• No results found

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 november 2018 (OR. en)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Raad van de Europese Unie Brussel, 6 november 2018 (OR. en)"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

13855/18 sv

TREE.1.B

NL

Raad van de Europese Unie

Brussel, 6 november 2018 (OR. en)

13855/18

CLIMA 198 ENV 715 ENER 358 TRANS 501 IND 319 COMPET 733 MI 792

ECOFIN 1009 DELACT 145 BEGELEIDENDE NOTA

van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 30 oktober 2018

aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN,

secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Nr. Comdoc.: C(2018) 7019 final

Betreft: GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 30.10.2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 wat betreft de veiling van 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten uit de

marktstabiliteitsreserve ten bate van het innovatiefonds en ter opneming van een door Duitsland aan te wijzen veilingplatform

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2018) 7019 final.

Bijlage: C(2018) 7019 final

(2)

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 30.10.2018 C(2018) 7019 final

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 30.10.2018

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 wat betreft de veiling van 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve ten bate van het innovatiefonds en ter opneming van een door Duitsland aan te wijzen veilingplatform

(Voor de EER relevante tekst)

(3)

NL

1

NL

TOELICHTING

1. ACHTERGRONDVANDEGEDELEGEERDEHANDELING

De bevordering van innovatie op het gebied van koolstofarme technologieën is van cruciaal belang voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. De onlangs herziene regels1 van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (de EU-ETS), vastgelegd in Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad2, zijn de belangrijkste wettelijke middelen om het pad te effenen voor de nakoming van de verbintenissen van de EU in het kader van de Overeenkomst van Parijs. Er is met name bij artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG een fonds opgericht (het "innovatiefonds") dat de mogelijkheid zal bieden om innovatie te ondersteunen op het gebied van koolstofarme technologieën en processen in sectoren die onder de EU-ETS vallen, met inbegrip van het milieutechnisch veilig afvangen en toepassen van CO2 ("CCU"), het milieutechnisch veilig afvangen en geologisch opslaan ("CCS") van CO2, producten ter vervanging van koolstofintensieve technologieën en innovatieve technologieën voor hernieuwbare energie en energieopslagtechnologieën.

Krachtens artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG is de Europese Commissie ("de Commissie") bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van de richtlijn met voorschriften voor de werking van het innovatiefonds, ook wat betreft de selectieprocedure en -criteria. De Commissie bereidt momenteel een ontwerp voor van een gedelegeerde handeling inzake de werking van het innovatiefonds, en wordt daarin bijgestaan door een voor dat doel opgerichte groep van deskundigen. Volgens de planning zal die gedelegeerde handeling in de loop van 2019 in werking treden.

Bij de herziening van Richtlijn 2003/87/EG kwamen de medewetgevers overeen dat het innovatiefonds tijdig, d.w.z. vóór 2021, moet beginnen. In aanvulling op de 400 miljoen voor het innovatiefonds bestemde emissierechten voor de periode 2021-2030 worden daarom uit hoofde van artikel 10 bis, lid 8, tweede alinea, van die richtlijn 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve en eventuele resterende inkomsten van het zogenaamde NER300-programma voor innovatieondersteuning van fase 3 beschikbaar gesteld.

De resterende middelen van het NER300-programma van fase 3 beschikbaar zijn als inkomsten van de 300 miljoen aan emissierechten die door de Europese Investeringsbank (EIB) in de periode 2011-2014 te gelde zijn gemaakt, maar de 50 miljoen emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve moeten nog te gelde worden gemaakt.

Het effect op de koolstofmarkt van de tegeldemaking van deze emissierechten moet zo klein mogelijk worden gehouden wat betreft de verdeling van de hoeveelheden emissierechten die gedurende een bepaalde periode op de markt worden verkocht en de daarbij te gebruiken marktinfrastructuur. Tegelijkertijd moet de tegeldemaking zo worden uitgevoerd dat de opbrengsten ervan tijdig beschikbaar zijn vóór 2021 voor de projecten die door het innovatiefonds worden ondersteund. Daarom moet een besluit over de tegeldemaking van de 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve worden genomen alvorens over te gaan op de tegeldemakingsregelingen van de hoofdreserve van 400 miljoen

1 Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814 (PB L 76, 19.3.2018, blz. 3).

