• No results found

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 november 2014 (OR. en)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Raad van de Europese Unie Brussel, 19 november 2014 (OR. en)"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Raad van de Europese Unie

Brussel, 19 november 2014 (OR. en)

15729/14

LIMITE COMER 232 WTO 305

ANTIDUMPING 59 CODEC 2288 Interinstitutioneel dossier:

2013/0103 (COD)

NOTA

van: het voorzitterschap

aan: Raad

nr. vorig doc.: 15198/14 COMER 222 WTO 291 ANTIDUMPING 57 CODEC 2188 + COR 1

Betreft: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap en Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn

[eerste lezing]

- Oriënterend debat

1. Op 11 april 2013 heeft de Commissie aan de Raad het in hoofde genoemde voorstel betreffende de modernisering van de handelsbeschermingsinstrumenten ingediend, dat

strekt tot wijziging van de thans van kracht zijnde antidumping- en antisubsidieverordeningen (doc. 8495/13 + ADD 1-2), evenals de hiermee verband houdende mededeling (doc. 8493/13).

PUBLIC

(2)

2. Op 25 april 2013 heeft het Europees Parlement de heer Christofer FJELLNER (SE, EPP) benoemd tot rapporteur voor dit dossier. De amendementen zijn ingediend op 9 december 2013 en de stemming in de Commissie internationale handel heeft plaatsgevonden op 21 januari 2014.

De amendementen (78 in totaal) zijn op 5 februari 2014 in de plenaire vergadering van het EP aangenomen. De wetgevingsresolutie is door het Europees Parlement op 16 april 2014

aangenomen.

3. Voortbouwend op de tijdens de vorige voorzitterschappen geleverde inspanningen en de besprekingen in juli en september 2014 heeft het Italiaanse voorzitterschap op 22 september 2014 het ontwerp van een compromisvoorstel voorgelegd, waarvan de geconsolideerde versie in de bijlage staat.

4. Uit de besprekingen, in het Coreper of de Groep handelsvraagstukken, is andermaal naar voren gekomen dat er onder de delegaties diepe verdeeldheid blijft bestaan betreffende het voorstel inzake de niet-toepassing van de regel van het lagere recht, waarbij 14 lidstaten vóór zijn en de 14 andere lidstaten fel tegen zijn. De eerste groep vindt dat de regel van het lagere recht niet langer moet worden toegepast in antidumping- of antisubsidiegevallen waarin van structurele verstoringen van de grondstoffenmarkt sprake is, terwijl de tweede groep de status quo gehandhaafd wil zien.

5. Gememoreerd wordt dat de regel van het lagere recht ervoor zorgt dat de opgelegde heffingen niet hoger zijn dan noodzakelijk is om de schade aan de EU-bedrijfstak weg te nemen. Het heffingsbedrag wordt bepaald op het lagere niveau tussen de dumpingmarge en het niveau van de schade.

In het voorstel van het voorzitterschap wordt de regel van het lagere recht uitsluitend op antidumpinggevallen toegepast.

(3)

6. Met het oog op de voorbereiding van de zitting van de Raad heeft het Coreper op 5 november de Groep handelsvraagstukken opgedragen reeksen technische punten te bespreken (helpdesk voor KMO's, terugbetaling, duur en verzendingsclausule/voorafgaande kennisgeving), met uitzondering van de regel van het lagere recht, die in het Coreper van 12 november zou worden besproken. Na afloop van deze Corepervergadering heeft de Groep handels- vraagstukken opdracht gekregen om de definities van "grondstoffen" en "energie" te bespreken. Deze technische besprekingen hebben plaatsgevonden tijdens de buitengewone vergaderingen van de groep op respectievelijk 6 en 17 november.

7. In het licht van het bovenstaande wordt de Raad verzocht een oriënterend debat over het compromisvoorstel van het voorzitterschap in bijlage dezes te houden.

(4)

BIJLAGE COMPROMISVOORSTEL VAN HET VOORZITTERSCHAP

voor een

ONTWERPVERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad betreffende beschermende

maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap en Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad betreffende bescherming tegen

invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2, Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

(5)

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De gemeenschappelijke regels voor de bescherming tegen invoer met dumping en invoer met subsidie uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie, zijn vervat in Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap1 respectievelijk in Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betref- fende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn2 (hierna gezamenlijk "de basisverordeningen" genoemd). De

verordeningen werden aanvankelijk na de afsluiting van de ronde van Uruguay in 1995 vastgesteld. Op grond van het feit dat de verordeningen sindsdien een aantal keren zijn gewijzigd, besloot de Raad in 2009 de verordeningen omwille van de duidelijkheid en de rationele ordening van de teksten te codificeren.

(2) Hoewel de verordeningen inmiddels zijn gewijzigd, heeft sinds 1995 geen fundamentele evaluatie van de werking van deze instrumenten plaatsgevonden. Om die reden nam de Commissie in 2011 het initiatief tot een herziening van de verordeningen om deze, onder meer, beter te doen aansluiten op de behoeften van het bedrijfsleven aan het begin van de 21e eeuw.

(3) Op grond van de herziening dienen enkele bepalingen van de basisverordeningen te worden gewijzigd om de transparantie en de voorspelbaarheid te verhogen, in doeltref- fende maatregelen ter bestrijding van vergeldingspraktijken van derde landen te voorzien, de doeltreffendheid en de handhaving van de instrumenten te verbeteren en de praktijk bij nieuwe onderzoeken te optimaliseren.

