• No results found

Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool te INGELMUNSTER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool te INGELMUNSTER"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaams Ministerie

van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie

Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL

doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.b e

www.onderwijsinspectie.be

Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool te INGELMUNSTER

Hoofdstructuur bao Instellingsnummer 61457

Instelling Vrije Basisschool directeur Ruddy ROOSE

adres Brigandsstraat 15 - 8770 INGELMUNSTER telefoon

fax e-mail website

051-30.27.57 051-30.76.69

olvs.ingelmunster@scarlet.be www.olvschool.be

Bestuur van de instelling adres

Opvoeding en Ond. Ingelmunster Schoolstraat 8 - 8770 INGELMUNSTER Scholengemeenschap

adres

De K.L.E.I.

Prinsessestraat 13 - 8870 IZEGEM CLB

adres

Vrij CLB Izegem

Meensestraat 171 - 8870 IZEGEM Dagen van het doorlichtingsbezoek 09-10-2012, 10-10-2012, 11-10-2012 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 11-10-2012

Datum bespreking verslag met de instelling

25-10-2012 Samenstelling inspectieteam

Inspecteur-verslaggever Peter De Clerck Teamleden Geert De Witte Deskundige(n) behorend tot de

administratie nihil Externe deskundige(n) nihil

(2)

INHOUDSTAFEL

INLEIDING...3

1 SAMENVATTING ...5

2 DOORLICHTINGSFOCUS ...6

2.1 Leergebieden in de focus ...6

2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de focus...7

3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJS-REGLEMENTERING? ...7

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden? ...7

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? ...7

3.1.1.1 kleuteronderwijs: Nederlands...7

3.1.1.2 kleuteronderwijs: wereldoriëntatie...7

3.1.1.3 Vaststellingen voor kleuteronderwijs: leergebieden Nederlands en wereldoriëntatie...7

3.1.1.4 lager onderwijs: Nederlands ...11

3.1.1.5 lager onderwijs: wereldoriëntatie ...13

3.1.1.6 lager onderwijs: leren leren...15

3.1.2 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? ...17

3.2 Respecteert de school de overige reglementering?...17

4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?...19

4.1 Begeleiding...19

4.1.1 Leerbegeleiding...19

4.2 Evaluatie...20

4.2.1 Evaluatiepraktijk ...20

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL ...21

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL...22

6.1 Wat doet de school goed ?...22

6.2 Wat kan de school verbeteren ?...23

6.3 Wat moet de school verbeteren ? ...23

7 ADVIES EN REGELING VOOR HET VERVOLG...24

7.1 Onderwijsdoelstellingen: advies en regeling voor het vervolg...24

7.2 Overige erkenningsvoorwaarden: advies en regeling voor het vervolg...24

(3)

INLEIDING

De decretale basis van het onderzoek

Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert,

2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken

(zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009).

Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering

2. de kwaliteitsbewaking door de school 3. het algemeen beleid van de school.

Een onderzoek in drie fasen

Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag.

- Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPO-referentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek.

- Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten.

- Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be.

Een gedifferentieerd onderzoek

1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de instelling een selectie van de onderwijsreglementering:

- een selectie van leergebieden om het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen na te gaan

Voor elk leergebied onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPO-referentiekader:

o het onderwijsaanbod o de uitrusting

o de evaluatiepraktijk o de leerbegeleiding

- een selectie van andere erkenningsvoorwaarden - een selectie van overige regelgeving.

2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor

- doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop?

- ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken?

- doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de instelling dit na?

- ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen?

3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visie-ontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg.

(4)

Het onderzoek naar de hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid

De controle van de erkenningsvoorwaarden betreffende de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de instelling vindt gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle resulteert in een afzonderlijk verslag dat bij het doorlichtingsverslag wordt gevoegd en eveneens verschijnt op www.doorlichtingsverslagen.be.

Het advies

De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen:

- een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen

- een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies

- een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten.

Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken.

Tot slot

Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders, leerlingen of cursisten over de mogelijkheid tot inzage.

Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen.

De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.

Meer informatie?

www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be

(5)

1 SAMENVATTING

De reorganisatie van drie vestigingsplaatsen leidde op 1 september 2010 tot de huidige school. De kleuter- en de lagere afdeling zijn gelegen in dezelfde straat van de Onze- Lieve-Vrouwparochie wat meteen de naam van deze school verklaart. De school beschikt over voldoende bewegingsruimte voor de kinderen met ruime speelplaatsen en een speelweide. In de nabijheid van de school bevinden zich drie drukke verkeerswegen. Voor ouders die hun kinderen niet zelf naar school kunnen brengen, organiseert de school met de steun van het oudercomité een schoolbusdienst. De school ontvangt weinig extra lestijden op basis van de sociaal economische status van de ouders. De school wordt al bijna tien jaar geleid door de directeur die zich door vakkundige teamleden laat

ondersteunen, in het bijzonder door het zorgteam.

Het erkenningsonderzoek in de kleuterafdeling spitst zich toe op de leergebieden Nederlands en wereldoriëntatie. Beide leergebieden voldoen aan de

kwaliteitsverwachtingen van de overheid. De leerkrachten streven naar een sterke gradatie in de opbouw van het aanbod en maken duidelijke afspraken over de inhouden die

geïntegreerd worden aangeboden. Er is duidelijk nagedacht over de manier waarop de thema's en de activiteiten worden gepland. De planning is nog niet voor alle leergebieden volledig afgetoetst aan het leerplan.

De leerkrachten creëren onder meer door hun verzorgde taalgebruik een krachtige taalleeromgeving met zinvolle activiteiten. Aan de thema's worden aangepaste woord- en begrippenlijsten gekoppeld. Het luisteraanbod kan in sommige kleuterklassen nog

kindgerichter. Voor het leergebied wereldoriëntatie komen alle domeinen voldoende aan bod. De leerkrachten beschikken over leerlijnen om zowel inhouden als activiteiten op het niveau van de leerling af te stemmen. De leerlijn voor het domein techniek werd op schoolniveau uitgewerkt. De vele hoeken verrijken en verlevendigen de verschillende thema's in de klas. De bijzonder nette en gestructureerde klassen en de aantrekkelijke speelleerplekken vallen in deze kleuterafdeling op. Ook de ontwikkeling van de kleuters wordt door de leerkrachten opgevolgd. Zowel voor de begeleiding op maat van alle kinderen als voor de registratie van de zorginitiatieven in een bruikbaar kindvolgsysteem kan het team zich best nog verder ontwikkelen en laten ondersteunen.

Het onderwijs voor het leergebied Nederlands in de lagere afdeling voldoet. De

leerkrachten gebruiken een onderwijsleerpakket waarop ze vertrouwen om de verwachte eindtermen bij de leerlingen na te streven. De meer op communicatie gerichte inhouden zoals spreken, luisteren en creatief schrijven kunnen nog meer aan aandacht winnen ten opzichte van spelling, technisch lezen en taalsystematiek. Alle leerkrachten doen

inspanningen om zoveel als mogelijk werkelijkheidsgericht taalonderwijs aan te bieden. In meerdere klassen komen verschillende vormen van samenwerken aan bod die gericht zijn op het leerlingeninitiatief. De leerlingen beschikken over het nodige ondersteunende materiaal om voor dit leergebied de eindtermen te bereiken. In de meeste klassen zijn voor dit leergebied functionele kijkwijzers en stappenplannen zichtbaar.