2 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

(4)

voor het innovatiefonds bestemde emissierechten, die pas vanaf 2021 operationeel hoeven zijn. In dit verband is het veilen van de emissierechten volgens de in Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie3 vastgestelde regels en modaliteiten voor veilingen die plaatsvinden op een gemeenschappelijk veilingplatform (CAP of Common Auction Platform) de meest kosteneffectieve en efficiënte manier om die rechten tijdig ten bate van het innovatiefonds te gelde te maken. Een dergelijke aanpak zou wijzigingen van het bestaande rechtskader en eventuele extra kosten beperken. De herziene Richtlijn 2003/87/EG voorziet al in deze manier om emissierechten van het moderniseringsfonds te gelde te maken.

Om te kunnen voldoen aan de politieke wil om het innovatiefonds vroeg te starten, moet de tegeldemaking van de 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten via veilingen op het CAP mogelijk worden gemaakt door wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010, middels een gedelegeerde verordening van de Commissie.

In de wijziging wordt tevens het derde "opt-out"-veilingplatform voor Duitsland opgenomen door middel van een wijziging van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1031/2010.

Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 moet elke lidstaat die deelneemt niet aan de gemeenschappelijke aanbestedingsprocedure voor het CAP een eigen veilingplatform selecteren en de Commissie hiervan in kennis stellen, zodat het veilingplatform in bijlage III bij de verordening opgenomen kan worden. Te dien einde heeft Duitsland de Commissie op 12 april 2018 in kennis gesteld van zijn voornemen om de European Energy Exchange AG (EEX) opnieuw aan te wijzen, als zijn derde opt- outveilingplatform. De laatste Duitse veiling in het kader van hun overeenkomst met het huidige Duitse veilingplatform is gepland voor 9 november 2018. Na die datum mag het nieuwe Duitse platform pas beginnen te veilen zodra de vermelding in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 in werking is getreden. De opname van het derde "opt-out"- veilingplatform voor Duitsland zal het bijgevolg mogelijk maken dat de Duitse veilingen soepel en zo spoedig mogelijk worden hervat, waardoor een stabiel aanbod aan emissierechten op de markt wordt gewaarborgd.

Daarnaast worden in deze wijziging kleine technische correcties ingevoerd met betrekking tot de transparantieregel inzake veilingresultaten zoals vastgelegd in artikel 61 van Verordening (EU) nr. 1031/2010. Deze correcties zijn essentieel om het risico van marktmisbruik te beperken en om tegelijkertijd de huidige marktpraktijken te weerspiegelen.

2. RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING

In de periode van december 2015 tot en met maart 2016 heeft de Commissie een openbare raadpleging4 gehouden over de herziening van Verordening (EU) nr. 1031/2010. Uit de resultaten van de raadpleging bleek dat men van oordeel was dat de algemene architectuur van het veilingproces in EU-emissierechten, zoals van toepassing op grond van Richtlijn 2003/87/EG, inclusief de "opt-out"-platforms, zeer goed werkt.

Daarnaast zijn deskundigen uit de lidstaten in het kader van de deskundigengroep inzake klimaatverandering (CCEG) van de Commissie geraadpleegd over de voorgestelde wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010, met name op twee vergaderingen op 8 juni 2018 en

3 Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1).

4

(5)

NL

3

NL

12 juli 2018. Deze deskundigen hebben hun algemene steun uitgesproken voor het gebruik van de bestaande veilinginfrastructuur voor de vroegtijdige tegeldemaking van 50 miljoen emissierechten voor de start van het innovatiefonds in 2020. Er werden enkele overwegingen naar voren gebracht met betrekking tot de praktische regelingen voor dit tegeldemakingsproces. De Commissie heeft met deze opmerkingen rekening gehouden bij de voorbereiding van de juridische tekst tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010.

Het ontwerp van een gedelegeerde verordening is op het portaal voor betere regelgeving gepubliceerd, en was vier weken lang, van 12 september tot en met 10 oktober 2018, beschikbaar voor feedback. Er werd van één organisatie feedback ontvangen, maar die vereiste geen wijziging van de ontwerpverordening.

