• No results found

Premieverordening Wet werk en bijstand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Premieverordening Wet werk en bijstand"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(Den Haag) Verordening Premies versie raad Gemeente Den Haag

RAADSVOORSTEL (TEN BEHOEVE VAN GRIFFIE)

Registratienummer

BSW/03/483 Risnummer

Onderwerp Premieverordening Wet werk en bijstand

Datum college-besluit 07 oktober 2003 Portefeuillehouder

Dienst

drs. P.M.M. Heijnen SZW

Tijdelijke Referendum Wet Het betreft hier een Algemeen Verbindend Voorschrift dat referendabel is.

Samenvatting De inwerkingtreding van de nieuwe Wet werk en bijstand en de daaraan gekoppelde wijziging in de financiering noopt tot vaststelling van een nieuwe premieverordening per 1 januari 2004, waarbij meer dan thans de nadruk komt te liggen op het bevorderen van uitstroom naar (deeltijd-)arbeid.

Per 1 januari 2005 zal de zelfstandige premieverordening worden ingetrokken en opgeno- men in de Reïntegratieverordening. Het nu voorgestelde premiebeleid loopt door tot 1 juli 2005. In de eerste helft van 2005 zal het nieuwe premiebeleid worden geëvalueerd. Op basis daarvan worden voorstellen gedaan voor het premiebeleid dat ingaat vanaf 1 juli 2005. Dit kan tot aanpassing leiden van de reïntegratieverordening per 1 juli 2005.

Door de raad te nemen besluit

De raad van de gemeente Den Haag,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, Besluit:

ingaande 1 januari 2004 vast te stellen de Premieverordening Wet werk en bijstand, onder gelijktijdige intrekking van de verordening Premiebeleid en vrijlating van inkomsten.

Titels bijlagen - Premieverordening Wet werk en bijstand

Financiële consequenties De kosten worden voor 2004 begroot op € 1.100.000. Financiering uit het Werk-deel van het Wwb-budget.

Voorstel verdere procedure

Via commissie SZWI

Is er sprake van een fatale termijn?

Toelichting

Ja, uiterlijk 31 december 2003

Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2004 vervalt de wettelijke grondslag voor de huidige premieverordening.

Communicatie Persbericht

Samenhang

Publicatie in het Raads Informatiesysteem

Ja

(2)

(Den Haag) Verordening Premies versie raad

Conform ! Nota van wijziging volgt

Aanhouden ! Opmerkingen:

Besluit gemeenteraad Datum

Paraaf griffier

Conform ! Nota van wijziging volgt

Aanhouden ! Opmerkingen:

(3)

Regnr. BSW/03/483

Tekst raadsvoorstel Premieverordening Wet werk en bijstand

(Den Haag) Verordening Premies versie raad

Rv

dienst SZW

Inleiding

Met de komst van de nieuwe Wet werk en bijstand (Wwb), die inmiddels door het parlement is aangenomen en op 1 januari 2004 in werking zal treden, is een stelsel gecreëerd waarin de nadruk ligt op werk boven inkomen, met een aangescherpt model van rechten en plichten.

De Wwb kent een aanzienlijk beperkter aantal artikelen dan de Algemene bijstandswet, bevat veel facultatieve bepalingen en legt de beleidsmatige en de financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering meer dan tot nu toe in handen van de gemeente. Er is een vast budget voor de bijstandsuitgaven (het inkomensdeel) en voor het reïntegratieinstrumentarium (het werkdeel). Uit dit laatste budget dienen alle in te zetten reïntegratiemiddelen te worden bekostigd. In vergelijking met het jaar 2002 is op het reïntegratiebudget voor de komende jaren fors bezuinigd.

Eén van de instrumenten die kan worden ingezet om uitstroom uit de uitkering te bevorderen, is het verstrekken van premies. De gemeente is vrij te bepalen of van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. De huidige verordening

“Premiebeleid en vrijlating van inkomsten” kent een gedifferentieerd stelsel van premies en vrijlatingen bij samenloop van inkomsten uit arbeid en uitkering. Deze verordening is gebaseerd op de Wet inschakeling werklozen (Wiw). Met de inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand vervalt de Wiw, waardoor een nieuwe verordening wenselijk is geworden.

