REGELGEVING OP MAAT VAN KMO’S
REGELGEVING OP MAAT VAN KMO’S
Koen Reniers Melissa Vanmeenen
(editors)
Antwerpen – Cambridge
Regelgeving op maat van KMO’s
Koen Reniers en Melissa Vanmeenen (eds.)
© 2013 Intersentia Antwerpen – Cambridge www.intersentia.be
Coverafbeelding: © Radist - Dreamstime.com
ISBN 978-94-000-0419-1 D/2013/7849/123 NUR 820
Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens bestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever.
Bijgewerkt tot 1 juni 2013.
INHOUD
De KMO in het handelsrecht en het economisch recht
Henri Swennen . . . 1
Hoofdstuk I. Meerdere lagen, niet meer beladen? . . . 1
Hoofdstuk II. Meerdere lagen in de KMO . . . 4
Hoofdstuk III. Het belang van de KMO in de economische activiteit is groot . . . 9
Hoofdstuk IV. KMO-beleid en wetgeving? . . . 10
Hoofdstuk V. Wetgeving voor de KMO: sporen van het verleden . . . 13
Afdeling I. De kleine burgerij van 1900. De Middenstand van 1930 . . . . 14
Afdeling II. De wetgeving van 1930-1939: de grendelwet, de handelseigendom en het krediet, de PVBA, de handelspraktijken . . . 15
Afdeling III. Het Middenstandplan, de EEG, de crisissen en de interne markt . . . 17
Hoofdstuk VI. KMO in de geldende wetgeving . . . 18
Afdeling I. Financiering: krediet en eigen vermogen . . . 18
§ 1. Krediet en kapitaal . . . 18
§ 2. Juridische technieken . . . 21
Afdeling II. Toegang tot het beroep, toegang tot de markt . . . 24
§ 1. Vestigingseisen . . . 24
§ 2. De dienstenrichtlijn en het ondernemingsloket. . . 25
§ 3. Tweede kans . . . 27
Afdeling III. Bescherming van de zaak . . . 28
§ 1. Bescherming tegen anders zaken doen . . . 28
§ 2. Bescherming van cliënteel . . . 32
§ 3. Oneerlijke mededinging. Handelspraktijken/ marktpraktijken . . . 35
Afdeling IV. Bescherming in contracten: franchising, betaling van handelstransacties, Europees kooprecht en oneerlijke bedingen . . . 42
Hoofdstuk VII. Vrije beroepen en het ondernemingsrecht: de Wet Marktpraktijken? . . . 47
Hoofdstuk VIII. Besluit – KMO: a makeover? . . . 51
vi Intersentia Inhoud
Dient het vennootschapsrecht de kleine en middelgrote onderneming?
Koen Reniers . . . 55
Hoofdstuk I. Artikel 15 W.Venn.: de kleine vennootschap . . . 56
Afdeling I. Wetshistoriek van artikel 15 W.Venn. . . . 57
Afdeling II. Criteria . . . 59
§ 1. Jaargemiddelde van het personeelsbestand . . . 60
§ 2. Jaaromzet . . . 61
§ 3. Balanstotaal . . . 62
Afdeling III. Nadere interpretatie van artikel 15 W.Venn.: de begrippen boekjaar en consolidatie . . . 62
§ 1. Boekjaar . . . 62
§ 2. Consolidatie . . . 64
Afdeling IV. Aanpassing van de criteria . . . 65
Afdeling V. Gevolgen van de kwalificatie als ‘kleine’ vennootschap . . . 66
§ 1. Jaarrekening volgens verkort schema en geen jaarverslag . . . 66
§ 2. Geen verplichte aanstelling commissaris . . . 66
§ 3. Vrijwillige vrijstelling . . . 69
Hoofdstuk II. De S-BVBA – Bekend en onbemind. . . 71
Afdeling I. Drijfveren achter de invoering van de S-BVBA . . . 72
§ 1. Light vehicle competition. . . 72