(6)

(4) Ter verbetering van de transparantie en de voorspelbaarheid van antidumping- en antisubsidieonderzoeken dienen de partijen die door de instelling van voorlopige antidumping- en compenserende maatregelen worden geraakt, met name importeurs, op de hoogte te worden gebracht van de naderende instelling van dergelijke maatregelen.

Ook dienen de partijen in het geval van onderzoeken waarbij de instelling van voorlopige maatregelen niet gepast is, eveneens ruim op tijd op de hoogte te worden gesteld van het feit dat geen voorlopige maatregelen worden ingesteld.

(5) Alvorens voorlopige maatregelen in te stellen, dient exporteurs en producenten de gelegen- heid te worden geboden hun eigen dumping- of subsidiemarge te berekenen. Eventuele fouten in deze berekening zouden vervolgens vóór de instelling van de maatregelen kunnen worden gecorrigeerd.

--

(8) Derde landen interveniëren in toenemende mate in de handel in grondstoffen en energie, bijvoorbeeld in de vorm van uitvoerrechten of dubbele prijsstelling, met de bedoeling om de grondstoffen ten behoeve van binnenlandse downstreamgebruikers in het eigen land te houden. De kosten van grondstoffen en energie zijn derhalve niet het resultaat van de werking van de gebruikelijke krachten van de markt en geen afspiegeling van vraag en aanbod van een bepaalde grondstof. Dergelijke interventies veroorzaken bijkomende verstoringen van de handel. Als gevolg hiervan kan producenten in de Unie niet alleen schade worden berokkend door dumping, maar hebben zij ten opzichte van de downstreamproducenten uit derde landen die zich aan dergelijke praktijken schuldig maken, ook te kampen met een sterkere verstoring van de handel. De regel van het lagere recht dient derhalve niet van toepassing te zijn

wanneer structurele verstoringen van de grondstoffen- of energiemarkt het gevolg zijn van een weloverwogen keuze van een derde land.

--

(7)

(10) Om de praktijk bij nieuwe onderzoeken te optimaliseren, dienen de gedurende het onderzoek geïnde rechten te worden terugbetaald aan de importeurs wanneer maatregelen na uitvoering van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen niet worden verlengd.

Dit is gepast aangezien in dergelijke gevallen is gebleken dat gedurende de

onderzoeksperiode niet aan de voorwaarden voor handhaving van de maatregelen is voldaan.

--

(12) De bedrijfstak van de Unie mag niet langer op basis van de in de verordeningen vastgestelde toepassingsdrempels worden gedefinieerd.

(12a) Diverse en gefragmenteerde sectoren die grotendeels uit kmo´s bestaan ondervinden moeilijkheden bij de toegang tot handelsbeschermingsprocedures wegens de complexiteit van de procedures en de hoge kosten die hieraan verbonden zijn. De toegang van kmo's tot het instrument dient te worden bevorderd door een versterking van de rol van de helpdesk voor kmo´s, die kmo's ondersteuning moet bieden. Tevens dienen de administratieve

procedures in verband met handelsbeschermingsprocedures beter te worden aangepast aan de beperkte middelen waarover kmo's beschikken.

(12b) De duur van onderzoeken in antidumpinggevallen dient te worden beperkt tot één jaar en deze onderzoeken moeten worden afgerond binnen dertien maanden na inleiding van de procedure. De duur van onderzoeken in antisubsidiegevallen dient te worden beperkt tot één jaar en deze onderzoeken moeten worden afgerond binnen twaalf maanden na inleiding van de procedure. In ieder geval mogen voorlopige rechten alleen worden ingesteld gedurende een periode die aanvangt 60 dagen na inleiding van de procedure tot acht maanden na inleiding van de procedure.

(12c) Niet-vertrouwelijke elementen van aan de Commissie voorgelegde verbintenissen dienen aan de belanghebbenden te worden medegedeeld. Alvorens een eventuele aangeboden verbintenis te aanvaarden, dient de Commissie de bedrijfstak van de Unie te raadplegen met betrekking tot de voornaamste kenmerken van de ondernemingen.

(8)

(13) In het geval van een oorspronkelijk onderzoek waarbij dumping- of subsidiemarges

worden vastgesteld die onder de de-minimisdrempel liggen, dient het onderzoek onmiddellijk te worden beëindigd met betrekking tot de betrokken exporteurs, die naderhand niet aan een nieuw onderzoek in verband met dezelfde procedure worden onderworpen.

(14) Met betrekking tot nieuwe onderzoeken in verband met antidumping- of

antisubsidiemaatregelen moet het, waar gepast, mogelijk zijn om anders te werk te gaan dan bij het onderzoek dat tot instelling van die maatregelen heeft geleid, teneinde te waarborgen dat ten aanzien van verschillende onderzoeken op een gegeven tijdstip een coherente

werkwijze wordt gehanteerd. Hierdoor wordt met name de nodige speelruimte geboden om werkwijzen te wijzigen die gaandeweg op grond van veranderende omstandigheden zijn herzien.

(15) Wanneer aan de voorwaarden is voldaan voor de opening van een onderzoek naar de ontwijking van maatregelen, dient de invoer in elk geval te worden onderworpen aan registratie.