In de lagere afdeling voldoet het leergebied wereldoriëntatie niet. Het leerstofaanbod is in meerdere groepen te beperkt en onvoldoende afgestemd op het niveau van de leerlingen.

Hoewel de meeste leerkrachten een interactief onderwijs nastreven, is er te weinig afstemming op het leerplan waardoor hiaten en overlapping in het aanbod ontstaan. Ook de aanvullende en vervangende pakketten zijn vaak niet op de leerplandoelen gericht.

Enkel voor het domein techniek kan de school een doelgericht aanbod op niveau van de leerlingen voorleggen dat de volledigheid van dit leerplanonderdeel nastreeft. In diverse groepen is de onderwijstijd te beperkt om het leergebied te realiseren. In alle klassen organiseren de leerkrachten uitstappen om de kinderen in contact te brengen met de hen omringende wereld. Het valt op dat de klasaankleding voor dit leergebied in de meeste klassen weinig uitdagend is. Er zijn weinig of geen kijktafels, exploreer- en

experimenteerhoeken. De tijd- en ruimtekaders ontbreken vaak of zijn niet of slechts

(6)

gedeeltelijk volgens de richtlijnen van het leerplan aanwezig. De meeste leerkrachten doen goede inspanningen om de recent aangekochte digitale borden functioneel te gebruiken.

De school beschikt voor het leergebiedoverschrijdende thema leren leren over een

schooleigen werkplan. Alle leerkrachten van de lagere afdeling spannen zich voldoende in om de eindtermen voor dit thema na te streven. Hoewel nog niet alle leerkrachten de aanwijzingen uit de schooleigen afsprakennota volledig toepassen, bieden ze de leerlingen voldoende kansen om op een aangepaste en geïntegreerde wijze meermaals aan alle eindtermen te werken. De leerkrachten bewaken de nagestreefde eindtermen.

Tijdens de doorlichting onderzoekt de inspectie ook of de school haar onderwijskwaliteit bewaakt en verbetert. Daarvoor werden het proces van de leerbegeleiding en van de evaluatiepraktijk in de kijker gezet. De evaluatiemethodieken zijn nog niet eenduidig en te vrijblijvend om een valide en betrouwbaar beeld te krijgen over de leerontwikkeling van de leerlingen voor alle leergebieden. Voor wat betreft het proces van de leerbegeleiding tonen alle leerkrachten voldoende bereidheid om kinderen met extra noden ondersteuning te bieden. De school bevindt zich hiervoor in een fase van ontwikkeling waarbij een nieuwe zorgstructuur operationeel werd. De leerkrachten zullen zich door het zorgteam verder moeten laten ondersteunen om zich de procesbegeleiding zoals door de school is vooropgesteld, eigen te maken met het oog op een doelgerichte en doeltreffende zorgwerking.

Het democratisch leiderschap biedt kansen om als team het schoolbeleid te bepalen. Er zijn weinig initiatieven merkbaar om de effectiviteit van het onderwijs na te gaan. Niet voor alle leergebieden beschikt de school over valide outputgegevens die bovendien weinig tot analyse en bijsturing leiden. Er is door het beleid geen doelgerichte opvolging op de klasvloer. Mede daardoor laat de bijsturing voor meerdere leergebieden op zich wachten.

De deskundigheid van de teamleden wordt weinig gebruikt om van en met elkaar te leren.

De kennis blijft veelal binnen de klas- of de parallelgroepen. De kleuterafdeling vormt hierop een uitzondering.

Omwille van het minimale leerstofaanbod, het gebrek aan afstemming op het leerplan en de beperkte opvolging van de effectiviteit voor wereldoriëntatie in de lagere afdeling volgt de onderwijsinspectie het tekort voor dit leergebied op.

2 DOORLICHTINGSFOCUS

Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken.

De resultaten van de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne, vindt u terug in een afzonderlijk verslag.

2.1 Leergebieden in de focus Kleuteronderwijs

Nederlands wereldoriëntatie Lager onderwijs

Nederlands wereldoriëntatie leren leren

(7)

2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de focus Logistiek

Welzijn

Gezondheid en hygiëne Onderwijs

Begeleiding Leerbegeleiding Onderwijs

Evaluatie

Evaluatiepraktijk

3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJS- REGLEMENTERING?

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?

Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde structuuronderdelen het volgende op:

3.1.1.1 kleuteronderwijs: Nederlands Voldoet

De kleuterafdeling levert voldoende inspanningen om voor het leergebied Nederlands de ontwikkelingsdoelen bij de meeste kleuters na te streven. Dit blijkt vooral uit het

gegradeerde, doelgerichte en geïntegreerde aanbod voor de verschillende domeinen. De leerkrachten creëren onder meer door hun eigen verzorgd taalgebruik een krachtige taalleeromgeving en bieden zinvolle activiteiten aan.

3.1.1.2 kleuteronderwijs: wereldoriëntatie Voldoet

In de kleuterafdeling worden de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied wereldoriëntatie in voldoende mate nagestreefd. De sterke inhoudelijke planning met duidelijke afspraken over de verschillende leergroepen heen staat garant voor een vrij volledig en evenwichtig

aanbod. De krachtige en vooral goed gestructureerde werkplekken dragen hiertoe bij.

3.1.1.3 Vaststellingen voor kleuteronderwijs: leergebieden Nederlands en wereldoriëntatie

Curriculum Onderwijsaanbod

Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Actief leren

De kleuterafdeling hanteert het referentiedocument van het eigen net om het onderwijsaanbod aan te sturen. Recent verwijzen de kleuteronderwijzers in hun

planningsdocumenten ook expliciet naar de leerplandoelen.

De gehanteerde leerplandoelen en ontwikkelingsdoelen worden geturfd met aandacht voor de nodige bijsturing op klasniveau. Deze overzichtslijsten worden nog niet

doorgegeven over de klassen heen.

Er zijn duidelijke afspraken over de wijze waarop de

activiteitenplanning tot stand komt. Alle kleuteronderwijzers houden zich aan de gemaakte afspraken met een sterke gelijkgerichte werking tot resultaat. Bovendien werkten de leerkrachten een themaplanning uit met daarin een

duidelijke afbakening van inhouden over alle kleutergroepen heen. Het team toont aan dat ze continuïteit en gradatie in het aanbod nastreeft. De thema's volgen doorgaans de jaarkalender en krijgen in de verschillende groepen een

(8)

creatieve en uitdagende invulling. Een weekoverzicht bundelt de verschillende activiteiten die vervolgens worden geordend binnen de ervaringssituaties: zelfstandig spelen, explorerend beleven, ontwikkelingsondersteunend leren en ontmoeten. Uitzonderlijk vormen de leerplandoelen het uitgangspunt om de activiteiten te plannen.

Divers aantrekkelijk en hedendaags bronnenmateriaal helpt de kleuteronderwijzers bij de inhoudelijke vulling van de thema's die geïntegreerd over alle leergebieden en domeinen aan bod komen.

Om het evenwicht in het aanbod te bewaken zijn de ontwikkelingsdomeinen, -aspecten en groeilijnen

aangegeven. Het team ontwikkelde heel wat groeilijnen voor zowel terugkerende als verzorgende activiteiten. Dat deden ze ook voor de meeste hoeken.

De kleuteronderwijzers hebben voldoende aandacht voor de verschillende domeinen van het leergebied Nederlands.

