• No results found

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 mei 2020 (OR. en)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Raad van de Europese Unie Brussel, 7 mei 2020 (OR. en)"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Raad van de Europese Unie

Brussel, 7 mei 2020 (OR. en)

7844/20

EF 64

ECOFIN 278 DELACT 47 DROIPEN 20 CRIMORG 41

BEGELEIDENDE NOTA

van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 7 mei 2020

aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN,

secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie nr. Comdoc.: C(2020) 2801 final

Betreft: GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 7.5.2020 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de toevoeging van de Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië,

Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama en Zimbabwe aan de tabel in punt I van de bijlage, en de schrapping van Bosnië en Herzegovina, Ethiopië, Guyana, Laos, Sri Lanka en Tunesië uit die tabel

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2020) 2801 final.

Bijlage: C(2020) 2801 final

(2)

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 7.5.2020 C(2020) 2801 final

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 7.5.2020

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de toevoeging van de

Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië, Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama en Zimbabwe aan de tabel in punt I van de bijlage, en de schrapping van Bosnië en Herzegovina, Ethiopië, Guyana, Laos, Sri

Lanka en Tunesië uit die tabel

(Voor de EER relevante tekst)

(3)

TOELICHTING

1. ACHTERGRONDVANDEGEDELEGEERDEHANDELING

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/843, moeten ter bescherming van de goede werking van de interne markt de rechtsgebieden van derde landen worden geïdentificeerd die in hun regelgeving voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering (“AML/CFT”) strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie (“derde landen met een hoog risico”). Artikel 9, lid 2, van de richtlijn verleent de Commissie de bevoegdheid gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de derde landen met een hoog risico te identificeren, rekening houdend met strategische tekortkomingen, en bevat de criteria waarop de Commissie haar beoordeling moet baseren. De gedelegeerde handelingen moeten worden vastgesteld binnen een maand nadat de strategische tekortkomingen zijn geïdentificeerd. Overeenkomstig artikel 18 bis van Richtlijn (EU) 2015/849 moeten de lidstaten vereisen dat meldingsplichtige entiteiten verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen toepassen wanneer zij zakelijke relaties aangaan of transacties verrichten die verband houden met door de Commissie geïdentificeerde derde landen met een hoog risico.

Op 14 juli 2016 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 vastgesteld, waarin een aantal derde landen zijn geïdentificeerd die in hun AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie. Deze gedelegeerde verordening is vervolgens gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/105, Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/212 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1467.

Naar aanleiding van de wijziging van artikel 9 bij Richtlijn (EU) 2018/843 is in een op 22 juni 2018 bekendgemaakt werkdocument van de diensten van de Commissie1 de methode uiteengezet die de Commissie toepast voor de identificatie van derde landen met een hoog risico.

Op 13 februari 2019 heeft de Commissie uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 een gedelegeerde verordening vastgesteld voor de identificatie van de rechtsgebieden van derde landen, waarbij de daartoe vastgestelde methode is toegepast. Op 7 maart 2019 heeft de Raad op procedurele gronden bezwaar gemaakt tegen deze gedelegeerde verordening, omdat zij “niet tot stand is gekomen via een transparant en veerkrachtig proces dat de betrokken landen actief stimuleert om doortastende maatregelen te nemen, zonder afbreuk te doen aan hun recht om te worden gehoord”2. In zijn resolutie van 14 maart 20193 prijst het Europees Parlement het werk van de Commissie maar dringt het er bij de Commissie op aan te zorgen voor “een transparante procedure met duidelijke en concrete criteria voor landen die toezeggen hervormingen door te voeren om te voorkomen dat zij op de lijst worden geplaatst”

en “er samen met de lidstaten voor te zorgen dat de Raad zich de door de Commissie voorgestelde methode in sterkere mate eigen maakt”.

1 SWD(2018) 362 final beschikbaar op:

https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/swd_2018_362_f1_staff_working_paper_en_v2_p1_984066.pdf

2 https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6964-2019-REV-1/nl/pdf

3 https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/TA-8-2019-0216_NL.html

(4)

In deze context is op 7 mei 20204 voor de identificatie van derde landen met een hoog risico een herziene methode bekendgemaakt, die de vorige methode vervangt. De belangrijkste nieuwe elementen ervan zijn een grotere wisselwerking met de identificatieprocedure van de FATF, meer overleg met de derde landen, en intensievere raadpleging van de lidstaten en het Europees Parlement.

Het is noodzakelijk de gedelegeerde verordening te blijven bijwerken om rekening te houden met informatie afkomstig van internationale organisaties en normgevers op het gebied van AML/CFT, zoals publieke verklaringen van de FATF, verslagen van wederzijdse evaluatie of gedetailleerde beoordeling, of bekendgemaakte vervolgverslagen. De veranderlijke aard van de bedreigingen inzake witwassen en terrorismefinanciering, die in de hand wordt gewerkt door de voortdurende ontwikkeling van de technologie en de middelen waarover criminelen beschikken, vergt dat het juridische kader met betrekking tot derde landen met een hoog risico continu en snel kan worden aangepast, teneinde bestaande risico’s doelmatig aan te pakken en te voorkomen dat nieuwe risico’s ontstaan. Sinds de laatste wijzigingen van Verordening (EU) 2016/1675 heeft de FATF tijdens haar plenaire vergaderingen van oktober 2018, februari 2019, juni 2019, oktober 2019 en februari 2020 een aantal derde landen als landen met strategische tekortkomingen geïdentificeerd. Gelet op de mate waarin financiële systemen geïntegreerd zijn, zou de interne markt aan ernstige risico’s inzake witwassen en terrorismefinanciering worden blootgesteld, mocht de EU de landen die door de FATF zijn geïdentificeerd, niet aan de EU-lijst toevoegen. Daarnaast heeft de FATF een aantal landen van de lijst geschrapt nadat de met de FATF overeengekomen actieplannen waren uitgevoerd.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 moet worden gewijzigd door toevoeging van derde landen die zijn geïdentificeerd als landen die strategische tekortkomingen vertonen, en door schrapping van de derde landen die geen strategische tekortkomingen meer vertonen op basis van de in Richtlijn (EU) 2015/849 vastgestelde criteria.

