren af. Deze morfologische gevolgen van zandhonger hebben negatieve effecten op natuur, veiligheid, landschap en economie.

De projectlocatie

Eén van de doelstellingen is het ontwikkelen van een oplossing om het

zandhongerprobleem ter plaatse van de Oesterdam aan te pakken, zodanig dat het unieke landschap met slikken en platen de komende vijftig jaar behouden kan blijven. De andere doelstelling is het ontwikkelen van een duurzaam veilige oplossing voor de Oesterdam, zodanig dat de Oesterdam gevrijwaard is van te hoge golfaanval en grote investeringen in aanpassing van de dijk gedurende de eerste 30 jaar.

De procedure

De Oesterdam is een primaire waterkering, maar er vinden géén werkzaamheden plaats aan de dam zelf. Eén van de doelen van het project is echter het

ontwikkelen van een duurzaam veilige oplossing voor de Oesterdam, zodanig dat de Oesterdam gevrijwaard is van te hoge golfaanval en grote investeringen in aanpassing van de dijk gedurende de eerste 30 jaar.

Weliswaar geldt er op grond van onderdeel D 3.2 van het Besluit milieueffectrapportage geen m.e.r.-beoordelingsplicht, maar gelet op de werkzaamheden dicht bij de primaire waterkering heeft initiatiefnemer vrijwillig een m.e.r-beoordelingsnotitie opgesteld en ter beoordeling aan het bevoegd gezag voorgelegd.

In een m.e.r. – beoordelingsbesluit beslist het bevoegd gezag, in dit geval de minister van Infrastructuur en Milieu, of voor dit project een milieueffectrapport (MER) gemaakt moet worden. Daarbij betrekt het bevoegd gezag de criteria uit

(2)

Pagina2van3 Datum

19 december 2012 Nummer

RWS/DZL-2012/4602

Pagina 2 van 3

bijlage III van de EEG –richtlijn milieueffectbeoordeling;

1. de kenmerken van de activiteit;

2. de plaats waar de activiteit wordt verricht;

3. de kenmerken van het potentiële effect van de activiteit.

Ad. 1. Kenmerken van de activiteit.

Hierbij moet bijzonder in overweging worden genomen: de omvang, de cumulatie, het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, de productie van afvalstoffen, de verontreiniging en hinder en het risico van ongevallen.

Ad. 2. Hierbij moet bijzonder in overweging worden genomen: het bestaande grondgebruik, het regeneratievermogen van de natuurlijke hulpbronnen, het opnamevermogen van het natuurlijke milieu, met in het bijzonder aandacht voor wetlands, kustgebieden, natuurparken, vogelrichtlijn en habitatrichtlijngebieden (Natura-2000-gebieden), gebieden waarbij normen inzake milieukwaliteit reeds worden overschreden, gebieden met hoge bevolkingsdichtheid en landschappen van historisch, cultureel of archeologisch belang.

Ad. 3. Hierbij moet bijzonder gedacht worden aan: het bereik van het effect, het grensoverschrijdende karakter van het effect, de waarschijnlijkheid van het effect en de duur, de frequentie en de omkeerbaarheid van het effect.

Conclusie

In de Beoordelingsnotitie MER veiligheidsbuffer Oesterdam, is de toetsing aan de hierboven criteria uitgevoerd. Op basis van de toetsing is er geen sprake van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu die het opstellen van een milieueffectrapport noodzakelijk maken. De voorgenomen activiteit, heeft naar verwachting zodanig geringe effecten dat een milieueffectrapport geen

meerwaarde heeft voor de onderbouwing van het besluit projectplan op grond van artikel 5.4 Waterwet.

Besluit

Gelet op de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet milieubeheer besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt:

Voor de activiteiten het ontwikkelen van een oplossing om het

zandhongerprobleem ter plaatse van de Oesterdam aan te pakken, zodanig dat het unieke landschap met slikken en platen de komende vijftig jaar behouden kan blijven en het ontwikkelen van een duurzaam veilige oplossing voor de

Oesterdam, zodanig dat de Oesterdam gevrijwaard is van te hoge golfaanval en grote investeringen in aanpassing van de dijk gedurende de eerste 30 jaar, behoeft geen milieueffectrapport te worden opgesteld aangezien er geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn.

Inzage

Het m.e.r – beoordelingsbesluit en het bijbehorende rapport zullen ter inzage worden gelegd bij:

- Rijkswaterstaat, Waterdistrict Zeeuwse Delta te Goes;

- Gemeente Kapelle te Kapelle;

- Gemeente Reimerswaal te Kruiningen;

- Gemeente Tholen te Tholen.

(3)

Pagina3van3 Datum

19 december 2012 Nummer

RWS/DZL-2012/4602

Pagina 3 van 3

Bezwaarschrift ten aanzien van het m.e.r.-beoordelingsbesluit Het m.e.r.-beoordelingsbesluit is een voorbereidingsbeslissing in de zin van artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen geen zelfstandig bezwaar of beroep mogelijk is. Belanghebbenden kunnen hun bezwaren tegen dit beoordelingsbesluit te zijner tijd kenbaar maken in de procedure van het

uiteindelijke besluit, te weten de vaststelling van het projectplan volgens de Waterwet.

Ondertekening

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Namens deze,

DE DIRECTEUR WATER EN SCHEEPVAART,

Ing. J.T.L. van der Togt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aan de noordzijde grenst het werk aan dijktraject Tholen 2 dat in 2007 is versterkt; in het zuiden sluit het aan op dijktraject Oesterdam Zuid dat voor 2012 op de planning staat..

Uit Tabel 5.2 wordt geconcludeerd dat de nieuwe bekledingen in de boventafel in het gehele traject moeten worden uitgevoerd in betonzuilen of gekantelde betonblokken, dit vanwege

aanwezig op een HVP's in dijktraject Oesterdam-Noord. Hier is gedurende het gehele jaar een behoorlijk grote groep aanwezig. De aantallen langs het dijktraject Oesterdam-Zuid liggen

Langs het dijktraject Oesterdam-Zuid zijn van deze soorten geen of dermate lage aantallen (minder dan 1% van de aantallen in de Oosterschelde) aanwezig dat er geen negatieve

In verband met de dijkversterking van de Oesterdam, is de parallelweg van 2 april tot 15 juli 2012 afgesloten voor fietsers en recreanten.. De strandjes bij de Bergse Diepsluis

Voor algemene informatie betreffende dit dijktraject wordt verwezen naar de planbeschrijving Oesterdam Zuid [38] PZDT-R-10335

Mocht de parallelweg al voor 15 juli open kunnen, dan leest u dat op onze site. • Het grote strand bij de Bergse Diepsluis en de kleinere strandjes aan de noordkant van de

Als alle in het dijkvak vrijkomende blokken opnieuw verwerkt worden leidt dat in deelgeb1ed 1 tot een iets kleinere ontwerpveiligheid dan gebruikelijk.. Nagegaan is of dit