(16) Bij onderzoeken naar de ontwijking van maatregelen is het wenselijk om de voorwaarde te schrappen dat producenten van het betrokken product niet verbonden mogen zijn met enige producent voor wie de oorspronkelijke maatregelen gelden, willen zij in aanmerking komen voor vrijstelling van registratie of uitgebreide rechten. Dit omdat de ervaring leert dat producenten van het betrokken product soms niet betrokken blijken te zijn bij

ontwijkingspraktijken, maar wel verbonden zijn met een producent voor wie de oorspronkelijke maatregelen gelden. In dergelijke gevallen dient een dergelijke producent de vrijstelling niet uitsluitend op grond van het feit te worden geweigerd dat de onderneming verbonden is met een producent voor wie de oorspronkelijke maatregelen gelden. Wanneer de ontwijking in de Unie plaatsvindt, mag het feit dat importeurs zijn verbonden aan exporteurs voor wie de maatregelen gelden, niet de doorslag geven bij de beoordeling of hem vrijstelling kan worden verleend.

(17) Wanneer het aantal producenten in de Unie zo groot is dat er een steekproef moet worden genomen, dan dient die uit alle producenten in de Unie te worden samengesteld, en niet alleen uit de producenten die de klacht hebben ingediend.

(9)

(18) Bij de beoordeling van het belang van de Unie dienen alle producenten in de Unie, en niet alleen de producenten die de klacht hebben ingediend, in de gelegenheid te worden gesteld om opmerkingen te maken.

(18a) Het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 en Verordening (EG) nr. 597/2009 maakt het mogelijk de handelsbeschermingsinstrumenten geregeld en tijdig te monitoren als onderdeel van een gestructureerde interinstitutionele dialoog over dit onderwerp. De openbaarmaking van dit verslag, zes maanden na de presentatie ervan aan het Europees Parlement en de Raad, garandeert transparantie voor belanghebbenden en het publiek.

(18b) De Commissie dient ervoor te zorgen dat belanghebbenden gemakkelijker toegang krijgen tot de niet-vertrouwelijke dossiers, door die dossiers via een internetplatform openbaar te maken.

(18c) De Commissie dient het Europees Parlement en de Raad regelmatig te informeren over ingestelde onderzoeken en over ontwikkelingen in verband met deze onderzoeken.

(18d) Wanneer het aantal producenten in de Unie zo groot is dat een steekproef moet worden genomen, dient de Commissie, bij samenstelling van een steekproef van producenten, ten volle rekening te houden met het aandeel van kmo´s in de steekproef, met name in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan.

(18bis) Om de voorspelbaarheid van handelsbeschermingsinstrumenten te vergroten, dient de Commissie alles in het werk te stellen om de onderzoekstijd te beperken. Meer in het bijzonder dient de Commissie waar mogelijk, en met name voor de minder complexe gevallen, werk te maken van een spoedige aanneming van voorlopige maatregelen.

(10)

(19) Verordening (EG) nr. 1225/2009 en Verordening (EG) nr. 597/2009 dienen daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1225/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 1 worden de volgende leden toegevoegd:

"4a. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder grondstoffen van een betrokken product verstaan, onverwerkte of verwerkte grondstoffen of energie die een groot deel van de productiekosten van het betrokken product vertegenwoordigen.

4b. Een grondstof wordt geacht het voorwerp te zijn van een structurele verstoring wanneer de prijs ervan niet uitsluitend het resultaat is van de normale marktwerking, maar ook van staatsinmenging, bijvoorbeeld door middel van uitvoerbelastingen, uitvoer- beperkingen en systemen van dubbele prijzen.".

2. In artikel 4, lid 1, wordt de aanhef vervangen door:

"1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder "bedrijfstak van de Unie"

verstaan, de gezamenlijke producenten in de Unie van de soortgelijke producten of diegenen van deze producenten wier gezamenlijke productie van de betrokken producten een groot deel van de totale productie van deze producten in de Unie uitmaakt, met dien verstande dat:"

(11)

3. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a) het volgende lid wordt toegevoegd:

"1a. De Commissie bevordert toegang tot het instrument voor diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die merendeels bestaan uit kleine en middelgrote ondernemingen (kmo´s).

De helpdesk voor kmo´s zorgt voor meer bekendheid van het instrument en geeft voorlichting en uitleg met betrekking tot specifieke zaken, de vraag hoe een klacht kan worden ingediend en hoe bewijzen voor dumping en schade het best kunnen worden gepresenteerd. De helpdesk voor kmo´s stelt standaardformulieren beschikbaar voor met het oog op de beoordeling van de representativiteit in te dienen statistieken en voor de vragenlijsten. Na de instelling van een onderzoek stelt de helpdesk voor kmo's onder- nemingen en hun relevante verenigingen die waarschijnlijk gevolgen zullen ondervinden van de instelling van het onderzoek op de hoogte van de relevante termijnen om zich te laten registreren als belanghebbende. Zij helpt de ondernemingen met vragen inzake het invullen van vragenlijsten, waarbij bijzondere aandacht zal worden besteed aan vragen van kmo's. Voor zover mogelijk helpt zij problemen als gevolg van taalbarrières verminderen.