Zoals uiteengezet in het actieplan inzake terrorismefinanciering, verbindt de Commissie zich ertoe technische bijstand te verlenen aan de uit hoofde van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 geïdentificeerde derde landen om hen te helpen de vastgestelde strategische tekortkomingen te verhelpen. De Commissie heeft een mondiale faciliteit voor AML/CFT ter waarde van 20 miljoen EUR opgezet met als doel landen dergelijke technische bijstand te verlenen in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering.

A. Toevoeging aan de lijst van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675

Overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 heeft de Commissie naar behoren rekening gehouden met informatie afkomstig van internationale organisaties en normgevers op het gebied van AML/CFT, de recent uitgebrachte publieke verklaringen (“Public Statements”) van de FATF, de documenten “Improving Global AML/CFT Compliance: on-going process” van de FATF, FATF-verslagen van de International Cooperation Review Group, en door de FATF en met de FATF vergelijkbare regionale organisaties (FSRB’s) uitgevoerde verslagen van wederzijdse evaluatie in verband met de strategische tekortkomingen van afzonderlijke derde landen.

Zij heeft met name de Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië, Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama en Zimbabwe in aanmerking genomen als landen die in hun AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertonen,

4 Werkdocument van de diensten van de Commissie, Methodology for identifying high-risk third countries under Directive (EU) 2015/849, SWD(2020) 99 (in het Engels).

(5)

mede op basis van het feit dat deze landen door de FATF in haar documenten “Improving Global AML/CFT Compliance: on-going process statement” als dusdanig zijn geïdentificeerd.

Bijgevolg is de Commissie van oordeel dat de Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië, Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama en Zimbabwe onder de criteria van artikel 9, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/849 vallen. Deze landen moeten worden toegevoegd aan de lijst van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 als landen die in hun AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie.

Daarnaast zij opgemerkt dat in februari 2020 ook Uganda door de FATF is geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont. Uganda is reeds opgenomen in de lijst van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675. Bijgevolg blijven de status en de toegepaste maatregelen met betrekking tot Uganda ongewijzigd en hoeft Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 in dit opzicht niet te worden gewijzigd.

De Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië, Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama, Uganda en Zimbabwe hebben schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en hebben daartoe samen met de FATF een actieplan ontwikkeld. De Commissie is ingenomen met deze toezeggingen en roept de landen op het actieplan snel en binnen de voorgestelde termijnen volledig uit te voeren. De FATF zal nauwlettend toezicht houden op de uitvoering van de actieplannen. Om rekening te houden met het niveau van de toezegging die in het kader van de FATF is gedaan, worden deze derde landen met een hoog risico opgenomen in de tabel in punt I van de bijlage bij de gedelegeerde verordening (“Derde landen met een hoog risico die schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau hebben gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en die samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld”).

Krachtens artikel 18 bis van Richtlijn (EU) 2015/849 zullen de meldingsplichtige entiteiten in alle lidstaten verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen moeten toepassen ten aanzien van zakelijke relaties of transacties die verband houden met in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 opgenomen landen.

B. Schrapping van de lijst van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675

De Commissie heeft de strategische tekortkomingen beoordeeld van andere landen die in de lijst in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 zijn opgenomen, en die sinds juli 2016 van de lijst van de FATF zijn geschrapt (Bosnië en Herzegovina, Guyana, Laos, Ethiopië, Sri Lanka en Tunesië), op basis van de vereisten van Richtlijn (EU) 2015/849.

De Commissie heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat Bosnië en Herzegovina en Guyana in dit stadium op basis van de beschikbare informatie geen strategische tekortkomingen vertonen in hun AML/CFT-regelgeving. Deze landen hebben onlangs een aantal maatregelen genomen om hun AML/CFT-regelgeving te versterken en vastgestelde strategische tekortkomingen te verhelpen, en de Commissie zal deze landen opnieuw beoordelen wanneer nieuwe informatiebronnen beschikbaar zijn.

Daarnaast heeft de Commissie in haar analyse geconcludeerd dat Tunesië op basis van de beschikbare informatie geen strategische tekortkomingen meer vertoont in zijn AML/CFT- regelgeving. Tunesië heeft de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving versterkt en de door de FATF vastgestelde strategische tekortkomingen aangepakt. Deze maatregelen zijn voldoende uitgebreid en voldoen aan de nodige vereisten om te oordelen dat de uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 vastgestelde strategische tekortkomingen zijn

(6)

weggewerkt. De Europese Unie heeft Tunesië technische bijstand verleend om het land te helpen het samen met de FATF overeengekomen actieplan uit te voeren.

Daarnaast heeft de Commissie in haar beoordeling geconcludeerd dat Ethiopië, Laos en Sri Lanka op basis van de beschikbare informatie geen dergelijke strategische tekortkomingen meer vertonen in hun AML/CFT-regelgeving. Naar aanleiding van de maatregelen die zijn genomen om het met de FATF overeengekomen actieplan uit te voeren, hebben Ethiopië, Laos en Sri Lanka de strategische tekortkomingen in hun AML/CFT-regelgeving verholpen en vormen zij niet langer een aanzienlijke AML/CFT-bedreiging voor het internationale financiële stelsel. Rekening houdend met hun relevantie in het kader van de herziene methode is de Commissie van mening dat deze rechtsgebieden in de context van het AML/CFT-kader geen strategische tekortkomingen meer vertonen en geen aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie.