3. JURIDISCHEELEMENTENVANDEGEDELEGEERDEHANDELING 3.1. Opname van het nieuwe Duitse "opt-out"-platform

Op 12 april 2018 heeft Duitsland de Commissie in kennis gesteld van zijn voornemen om de European Energy Exchange AG voor een periode van ten hoogste 5 jaar te benoemen als zijn derde "opt-out"-veilingplatform overeenkomstig artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010. Dienovereenkomstig wordt bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 gewijzigd om de voorwaarden en verplichtingen van het derde Duitse "opt-out"- veilingplatform op te nemen.

3.2. Vervroegde tegeldemaking van 50 miljoen voor het innovatiefonds bestemde emissierechten

De vervroegde tegeldemaking van de 50 miljoen voor het innovatiefonds bestemde emissierechten zal worden uitgevoerd door die emissierechten op het CAP te veilen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1031/2010. Het huidige proces van CAP-veilingen houdt in dat de lidstaten die de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst (Joint Procurement Agreement — JPA) voor het CAP hebben ondertekend, hun emissierechten via hun veilers op het CAP veilen. De jaarlijkse hoeveelheid van 50 miljoen ten bate van het innovatiefonds te veilen emissierechten zal in beginsel gelijkmatig worden verdeeld over de in 2020 op het CAP te houden veilingen. Dit zou in overeenstemming zijn met het in artikel 8, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 vastgestelde beginsel van een gelijkmatige verdeling.

Op grond van een wijziging van artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 zullen de 50 miljoen voor het innovatiefonds bestemde emissierechten worden opgeteld bij de hoeveelheden emissierechten die in 2020 op het CAP zullen worden geveild voor de lidstaten die het JPA van het CAP ("deelnemende lidstaten") op 1 januari 2018 hebben ondertekend.

De voor het innovatiefonds bestemde emissierechten zullen over de 25 deelnemende lidstaten worden verdeeld, zodat elk van hen in 2020 een gelijke hoeveelheid — twee miljoen emissierechten — zal veilen.

Bij de ontvangst en uitkering van de veilingopbrengsten die voor het innovatiefonds bestemd zijn, moet worden gestreefd naar efficiëntie en flexibiliteit, en moeten de daarmee gepaard gaande administratieve lasten tegelijkertijd tot een minimum worden beperkt, in het bijzonder voor de deelnemende lidstaten. Overeenkomstig een nieuw artikel 23, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 worden de voor het innovatiefonds bestemde emissierechten door de veilers van de deelnemende lidstaten geveild. Zij ontvangen de opbrengsten van deze geveilde emissierechten op de voor dit doel aangewezen bankrekening van de veiler. In artikel 23, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt uitdrukkelijk bepaald dat elke deelnemende lidstaat, door de veiler vertegenwoordigd, wettelijk verplicht is ervoor te zorgen dat deze veilingopbrengsten uiterlijk 15 dagen na het einde van de maand waarin de

(6)

veilingopbrengsten zijn gegenereerd, worden gestort op de rekening die de Europese Commissie voor de doeleinden van het innovatiefonds aan de veiler heeft aangewezen. De respectieve veilers mogen vergoedingen die eventueel bovenop de kosten van het veilen van de emissierechten van hun lidstaat op het CAP zijn gemaakt en die rechtstreeks voortvloeien uit het houden en uitkeren van de veilingopbrengsten voor het innovatiefonds voorafgaand aan de uitkering in mindering brengen. Om de transparantie en de kostenefficiëntie van de tegeldemaking te garanderen, moeten de deelnemende lidstaten de Commissie en alle lidstaten vooraf in kennis stellen van eventuele extra vergoedingen die zij voornemens zijn in mindering te brengen, met inbegrip van een beschrijving van de reden voor deze kosten.

De door een bepaalde veiler voor zijn lidstaat en voor het innovatiefonds te generen veilingopbrengsten worden traceerbaar en onderscheidbaar gemaakt via de bekendmaking van de veilingkalenders overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 en de opneming van de veilingtabellen in het EU-transactielogboek op grond van artikel 62 van Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie5. Dit wordt gewaarborgd door een wijziging van de desbetreffende bijlage bij Verordening (EU) nr. 389/2013, die het formaat van de veilingtabel bevat. Na die wijziging wordt in de veilingtabel aangegeven welke hoeveelheid emissierechten door de respectieve veiler voor zijn lidstaat en afzonderlijk voor het innovatiefonds moet worden geveild.