Spreken en luisteren komen tijdens gerichte gesprekken in de kring, maar ook in de verschillende speelwerkhoeken voldoende aan bod. Kleuters kunnen spontaan spreken over ervaringen en gebeurtenissen uit de hen omringende ervaringswereld. De leerkrachten stellen

woordenschatlijsten samen die per thema gradueel zijn opgesteld. Ze worden functioneel en geïntegreerd gebruikt.

Deze lijsten worden bovendien in onderling overleg tussen de parallelklassen op elkaar afgestemd met als doel te komen tot dominante woordenschat. In alle klassen is er een mooi aanbod van kijk- en vertelplaten en van

verschillende prentboeken die bij het actuele klasthema aansluiten. In sommige klassen kan het gebruik van hoofdtelefoons het luisteraanbod nog meer ondersteunen.

De schrijfinitiatie en taalbeschouwing wordt ontwikkelingsgericht aangeboden met de nodige afstemming op het eerste leerjaar.

Ook voor het leergebied wereldoriëntatie komen de

verschillende domeinen in de thema's voldoende aan bod.

Bovendien zijn er duidelijke afspraken over de tijdskaders en het kalendergebruik. Recent ontwikkelde de school een leerlijn voor het domein techniek. Het is positief dat bij de ontwikkeling van die leerlijn de leerplandoelen het

uitgangspunt vormen.

De degelijke inhoudelijke planning van de verschillende thema's resulteert in de kleuterafdeling in een sterke

samenhang van het aanbod over de klassen heen. Door de thematische werkwijze streven de kleuteronderwijzers op een bewuste wijze de samenhang na over de verschillende leergebieden. Dit blijkt uit de planningsdocumenten waarin doelen voorkomen uit alle leergebieden en domeinen. Er is voldoende aandacht voor doelen die zowel de cognitieve, de psychomotorische als de sociaal-emotionele

ontwikkeling van de kleuters nastreven.

(9)

De taalontwikkeling van de kleuters wordt actief gestimuleerd. Ze krijgen hiervoor volop kansen om te experimenteren en te exploreren in levensechte situaties waarbij verschillende talige aspecten nooit veraf zijn. De klaspop, de weekendtas en de ik-doos zijn voorbeelden van stimulerende activiteiten. Verschillende stappenplannen, de hoekenverrijking, de demonstratiehoek, kansen tot drama en leeruitstappen verlevendigen de thema's. Deze thema's zijn zichtbaar in het klasbeeld en sluiten aan bij de

leefwereld van de kinderen.

Curriculum Onderwijsorganisatie

Onderwijstijd Klasmanagement

De kleuteronderwijzers gebruiken de onderwijstijd functioneel. De leerlijnen voor het organiseren van

verzorgende activiteiten en eet-en drinkmomenten dragen daartoe bij. Duidelijke klasafspraken op maat van de kinderen gevisualiseerd door pictogrammen zorgen in sterke mate voor een vlotte organisatie en verloop van de verschillende activiteiten. Omwille van een degelijk gestructureerd klasmanagement en een vriendelijke en ontmoetende stijl van de leerkrachten, krijgen kinderen kansen om in een stimulerende en veilige leer- en leefomgeving te ontwikkelen. Bovendien hanteren alle leerkrachten een bijzonder verzorgde taal.

Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen

Leermiddelen

De goed gestructureerde klassen bieden een verzorgde aanblik. Ze nodigen de kinderen uit om actief aan de slag te gaan in de verschillende werkplekken. Alle kleuterklassen beschikken over een ruim gamma van aantrekkelijke ontwikkelingsmaterialen. De veelal uitdagende materialen zijn levensecht en zorgen ervoor dat kinderen zich kunnen inleven in hun spel of hun rol.

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig / representatief

Kindvolgsysteem Gericht op bijsturing

De school volgt de kleuterontwikkeling structureel op. De kleuteronderwijzers houden de resultaten van occasionele en gerichte observaties bij. Dit laatste gebeurt aan de hand van een screeningsmethode die vooral de link met de ontwikkelingsdomeinen- en aspecten uit het neteigen referentiedocument legt.

Voor de gelijkgerichtheid van de observaties, tekenden de teamleden in op een nascholingssessie. Over de intensiteit en de registratiewijze van de observaties bestaan

afspraken.

De leerkrachten evalueren de emotionele, lichamelijke, sociale en verstandelijke ontwikkeling van de kleuters. De woordenschatlijsten dienen nog te weinig als basis om de individuele taalontwikkeling van de kinderen in kaart te brengen. Vaststellingen die de talentontwikkeling van de kleuters voor de verschillende domeinen van

wereldoriëntatie in kaart kunnen brengen, zijn niet expliciet opgenomen in de algemene observatielijst.

(10)

De scores van de gerichte observaties worden op globale lijsten van het kindvolgsysteem genoteerd en schuiven doorheen de basisschool met de leerling mee. Een

leerkrachtafhankelijk formeel verslag zorgt voor de nodige aanvullende informatie met het oog op de overstap tussen de verschillende groepen.

Voor kleuters die voor een bepaald aspect een

ontwikkelingsrisico aantonen, voert de kleuteronderwijzer een gedetailleerde observatie uit. Met het oog op bijsturing wordt het ontwikkelingsprobleem op een diagnostische lijst gedetailleerder in kaart gebracht. De leermeester

bewegingsopvoeding staat in voor de observaties van de motorische ontwikkeling van de kleuters. De zorgfiche dient als gespreksbasis op het multidisciplinair overleg (MDO).

De screeningsmethode maakt nog geen deel uit van het digitaal kindvolgsysteem.

Begeleiding Leerbegeleiding

Beeldvorming Zorg

De gegevens uit de dagelijkse observaties en uit het

kindvolgsysteem bieden voldoende informatie aan het team om risicokleuters te detecteren en een zorgtraject op te zetten. Bovendien worden de oudste kleuters bij de aanvang van het schooljaar op hun kennis van de rekenbegrippen getest. Ook hun taalontwikkeling wordt opgevolgd tijdens twee toetsmomenten over het jaar gespreid. Aspecten over klank- en rijm, schriftoriëntatie en auditieve synthese komen aan bod. Tenslotte hanteren de leerkrachten van de derde kleuterklas een

screeningsinstrument om de voorbereidende vaardigheden om tot lezen, tot rekenen en tot schrijven te komen, na te gaan. Bij de risicokleuters wordt deze ontwikkeling verder opgevolgd.

Alle leerkrachten bieden vanuit hun zorggevoeligheid spontaan hulp bij kinderen met ontwikkelingsvertraging of – voorsprong. Dit gebeurt vooral tijdens individuele

ondersteunende momenten.

Bovendien kunnen de kleuteronderwijzers volgens de omschrijving van het zorgbeleid op de school beroep doen op de zorgleraar om individuele remediëringssessies te verzorgen. Dit gebeurt echter nog maar weinig.

Informatie over het gevolgde zorgtraject of de genomen ondersteunende acties door de klastitularis worden nog niet systematisch in de zorgmap of in het digitale

kindvolgsysteem opgenomen. Hierdoor is de hulpverlening nog maar weinig geconcretiseerd. Dit heeft tot gevolg dat de mogelijkheden van de zorgwerking niet ten volle worden benut en dat de klasleerkrachten op eigen initiatief gemakkelijk de ouders aanspreken om externe hulpverlening in te schakelen.

Een planmatige concretisering van de verschillende uitgeschreven stappen in de hulpverlening komt nog maar weinig voor. De school bevindt zich hiervoor aan het begin van een ontwikkelingsproces.