Voor de andere landen die sinds de vaststelling van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de lijst van de FATF zijn geschrapt, is de beoordeling door de Commissie nog aan de gang (nl. Afghanistan, Irak, Trinidad en Tobago, en Vanuatu). Wat Irak en Afghanistan betreft, kon de Commissie op grond van de beschikbare informatiebronnen in dit stadium niet concluderen of zij hun strategische tekortkomingen hebben aangepakt, met name wat betreft de doeltreffendheid van hun AML/CFT-regeling en de desbetreffende vereisten van artikel 9, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/849. Gezien de ontwikkeling van de veiligheidssituatie in deze landen en de gevolgen daarvan voor de AML/CFT-regelingen, is ook verdere analyse noodzakelijk alvorens te concluderen of de strategische tekortkomingen zijn aangepakt. Wat Vanuatu betreft, kon de Commissie op grond van de beschikbare informatiebronnen (met name recente relevante informatie afkomstig van het mondiaal forum) in dit stadium niet concluderen of het land zijn strategische tekortkomingen heeft aangepakt, met name op het vlak van transparantie over uiteindelijke begunstigden. Wat Trinidad en Tobago betreft, kon de Commissie op grond van de beschikbare informatiebronnen in dit stadium niet concluderen of het land zijn strategische tekortkomingen heeft aangepakt, met name op het vlak van transparantie over de uiteindelijke begunstigden in het kader van juridische constructies. De Commissie zal de AML/CFT- regeling van deze landen prioritair opnieuw beoordelen en waar nodig met hen samenwerken op basis van de herziene methode.

C. Andere derde landen die door de FATF publiekelijk zijn geïdentificeerd

Op 21 februari 2020 heeft de FATF Albanië publiekelijk geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont. Albanië heeft schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau gedaan om met de FATF en Moneyval samen te werken met als doel de vastgestelde strategische tekortkomingen te verhelpen. Sinds de publicatie van zijn verslag van wederzijdse evaluatie in juli 2018 heeft Albanië vooruitgang geboekt bij de verbetering van de technische naleving en doeltreffendheid, onder andere door de kennis van de bevoegde autoriteiten over de risico’s inzake terrorismefinanciering te verbeteren zodat terrorismefinanciering effectiever kan worden vervolgd, en door een rechtskader te creëren voor de uitvoering van gerichte financiële sancties in verband met de financiering van proliferatie. Albanië zal zich inzetten voor de uitvoering van zijn toezeggingen door onder meer: 1) aanvullende diepgaande analyses te verrichten om de in het land aanwezige risico’s inzake onder andere witwassen te begrijpen, en de institutionele coördinatie en samenwerking te versterken; 2) de tijdige behandeling van verzoeken om wederzijdse rechtshulp te verbeteren; 3) effectieve mechanismen op te zetten om criminele infiltratie in de economie op te sporen en te voorkomen, onder meer door de bevoegdheden van de betrokken autoriteiten om de nodige maatregelen te nemen, te versterken; 4) ervoor te zorgen dat accurate en actuele basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden

(7)

tijdig beschikbaar is; 5) het aantal vervolgingen van en confiscaties bij witwassen van geld te verhogen en daarbij nauwkeuriger te werk te gaan, in het bijzonder bij zaken waarbij het gaat om in het buitenland gepleegde strafbare feiten of witwassen door derde partijen; 6) de uitvoering van gerichte financiële sancties te verbeteren, met name aan de hand van meer toezicht en gerichte, proactieve voorlichting.

Zoals bepaald in de herziene methode kan de Commissie, met betrekking tot de kandidaat- lidstaten, bij haar beoordeling rekening houden met in de toetredingsonderhandelingen opgenomen risicobeperkende maatregelen om de vastgestelde strategische tekortkomingen aan te pakken. In dit verband heeft de Commissie verdere risicobeperkende maatregelen ontwikkeld met Albanië om overeenstemming met Richtlijn (EU) 2015/849 te waarborgen, onder meer door registers voor informatie over uiteindelijke begunstigden op te zetten. De uitvoering van deze risicobeperkende maatregelen gaat verder dan de toezeggingen die Albanië met de FATF is aangegaan. Afhankelijk van de uitvoering van de door Albanië gedane toezeggingen, is de Commissie van oordeel dat deze aanvullende risicobeperkende maatregelen een voldoende aanpak van de resterende tekortkomingen mogelijk maken.

Bijgevolg is het in dit stadium niet nodig verdere maatregelen te nemen uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

2. RAADPLEGING VOORAFGAAND AAN DE AANNEMING VAN DE HANDELING

Op 4 mei 2020 is de Groep deskundigen witwassen en terrorismefinanciering (EGMLTF) via een schriftelijke procedure geraadpleegd over het ontwerp van gedelegeerde verordening.

3. JURIDISCHEELEMENTENVANDEGEDELEGEERDEHANDELING Bij deze gedelegeerde verordening wordt de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 gewijzigd.

De rechtsgevolgen van de bekendmaking van deze gedelegeerde verordening worden geregeld bij de basishandeling, Richtlijn (EU) 2015/849.

Een direct gevolg van de vaststelling van deze gedelegeerde verordening is dat de meldingsplichtige entiteiten in alle lidstaten overeenkomstig artikel 18 bis van Richtlijn (EU) 2015/849 verscherpte cliëntenonderzoeksmaatregelen zullen moeten toepassen ten aanzien van zakelijke relaties of transacties die verband houden met in de bijlage bij deze gedelegeerde verordening opgenomen landen. Deze verplichtingen zijn derhalve ook van toepassing op de aan de bijlage toegevoegde landen, namelijk de Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië, Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama en Zimbabwe.

Daarnaast is het bij artikel 155, lid 2, van het Financieel Reglement5 voor personen en entiteiten die middelen van de Unie of begrotingsgaranties uitvoeren, verboden nieuwe verrichtingen aan te gaan en verrichtingen te verlengen met entiteiten die zijn geregistreerd of gevestigd in rechtsgebieden die krachtens Richtlijn (EU) 2015/849 in deze gedelegeerde verordening zijn opgenomen, behalve wanneer een actie fysiek wordt uitgevoerd in een van

5 Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(8)

die rechtsgebieden en er ten aanzien van die actie geen andere risicofactoren aanwezig zijn6. De uitvoerende partners moeten deze vereisten ook in hun eigen contracten met geselecteerde financiële intermediairs omzetten.