Daarnaast is de huidige verordening strijdig met de bepalingen van de Wwb. Daarom wordt voorgesteld over te gaan tot het vaststellen van een nieuwe premieverordening.

Huidige situatie (tot 1 januari 2004)

De huidige premieverordening kent zowel premies als vrijlatingen. Het betreft:

a. vrijlating deeltijdarbeid: voor groepen uitkeringsgerechtigden die op basis van medische of sociale gronden zijn aangewezen op deeltijdarbeid.

b. premie deeltijdarbeid: voor alleenstaande ouders met kinderen tussen de 5 en 12 jaar die zijn aangewezen op deeltijdarbeid.

c. scholingspremie: voor uitkeringsgerechtigden die minimaal een scholingstraject van 3 maanden volgen.

d. uitstroompremie: voor uitkeringsgerechtigden die volledig uitstromen naar gesubsidieerde arbeid.

e. doorstroompremie: voor mensen die vanuit een Wiw-baan een I/D-baan accepteren.

f. onkostenvergoeding sociale activering: voor uitkeringsgerechtigden die activiteiten volgen in het kader van de sociale activering.

De huidige verordening kent geen premie voor uitkeringsgerechtigden die volledig uitstromen uit de uitkering naar arbeid in loondienst. Deze bestond aanvankelijk wel maar is in 2001 vervangen door een landelijk uitstroominstrument, de werkaanvaardingspremie, die van 1 april 2001 tot en met 31 december 2001 van kracht is geweest. Deze werkaanvaar- dingspremie is op haar beurt vervangen door de fiscale toetrederskorting. Deze regeling is per 1 januari 2003 afgeschaft.

Thans resteert alleen nog de fiscale prikkel van de verhoogde arbeidskorting.

Nieuwe situatie (per 1 januari 2004)

In de nieuwe Wwb mogen geen periodieke premies meer worden verstrekt. Uitsluitend éénmalige premies zijn nog toegestaan. Gelet daarop, alsmede de veranderende economische omstandigheden en de wijzigingen in de financiering van de bijstand, zijn wij van oordeel dat de bevordering van uitstroom naar arbeid in loondienst prioriteit moet hebben.

Daarom wordt voorgesteld de uitstroompremie voltijd in ere te herstellen, zij het in sobere vorm. Aan degene die arbeid in dienstbetrekking aanvaardt waarmee volledig in het eigen onderhoud kan worden voorzien, wordt éénmalig een premie toegekend van € 500. Dezelfde premie geldt voor degene die in Wiw - of ID - verband werkt en vervolgens een dienstbe- trekking (zoals beschreven in artikel 1, sub h van deze verordening) aanvaardt. De huidige doorstroompremie komt hiermee te vervallen. Gezien het éénmalige karakter is de uitstoompremie niet fiscaal en werkt deze niet door in inko- mensafhankelijke regelingen.

Om het belang van gedeeltelijke werkaanvaarding te onderstrepen wordt een soortgelijke premie verstrekt aan degene die vanuit een uitkeringssituatie deeltijdarbeid aanvaardt. In dat geval wordt een premie deeltijdarbeid verstrekt van € 250.

(4)

(Den Haag) Verordening Premies versie raad

Hierbij is van belang dat de uitkeringsgerechtigde alleen recht heeft op een premie deeltijdarbeid als hij geen recht kan doen gelden op de wettelijke vrijlating van inkomsten uit deeltijd arbeid, zoals omschreven in artikel 31, tweede lid onder o van de Wwb (zie verder het anti-cumulatiebeding).

Situatie vanaf 1 januari 2005

Per 1 januari 2005 treedt de volledige Wet werk en bijstand in werking. Hierdoor moet de gemeente Den Haag vanaf die datum een Reïntegratieverordening hebben. De zelfstandige premieverordening zal daarom per 1 januari 2005 worden ingetrokken en opgenomen in de Reïntegratieverordening.

De nu voorgestelde premieverordening gaat in per 1 januari 2004. Omdat niet bekend is wat het effect is van de premie- verordening op de uitstroom uit de bijstand wordt de regeling na 1 jaar geëvalueerd. Het nu voorgestelde premiebeleid loopt daarom door tot 1 juli 2005. Op basis van de evaluatie worden voorstellen gedaan voor het premiebeleid dat ingaat vanaf 1 juli 2005.