§ 2. Bescherming startende ondernemer en diens gezin . . . 75
§ 3. Moeilijke kredietverlening en kapitaal als drempel voor de startende ondernemer . . . 75
Afdeling II. De S-BVBA: uitgesteld kapitaal versus verhoogde aansprakelijkheid . . . 76
§ 1. Invoering van de S-BVBA . . . 76
§ 2. Doelpubliek: de startende ondernemer, natuurlijke persoon . 77 1° Oprichter en aandeelhouder natuurlijke persoon . . . . 77
2° Zaakvoerder natuurlijke persoon . . . 79
§ 3. Aansprakelijkheden en bijkomende verplichtingen om andere dan startende ondernemers te weren uit de S-BVBA . 79 § 4. Symbolische kapitaalplicht ter ondersteuning van de startende ondernemer . . . 81
1° Tweeledige functie van het kapitaal . . . 81
2° Kapitaal in de S-BVBA . . . 83
§ 5. Aansprakelijkheden en bijkomende verplichtingen als keerzijde van de lage kapitaaldrempel . . . 88
1° Oprichtersaansprakelijkheid . . . 88
2° Financieel plan . . . 89
3° Dynamisch financieel plan . . . 91
4° Aansprakelijkheid bij faillissement in vierde en vijfde levensjaar . . . 94
Inhoud
5° Aansprakelijkheid bij niet-tijdige omzetting . . . 95
6° Aansprakelijkheid bij niet-vermelding statuut starter 95 § 6. Stoorzenders uit het fiscaal en huwelijksvermogensrecht . . . . 96
1° Fiscaal recht . . . 96
2° Huwelijksvermogensrecht . . . 98
§ 7. Heeft de wetgever de beoogde doelen bereikt? . . . 99
1° Instroom buitenlandse vennootschappen. . . 99
2° Bescherming startende ondernemer en zijn gezin en problematische kredietverlening . . . 101
§ 8. Keuze van ondernemers voor de S-BVBA als vennootschapsvorm. . . 101
§ 9. Conclusie S-BVBA . . . 103
Hoofdstuk III. De Flex-BV: vrijheid, blijheid en aansprakelijkheid . . . 104
Afdeling I. Afschaffing kapitaal . . . 105
Afdeling II. Schuldeisersbescherming door invoering uitkeringstest . . . 108
1° Vermogenstoets . . . 109
2° Uitkeringstest gekoppeld aan aansprakelijkheid bestuurder en aandeelhouder . . . 111
3° Conclusie Flex-BV . . . 114
Hoofdstuk IV. Besluit . . . 114
Fiscaliteit voor KMO’s: een lappendeken Bruno Peeters en Anne Van de Vijver . . . 119
Inleiding . . . 119
Hoofdstuk I. Het KMO-beleid van de Europese Commissie . . . 121
Hoofdstuk II. Het begrip KMO . . . 124
Afdeling I. Het begrip KMO in de Europese context . . . 124
Afdeling II. Het begrip KMO in de Belgische regelgeving . . . 126
§ 1. Definitie gebaseerd op het belastbaar inkomen . . . 126
§ 2. Definitie gebaseerd op aantal werknemers, jaaromzet en/of balanstotaal . . . 131
§ 3. Definitie gebaseerd op het familiaal karakter van de onderneming . . . 133
Hoofdstuk III. De Belgische fiscale KMO-maatregelen . . . 134
Afdeling I. Algemeen . . . 134
Afdeling II. Fiscale voordelen voor het aanmoedigen van investeringen door KMO’s . . . 134
Afdeling III. Aanmoediging van autofinanciering . . . 136
§ 1. Algemeen . . . 136
§ 2. Fiscale voordelen voor herinvesteringen van winsten . . . 136
§ 3. Fiscale voordelen om het statuut van de KMO aantrekkelijker te maken . . . 138
viii Intersentia Inhoud
§ 4. Fiscale voordelen voor investeerders in risicokapitaal . . . 140