4. OVERIGEELEMENTEN

Rekening houdend met de zeer uitzonderlijke en onvoorspelbare situatie als gevolg van de COVID-19-pandemie, die wereldwijd gevolgen heeft en zeer waarschijnlijk de goede werking van zowel marktdeelnemers als bevoegde autoriteiten zal verstoren, moet de toepassingsdatum van deze verordening betreffende de toevoeging van derde landen voldoende tijd laten voor de effectieve uitvoering van de verordening in deze omstandigheden. Bijgevolg moet de toepassingsdatum van artikel 2 van deze verordening bij wijze van uitzondering op een latere datum worden vastgesteld dan de datum van inwerkingtreding van de verordening. Het moet van toepassing zijn met ingang van 1 oktober 2020.

Deze overwegingen zijn niet van toepassing in het geval van derde landen die van de lijst moeten worden geschrapt; daarvoor doen zich geen grote problemen voor wat de uitvoering betreft. Het is daarom redelijk deze landen zonder onnodige vertraging van de lijst te schrappen.

6 Dit is ook relevant in het kader van het Europees plan voor externe investeringen, aangezien hetzelfde verbod is opgenomen in artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1601 betreffende het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling en in Verordening (EU) 2017/2396 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen.

(9)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 7.5.2020

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de toevoeging van de

Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië, Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama en Zimbabwe aan de tabel in punt I van de bijlage, en de schrapping van Bosnië en Herzegovina, Ethiopië, Guyana, Laos, Sri

Lanka en Tunesië uit die tabel (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie7, en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Unie moet zorgen voor een doeltreffende bescherming van de integriteit en de goede werking van haar financiële stelsel en van de interne markt tegen witwaspraktijken en terrorismefinanciering. Daarom is in Richtlijn (EU) 2015/849 bepaald dat de Commissie derde landen moet identificeren die in hun regelgeving voor de bestrijding van witwaspraktijken en terrorismefinanciering strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie.

(2) Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/16758 zijn derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen, vastgesteld. Die verordening moet op passende tijdstippen worden herzien in het licht van de vooruitgang die deze derde landen met een hoog risico hebben geboekt bij het wegwerken van de strategische tekortkomingen in hun regelgeving voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering (“AML/CFT”). De Commissie moet in haar beoordelingen rekening houden met nieuwe informatie afkomstig van internationale organisaties en normgevers, zoals de Financial Action Task Force (FATF). In het licht van die informatie moet de Commissie ook extra landen identificeren die strategische tekortkomingen vertonen in hun AML/CFT-regelgeving.

(3) Rekening houdend met de hoge mate van integratie van het internationale financiële stelsel, de nauwe banden tussen marktdeelnemers, het hoge aantal grensoverschrijdende transacties naar/vanuit de Unie en de mate waarin de markt is

7 PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73.

8 Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1).

(10)

opengesteld, wordt ervan uitgegaan dat elke AML/CFT-bedreiging voor het internationale financiële stelsel ook een bedreiging vormt voor het financiële stelsel van de Unie.

(4) Het is daarom van cruciaal belang rekening te houden met de relevante werkzaamheden die reeds op internationaal niveau zijn verricht voor de identificatie van landen, en met name die van de FATF. Om de integriteit van het wereldwijde financiële stelsel te waarborgen, is het van het grootste belang dat de Unie de landen die door de FATF zijn geïdentificeerd als landen die in hun AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertonen, op Unieniveau naar behoren in acht neemt.

Overeenkomstig de criteria van Richtlijn (EU) 2015/849 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 rekening gehouden met de recente beschikbare informatie, in het bijzonder de recent uitgebrachte publieke verklaringen (“Public Statements”) van de FATF, de documenten “Improving Global AML/CFT Compliance: on-going process” van de FATF en FATF-verslagen van de International Cooperation Review Group in verband met de risico’s van afzonderlijke derde landen.

(5) Van alle derde landen die door de FATF zijn geïdentificeerd als landen die een risico vormen voor het internationale financiële stelsel, wordt vermoed dat zij een risico vormen voor de interne markt. Dat vermoeden heeft betrekking op alle landen die in de publieke verklaringen (“Public Statement”) van de FATF en in de documenten

“Improving Global AML/CFT Compliance: on-going process” van de FATF publiekelijk zijn geïdentificeerd als landen met strategische tekortkomingen.

(6) In het kader van haar autonome beoordeling heeft de Commissie de beschikbare informatie van de FATF en, in voorkomend geval, andere informatiebronnen beoordeeld om tot haar conclusie te komen. Na die beoordeling heeft de Commissie in haar analyse de in de overwegingen 8 tot en met 19 beschreven respectieve strategische tekortkomingen bevestigd.

(7) In oktober 2018 heeft de FATF de Bahama’s geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor de Bahama’s samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De Bahama’s hebben stappen ondernomen om hun AML/CFT-regeling te verbeteren en in februari 2020 heeft de FATF de aanvankelijke vaststelling gedaan dat de Bahama’s hun actieplan substantieel hebben uitgevoerd; de FATF zal een beoordeling ter plaatse uitvoeren om na te gaan of de Bahama’s met de uitvoering van de hervormingen op het gebied van AML/CFT zijn gestart en die voortzetten, en of de noodzakelijke politieke toezegging behouden blijft om de uitvoering ervan in de toekomst te verzekeren. De FATF moet deze beoordeling nog uitvoeren om haar aanvankelijke vaststelling te bevestigen. De Commissie beschikt dus nog niet over de nodige informatie om in dit stadium te kunnen bevestigen dat de strategische tekortkomingen op deze gebieden effectief zijn aangepakt. De toekomstige beoordeling zal toegespitst zijn op de volgende gebieden: 1) de ontwikkeling van een breed elektronisch casemanagementsysteem voor internationale samenwerking; 2) aantonen dat op niet- bancaire financiële instellingen op risico gebaseerd toezicht wordt gehouden; 3) zorgen voor tijdige toegang tot toereikende, accurate en actuele basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden; 4) de kwaliteit van de producten van de financiële-inlichtingeneenheid verhogen om de rechtshandhavingsinstanties bij te staan bij de voortzetting van onderzoeken naar witwaspraktijken en