3.3. Verduidelijking van de transparantie na de veiling

Artikel 61, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt gewijzigd om de tekst in overeenstemming te brengen met de marktpraktijk en om het risico van marktmisbruik te beperken. Dit houdt in dat het veilingplatform kan besluiten alleen de geveilde hoeveelheid emissierechten en de toewijzingsprijs op de veiling op hetzelfde tijdstip bekend te maken als dat waarop de succesvolle bieders in kennis worden gesteld van hun individuele resultaten.

De andere in artikel 61, lid 2, van die verordening genoemde veilingresultaten mogen derhalve afzonderlijk worden bekendgemaakt. In ieder geval worden de resultaten van de veilingen overeenkomstig artikel 61, lid 1, van die verordening uiterlijk 15 minuten na de sluiting van het biedingsinterval bekendgemaakt.

5 Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nr. 280/2004/EG en nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en (EU) nr. 1193/2011 van de Commissie (PB L 122 van 3.5.2013,

(7)

NL

5

NL

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 30.10.2018

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 wat betreft de veiling van 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve ten bate van het innovatiefonds en ter opneming van een door Duitsland aan te wijzen veilingplatform

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad6, en met name artikel 3 quinquies, lid 3, artikel 10, lid 4 en artikel 10 bis, lid 8,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Richtlijn 2003/87/EG is een fonds ingesteld om financiële steun te verlenen voor innovatie op het gebied van koolstofarme technologieën op het grondgebied van de Unie (het "innovatiefonds"), door van het totale aantal emissierechten voor de periode 2021-2030 in het kader het EU-emissiehandelssysteem 400 miljoen emissierechten beschikbaar te stellen. Daarnaast moeten 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve een aanvulling vormen op de resterende inkomsten van de 300 miljoen emissierechten die in de periode van 2013 tot en met 2020 krachtens Besluit 2010/670/EU van de Commissie7 beschikbaar zijn, en moeten zij tijdig vóór 2021 voor het innovatiefonds worden gebruikt.

(2) Om ervoor te zorgen dat het innovatiefonds in staat is vóór 2021 steun te verlenen, is het nodig om de 50 miljoen voor het innovatiefonds bestemde emissierechten te gelde te maken door middel van veilingen in overeenstemming met de bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie vastgestelde regels en modaliteiten voor veilingen op het gemeenschappelijke veilingplatform8.

(3) Om de administratieve lasten voor de lidstaten te verminderen en de algehele efficiëntie te verbeteren, moeten de lidstaten die sinds 1 januari 2018 deelnemen aan de gezamenlijke actie op grond van artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1031/2010

6 PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

7 Besluit 2010/670/EU van de Commissie van 3 november 2010 tot vaststelling van criteria en maatregelen voor de financiering van commerciële demonstratieprojecten ter bevordering van de milieutechnisch veilige afvang en geologische opslag van CO2, alsook voor demonstratieprojecten ter bevordering van innovatieve technologieën voor hernieuwbare energie in het kader van de bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 290 van 6.11.2010, blz. 39).

8 Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1).

(8)

voor het innovatiefonds de 50 miljoen emissierechten toevoegen aan de emissierechten die in 2020 op het gemeenschappelijke veilingplatform zullen worden geveild.

(4) De deelnemende lidstaten moeten hun aandeel in de 50 miljoen voor het innovatiefonds bestemde emissierechten via hun veilers veilen. Om de respectieve opbrengsten van de innovatiefonds te ontvangen, moet elke veiler uiterlijk op 1 oktober 2019 een bankrekening aanwijzen voor de ontvangst van deze veilingopbrengsten. De veilers kunnen hun bestaande aangewezen bankrekeningen aanwijzen voor opbrengsten die verschuldigd zijn aan hun lidstaat, een aparte bankrekening aanwijzen voor de veilingopbrengsten van het innovatiefonds, of de aangewezen bankrekening van een andere veiler van een lidstaat aanwijzen die emissierechten voor het innovatiefonds zal veilen.