(11)

3.1.1.4 lager onderwijs: Nederlands Voldoet

De lagere afdeling spant zich voldoende in om de eindtermen te bereiken. Het consequent gebruik van een onderwijsleerpakket in de meeste klassen draagt bij tot een volledig, evenwichtig en gradueel opgebouwd aanbod.

Curriculum Onderwijsaanbod

Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Actief leren

De leerkrachten vertrouwen op een onderwijsleerpakket om de leerplandoelen te realiseren. De gebruikte methode vormt het referentiekader voor alle klassen vanaf het tweede leerjaar. In het eerste leerjaar hanteren de

leerkrachten een specifieke aanvangsmethode. Nagenoeg alle teamleden bieden de leerinhouden aan volgens de voorstellen van het pakket. In sommige klassen zijn hiaten merkbaar in de verwerking van het aanbod. Die worden naar eigen zeggen vervangen door vergelijkende

opdrachten, teksten en taken met dezelfde leerplandoelen voor ogen.

De leerkrachten hebben in zekere mate zicht op de volledigheid van het leerstofaanbod. De verschillende taaldomeinen komen in thema’s aan bod. Voor de domeinen waarbij technisch cognitieve vaardigheden centraal staan heeft de school voldoende indicaties dat de leerlingen de eindtermen behalen. Voor de domeinen spreken, luisteren, creatief schrijven is dit minder het geval.

Nadenken over taalgebruik wordt tot het derde leerjaar geïntegreerd aangebracht. Vanaf het vierde leerjaar is er een aparte leerlijn uitgewerkt om de doelen taalsystematiek te realiseren.

In het eerste leerjaar gaan de leerkrachten doordacht om met hun specifieke methode. Het is niet duidelijk in welke mate de leerinhouden afgetoetst zijn om de overstap naar het tweede leerjaar te maken. Het gebruik van een identiek onderwijsleerpakket in de andere leerjaren leidt tot gradatie in de opbouw van de kennis en vaardigheden.

Alle leerkrachten doen inspanningen om zoveel als mogelijk werkelijkheidsnabij en in realistische situaties taalonderwijs aan te bieden. Vaardigheden en attitudes worden

gestimuleerd door onder meer coöperatieve werkvormen die gericht zijn op leerlingeninitiatief. Tutorlezen kan in het tweede en vijfde leerjaar toegepast worden voor zowel begrijpend als technisch lezen. In de eerste graad moet wandellezen het verwerkingsniveau van de individuele leerling ondersteunen. In de meeste klassen worden de methodegebonden strategiekaarten en taalkaarten

dynamisch en doelgericht aangeboden om de eindtermen voor het domein ‘strategieën’ te bereiken.

(12)

Materieel beheer Uitrusting Leermiddelen

De school beschikt over de noodzakelijke leermiddelen om de leerplandoelen te realiseren. In meerdere klassen is er een uitgebreid aanbod van actuele leesboeken. De meeste leerkrachten roosteren actief bibliotheekbezoek in. Recent beschikken alle klassen over digitale borden waarmee leerkrachtafhankelijk de ruime wereld in de klas wordt gehaald. Het gebruik van onder meer multimediamiddelen om gericht te differentiëren en te remediëren is in de meeste klassen beperkt.

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig / representatief

Leerlingvolgsysteem Gericht op bijsturing

Er is nog geen eenduidigheid over de evaluatiemethodiek op schoolniveau. De leraren zijn vrij om naast de

evaluatievoorstellen van de methode zelf toetsen samen te stellen. Er wordt nog niet gereflecteerd over de wijze, de criteria, de normering en de relatie met de leerplandoelen van de evaluaties.

De voornamelijk cijfermatige resultaten uit de rapporten leren ons dat de op communicatie gerichte domeinen luisteren, spreken en creatief schrijven minder doorwegen op het geheel van de evaluatie dan de louter technische taalvaardigheden als spelling en technisch lezen. Vooral voor spelling maken leerkrachten op basis van de

evaluaties foutenanalyses die doorgaans op klasniveau tot begeleidende maatregelen leiden.

De testen worden voor spelling en technisch lezen systematisch afgenomen. Ook het AVI-leesniveau van de leerlingen wordt in kaart gebracht. De resultaten ervan worden tijdens het kindoverleg besproken.

De school besliste om niet langer deel te nemen aan de valide en betrouwbare toetsen van de eigen

onderwijskoepel. Vorige deelnames hebben er nooit toe geleid om ernstig werk te maken van een resultatenanalyse om daarmee het rendement van het geboden onderwijs na te gaan of bij te sturen. Vaak is er in het vervolgonderwijs bij meerdere leerlingen een terugval in de resultaten.

Begeleiding Leerbegeleiding

Beeldvorming Zorg

De eigen evaluatiemethodieken en observaties, de

overgangsgesprekken, het formeel en informeel kindoverleg en een methodegebonden individuele kijkwijzer vormen de basis van de beeldvorming voor de zorg. Deze informatie wordt deels in een elektronisch en deels in een papieren dossier opgeslagen en is toegankelijk voor de teamleden.

De verzamelde informatie over de leerlingenvorderingen beslaat voor dit leergebied voornamelijk de technisch- cognitieve kennis.

Het is te waarderen dat de meeste teamleden zinvolle werk- en groeperingsvormen organiseren waarbij ze zelf tijd vrij roosteren om zorgmomenten in de klas op te zetten.

Binnenklasdifferentiatie wordt nog niet aanzien als een structurele werk- en organisatievorm om onderwijs op maat voor het individuele kind aan te bieden. Het is nog geen

(13)

worden opgenomen in het leerlingvolgsysteem met het oog op bijsturing en continuïteit van de zorgverstrekking.

Voor sommige leerlingen die op de testen voor technisch lezen uitval vertonen, moeten tutorlezen en wandellezen de oplossing bieden. De vraag of deze aanpak wel het

gewenste effect of rendement geeft, blijft onbeantwoord en is niet op objectieve gegevens gebaseerd. Wie voor spelling onder het verwachte niveau scoort krijgt doorgaans door de klastitularis extra ondersteuning. Hiervoor kan worden geput uit de suggesties van het onderwijsleerpakket. Opvallend is dat sommige leraren de aangeboden spellingpakketten op eigen initiatief voor alle leerlingen verzwaren terwijl

leerlingen die onder het verwachte niveau scoren op hun honger blijven zitten. Leerlingen met dyslexie kunnen recent gebruik maken van een aangepast ondersteunend

softwareprogramma. In meerdere klassen worden de mogelijkheden vanuit de gekozen methode waaronder meegeleverde zorgprogramma's nog te weinig benut.

3.1.1.5 lager onderwijs: wereldoriëntatie Voldoet niet

De lagere afdeling bereikt de eindtermen voor het leergebied wereldoriëntatie in

onvoldoende mate. Het leerstofaanbod is te beperkt, onevenwichtig en onvolledig. Er zijn breuklijnen in de gradatie van het aanbod. Tijd- en ruimtekaders worden onvoldoende zichtbaar en dynamisch ingeschakeld. In de meeste klassen is de onderwijstijd zeer beperkt.