(11)

terrorismefinanciering, met name onderzoeken naar complexe zaken van witwassen en terrorismefinanciering en zaken van stand-alone witwassen; 5) aantonen dat de autoriteiten onderzoek doen naar alle soorten witwaspraktijken, met inbegrip van complexe witwaszaken, stand-alone witwassen en zaken waarbij het gaat om opbrengsten van in het buitenland gepleegde strafbare feiten, en deze vervolgen; 6) aantonen dat voor alle soorten witwaszaken confiscatieprocedures zijn ingeleid en afgesloten, en 7) lacunes in de kaders inzake gerichte financiële sancties in verband met de financiering van terrorisme en proliferatie verhelpen, en aantonen dat de kaders worden uitgevoerd. Op basis hiervan moeten de Bahama’s worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(8) In februari 2020 heeft de FATF Barbados geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Barbados samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) het ontbreken van effectief op risico gebaseerd toezicht op financiële instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen; 2) tekortkomingen met betrekking tot de maatregelen om te voorkomen dat rechtspersonen en juridische constructies worden misbruikt voor criminele doeleinden, en tekortkomingen op het gebied van de tijdige beschikbaarstelling van accurate en actuele basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden; 3) tekortkomingen met betrekking tot de capaciteit van de financiële-inlichtingeneenheid om financiële informatie te verstrekken om de rechtshandhavingsinstanties verder bij te staan in het onderzoek naar witwaspraktijken of terrorismefinanciering; 4) tekortkomingen met betrekking tot het feit dat onderzoeken naar en vervolgingen van witwaspraktijken niet in overeenstemming zijn met het risicoprofiel van het land, en achterstand van vervolgingen; 5) tekortkomingen bij het nastreven van confiscatie in verband met witwaszaken, waaronder beperkte verzoeken om bijstand aan tegenhangers in andere landen. Op basis hiervan moet Barbados worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(9) In oktober 2018 heeft de FATF Botswana geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Botswana samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) tekortkomingen bij de beoordeling van risico’s die verband houden met rechtspersonen, juridische constructies en non-profitorganisaties; 2) gebrekkige uitvoering van op risico gebaseerde AML/CFT-handleidingen voor toezicht; 3) de mate van analyse en verspreiding van financiële inlichtingen door de financiële-inlichtingeneenheid; 4) tekortkomingen bij de uitvoering van een strategie voor de bestrijding van terrorismefinanciering en onvoldoende capaciteit bij de rechtshandhavingsinstanties voor onderzoeken naar terrorismefinanciering; 5) het onvermogen te zorgen voor een snelle uitvoering van de gerichte financiële sanctiemaatregelen in verband met de financiering van terrorisme en proliferatie, en 6) tekortkomingen bij de toepassing van een op risico gebaseerde benadering bij het toezicht op non-profitorganisaties. Op basis hiervan moet Botswana worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-

(12)

regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(10) In februari 2019 heeft de FATF Cambodja geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Cambodja samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) het ontbreken van een brede rechtsgrondslag voor wederzijdse rechtshulp en onvoldoende opleiding voor de rechtshandhavingsinstanties; 2) gebrekkige uitvoering van op risico gebaseerd toezicht op de vastgoedsector en casino’s; 3) gebrekkige uitvoering van op risico gebaseerd toezicht op banken met onder meer en waar nodig snelle, evenredige en afschrikkende handhavingsmaatregelen; 4) tekortkomingen in de AML/CFT-wetgeving op het gebied van technische naleving; 5) de mate van analyse van verslagen over verdachte transacties en de daarmee verband houdende verspreiding naar de rechtshandhavingsinstanties; 6) ontoereikende resultaten op het gebied van onderzoek naar en vervolging van witwaspraktijken; 7) ontoereikende resultaten op het gebied van de bevriezing en confiscatie van opbrengsten van misdrijven, hulpmiddelen en vermogensbestanddelen van gelijke waarde; 8) het ontbreken van een rechtskader voor en gebrekkige uitvoering van de sancties van de Verenigde Naties in verband met de financiering van proliferatie, alsook onvoldoende inzicht in sanctie-ontduiking. Op basis hiervan moet Cambodja worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT- regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(11) In oktober 2018 heeft de FATF Ghana geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Ghana samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) gebrekkige uitvoering van brede nationale AML/CFT-beleidsmaatregelen op basis van de in de nationale risicobeoordeling geïdentificeerde risico’s, waaronder maatregelen om de risico’s inzake witwassen en terrorismefinanciering, die verband houden met rechtspersonen, te beperken; 2) tekortkomingen op het gebied van op risico gebaseerd toezicht, waaronder onvoldoende capaciteit bij de toezichthouders en onvoldoende inzicht bij de particuliere sector; 3) tekortkomingen op het gebied van de tijdige toegang tot toereikende, accurate en actuele basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden; 4) tekortkomingen met betrekking tot de noodzaak ervoor te zorgen dat de financiële-inlichtingeneenheid haar activiteiten richt op de in de nationale risicobeoordeling geïdentificeerde risico’s en dat aan de financiële-inlichtingeneenheid toereikende middelen worden toegewezen, en 5) tekortkomingen bij de toepassing van een op risico gebaseerde benadering voor het toezicht op non-profitorganisaties. Op basis hiervan moet Ghana worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT- regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(12) In februari 2020 heeft de FATF Jamaica geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Jamaica samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de

(13)

FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) een gebrek aan breed inzicht in het in het land aanwezige risico inzake witwassen en terrorismefinanciering; 2) het onvermogen om alle financiële instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen in de AML/CFT-regeling op te nemen en te zorgen voor adequaat, op risico gebaseerd toezicht in alle sectoren; 3) het ontbreken van passende maatregelen om te voorkomen dat rechtspersonen en juridische constructies worden misbruikt voor criminele doeleinden, en het onvoldoende tijdig beschikbaar stellen van accurate en actuele basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden;