(5) De veilers die zijn aangesteld voor de veiling van de 50 miljoen voor het innovatiefonds bestemde emissierechten moeten ervoor zorgen dat de veilingopbrengsten ten bate van het innovatiefonds uiterlijk 15 dagen na het einde van de maand waarin de veilingopbrengsten zijn gegenereerd, op de door de Commissie voor dat fonds bij de veiler gemelde bankrekening worden gestort.

(6) De veiler mag eventuele aanvullende vergoedingen die voortvloeien uit het in de aangewezen bankrekening van de veiler houden en uitkeren van deze veilingopbrengsten op de veilingopbrengsten in mindering brengen voordat zij worden uitgekeerd. De lidstaat van de respectieve veiler dient de Commissie en alle andere lidstaten vóór de eerste aftrek en vóór elke wijziging van dergelijke vergoedingen in kennis te stellen van het bedrag en het doel van de aanvullende vergoedingen die hij voornemens is in mindering te brengen.

(7) Momenteel is in artikel 61 van Verordening (EU) nr. 1031/2010 voorzien dat het veilingplatform de gedetailleerde resultaten van elke veiling en de kennisgeving aan de succesvolle bieders van de individuele resultaten gelijktijdig bekend maakt. De mate van gedetailleerdheid van de bekend te maken veilingresultaten laat de gelijktijdige bekendmaking van de individuele resultaten aan de succesvolle bieders echter niet toe.

Om deze bepaling af te stemmen op de marktpraktijk en ter bescherming tegen marktmisbruik mag de hoeveelheid geveilde emissierechten en de toewijzingsprijs op de veiling nog vóór de bekendmaking van de overige details van de veilingresultaten op het veilingplatform bekend worden gemaakt, zodat dit samenvalt met de bekendmaking van de individuele resultaten van de veiling aan de succesvolle bieders.

De overige veilingresultaten moeten uiterlijk 15 minuten na de sluiting van het biedingsinterval worden bekendgemaakt.

(8) Krachtens Verordening (EU) nr. 1031/2010 mogen lidstaten die niet deelnemen aan de in artikel 26, leden 1 en 2, van die verordening bedoelde gezamenlijke actie, een eigen veilingplatform aanwijzen voor de veiling van hun aandeel in de hoeveelheden emissierechten uit hoofde van hoofdstukken II en III van Richtlijn 2003/87/EG. De aanwijzing van dergelijke veilingplatforms geschiedt op voorwaarde dat het betrokken veilingplatform overeenkomstig artikel 30, lid 5, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 in bijlage III wordt opgenomen.

(9) Overeenkomstig artikel 30, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 heeft Duitsland de Commissie in kennis gesteld van zijn besluit om niet aan de in artikel 26, leden 1 en 2, van die verordening bedoelde gezamenlijke actie deel te nemen en een eigen veilingplatform aan te wijzen.

(9)

NL

7

NL

(10) Op 12 april 2018 heeft Duitsland de Commissie in kennis gesteld van zijn voornemen om European Energy Exchange AG in overeenstemming met artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 aan te wijzen als veilingplatform, voor een periode van ten hoogste vijf jaar vanaf de inwerkingtreding van deze verordening. De aanwijzingstermijn, de rechtsgrondslag voor de benoeming en de toepasselijke voorwaarden en verplichtingen voor Europese Energie Exchange AG als veilingplatform voor Duitsland voor die periode moeten in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 worden opgenomen.

(11) Verordening (EU) nr. 1031/2010 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12) Om voor voorspelbare en tijdig plaatsvindende veilingen van het door Duitsland aan te wijzen veilingplatform te zorgen, dient deze verordening met spoed in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1) Aan artikel 10 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

"5. De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in 2020 wordt geveild omvat ook de 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve als bedoeld in artikel 10 bis, lid 8, tweede alinea, van die richtlijn. Die emissierechten worden gelijkelijk verdeeld tussen de lidstaten die sinds 1 januari 2018 deelnemen aan de gezamenlijke actie uit hoofde van artikel 26, lid 1, van deze verordening, en worden toegevoegd aan de hoeveelheid voor elke lidstaat te veilen emissierechten. De 50 miljoen emissierechten worden in beginsel gelijkmatig verdeeld over de veilingen die in 2020 worden gehouden."