Ingeval kmo´s aanwijzingen voor dumping overleggen, verstrekt de helpdesk kmo´s, overeenkomstig artikel 14, lid 6, informatie over de ontwikkeling van de omvang en de waarde van de invoer van het betrokken product. Zij geeft tevens adviezen over aanvullende manieren om in contact te treden met de raadadviseur-auditeur en de nationale douane- autoriteiten. De helpdesk voor kmo's informeert ondernemingen over de mogelijkheden en de voorwaarden waaronder zij kunnen verzoeken om herziening van de maatregelen en om terugbetaling van de betaalde antidumpingrechten."

b) aan lid 4 wordt de volgende zin toegevoegd:

"In het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kleine en middelgrote ondernemingen bestaan, stelt de Commissie de klagers desgevraagd alle relevante niet-vertrouwelijke informatie ter beschikking."

(12)

4. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 9 wordt vervangen door:

"Het onderzoek in de overeenkomstig artikel 5, lid 9, ingeleide procedures wordt binnen één jaar afgesloten. Een dergelijk onderzoek wordt in ieder geval binnen dertien maanden na de opening beëindigd, overeenkomstig de krachtens artikel 8 in verband met verbintenissen gedane bevindingen, of de krachtens artikel 9 in verband met definitieve maatregelen gedane bevindingen. De onderzoeksperioden vallen indien mogelijk, in het bijzonder in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan, samen met het boekjaar."

b) de volgende leden worden toegevoegd:

"10a. De Commissie zorgt voor optimale toegang tot informatie voor alle belanghebbenden door te voorzien in een informatiesysteem door middel waarvan belanghebbenden op de hoogte worden gesteld wanneer er nieuwe niet-vertrouwelijke informatie wordt toegevoegd aan het onderzoeksdossier. Niet-vertrouwelijke informatie wordt ook toegankelijk gemaakt via een internetplatform.

10b. De Commissie ziet erop toe dat de procedurele rechten daadwerkelijk gewaarborgd worden, waar nodig door een raadadviseur-auditeur.

10c. De vragenlijsten die in de onderzoeken worden gebruikt, worden op verzoek van belanghebbenden door de Commissie opgesteld in alle officiële talen van de Unie."

(13)

5. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

"1. Voorlopige rechten kunnen worden ingesteld indien een procedure is ingeleid overeenkomstig artikel 5, hiervan bericht is gegeven en belanghebbenden overeenkomstig artikel 5, lid 10, voldoende gelegenheid hebben gehad inlichtingen te verstrekken en opmerkingen te maken, er voorlopig is vastgesteld dat dumping plaatsvindt en daaruit schade voor een bedrijfstak van de Unie voortvloeit, en het belang van de Unie maatregelen ter voorkoming van dergelijke schade noodzakelijk maakt. Voorlopige rechten worden niet eerder ingesteld dan 60 dagen en niet later dan acht maanden na de inleiding van de

procedure.

Op de zevende dag voor de bekendmaking van de voorlopige maatregelen wordt via een internetplatform van de Commissie een louter informatief overzicht van de voorgestelde rechten ter beschikking gesteld van het publiek. '

b) lid 2 wordt vervangen door:

"Het voorlopige antidumpingrecht bedraagt niet meer dan de voorlopig vastgestelde dumpingmarge. Het voorlopige antidumpingrecht moet lager zijn dan de dumpingmarge indien dit lagere recht toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, tenzij in verband met het betrokken product in het land van uitvoer een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt, als bedoeld in artikel 1c, leden 4a en 4b, is

vastgesteld."

(14)

6. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

Mits er voorlopig is vastgesteld dat dumping plaatsvindt en daaruit schade voortvloeit, kan de Commissie overgaan tot aanvaarding van een door een exporteur op vrijwillige basis aangeboden bevredigende verbintenis om zijn prijzen te herzien of de uitvoer met dumping te staken, mits de Commissie na specifieke raadpleging van het raadgevend comité ervan overtuigd is dat de schadelijke gevolgen van de dumping hierdoor worden weggenomen. In dergelijke gevallen en voor de duur van de verbintenis zijn de door de Commissie op grond van artikel 7, lid 1, ingestelde voorlopige rechten of de door de Raad op grond van artikel 9, lid 4, ingestelde definitieve rechten niet van toepassing op de invoer van de betreffende producten die geproduceerd worden door de ondernemingen die worden genoemd in het besluit van de Commissie tot aanvaarding van verbintenissen, en eventuele wijzigingen daarvan. De prijzen worden ingevolge deze verbintenissen niet sterker verhoogd dan nodig is om de dumpingmarge te doen verdwijnen, en de prijsverhoging moet lager zijn dan de dumpingmarge als dat toereikend is om de schade voor de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, tenzij er een structurele verstoring van de grondstoffenmarkt als bedoeld in artikel 1c, leden 4a en 4b, is vastgesteld."

b) lid 4 wordt vervangen door:

"4. Partijen die een verbintenis aanbieden, dienen een betekenisvolle niet-vertrouwelijke versie daarvan te verschaffen die ter beschikking van de bij het onderzoek betrokken partijen kan worden gesteld. Met betrekking tot de niet-vertrouwelijke samenvatting is artikel 19 van toepassing. Voorts moet de Commissie alvorens een eventuele aangeboden verbintenis te aanvaarden de bedrijfstak van de Unie raadplegen met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van de verbintenis.