4) het ontbreken van passende maatregelen ter verbetering van het gebruik van financiële informatie en voor meer onderzoek naar en vervolging van witwaspraktijken, in overeenstemming met het risicoprofiel van het land; 5) het onvermogen aan te tonen dat gerichte financiële sancties voor terrorismefinanciering snel worden uitgevoerd, en 6) tekortkomingen bij de uitvoering van een op risico gebaseerde benadering van het toezicht op de non-profitsector om misbruik voor terrorismefinancieringsdoeleinden te voorkomen. Op basis hiervan moet Jamaica worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(13) In februari 2020 heeft de FATF Mauritius geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Mauritius samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) tekortkomingen bij het aantonen dat toezichthouders van de bedrijfssector in het algemeen en de aangewezen niet- financiële ondernemingen en beroepen in het land op risico gebaseerd toezicht uitvoeren; 2) het onvermogen van de bevoegde autoriteiten om tijdig toegang te bieden tot accurate basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden; 3) het onvermogen aan te tonen dat de rechtshandhavingsinstanties over de capaciteit beschikken om onderzoek te voeren naar witwaspraktijken, waaronder parallelle financiële onderzoeken en complexe zaken; 4) het onvermogen een op risico gebaseerde benadering toe te passen bij het toezicht op de non-profitsector in het land om misbruik voor terrorismefinancieringsdoeleinden te voorkomen, en 5) het onvermogen aan te tonen dat gerichte financiële sancties adequaat worden uitgevoerd aan de hand van voorlichting en toezicht. Op basis hiervan moet Mauritius worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(14) In oktober 2019 heeft de FATF Mongolië geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Mongolië samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. Mongolië heeft stappen ondernomen om de AML/CFT-regelgeving te verbeteren; de resterende tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) tekortkomingen op het gebied van de kennis van het sectorale risico inzake witwassen en terrorismefinanciering bij toezichthouders van aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen, en tekortkomingen bij de toepassing van een op risico gebaseerde benadering van toezicht, met name op handelaren in edele metalen en edelstenen; 2) de noodzaak aan te tonen dat meer onderzoek wordt gedaan naar verschillende soorten witwasactiviteiten en dat deze meer worden vervolgd, in overeenstemming met de

(14)

vastgestelde risico’s, en 3) ontoereikende monitoring van de naleving door financiële instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen van hun verplichtingen inzake gerichte financiële sancties die verband houden met de financiering van proliferatie, en gebrekkige toepassing van evenredige en afschrikkende sancties. Op basis hiervan moet Mongolië worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(15) In februari 2020 heeft de FATF Myanmar/Birma geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Myanmar/Birma samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) het onvermogen aan te tonen dat de kennis van de risico’s inzake witwassen op belangrijke gebieden verbeterd is; 2) het onvermogen ervoor te zorgen dat het toezichtsorgaan voor de aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen voldoende middelen krijgt, dat inspecties ter plaatse en niet ter plaatse op risico gebaseerd zijn, en dat hundi- operatoren geregistreerd zijn en onder toezicht staan; 3) het onvermogen aan te tonen dat het gebruik van financiële inlichtingen bij onderzoeken van de rechtshandhavingsinstanties verbeterd is, en onvoldoende operationele analyse en verspreiding door de financiële-inlichtingeneenheid; 4) de noodzaak ervoor te zorgen dat het onderzoek naar en de vervolging van witwaspraktijken worden verricht in overeenstemming met de risico’s; 5) het onvermogen aan te tonen dat transnationale witwaszaken onderzocht worden met internationale samenwerking; 6) het onvermogen aan te tonen dat de bevriezing/inbeslagname en confiscatie van opbrengsten van misdrijven, hulpmiddelen en/of vermogensbestanddelen van gelijke waarde is toegenomen; 7) tekortkomingen bij het beheer van in beslag genomen activa om de waarde van de inbeslaggenomen goederen te behouden tot confiscatie, en 8) tekortkomingen bij het aantonen van de uitvoering van gerichte financiële sancties in verband met proliferatiefinanciering, waaronder opleiding over sanctie-ontduiking. Op basis hiervan moet Myanmar/Birma worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(16) In februari 2020 heeft de FATF Nicaragua geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Nicaragua samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) een gebrek aan breed inzicht in het in het land aanwezige risico inzake witwassen en terrorismefinanciering; 2) het onvermogen proactief te verzoeken om internationale samenwerking ter ondersteuning van het onderzoek naar witwaspraktijken, met name met het oog op de identificatie en tracering van activa voor confiscatie en repatriëring; 3) tekortkomingen met betrekking tot het uitvoeren van effectief op risico gebaseerd toezicht; 4) het ontbreken van passende maatregelen om te voorkomen dat rechtspersonen en juridische constructies worden misbruikt voor criminele doeleinden, en het onvermogen tijdig accurate en actuele basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden beschikbaar te stellen. Op basis hiervan moet Nicaragua worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(15)