2) Artikel 23 wordt vervangen door:

"Artikel 23 Taken van de veiler 1. De veiler:

a) veilt de hoeveelheid emissierechten die elke lidstaat die hem heeft aangewezen, ter veiling aanbiedt;

b) ontvangt de veilingopbrengsten die aan elke lidstaat die hem heeft aangewezen, verschuldigd zijn;

c) keert de veilingopbrengsten uit die aan elke lidstaat die hem heeft aangewezen, verschuldigd zijn.

2. De veiler van elke lidstaat die emissierechten veilt overeenkomstig artikel 10, lid 5, ontvangt de veilingopbrengsten van die emissierechten op de door hem uiterlijk op 1 oktober 2019 aangewezen bankrekening voor de ontvangst van betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van artikel 10, lid 5. De veiler zorgt ervoor dat deze veilingopbrengsten worden gestort op de door de Commissie voor de toepassing van artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG bij hem gemelde bankrekening, en wel uiterlijk 15 dagen na het einde van de maand waarin de veilingopbrengsten zijn gegenereerd. De veiler mag aanvullende vergoedingen voor het houden en uitkeren van opbrengsten in mindering brengen, mits de betrokken lidstaat de Commissie en

(10)

alle andere lidstaten vooraf in kennis stelt van het bedrag en de reden voor de vergoedingen.".

3) Artikel 61, lid 2, wordt vervangen door:

2. Overeenkomstig lid 1 worden ten minste de volgende resultaten van elke veiling op het veilingplatform bekendgemaakt:

a) de hoeveelheid geveilde emissierechten;

b) de toewijzingsprijs in euro's;

c) de totale omvang van de uitgebrachte biedingen;

d) het totale aantal bieders en het aantal succesvolle bieders;

e) ingeval een veiling is geannuleerd, de veilingen waarnaar de betrokken hoeveelheid emissierechten wordt overgeheveld;

f) de totale opbrengst van de veiling;

g) in het geval van overeenkomstig artikel 26, lid 1 of lid 2, aangewezen veilingplatforms, de verdeling van de opbrengst over de lidstaten."

4) Artikel 61, lid 3, wordt vervangen door:

3. Tegelijk met de bekendmaking op het veilingplatform van de resultaten van elke veiling overeenkomstig lid 2, punten a) en b), stelt het veilingplatform elke succesvolle bieder die via zijn systemen een bieding heeft uitgebracht, in kennis van:

a) de totale hoeveelheid emissierechten die aan die bieder wordt toegewezen;

b) welke van zijn in voorkomend geval samenvallende biedingen door middel van een toevalsproces zijn geselecteerd;

c) het verschuldigde bedrag, hetzij in euro's, hetzij in de munt van een lidstaat die geen deel uitmaakt van het eurogebied, naar keuze van de bieder, mits het clearingsysteem of afwikkelingssysteem in staat is met de desbetreffende nationale munt te werken;

d) de termijn waarbinnen het verschuldigde bedrag in onbezwaarde middelen moet worden gestort op de aangewezen bankrekening van de veiler.".

5) Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30.10.2018

Voor de Commissie De Voorzitter

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen 12 maanden nadat de IMO mondiale marktgebaseerde maatregelen heeft genomen voor de vermindering van de door het maritiem vervoer veroorzaakte broeikasgasemissies, en

industrieproducten te waarborgen en gelet op het feit dat er in de Unie niet in toereikende mate identieke, gelijkwaardige of vervangende producten worden vervaardigd, moeten er

ex 6103 00 00 Kostuums, ensembles, colbertjassen, blazers en dergelijke, lange en korte broeken (andere dan zwembroeken) en zogenaamde Amerikaanse overalls, van brei- of

Alle vrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie" die de EU sinds 2010 heeft gesloten, bevatten een hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling met wettelijk

zo zijn er lagere lonen in de sectoren waarin vooral vrouwen aan de slag zijn, en vooroordelen over mannen, die minder behoefte zouden hebben aan een evenwicht tussen werk

(7) In oktober 2018 heeft de FATF de Bahama’s geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor de Bahama’s

vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen 2 , bevatten bepalingen met betrekking tot de besluitvorming door de

gefragmenteerde bedrijfstakken die merendeels uit kleine en middelgrote ondernemingen (kmo´s) bestaan. De helpdesk voor kmo´s zorgt voor meer bekendheid van het instrument en