Curriculum Onderwijsaanbod

Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Actief leren

Het eerste leerjaar gebruikt een onderwijsmethode die nauw aansluit bij het aanvankelijk taalaanbod. Vanaf het tweede leerjaar hanteert de school een pakket van

bronnenmateriaal om de eindtermen te behalen. In de meeste klassen vormen de leerplandoelen noch bij het minimum aangeboden pakket, noch bij het extra aanbod het uitgangspunt om het onderwijsleeraanbod te plannen en op elkaar af te stemmen. De verwerking van het

bronnenmateriaal wordt teveel als doel aanzien en te weinig als middel om het leerplan te realiseren. Uit een recente screening constateerde de school dat niet alle eindtermen voor dit leergebied effectief aan bod komen. Anders is het voor het domein techniek waarbij de school over een eigen leerlijn beschikt waarin de te realiseren leerplandoelen duidelijk zijn aangegeven en afspraken zijn gemaakt om het aanbod gradueel af te stemmen op de suggesties van het leerplan.

In het eerste leerjaar sluiten het aanbod en de planning voortreffelijk aan bij de gedachte van het leerplan en komen andere leergebieden geïntegreerd aan bod. De leraren volgen hiervoor de methode vrij consequent. In de andere leerjaren vullen de meeste leerkrachten het aanbod aan met eigen thema’s die aansluiten bij de jaarkring, bij actuele gebeurtenissen of bij extramurale schoolinitiatieven. In sommige klassen zijn de aanvullende thema's uitdagend, aan de eigen omgeving gekoppeld en bieden ze kansen tot actieve inbreng van de leerlingen. Sommige leerkrachten maken voor het extra aanbod gebruik van wisselend bronnenmateriaal waardoor het aanbod jaarlijks verandert en er van continuïteit, gradatie en volledigheid nauwelijks

(14)

sprake is. In meerdere klassen zijn de tijd- en ruimtekaders niet conform het leerplan of onvoldoende zichtbaar

aanwezig. Actualiteit komt leerkrachtafhankelijk en weinig gestructureerd aan bod.

De meeste leerkrachten streven een interactief onderwijs na. Er is aandacht voor diverse werk- en

groeperingsvormen die de zelfactiviteit van de leerlingen aanwakkert. Proefjes en probleemoplossend omgaan met de hen omringende wereld krijgen in meerdere klassen een plaats in het onderwijsgebeuren. Bovendien organiseren leerkrachten zinvolle uitstappen gekoppeld aan de thema's.

Leergebiedoverschrijdende eindtermen komen in de extramurale en meerdaagse schoolinitiatieven aan bod.

Voor de verkeerslessen maken de leraren consequent gebruik van een onderwijspakket.

Curriculum Onderwijsorganisatie

Onderwijstijd Klasmanagement

In meerdere klassen wordt de door de onderwijskoepel aanbevolen onderwijstijd in onvoldoende mate gevolgd en kan de voorziene onderwijstijd voor dit leergebied

onmogelijk volstaan om het leerplan te realiseren. De leerkrachten zien te vaak activiteiten als leren leren, ICT- toepassingen en hoekenwerk als aparte lessen waardoor integratiemogelijkheden niet ten volle worden benut ten koste van de onderwijstijd.

Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen

Leermiddelen

De school voorziet in de materialen en leermiddelen die het leerplan minimaal vooropstelt. Een inventaris van de

uitgewerkte thema's en projecten en een omgevingsboek ontbreken nog. De school kan hierdoor het aanbod moeilijk afstemmen op de eigen schoolcontext.

In maar weinig klassen vertolken tentoonstellingtafels, uitgestald kindwerk, illustratieve wanden en een aangepast illustratief boekenaanbod het actuele klasthema. Niet in alle klassen hangen de te verwachten tijdlijnen en

aardrijkskundige wandkaarten. Het siert de teamleden dat ze zich vrij toegankelijk opstellen om de digitale borden in het didactisch proces effectief in te schakelen. De

leerkrachten zijn hierin groeiende.

(15)

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig / representatief

Gericht op bijsturing Leerlingvolgsysteem

Er bestaat ook voor dit leergebied nog geen eenduidige schoolvisie over de evaluatie. In het schoolwerkplan moeten algemene afspraken helpen bij het opstellen van valide en betrouwbare toetsen. De meeste leerkrachten putten voor hun evaluatie uit de batterij toetsvragen die bij het

bronnenpakket horen en vooral op niveau van de

eindtermen zijn opgesteld. Voor meerdere thema's staan de leraren zelf in voor de toetsvragen. De wijze waarop de leerkrachten waken over de bevraging van vaardigheden, kennis en attitudes is sterk verschillend. Slechts in een beperkt aantal klassen worden de evaluaties met leerplangerelateerde toetsvragen aangevuld.

De school gaat niet in op het aanbod van de koepel om dit leergebied te toetsen en na te gaan in welke mate de leerlingen eindtermen en leerplandoelen bereiken. Ook de mogelijkheid om dit via bestaande peilingproeven van de overheid na te gaan is niet bekend.

De gegevens uit de evaluatie resulteren in een cijfer op het rapport. De leerkrachten hebben geen zicht hoe de

leerlingen evolueren voor de verschillende domeinen van het leergebied noch op de individuele talentontwikkeling. De rapportering wordt in het leerlingvolgsysteem opgenomen maar is voor dit leergebied niet gericht op bijsturing.

Begeleiding Leerbegeleiding

Beeldvorming

De leerlingendossiers bevatten weinig of geen informatie en gegevens over de vorderingen van de leerlingen op doelen voor wereldoriëntatie.

3.1.1.6 lager onderwijs: leren leren Voldoet

De lagere afdeling spant zich voldoende in om de eindtermen na te streven voor het leergebiedoverschrijdende thema leren leren. Het aanbod is voldoende doelgericht en planmatig uitgetekend.

Curriculum Onderwijsaanbod

Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Actief leren

De school beschikt over een schooleigen werkplan inclusief een jaarplan voor het nastreven van de

leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren. De kerngedachten bij de decretale eindtermen vormen het uitgangspunt. De eindtermen zijn het referentiekader.

Het tijdspad om aan deze eindtermen te werken is uitgeschreven in een gradueel opgesteld jaarplan en geconcretiseerd in een kindgericht aanbod. Het valt op dat sommige leerkrachten in hun planning het leergebied leren leren expliciet als een apart domein opnemen. Anderen volgen de aanwijzingen in de afsprakennota en oefenen deze leergebiedoverschrijdende eindtermen geïntegreerd in de verschillende leergebieden.

Alle leergebiedoverschrijdende eindtermen komen meermaals aan bod. Er is voldoende aandacht voor

leerprocessen die zowel in de uitgesproken cognitieve sfeer als in de sfeer van attitudes en vaardigheden thuishoren.

Op een overzicht houden de leerkrachten de nagestreefde eindtermen bij.

(16)

De school onderzocht de samenhang tussen de eindtermen voor sociale vaardigheden en leren leren. Dit resulteert in een geïntegreerd aanbod. Aandachtspunten worden tijdens klassikale 'prikkels' aangeboden. Het consequent gebruik van een leeftijdspecifiek leerlingenagenda biedt aanvullend de nodige ondersteuning. Bovendien houden alle

leerkrachten zich aan de afgesproken leerlijn.

Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen

Leermiddelen

De school voorziet in voldoende ontwikkelingsmaterialen en leermiddelen om de verschillende eindtermen expliciet na te streven. In alle klassen worden vooral voor de leergebieden Nederlands, Frans en wiskunde strategieën aangeboden.

Meerdere ondersteunende kijkwijzers, heuristieken en geheugensteuntjes zijn aanwezig om het leerproces te ondersteunen. Leerkrachten geven aan dat ze deze plannen dynamisch gebruiken. Daarnaast beschikken de leerlingen over een planningsagenda waarin het plannen, het ordenen en het eigen leerproces kritisch wordt

bevraagd.