Aangezien een verbintenis een antidumpingmaatregel vormt, is het van bijzonder belang dat de niet-vertrouwelijke samenvatting van de verbintenis duidelijk en zo volledig mogelijk is."

(15)

7. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 3 wordt vervangen door:

"3. "Bij een overeenkomstig artikel 5, lid 9, ingeleide procedure wordt de schade normaal als te verwaarlozen beschouwd wanneer de betrokken invoer minder bedraagt dan de in artikel 5, lid 7, aangegeven hoeveelheden. Deze procedure wordt onmiddellijk beëindigd indien wordt vastgesteld dat de dumpingmarge minder dan 2% bedraagt, uitgedrukt als percentage van de uitvoerprijs."

b) in lid 4 wordt de laatste volzin vervangen door:

"Het antidumpingrecht bedraagt niet meer dan de vastgestelde dumpingmarge. Het

antidumpingrecht moet lager zijn dan de dumpingmarge indien dit lagere recht toereikend is om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, tenzij in verband met het betrokken product in het land van uitvoer een structurele verstoring van de grondstoffen- markt, als bedoeld in artikel 1c, leden 4a en 4b, is vastgesteld."

(16)

8. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 2 wordt de tweede alinea vervangen door:

"Een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van een maatregel wordt geopend wanneer het verzoek daartoe voldoende bewijs bevat dat het vervallen van de maatregel waarschijnlijk tot voortzetting of herhaling van dumping en schade zal leiden. Deze waarschijnlijkheid kan bijvoorbeeld worden aangetoond door het bewijs dat nog steeds invoer met dumping plaatsvindt en dat daardoor schade ontstaat, dat het verdwijnen van de schade geheel of ten dele aan de bestaande maatregelen is toe te schrijven of dat de omstandigheden van de exporteurs dan wel de marktsituatie van zodanige aard zijn, dat de schade veroorzakende dumping waarschijnlijk zal voortduren. De aanhoudende verstorende maatregelen van het land van uitvoer via verstoringen van de grondstoffenmarkt die

gevolgen hebben voor het onderzochte product, dienen in voorkomend geval in aanmerking te worden genomen bij het analyseren van de waarschijnlijkheid.

b) aan lid 5 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Indien de maatregel na een onderzoek als bedoeld in lid 2 komt te vervallen, worden alle vanaf de datum van opening van dat onderzoek geïnde rechten terugbetaald, mits om die terugbetaling is verzocht bij en deze is toegekend door de nationale douaneautoriteiten overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving van de Unie betreffende terugbetaling en kwijtschelding van rechten. Een dergelijke terugbetaling vormt geen aanleiding tot betaling van rente door de desbetreffende nationale douaneautoriteiten."

c) lid 9 wordt geschrapt.

(17)

9. Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 3 wordt de tweede zin vervangen door:

"Het onderzoek wordt, na raadpleging van het raadgevend comité, geopend door middel van een verordening van de Commissie die de douaneautoriteiten tevens de instructie geeft de invoer overeenkomstig artikel 14, lid 5, te registreren of zekerheidstelling te eisen."

b) in lid 4 wordt de eerste alinea vervangen door:

"De invoer door ondernemingen waarop een vrijstelling van toepassing is, hoeft niet overeenkomstig artikel 14, lid 5, te worden geregistreerd en hierop zijn geen rechten van toepassing. Een voldoende door bewijsmateriaal gestaafd verzoek tot vrijstelling moet worden ingediend binnen de in de verordening van de Commissie tot opening van het onderzoek gestelde termijn. Wanneer de praktijken, processen of werkzaamheden ter ontwijking buiten de Unie geschieden, kunnen vrijstellingen worden verleend aan producenten van het

betreffende product die kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij enige ontwijking zoals beschreven in de leden 1 en 2 van dit artikel. Wanneer de praktijken, processen of werkzaam- heden ter ontwijking binnen de Unie geschieden, kunnen vrijstellingen worden verleend aan importeurs die kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij ontwijkingspraktijken als omschreven in de leden 1 en 2."

(18)

10. Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 5 wordt vervangen door:

"De Commissie kan, nadat zij de lidstaten tijdig heeft geïnformeerd, de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat met ingang van de datum van registratie op deze invoer maatregelen kunnen worden toegepast. Tot registratie van de invoer kan worden overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen. De invoer kan ook op initiatief van de Commissie aan

registratie worden onderworpen. De registratieverplichting wordt opgelegd door middel van een verordening waarin het doel van de maatregel en, zo nodig, een schatting van de bedragen die eventueel later verschuldigd zullen zijn, worden vermeld. De invoer wordt voor een periode van ten hoogste negen maanden aan registratieplicht onderworpen."

b) lid 6 wordt vervangen door:

"6. De lidstaten brengen de Commissie maandelijks verslag uit over de invoer van goederen die voorwerp van onderzoeken en maatregelen zijn, onder opgave van het bedrag van de rechten dat op grond van de onderhavige verordening is geheven. De Commissie kan, na ontvangst van een specifiek en met redenen omkleed verzoek van een belanghebbende partij, besluiten niet-vertrouwelijke samenvattingen (in het bijzonder de samengevoegde bedragen) betreffende het volume en de invoerwaarde van de betrokken producten te verstrekken."