(17) In juni 2019 heeft de FATF Panama geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT- regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Panama samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) beperkte kennis van de nationale en sectorale risico’s inzake witwassen en terrorismefinanciering en, daaruit voortvloeiend, tekortkomingen bij de integratie van de desbetreffende bevindingen in het nationale beleid van het land om de vastgestelde risico’s te beperken; 2) tekortkomingen op het gebied van de proactieve identificatie van niet-vergunde geldtransferdienstverleners, gebrekkige toepassing van een op risico gebaseerde benadering van het toezicht op de sector van aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen, en gebrekkige toepassing van effectieve, evenredige en afschrikkende sancties tegen inbreuken op de AML/CFT-voorschriften; 3) een gebrek aan toereikende verificatie en bijwerking van de informatie over uiteindelijke begunstigden door meldingsplichtige entiteiten, het ontbreken van een doeltreffend mechanisme om toezicht te houden op de activiteiten van offshore-entiteiten, tekortkomingen bij de beoordeling van de bestaande risico’s op misbruik van rechtspersonen en juridische constructies voor het vaststellen en uitvoeren van specifieke maatregelen ter voorkoming van misbruik van gevolmachtigde aandeelhouders en bestuurders, en tekortkomingen bij het zorgen voor tijdige toegang tot toereikende, accurate en actuele informatie over uiteindelijke begunstigden, en 4) tekortkomingen op het gebied van het effectieve gebruik van de producten van de financiële-inlichtingeneenheid bij onderzoeken naar witwaspraktijken, op het gebied van het vermogen om onderzoek te voeren naar witwaspraktijken die in het buitenland gepleegde fiscale misdrijven inhouden en die te vervolgen, alsook om constructieve en tijdige internationale samenwerking te verlenen bij dergelijke inbreuken, en onvoldoende aandacht voor onderzoek naar witwaspraktijken ten aanzien van de in het verslag inzake de nationale risicobeoordeling en wederzijdse evaluatie geïdentificeerde risicogebieden. Op basis hiervan moet Panama worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(18) In oktober 2019 heeft de FATF Zimbabwe geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Zimbabwe samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) onvoldoende kennis bij de betrokken belanghebbenden van de risico’s inzake witwassen en terrorismefinanciering en gebrekkige uitvoering van de nationale AML/CFT- beleidsmaatregelen op basis van de vastgestelde risico’s; 2) gebrekkige uitvoering van op risico gebaseerd toezicht op financiële instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen, met inbegrip van ontoereikende capaciteitsopbouw bij de toezichthoudende autoriteit; 3) het ontbreken van toereikende risicobeperkende maatregelen bij financiële instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen die de toepassing van evenredige en afschrikkende sancties bij inbreuken omvatten; 4) tekortkomingen in het rechtskader en het mechanisme voor de verzameling en bewaring van accurate en bijgewerkte informatie over uiteindelijke begunstigden voor rechtspersonen en juridische constructies, en op het gebied van tijdige toegang door de bevoegde autoriteiten, en 5) lacunes in het kader en de

(16)

uitvoering van gerichte financiële sancties in verband met de financiering van terrorisme en proliferatie. Op basis hiervan moet Zimbabwe worden beschouwd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

(19) Uitgaande van de recentste relevante informatie heeft de Commissie in haar beoordeling geconcludeerd dat de Bahama’s, Barbados, Botswana, Cambodja, Ghana, Jamaica, Mauritius, Mongolië, Myanmar/Birma, Nicaragua, Panama en Zimbabwe moeten worden beschouwd als derde landen die in hun AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie volgens de in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 opgenomen criteria. Opgemerkt zij dat deze landen schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau hebben gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld.

(20) Voorts zij opgemerkt dat de FATF Uganda in februari 2020 heeft geïdentificeerd als een land dat in zijn AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertoont waarvoor Uganda samen met de FATF een actieplan heeft ontwikkeld. De Commissie heeft de meest recente informatie die zij in deze context met betrekking tot deze tekortkomingen van de FATF heeft ontvangen, alsook andere relevante informatie, beoordeeld. De tekortkomingen betreffen de volgende elementen: 1) het ontbreken van nationale AML/CFT-beleidsmaatregelen; 2) tekortkomingen bij het verzoeken om internationale samenwerking in overeenstemming met het risicoprofiel van het land; 3) gebrekkige ontwikkeling en uitvoering van op risico gebaseerd toezicht op financiële instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen; 4) lacunes bij het verlenen van tijdige toegang aan de bevoegde autoriteiten tot accurate basisinformatie en informatie over uiteindelijke begunstigden voor juridische entiteiten; 5) tekortkomingen bij het aantonen dat de rechtshandhavingsinstanties en justitiële autoriteiten de regelgeving inzake witwasdelicten consistent toepassen in overeenstemming met de vastgestelde risico’s; 6) het onvermogen beleidsmaatregelen en procedures voor de identificatie, tracering, inbeslagname en confiscatie van opbrengsten en hulpmiddelen van misdrijven vast te stellen en uit te voeren; 7) het onvermogen aan te tonen dat de rechtshandhavingsinstanties onderzoek voeren naar terrorismefinanciering en vervolging instellen in verhouding tot het risicoprofiel inzake terrorismefinanciering van Uganda; 8) technische tekortkomingen in het rechtskader voor de uitvoering van gerichte financiële sancties in verband met de financiering van proliferatie, en tekortkomingen bij de uitvoering van een op risico gebaseerde benadering van het toezicht op de non-profitsector om misbruik voor terrorismefinancieringsdoeleinden te voorkomen. Uganda heeft ook schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en heeft samen met de FATF een actieplan ontwikkeld. Uganda is reeds opgenomen in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675. Bijgevolg moeten de status en de toegepaste maatregelen met betrekking tot Uganda ongewijzigd blijven.

(21) Het is van het grootste belang dat de Commissie derde landen permanent monitort en de ontwikkelingen van hun juridische en institutionele kaders, de bevoegdheden en procedures van de bevoegde instanties en de doelgerichtheid van hun AML/CFT- regelgeving beoordeelt, met het oog op bijwerking van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675.

(22) De Commissie heeft de vooruitgang beoordeeld die de in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 opgenomen landen die sinds juli 2016 van de lijst van de FATF zijn geschrapt, bij de aanpak van strategische tekortkomingen hebben geboekt,

(17)

op basis van de vereisten van Richtlijn (EU) 2015/849. De Commissie heeft de beoordeling afgerond van de vooruitgang die Bosnië en Herzegovina, Ethiopië, Guyana, Laos, Sri Lanka en Tunesië hebben geboekt.

(23) De FATF was ingenomen met de aanzienlijke vorderingen die Bosnië en Herzegovina, Ethiopië, Guyana, Laos, Sri Lanka en Tunesië hebben gemaakt bij de verbetering van hun AML/CFT-regelgeving en merkte op dat deze landen de nodige wet- en regelgevingskaders hebben vastgesteld om de toezeggingen die zij in hun actieplannen hebben gedaan met betrekking tot de door de FATF vastgestelde strategische tekortkomingen, na te komen. Deze landen zijn dus niet langer onderworpen aan monitoring door de FATF in het kader van haar lopende wereldwijde nalevingsproces ten aanzien van de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. Deze landen zullen hun werkzaamheden met de met de FATF vergelijkbare regionale organisaties voortzetten om hun AML/CFT-regelgeving verder te verbeteren.