Evaluatie Evaluatiepraktijk Kindvolgsysteem Gericht op bijsturing Leerlingvolgsysteem

De meeste leerkrachten controleren regelmatig het

planningsdocument van de leerlingen. Ze houden geregeld korte, gerichte gesprekken waarbij ze de leerlingen

aanzetten tot zelfreflectie.

Het is nog geen gewoonte dat informatie over het proces van leren leren een expliciete plaats krijgt in het

leerlingenvolgsysteem. De evaluatie van leren leren resulteert doorgaans in een appreciatie over leef- en leerhoudingen op het rapport.

Begeleiding Leerbegeleiding

Beeldvorming Zorg

Het leerlingendossier bevat weinig bruikbare informatie om de begeleiding aan te sturen. De meeste leerkrachten ondersteunen de leerlingen in het bewaken en bijsturen van het eigen leerproces. Ze doen dit door aanmoedigingen en schriftelijke tips te geven.

Professionalisering Deskundigheidsbevordering

Nascholingen

De school tekende in op een teamgericht nascholing met als doel het doelgericht gebruik van de schoolagenda in het kader van leren leren. De resultaten van deze nascholing vertolken zich duidelijk op de klasvloer en in de

afsprakennota op schoolniveau. Opmerkelijk hierbij is dat ook in de kleuterafdeling sporen van de afsprakennota te vinden zijn die aansluiten bij ontwikkelingsaspecten.

(17)

3.1.2 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op:

Onderzochte voorwaarde Verwijzing regelgeving JA/NEEN Leeft de school de bepalingen na over de

taalregeling in het onderwijs?

decreet bao - art. 62,6° ja

Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd, zoals bedoeld in artikel 50 in acht?

decreet bao - art. 62,8° ja

Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de vereiste bepalingen zijn opgenomen?

decreet bao - art. 62,10° ja

Wordt de officiële school begeleid door de begeleidingsdienst van het GO!, OVSG of POV?

decreet bao - art.

62,§2,4°

ja

3.2 Respecteert de school de overige reglementering?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op:

Onderzochte regelgeving Verwijzing regelgeving JA/NEEN Is er een schoolreglement waarin de

verplichte bepalingen correct zijn opgenomen?

decreet bao - art. 37 ja

• geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse gemeenschap en de rechtspersonen die ervan afhangen

ja

• de bijdrageregeling ja

• de engagementsverklaring tussen de school en de ouders waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen over het oudercontact, voldoende aanwezigheid, vormen van individuele

leerlingenbegeleiding en het positieve

engagement ten aanzien van de onderwijstaal

ja

• de afspraken in verband met het rookverbod ja

• het orde- en tuchtreglement van de leerlingen met inbegrip van de beroepsmogelijkheden

ja

• de procedures volgens welke getuigschriften worden toegekend

ja

• de procedure volgens welke beroep kan worden ingediend tegen een beslissing van de

klassenraad met betrekking tot het getuigschrift

ja

• bepalingen in verband met het recht op onderwijs aan huis

ja

• richtlijnen inzake afwezigheden en te laat komen

ja

• afspraken in verband met huiswerk, agenda’s en rapporten

ja

• de wijze waarop de leerlingenraad in voorkomend geval wordt samengesteld

ja

(18)

Is het schoolreglement conform het

inschrijvingsrecht? decreet bao - art. 37 ja

Is er een schoolwerkplan waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen?

decreet bao - art. 47 ja

• de omschrijving van het pedagogisch project zijnde het geheel van fundamentele

uitgangspunten dat het schoolbestuur voor de school vastlegt

ja

• de organisatie van de school en voornamelijk de indeling in leerlingengroepen

ja

• de wijze waarop de school het leerproces van de leerlingen beoordeelt en daarover rapporteert

ja

• de voorzieningen in het gewoon onderwijs voor leerlingen met een handicap of die leerbedreigd zijn, inclusief de werkvormen met andere scholen van gewoon/buitengewoon onderwijs

ja

• de wijze waarop de school via haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid werkt aan de optimale leer- en ontwikkelingskansen van al haar leerlingen

ja

Bezorgt de school de verplichte informatie aan de ouders correct bij de eerste

inschrijving?

decreet bao - art. 28 ja

Zorgt de school voor een correcte invulling

van het zorgbeleid? decreet bao - art.

153septies, enkel van toepassing binnen een scholengemeenschap

ja

Indien de school onthaalonderwijs voor anderstalige leerlingen organiseert, is er dan een individueel werkplan voor de leerling?

BVR

personeelsformatie

ja

Indien de school onthaalonderwijs voor anderstalige leerlingen organiseert, voorziet ze dan voor de leerkrachten nascholing taalvaardigheid en sociale integratie?

ja

Respecteert de school de voorgeschreven procedure die leidt tot het afleveren van een getuigschrift?

decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998

ja

Bewaart de school de bepaalde lijsten, notulen en dossiers met betrekking tot. het getuigschrift?

decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998

ja

Verloopt het afleveren van attesten aan leerlingen die geen getuigschriften krijgen, correct?

decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998

ja

Respecteert de school het recht op 28 lestijden per week?

decreet bao - art. 28 ja Heeft de school overlegd of onderhandeld in

het lokaal comité over een 29ste lestijd?

decreet bao - art. 28 ja

(19)

4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?

Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of -variabelen levert het volgende op:

4.1 Begeleiding

4.1.1 Leerbegeleiding

De school staat voor wat betreft de kwaliteitsbewaking van deze indicator/variabele aan het begin van een ontwikkelingsproces.

Motivering

De school ontwikkelde recent een nieuwe operationele zorgvisie. Het leerkrachtenteam is zich bewust van de groeiende rol die ze te vervullen heeft binnen het proces van het zorgcontinuüm. Een uitgeschreven stappenplan omschrijft de wijze waarop de school tegen de preventieve basiszorg, de verhoogde zorg en de uitbreiding van zorg aankijkt. De taakomschrijving van het zorgteam en de verwachtingen die het team ten aanzien van het zorgteam kunnen hebben, zijn hierin duidelijk opgenomen.

In beide afdelingen dienen leerkrachten de evolutie van de leerlingen in kaart te brengen.

Beperkte toetsanalyses leiden tot preventief of remediërend handelen.

Vooral in de kleuterafdeling maken de kleuteronderwijzers al werk van gerichte observaties met het oog op differentiatie en andere ondersteunende maatregelen. Ze maken hiervoor gebruik van een gestructureerde methode, volgden de nodige nascholing en maakten afspraken omtrent de toepassing ervan. Voor de borging van de zorginitiatieven in het kindvolgsysteem zijn ze nog zoekend.

In de lagere afdeling zorgde de verzuchting van leerkrachten om te streven naar kleinere klasgroepen voor de afschaffing van de taakklas. Het is ten zeerste de vraag of de lokroep naar kleinere klasgroepen het nodige effect heeft op de geboden zorg en of de

leerkrachten in staat zijn om ook de verhoogde zorg met een minimum aan ondersteuning kwalitatief uit te bouwen.

Op personeelsvergaderingen krijgen de teamleden verduidelijking over de vernieuwde zorgwerking.

De school organiseert formeel zorgoverleg. Er is ook veel informeel overleg. Het zorgteam ondersteunt de formele overgangsgesprekken nog niet inhoudelijk.