(19)

11. In artikel 17 wordt lid 1 vervangen door:

‘1. Indien het aantal producenten in de Unie, exporteurs of importeurs, productsoorten of transacties groot is, kan het onderzoek worden beperkt tot een redelijk aantal partijen, producten of transacties, door gebruik te maken van statistisch geldige steekproeven op basis van op het tijdstip van de selectie beschikbare gegevens, of tot de grootste representatieve productie-, verkoop- of exporthoeveelheden die binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kunnen worden onderzocht."

12. Na artikel 19 wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 19 bis

Informatie over voorlopige maatregelen

1. De producenten in de Unie, de importeurs, de exporteurs, en hun representatieve verenigingen en vertegenwoordigers van het land van uitvoer kunnen verzoeken om informatie over de beoogde instelling van voorlopige rechten. Deze verzoeken dienen binnen de in het bericht van opening/inleiding vastgestelde termijn schriftelijk te worden ingediend. De informatie wordt de verzoekende partijen ten vroegste 21 en uiterlijk 14 dagen vóór de bekendmaking van voorlopige maatregelen ter beschikking gesteld.

(20)

De informatie omvat het volgende:

a) een louter informatief overzicht van de voorgestelde rechten, en

b) nadere gegevens over de berekening van de dumpingmarge en de passende marge om de schade voor de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de vertrouwelijkheidsverplichtingen van artikel 19. De betrokken partijen kunnen binnen een termijn van drie werkdagen opmerkingen over de juistheid van de berekeningen indienen.

2. Indien wordt besloten het onderzoek voort te zetten zonder voorlopige rechten in te stellen, worden de belanghebbenden ten vroegste 21 en uiterlijk 14 dagen vóór het verstrijken van de in artikel 7, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten in kennis gesteld van het feit dat geen voorlopige rechten worden ingesteld. "

13. In artikel 21 wordt lid 2 vervangen door:

"2. Teneinde de autoriteiten een gezonde basis te verschaffen om bij het besluit, of de instelling van maatregelen in het belang van de Unie is, met alle standpunten en gegevens rekening te kunnen houden, kunnen de producenten in de Unie, de importeurs en hun

representatieve verenigingen, de representatieve gebruikersorganisaties en de representatieve consumentenorganisaties binnen de in het bericht van opening van een antidumpingonderzoek gestelde termijnen, zich bij de Commissie bekendmaken en haar inlichtingen verstrekken.

Deze inlichtingen, of passende samenvattingen daarvan, worden ter beschikking gesteld aan de andere in dit artikel genoemde partijen, die het recht hebben daarover opmerkingen te maken."

(21)

14. Het volgende artikel 22 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 22 bis Verslag

Teneinde het Europees Parlement en de Raad beter in staat te stellen de tenuitvoer- legging van de verordening te monitoren dient de Commissie, met inachtneming van de verplichting vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 19 te beschermen, jaarlijks bij het Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing en de tenuitvoer- legging van deze verordening in. Het verslag bevat informatie over de toepassing van voorlopige en definitieve maatregelen, de beëindiging van onderzoeken zonder maat- regelen, verbintenissen, nieuwe onderzoeken, en de herziening van en het toezicht op maatregelen. Eveneens wordt toegelicht hoe derde landen gebruik maken van op de Unie gerichte handelbeschermingsinstrumenten en hoe deze maatregelen door de Commissie worden gevolgd.

Het verslag gaat ook in op de activiteiten van de helpdesk voor kmo's in verband met de toepassing van deze verordening."

(22)

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 597/2009 wordt als volgt gewijzigd:

De titel wordt vervangen door:

"Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Unie zijn"

[Deze wijziging geldt voor de volledige tekst van Verordening (EG) nr. 597/2009.]

1. In artikel 9, lid 1, wordt de aanhef vervangen door:

"1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder "bedrijfstak van de Unie"

verstaan, de gezamenlijke producenten van soortgelijke producten in de Unie of diegenen van deze producenten wier gezamenlijke productie van de betrokken producten een groot deel van de totale productie van deze producten in de Unie uitmaakt, met dien verstande dat:"

2. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 9 wordt vervangen door:

"Het onderzoek in de overeenkomstig artikel 10, lid 11, ingeleide procedure wordt binnen één jaar afgesloten. Een dergelijk onderzoek wordt in ieder geval uiterlijk twaalf maanden na opening afgesloten, overeenkomstig de krachtens artikel 13 in verband met verbintenissen gedane bevindingen, of de krachtens artikel 15 in verband met definitieve maatregelen gedane bevindingen. De onderzoeksperioden vallen indien mogelijk, in het bijzonder in het geval van diverse en gefragmenteerde bedrijfstakken die grotendeels uit kmo´s bestaan, samen met het boekjaar."

(23)

b) de volgende nieuwe leden worden toegevoegd:

"11 bis. De Commissie bevordert toegang tot het instrument voor diverse en

gefragmenteerde bedrijfstakken die merendeels uit kleine en middelgrote ondernemingen (kmo´s) bestaan. De helpdesk voor kmo´s zorgt voor meer bekendheid van het instrument en geeft voorlichting en uitleg met betrekking tot specifieke zaken, de vraag hoe een klacht kan worden ingediend en hoe bewijzen voor tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies en schade het best kunnen worden gepresenteerd.