(24) De Commissie heeft de informatie met betrekking tot de vorderingen bij de aanpak van de strategische tekortkomingen van deze derde landen beoordeeld.

(25) De Commissie heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat Bosnië en Herzegovina en Guyana in dit stadium op basis van de beschikbare informatie geen strategische tekortkomingen vertonen in hun AML/CFT-regelgeving. Deze landen hebben onlangs een aantal maatregelen genomen om hun AML/CFT-regelgeving te versterken en de Commissie zal verder toezien op de effectieve uitvoering van deze maatregelen. De Commissie zal deze landen opnieuw beoordelen wanneer nieuwe informatiebronnen beschikbaar komen. Bijgevolg mogen Bosnië en Herzegovina en Guyana niet worden beschouwd als landen die in hun AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertonen.

(26) Daarnaast heeft de Commissie in haar beoordeling geconcludeerd dat Tunesië op basis van de beschikbare informatie geen strategische tekortkomingen meer vertoont in zijn AML/CFT-regelgeving. Tunesië heeft de doeltreffendheid van zijn AML/CFT- regelgeving versterkt en de daarmee verband houdende technische tekortkomingen aangepakt om de toezeggingen van zijn actieplan met betrekking tot de door de FATF vastgestelde strategische tekortkomingen na te komen. Deze maatregelen zijn voldoende uitgebreid en voldoen aan de nodige vereisten om te oordelen dat de uit hoofde van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 vastgestelde strategische tekortkomingen zijn weggewerkt.

(27) Bovendien heeft de Commissie in haar beoordeling geconcludeerd dat Ethiopië, Laos en Sri Lanka maatregelen hebben genomen om de door de FATF vastgestelde strategische tekortkomingen aan te pakken en dat zij deze strategische tekortkomingen niet meer vertonen. Naar aanleiding van de maatregelen die zijn genomen om het met de FATF overeengekomen actieplan uit te voeren, vormen deze landen niet langer een AML/CFT-bedreiging voor het internationale financiële stelsel. Rekening houdend met hun relevantie voor het financiële stelsel van de Unie, is de Commissie van mening dat deze landen niet langer een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie. Bijgevolg mogen Ethiopië, Laos en Sri Lanka in dit stadium niet worden beschouwd als landen die in hun AML/CFT-regelgeving strategische tekortkomingen vertonen.

(28) De Commissie verbindt zich ertoe waar nodig technische bijstand te verlenen aan de in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 opgenomen derde landen om hen te helpen de vastgestelde strategische tekortkomingen te verhelpen.

(18)

(29) Rekening houdend met de zeer uitzonderlijke en onvoorspelbare situatie als gevolg van de COVID-19-pandemie, die wereldwijd gevolgen heeft en zeer waarschijnlijk de goede werking van zowel marktdeelnemers als bevoegde autoriteiten zal verstoren, moet ervoor worden gezorgd dat de datum die wordt vastgesteld voor de toepassing van artikel 2 betreffende de toevoeging van derde landen voldoende tijd laat voor de effectieve uitvoering van de verordening in deze omstandigheden. Bijgevolg moet de toepassingsdatum van artikel 2 van deze verordening bij wijze van uitzondering op een latere datum worden vastgesteld dan de datum van inwerkingtreding van de verordening.

Voor derde landen die van de lijst moeten worden geschrapt, doen zich geen grote problemen voor wat de uitvoering betreft. Het is daarom redelijk deze landen zonder onnodige vertraging van de lijst te schrappen.

(30) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In de tabel in punt I (“Derde landen met een hoog risico die schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau hebben gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en die samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld”) van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 worden de volgende regels geschrapt:

2 Bosnië en Herzegovina

3 Guyana

5 Laos

10 Ethiopië

11 Sri Lanka

13 Tunesië

Artikel 2

De tabel in punt I (“Derde landen met een hoog risico die schriftelijk een politieke toezegging op hoog niveau hebben gedaan om de vastgestelde tekortkomingen aan te pakken en die samen met de FATF een actieplan hebben ontwikkeld”) van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wordt vervangen door de volgende tabel:

Nr. Derde land met een hoog risico

1 Afghanistan

(19)

2 Bahama’s

3 Barbados

4 Botswana

5 Cambodja

6 Ghana

7 Irak

8 Jamaica

9 Mauritius

10 Mongolië

11 Myanmar/Birma

12 Nicaragua

13 Pakistan

14 Panama

15 Syrië

16 Trinidad en Tobago

17 Uganda

18 Vanuatu

19 Jemen

20 Zimbabwe

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 2 is evenwel van toepassing met ingang van 1 oktober 2020.

(20)

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7.5.2020

Voor de Commissie De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen 12 maanden nadat de IMO mondiale marktgebaseerde maatregelen heeft genomen voor de vermindering van de door het maritiem vervoer veroorzaakte broeikasgasemissies, en

6. De Raad benadrukt dat het Handvest moet worden toegepast als onderdeel van een breder regelgevend kader voor grondrechten op nationaal niveau. Erkennende dat het Handvest

Alle vrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie" die de EU sinds 2010 heeft gesloten, bevatten een hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling met wettelijk

Besluit (EU) 2019/305 van de Raad van 18 februari 2019 waarbij Cyprus, Kroatië, Luxemburg, Oostenrijk, Portugal, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd om, in het

b) maar het standaard nationale accijnstarief op ethylalcohol niet met meer dan 85 % onderschrijdt, op ethylalcohol uit door het huishouden van de producent geleverd fruit, die

Het grootste aantal (37), rekening houdend met het feit dat ongeveer 70 respondenten deze vraag niet hebben beantwoord, koos voor de impact van het regelgevend en ondersteunend

inspanningen ter bevordering van de volledige uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad door alle landen verder moet opvoeren, zich actief moet inzetten voor

industrieproducten te waarborgen en gelet op het feit dat er in de Unie niet in toereikende mate identieke, gelijkwaardige of vervangende producten worden vervaardigd, moeten er