• No results found

Inspectierapport Stichting Peuterspeelzaal Lotje (PSZ) Prinses Beatrixlaan DH WADDINXVEEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Stichting Peuterspeelzaal Lotje (PSZ) Prinses Beatrixlaan DH WADDINXVEEN"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Stichting Peuterspeelzaal Lotje (PSZ) Prinses Beatrixlaan 2

2741DH WADDINXVEEN

Toezichthouder: GGD Hollands Midden

In opdracht van gemeente: Waddinxveen

Datum inspectie: 17-04-2015

Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek...3

Observaties en bevindingen ...4

Pedagogisch klimaat ...4

Personeel en groepen...5

Inspectie-items...6

Gegevens voorziening...8

Gegevens toezicht...8

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal...9

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Omdat de kwaliteit van de opvang van kinderen in de eerste levensjaren van grote invloed is op de ontwikkeling van kinderen, stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra,

gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen op het gebied van: de pedagogische praktijk en het pedagogisch beleid, voorschoolse educatie, personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende personeel, de opvang in vaste groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, de behandeling van klachten en ouderrecht.

Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl.

Risicogestuurd toezicht:

Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van

risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht.

Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang.

Het risicogestuurd toezicht houdt derhalve in dat er een onderzoek plaatsvindt naar kernzaken. Dit onderzoek zal echter worden uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen, of indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een signaal. Indien deze

overtredingen, die niet al onder de kernzaken vallen, gedragsgerelateerd van karakter zijn, zullen deze in het risicogestuurde onderzoek ook beoordeeld worden.

Binnen het raamwerk van het risicogestuurd toezicht, geeft het rapport per geïnspecteerd onderdeel een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek.

Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd.

Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van alle inspectieonderdelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit inspectiebezoek.

Beschouwing

Stichting Peuterspeelzaal Lotje is gelegen in Waddinxveen en biedt plaats aan 16 kinderen per dagdeel. De peuterspeelzaal bevindt zich in een ruimte van de kerk en ook maakt zij gebruik van de ruime hal.

Stichting Peuterspeelzaal Lotje voldoet aan de getoetste voorwaarden. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

Tijdens het interview met de beroepskracht blijkt dat zij voldoende op de hoogte is van het pedagogisch beleidsplan. Dit komt ook tot uiting tijdens de observatie op de groep.

Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar.

Onderstaande beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd.

Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van vier basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele competentie, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden.

Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder twee of meer van deze competenties toegelicht met een voorbeeld.

Emotionele veiligheid

Er is een ontspannen, open sfeer in de groep

Er is een vaste structuur waarin de dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde plaatsvinden. De kinderen zijn hier zichtbaar van op de hoogte. Dit is

bijvoorbeeld te zien als de beroepskracht een bepaald liedje zingt. De kinderen zijn aan het spelen en als de beroepskracht dit liedje zingt, dan komen alle kinderen bij haar staan. Hierna vertelt zij kort dat het tijd is om op te ruimen en geeft elk kind een opdrachtje om op te ruimen. De

beroepskrachten helpen de kinderen met opruimen en sturen hier en daar wat bij. Als het speelgoed is opgeruimd, gaan alle kinderen vanzelf naar het boekenrek en halen allemaal één of meerdere boeken eraf. Deze brengen zij naar de beroepskracht die de boekjes opruimt in de kast.

Persoonlijke competentie

Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen

Kinderen krijgen de ruimte om bijvoorbeeld zelf een pakje of beker drinken open te maken. De beroepskrachten houden in de gaten of er hulp nodig is en vragen dit ook. Een ander kind wordt juist gestimuleerd zelf weer de dop op zijn beker te doen.

Tijdens de gehele observatie is gezien en gehoord dat er complimenten gegeven en/of duimen opgestoken worden door de beroepskrachten.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Bestuurslid)

(5)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaringen omtrent het gedrag van nieuwe personen werkzaam na de inspectie op 19-05- 2014, zijn gecontroleerd. Alle nieuwe personen zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag welke voldoet aan de voorwaarden. De overige verklaringen omtrent het gedrag zijn bij vorige inspecties beoordeeld.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskwalificaties van nieuwe beroepskrachten die in dienst zijn getreden na de vorige inspectiedatum, op 19-05-2014, zijn gecontroleerd. Alle nieuwe beroepskrachten beschikken over een beroepskwalificatie welke voldoet aan de voorwaarden. De overige beroepskwalificaties zijn bij vorige inspecties beoordeeld.

Opvang in groepen

Peuterspeelzaal Lotje biedt plaats aan maximaal 16 kinderen per dagdeel.

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Op de dag van inspectie voldoet de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio aan de voorwaarden.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Bestuurslid)

 Interview anderen (Beroepskracht)

 Observaties (Locatiebezoek)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

(6)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar.

(art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.

(art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit

(7)

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:

- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;

- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(8)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Stichting Peuterspeelzaal Lotje

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Stichting Peuterspeelzaal Lotje

Adres houder : Heggewinde 28

Postcode en plaats : 2742EB WADDINXVEEN

Website : www.lotjewaddinxveen.nl

KvK nummer : 29049365

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hollands Midden

Adres : Postbus 121

Postcode en plaats : 2300AC LEIDEN

Telefoonnummer : 088-3083460

Onderzoek uitgevoerd door : L. Kester Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Waddinxveen

Adres : Postbus 400

Postcode en plaats : 2740AK WADDINXVEEN

Planning

Datum inspectie : 17-04-2015

Opstellen concept inspectierapport : 13-05-2015

Zienswijze houder : 18-05-2015

Vaststelling inspectierapport : 02-06-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie : 02-06-2015

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 02-06-2015

Openbaar maken inspectierapport : 23-06-2015

(9)

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Bij adreshouder staat Heggewinde. Dat mag vervangen worden door Peuleyen 56, 2742 EJ Waddinxveen (het adres van mij, de secretaris).

Hartelijke groet, Anne ter Schuur

Secretaris peuterspeelzaal Lotje

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a