De helpdesk voor kmo´s stelt standaardformulieren beschikbaar voor met het oog op de beoordeling van de representativiteit in te dienen statistieken en voor de vragenlijsten.

Ingeval van een onderzoek stelt de helpdesk voor kmo's de ondernemingen en de verenigingen van die ondernemingen waarvoor het instellen van een procedure waarschijnlijk gevolgen zal hebben, in kennis van dit onderzoek en van de termijnen om zich als belanghebbende te laten registreren.

De helpdesk helpt problemen in verband met het invullen van de vragenlijsten oplossen, en besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de vragen van kmo's. Voor zover mogelijk helpt hij problemen als gevolg van taalbarrières verminderen.

Ingeval kmo´s aanwijzingen voor tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies kunnen overleggen, verstrekt de helpdesk de kmo´s, in overeenstemming met artikel 24, lid 6, informatie over de ontwikkeling van de omvang en de waarde van de invoer van het betrokken product.

Hij geeft tevens adviezen over aanvullende manieren om in contact te treden met de raadadviseur-auditeur en de nationale douaneautoriteiten. De helpdesk voor kmo's informeert ondernemingen over de mogelijkheden en de voorwaarden waaronder zij om herziening van de maatregelen en terugbetaling van de betaalde compenserende

(24)

11 ter. De Commissie zorgt voor optimale toegang tot informatie voor alle belanghebbenden door te voorzien in een informatiesysteem door middel waarvan belanghebbenden op de hoogte worden gesteld wanneer er nieuwe niet-vertrouwelijke informatie wordt toegevoegd aan het onderzoeksdossier. Niet-vertrouwelijke informatie wordt ook toegankelijk gemaakt via een internetplatform.

11 quater. De Commissie ziet erop toe dat de procedurele rechten daadwerkelijk gewaarborgd worden, waar nodig door een raadadviseur-auditeur.

11 quinquies. De Commissie stelt vragenlijsten voor onderzoeken op, en stelt deze op verzoek van belanghebbenden ter beschikking in alle officiële talen van de Unie."

3. Artikel 12, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a) de tweede alinea wordt vervangen door:

"Voorlopige rechten worden niet eerder dan 60 dagen en niet later dan acht maanden na de inleiding van de procedure ingesteld."

b) aan het einde wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Op de zevende dag vóór de bekendmaking van de voorlopige maatregelen wordt via een internetplatform van de Commissie een louter informatief overzicht van de voorgestelde rechten ter beschikking gesteld van het publiek."

(25)

4. In artikel 13 wordt lid 4 vervangen door:

"4. Partijen die een verbintenis aanbieden, dienen een betekenisvolle niet-vertrouwelijke versie daarvan te verschaffen die ter beschikking van de bij het onderzoek betrokken partijen kan worden gesteld. Met betrekking tot de niet-vertrouwelijke samenvatting is artikel 29 van toepassing. Voorts moet de Commissie, alvorens een aangeboden verbintenis te aanvaarden, de bedrijfstak van de Unie raadplegen met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van de verbintenis."

5. In artikel 14 wordt lid 5 vervangen door:

"5. De hoogte van de subsidies waartegen compenserende maatregelen kunnen worden genomen, wordt als minimaal beschouwd indien deze minder dan 1 % ad valorem bedraagt, met dien verstande dat bij onderzoeken naar de invoer uit ontwikkelingslanden de drempel voor het als minimaal te beschouwen 2 % ad valorem bedraagt."

6. Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Indien de maatregel na een onderzoek als bedoeld in artikel 18 komt te vervallen, worden alle na de datum van inleiding van dat onderzoek geïnde rechten terugbetaald. De terug- betaling moet overeenkomstig de douanewetgeving van de Unie bij de nationale

douaneautoriteiten worden aangevraagd."

b) lid 6 wordt geschrapt.

(26)

7. Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

a) in de tweede volzin van lid 4 wordt "kan geven" vervangen door "geeft".

b) in lid 6 wordt de tweede alinea vervangen door:

"Wanneer de praktijken, processen of werkzaamheden ter ontwijking buiten de Unie geschieden, kunnen vrijstellingen worden verleend aan producenten van het betreffende product die kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij enige ontwijking zoals beschreven in lid 3."

c) in lid 6 wordt de derde alinea vervangen door:

"Wanneer de praktijken, processen of werkzaamheden ter ontwijking binnen de Unie geschieden, kunnen vrijstellingen worden verleend aan importeurs die kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij enige ontwijking zoals beschreven in lid 3."

(27)

8. Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 5 wordt vervangen door:

"5. De Commissie kan, nadat zij de lidstaten tijdig heeft geïnformeerd, de douane- autoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat met ingang van de datum van registratie op deze invoer maatregelen kunnen worden toegepast.

Tot registratie van de invoer kan worden overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen.

De invoer kan ook op initiatief van de Commissie aan registratie worden onderworpen.

De registratieverplichting wordt opgelegd door middel van een verordening waarin het doel van de maatregel en, zo nodig, een schatting van de bedragen die eventueel later verschuldigd zullen zijn, worden vermeld. De invoer wordt voor een periode van ten hoogste negen

maanden aan registratieplicht onderworpen."

b) lid 6 wordt vervangen door:

"6. De lidstaten brengen de Commissie maandelijks verslag uit over de invoer van goederen die voorwerp van onderzoeken en maatregelen zijn, onder opgave van het bedrag van de rechten dat op grond van de onderhavige verordening is geheven.