Alle leerkrachten zetten zich in om de eerstelijnszorg aan te bieden.

In de zorgmap worden de individuele infofiches, observaties van de overgangsmomenten, globale observatielijsten, groeiobservaties van ontwikkelingsaspecten en diverse score- en puntenlijsten bijgehouden. De beeldvorming wordt echter belemmerd door de veelheid aan verschillende registratiedocumenten die verspreid zijn over verschillende dragers.

Niet alle zorgondersteunende acties worden al consequent in het leerlingenvolgsysteem opgenomen. Daardoor vertonen de op gang getrokken zorginitiatieven weinig of geen continuïteit en gaat meermaals kostbare tijd verloren.

Hoewel het zorgteam getuigt van de nodige gedrevenheid, inzet en inzichten, stuurt ze nog te weinig de zorgwerking volgens de huidige schoolvisie. De meeste leerkrachten zijn zich onvoldoende bewust van de vraaggestuurde beschikbaarheid van de zorgleerkrachten of doen er te weinig beroep op. Het is de verdere opdracht van het zorgteam om in de toekomst het leerkrachtenteam te ondersteunen en de zorgvisie bij alle leerkrachten te implementeren.

(20)

Meerdere leerkrachten wachten de geplande momenten van het MDO af om de verhoogde zorg toe te passen, waardoor de hulpverlening vaak te lang op zich laat wachten. Anderen pakken de verhoogde zorg op eigen houtje aan.

Sommige leerkrachten stappen op eigen initiatief naar externe hulpverleners zonder de fase van de uitbreiding van de zorg in gezamenlijk overleg te plegen. Dit heeft tot gevolg dat er een wildgroei aan goedbedoelde zorginitiatieven ontstaat waardoor het zorgteam geen enkel zicht meer heeft op de verschillende acties en haar coördinerende rol volledig verliest.

Het is nog geen gewoonte de zorginitiatieven handelingsgericht aan te bieden. Er liggen nog heel wat kansen open om de gestructureerde zorg doelgerichter uit te werken waardoor de zorgwerking aan doeltreffendheid kan winnen.

4.2 Evaluatie

4.2.1 Evaluatiepraktijk

De school staat voor wat betreft de kwaliteitsbewaking van deze indicator/variabele aan het begin van een ontwikkelingsproces.

Motivering

Hoewel de school beschikt over ‘richtlijnen voor de evaluatiepraktijk’ blijkt uit de gesprekken met teamleden geen sluitende evaluatiepraktijk voor alle leergebieden.

Leerkrachten evalueren de leerlingen op diverse manieren. In de kleuterafdeling gebeurt de evaluatie al vrij doelgericht. De evaluatiepraktijk bestaat er vooral uit gerichte

observaties binnen de verschillende ontwikkelingsdomeinen en uit genormeerde testen die overwegend gericht zijn op schoolrijpheidsvoorwaarden. De opbrengst van het

kleuteronderwijs wordt nog niet formeel getoetst aan de voortgang in het eerste leerjaar.

In de lagere afdeling situeert de evaluatie van de leervorderingen van de leerlingen zich vooral in toetsen en testen. Niet alle evaluaties gebeuren al doelgericht en volgens de visie van de leerplannen. Het valt op dat de evaluatie van leergebieden die gericht zijn op creatieve vaardigheden in een cijfer worden vertaald. Ook leer- en leefhoudingen worden geëvalueerd. De evaluatie van de bewegingsopvoeding resulteert in een vaardigheidslijst.

ICT-vaardigheden worden nog niet geëvalueerd. Informatie over de houding van de leerlingen van de lagere afdeling wordt in de klasagenda genoteerd. De wijze waarop leerlingen huistaken en opdrachten plannen en afwerken wordt geëvalueerd. Het is eveneens positief dat de leerlingen aan de hand van hun klasagenda sytematisch hun eigen proces leren sturen.

Vanuit de zorgklas worden in het midden en op het eind van het schooljaar testen voor spelling, technisch lezen en wiskundige competenties afgenomen. Er zijn

screeningsperiodes voorzien van het welbevinden, de betrokkenheid en de competenties van de leerlingen.

De kleuteronderwijzers beschikken over een gestructureerde methode om de vorderingen van de kleuters voor de verschillende ontwikkelingsdomeinen in kaart te brengen. Eigen observaties al dan niet gekoppeld aan begrippenlijsten vullen het beeld over de evolutie van de kinderen aan. In de lagere afdeling bestaat een grote vrijheid om de inhouden van de evaluaties te kiezen. De leraar is vrij om zelf een toets samen te stellen of deze uit de handleiding te gebruiken. Vooral de onderwijsleerpakketten vormen de basis voor de evaluatiepraktijk. Waar de pakketten onvoldoende voorzien in ondersteuning ontwikkelen de leraren zelf hun evaluaties. De schoolleider verzamelt vooraf de proefwerken, maar maakt nog geen analyses van de evaluatiemethodieken met het oog op de bewaking van de validiteit en de doelgerichtheid ervan.

(21)

Het MDO op het einde van het schooljaar geeft bij mogelijks overzitten advies

In de kleuterafdeling zijn er duidelijke afspraken over de wijze van observeren. Het gebruik van begrippenlijsten en een gestructureerde observatiemethode zorgt voor een vrij volledig beeld van de ontwikkeling van de kleuters. In de lagere school is de wijze van evalueren leerkrachtafhankelijk en bijgevolg minder congruent.

Het is nog geen gewoonte dat de leerkrachten de zelfontwikkelde evaluaties koppelen aan de na te streven of te bereiken leerplandoelen. Daarenboven worden nog maar weinig doeltreffende methodieken gebruikt om voor die leergebieden waar de communicatieve en de creatieve vaardigheden de bovenhand hebben gericht te evalueren. De meeste

evaluaties zijn vooral gericht op de verzameling van punten of lettercodes voor de periodieke rapporten en in mindere mate gericht op bijsturing van zowel het didactisch proces van de leraar als het leer- en ontwikkelingsproces van de leerlingen.

De school staat open voor responsiviteit van derden. De ouders kregen de kans om aan de hand van een vragenlijst hun oordeel te geven over een aantal aspecten van het

schoolgebeuren. Uit de bevraging blijkt dat de ouders doorgaans bijzonder tevreden zijn over de school. Aandachtspunten over de toilethygiëne en de verkeersveiligheid aan de school zijn in actiepunten omgezet en wachten op uitvoering. Naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen start de school met een leerlingenraad.

In het schoolwerkplan is een naslagwerk opgenomen over de wijze waarop leerlingen kunnen geëvalueerd worden. Voorlopig is het onduidelijk wat de impact van dit naslagwerk is op de evaluatiepraktijk van de school. Er is nog maar weinig geïnvesteerd in gerichte nascholing voor dit aspect van de schoolwerking.

De school is nog zoekende naar de meest effectieve methode om voor alle leergebieden zowel de vaardigheden, de kennis en de attitudes van de leerlingen in kaart te brengen met het oog op procesgericht evaluatie. De school staat op dat vlak zeker nog aan het begin van een ontwikkelingsproces om zowel haar proces aan de hand van de leerplandoelen als haar resultaatsverplichting aan de hand van de eindtermen in kaart te brengen.

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL

Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op:

Het leiderschap wordt waargenomen door de directeur die zijn huidige onderwijsopdracht al bijna 10 jaar vervult. Eén van zijn opdrachten bestond er in om deze school met drie vestigingsplaatsen om te vormen tot een school met twee vestigingsplaatsen.