Afdeling IV. Vereenvoudiging van de fiscale administratie . . . 144
Afdeling V. Wegnemen van fiscale belemmeringen bij overdracht van ondernemingen . . . 146
Besluit . . . 147
De KMO-dimensie van mededingingsregels: uitsluiting, vrijstelling, maatwerk Anne-Marie Van den Bossche . . . 151
Inleiding – inkadering . . . 151
Hoofdstuk I. De toepassingsvoorwaarden van mededingingsregels voor ondernemingen en lidstaten . . . 157
Afdeling I. Mededingingsregels gericht tot ondernemingen: restrictieve mededingingspraktijken . . . 159
§ 1. Samenwerking buiten het bereik van het kartelverbod – probleemloze samenwerking . . . 163
§ 2. Toegelaten c.q. toelaatbare samenwerking . . . 166
§ 3. (Blijvend) verboden restrictieve mededingingspraktijken: de sanctie . . . 172
Afdeling II. Mededingingsregels gericht tot ondernemingen: concentratiecontrole . . . 173
Afdeling III. Mededingingsregels gericht tot lidstaten . . . 180
§ 1. Steun buiten het bereik van artikel 107 VWEU – probleemloze steun . . . 184
§ 2. Toegelaten c.q. toelaatbare steun . . . 186
§ 3. De sanctionering van onoorbare staatssteun . . . 191
Hoofdstuk II. De KMO-dimensie van mededingingsregels voor ondernemingen en lidstaten . . . 191
Afdeling I. KMO-uitsluitingen . . . 192
Afdeling II. KMO-vrijstellingen . . . 193
§ 1. Iuris tantum KMO-vermoedens . . . 193
§ 2. KMO-tijdskader . . . 194
§ 3. KMO-drempels . . . 195
Afdeling III. KMO-maatwerk . . . 197
Uitleiding – besluit . . . 201
Inhoud
Een rechtshistorische kijk op schaalgrootte in het Belgische en Franse handels- en economisch recht (vroege negentiende eeuw tot ca. 1960)
Dave De ruysscher . . . 213
Hoofdstuk I. Inleiding . . . 213
Hoofdstuk II. Van “small businesses” tot KMO’s (ca. 1890-ca. 1960) . . . 214
Afdeling I. De Small Business-beweging in de Verenigde Staten (ca. 1890-1953) . . . 214
Afdeling II. Panik im Mittelstand: de middenstandsbeweging in continentaal Europa in het interbellum . . . 216
Afdeling III. Raden en comités binnen ondernemingen als hefboom naar een juridisering van schaalgrootte van bedrijven . . . 217
Hoofdstuk III. Het onderscheid tussen kleine, grote en middelgrote bedrijven: een nieuwigheid van de twintigste eeuw? . . . 222
Afdeling I. Slechts een impliciete benadering van grote bedrijven (eerste helft negentiende eeuw) . . . 222
§ 1. Handelaars, geen handelszaken: de Code de commerce (1807) . . . 222
§ 2. Impliciete breuklijnen in het vroeg-negentiende-eeuwse vennootschapsrecht . . . 224
Afdeling II. Naar een groter belang van schaalgrootte (tweede helft negentiende eeuw) . . . 229
§ 1. Typendwang in het vennootschapsrecht . . . 229
§ 2. Ongeschreven praktijken in het faillissementsrecht (tweede helft negentiende eeuw) . . . 232
Hoofdstuk IV. Besluit . . . 234
Regelgeving op maat van KMO’s? Johan Bortier . . . 235
Hoofdstuk I. KMO-uitzonderingen? Nee bedankt! . . . 236
Hoofdstuk II. KMO-uitzonderingen? Ja, natuurlijk! . . . 237
Hoofdstuk III. Er moeten grenzen zijn . . . 239
Hoofdstuk IV. En de toekomst… . . . 239