De Commissie kan, na ontvangst van een specifiek en met redenen omkleed verzoek van een belanghebbende partij, besluiten niet-vertrouwelijke samenvattingen (in het bijzonder de samengevoegde bedragen) betreffende het volume en de invoerwaarde van de betrokken producten te verstrekken."

(28)

9. In artikel 27, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

"1. Indien het aantal producenten in de Unie, exporteurs of importeurs, productsoorten of transacties groot is, kan het onderzoek worden beperkt tot:"

10. Na artikel 29 wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 29 bis

Informatie over voorlopige maatregelen

1. De producenten in de Unie, de importeurs, de exporteurs, en hun representatieve verenigingen en vertegenwoordigers van het land van uitvoer kunnen om informatie verzoeken over de beoogde instelling van voorlopige rechten. Deze verzoeken dienen binnen de in het bericht van opening/inleiding vastgestelde termijn schriftelijk te worden ingediend. De informatie wordt de verzoekende partijen ten vroegste 21 en uiterlijk 14 dagen vóór de bekendmaking van voorlopige maatregelen ter beschikking gesteld.

Deze informatie omvat het volgende:

a) een louter informatief overzicht van de voorgestelde rechten, en

b) nadere gegevens over de berekening van de subsidiemarge en de passende marge om de schade aan de bedrijfstak van de Unie weg te nemen, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de vertrouwelijkheidsverplichtingen van artikel 29. De betrokken partijen kun- nen binnen een termijn van drie werkdagen opmerkingen over de juistheid van de

berekeningen indienen.

2. Indien wordt besloten het onderzoek voort te zetten zonder voorlopige rechten in te stellen, worden de belanghebbenden ten vroegste 21 en uiterlijk 14 dagen vóór het verstrijken van de in artikel 12, lid 1, genoemde termijn voor de instelling van voorlopige rechten in kennis gesteld van het feit dat geen voorlopige rechten worden ingesteld.

(29)

11. In artikel 31 wordt lid 2 vervangen door:

"2. Teneinde de autoriteiten een deugdelijke basis te verschaffen om bij het besluit of de instelling van maatregelen in het belang van de Unie is, met alle standpunten en gegevens rekening te kunnen houden, kunnen de producenten in de Unie, de importeurs en hun representatieve verenigingen, de representatieve gebruikers- en consumentenorganisaties zich binnen de in het bericht van opening van een antisubsidieonderzoek gestelde termijnen, bij de Commissie bekendmaken en haar inlichtingen verstrekken. Deze inlichtingen, of passende samenvattingen daarvan, worden ter beschikking gesteld aan de andere in dit lid genoemde partijen die het recht hebben daarover opmerkingen te maken."

12. Het volgende artikel 33 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 33 bis Verslag

1. Teneinde het Europees Parlement en de Raad beter in staat te stellen de tenuitvoer- legging van de verordening te monitoren dient de Commissie, met inachtneming van de verplichting vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 19 te beschermen, jaarlijks bij het Europees Parlement en de Raad een verslag over de toepassing en de tenuitvoerlegging van deze verordening in. Het verslag bevat informatie over de toepassing van voorlopige en definitieve maatregelen, de beëindiging van onderzoeken zonder maatregelen,

verbintenissen, nieuwe onderzoeken, en de herziening van en het toezicht op maatregelen.

Eveneens wordt toegelicht hoe derde landen gebruik maken van op de Unie gerichte handelbeschermingsinstrumenten en hoe deze maatregelen door de Commissie worden gevolgd.

Het verslag gaat ook in op de activiteiten van de helpdesk voor kmo's in verband met de toepassing van deze verordening."

(30)

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze verordening is van toepassing op alle onderzoeken waarvoor na de inwerkingtreding van deze verordening overeenkomstig artikel 10, lid 11, van Verordening (EG) nr. 597/2009 of artikel 5, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 een bericht van inleiding van een procedure is

gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– de facultatieve kwaliteitsaanduiding "product van eilandlandbouw" voor een generieke /horizontale aanduiding op het etiket van een product, zonder verwijzing naar de

- De voorzitters van de OCM-groepen brengen verslag uit aan het Comité culturele zaken over de geboekte vooruitgang en de behaalde resultaten. In voorkomend geval verstrekt het

Fiscale voordelen voor het aanmoedigen van investeringen door KMO’s?. Aanmoediging

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:.. In afwijking van de artikelen 28, 30 en 110 van het Verdrag wordt Frankrijk gemachtigd om tot 31 december 2020 vrijstelling of

Europese Unie van het Haags Verdrag van 30 juni 2005 inzake bedingen van forumkeuze.. BESLUIT VAN DE RAAD van ... betreffende de goedkeuring namens de Europese Unie.. van het

vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen 2 , bevatten bepalingen met betrekking tot de besluitvorming door de

ex 6103 00 00 Kostuums, ensembles, colbertjassen, blazers en dergelijke, lange en korte broeken (andere dan zwembroeken) en zogenaamde Amerikaanse overalls, van brei- of

zo zijn er lagere lonen in de sectoren waarin vooral vrouwen aan de slag zijn, en vooroordelen over mannen, die minder behoefte zouden hebben aan een evenwicht tussen werk