De directeur is regelmatig zichtbaar in de school en vlot bereikbaar voor de ouders, de kinderen en de teamleden. Hij onderhoudt voornamelijk informele contacten. De klemtoon van zijn schoolse tijdsbesteding ligt hoofdzakelijk in de schoolorganisatorische en

administratieve sfeer van het schoolleven. Onderwijskundige taken komen in mindere mate aan bod. Vooral in de kleuterschool kan de schoolleider voor de onderwijskundige sturing terugvallen op een sterke teamspirit, deskundigheid en gelijkgerichtheid van alle

kleuteronderwijzers. Hierdoor focust het beleid van de schoolleider zich voornamelijk op de lagere afdeling. De schoolleider wil diegene zijn die eerst denkt en daarna op zoek gaat naar mensen die willen meedenken. Daarbij valt de directeur snel terug op de

zorgcoördinator.

Meerdere leerkrachten zien de schoolleider als de architect metser of de coach die mensen ruimte geeft in de taakuitvoering, tijd voor medewerkers maakt en begripsvol en

bemiddelend intervenieert. De schoolleider houdt zowel het welzijn van de kinderen als het welzijn van de leerkrachten voor ogen.

(22)

De school beschikt niet over een meerjarenplan om samen met het team de prioriteiten vast te leggen en de schoolvisie te actualiseren.

De teamgerichte nascholingen worden veelal ad hoc gepland. Ook de individuele

nascholingsinitiatieven waarop een eerder beperkt aantal teamleden intekent zijn weinig in relatie tot de gekozen schoolprioriteiten.

De coaching van de teamleden is eerder beperkt. De directeur houdt weinig gerichte klasbezoeken met verslaglegging. De bezochte leerkrachten kregen tijdens deze klasbezoeken didactische tips mee en vonden de feedback verrijkend. De schoolleider houdt functioneringsgesprekken met alle teamleden. Teambeslissingen worden nog niet structureel opgevolgd op de klasvloer waardoor de individuele visie op onderwijs zich

vooral in de lagere afdeling vertaalt in een verschillende onderwijspraktijk.

Tijdens de personeelsvergaderingen komen naast menselijke ontmoetingskansen, ook praktisch organisatorische afspraken en onderwijskundige items aan bod. De

verantwoordelijken voor de zorgwerking geven aan dat ze tijdens het teamoverleg

voldoende kansen krijgen om hun werking toe te lichten. Externen komen in beperkte mate het team ondersteunen. Dit gebeurde onder meer bij de keuze van nieuwe

onderwijskundige methodes en de aankoop van vernieuwend didactisch materiaal. Er is verslaglegging van de personeelsvergaderingen. Belangrijke conclusies schuiven door in het schoolwerkplan dat vrij recent op een digitaal platform voor alle teamleden beschikbaar is.

De leiderschapsstijl kenmerkt zich door een democratische ingesteldheid en democratische

besluitvorming waar mogelijk. Wanneer nodig neemt de directeur de nodige beslissingen.

De aandacht voor interne kwaliteitszorg is minimaal. Er worden geen initiatieven genomen op basis van sterkte-zwakteanalyses die de verschillende aspecten van het

schoolgebeuren bevragen. Een uitzondering hierop is de ouderbevraging.

Het is nog geen gewoonte dat het team reflecteert over de eigen aanpak, de

outputgegevens en of de vernieuwingen wel het gewenste resultaat hebben. De detectie van noden en de bepaling van schoolprioriteiten gebeurt vooral via overleg of door de melding van hiaten door alerte teamleden.

De school staat aan het begin van een ontwikkelingstraject rond het talenbeleid. De leerkrachten doen inspanningen om een verzorgd Standaardnederlands te hanteren in de mondelinge en schriftelijke communicatie. De school heeft haar talenbeleid nog niet geëvalueerd.

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL

6.1 Wat doet de school goed ? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De inspanningen in de kleuterafdeling om de ontwikkelingsdoelen voor Nederlands en wereldoriëntatie na te streven.

 Het onderwijsleeraanbod voor Nederlands en leren leren in de lagere afdeling.

 De goed gestructureerde kleuterklassen en de stimulerende werkplekken.

 Het geïntegreerde aanbod voor wereldoriëntatie in het eerste leerjaar.

 Het leerplangerichte aanbod voor het domein techniek voor de hele school.

 Het verzorgd taalgebruik van de leerkrachten.

(23)

Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen

 De beeldvorming in de kleuterschool.

 De zorggevoeligheid van de leerkrachten om de zorg en de eerstelijnszorg in het bijzonder te realiseren.

 De inspanningen van het zorgteam.

Wat betreft het algemeen beleid

 De democratische leiderschapsstijl.

 De actieve inbreng van het zorgteam.

6.2 Wat kan de school verbeteren ? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De noodzakelijke onderwijstijd voorzien in alle klassen voor het leergebied

wereloriëntatie in de lagere afdeling.

 De noodzakelijke tijd- en ruimtekaders zoals aangegeven in de leerplannen voorzien in alle klassen van de lagere afdeling.

Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen

 De leerbegeleiding verder implementeren conform de zorgvisie.

 De evaluatiepraktijk uitwerken met het oog op een valide beeldvorming.

 De registratie van de zorginitiatieven functioneel borgen.

Wat betreft het algemeen beleid

 De kwaliteit van het geboden onderwijs opvolgen op de klasvloer.

 De schoolprioriteiten op langere termijn plannen.

 De evaluatiepraktijk sturen.

 De effectiviteit van het geboden onderwijs onderzoeken.

6.3 Wat moet de school verbeteren ? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De volledigheid van het leerstofaanbod voor wereldoriëntatie in de lagere afdeling.

 De leerplanrealisatie voor wereldoriëntatie in de lagere afdeling.

(24)

7 ADVIES EN REGELING VOOR HET VERVOLG

7.1 Onderwijsdoelstellingen: advies en regeling voor het vervolg

In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies m.b.t. erkenningvoorwaarde voldoen aan de onderwijsdoelstellingen

GUNSTIG

voor kleuteronderwijs

BEPERKT GUNSTIG Lager onderwijs

omwille van het niet voldoen aan de onderwijsdoelstellingen voor wereldoriëntatie

Om deze tekorten op te volgen voert de onderwijsinspectie vanaf 11-10-2015 opnieuw een controle uit.

7.2 Overige erkenningsvoorwaarden: advies en regeling voor het vervolg GUNSTIG

Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever

Peter De Clerck

Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling:

Voor kennisname

Het bestuur of zijn gemandateerde

Naam:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De school heeft vrij systematisch aandacht voor de leerresultaten, maar ook voor de tevredenheid van diverse actoren zoals ouders en leerlingen. Daarvoor maakt ze gebruik

 De school beschikt voor het lager onderwijs over te weinig representatieve gegevens om aan te tonen dat de leerlingen de eindtermen voor het leergebied wereldoriëntatie bereiken

Net zoals in de lagere school zijn de acties, en voor kleuters is dat meer logisch, gericht op externe motivatie.. Positief gedrag krijgt daarbij vrij veel

In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt de

 De school toont met voldoende outputgegevens, bestaande uit leerlingenwerk en uit resultaten van methodegebonden toetsen, genormeerde testen en externe proeven

In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en

 Het team van de kleuterafdeling kan met een waaier aan outputgegevens aantonen dat het de deelleerplannen voor het leergebied muzische vorming realiseert: onder meer