Toekenningscriteria

Om als uitkeringsgerechtigde voor een premie in aanmerking te komen, dient men onmiddellijk voorafgaande aan de dienstbetrekking tenminste 6 maanden ononderbroken uitkering te hebben ontvangen. Het moet immers een financiele stimulans zijn voor uitkeringsgerechtigden met een zekere mate van afstand tot de arbeidsmarkt. De premie wordt ambtshalve, direct bij indiensttreding, toegekend na overlegging van het arbeidscontract dat tenminste een duur van zes maanden heeft. De premie wordt slechts eenmaal gedurende een uitkeringsperiode verleend. Het is denkbaar dat een uitkeringsgerechtigde langer dan een jaar inkomsten uit deeltijd arbeid ontvangt naast de uitkering: toch bestaat dan maar éénmalig recht op een premie deeltijdarbeid.

Inkomstenvrijlating Wwb

Bij amendement is artikel 31, eerste lid onder o toegevoegd aan de Wwb. Hierdoor is een wettelijke vrijlating bij deeltijd- arbeid voor een beperkte duur mogelijk gemaakt. Het gaat hier derhalve niet om een premie op basis van gemeentelijk beleid. De kosten van de vrijlating worden uit het Wwb-budget voor de bijstandsuitgaven, het zogenaamde I-deel, betaald. Deze vrijlating van 25% van de inkomsten met een maximum van € 163 per maand, geldt voor ten hoogste 6 aaneengesloten maanden en mag alleen worden toegekend indien dit naar het oordeel van het college bijdraagt aan volledige uitstroom van de uitkeringsgerechtigde.

Overgangsrecht Inkomstenvrijlating Abw

In de huidige Algemene bijstandswet is vastgelegd dat alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar en bijstandsgerechtig- den van 57 ½ jaar en ouder die arbeid in deeltijd aanvaarden, maandelijks een gedeelte van hun inkomsten mogen behouden. Dat gedeelte is aan een maximum gebonden. Tevens is bepaald dat het college groepen van uitkeringsgerech- tigden kan aanwijzen voor wie een dergelijke vrijlating eveneens geldt. Van deze mogelijkheid heeft Den Haag gebruik gemaakt. In de premieverordening is aan 3 categorieën uitkeringsgerechtigden eenzelfde vrijlating gegund, te weten die:

a. Op medische gronden gedeeltelijk plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt;

b. Een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben;

c. Om medische of sociale redenen een gedeeltelijke Wiw –dienstbetrekking hebben.

Op grond van de Wwb is het niet meer mogelijk voor deze categorieën uitkeringsgerechtigden een vrijlatingsbepaling op te nemen in de verordening. In artikel 9 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand is wel voorzien in overgangsrecht.

De vrijlatingen worden in het jaar 2004 kwartaalsgewijs afgebouwd. In het tweede, derde en vierde kwartaal wordt respectievelijk nog 75, 50 en 25% van de ontvangen inkomsten vrijgelaten. Per 1 januari 2005 bestaan er dus geen oude vrijlatingen meer op grond van de Abw.

Intrekken huidige premies

Met betrekking tot de huidige periodieke premies (scholingspremie, de onkostenvergoeding sociale activering en de premie deeltijdarbeid) is door de wetgever geen overgangsrecht opgesteld. De gemeente kan voor deze premies dan ook geen overgangsrechtbepalingen in de verordening opnemen. Derhalve moeten deze premies en vergoedingen met ingang

(5)

Regnr. BSW/03/483

Tekst raadsvoorstel Premieverordening Wet werk en bijstand

(Den Haag) Verordening Premies versie raad

van 1 januari 2004 ingetrokken worden. De uitkeringsgerechtig den die het betreft zullen daaromtrent individueel worden geïnformeerd. Cliënten kunnen voor (bijzondere) noodzakelijke kosten in hun traject sociale activering en bij scholing wel een individueel beroep op de Bijzondere bijstand doen.

Anti-cumulatie

Bij aanvaarding van deeltijd arbeid in loondienst zal vanaf 1 januari 2004 bepaald moeten worden of recht bestaat op een wettelijke vrijlating, dan wel de nieuwe premie deeltijdarbeid. Het is uit financieel oogpunt niet wenselijk als recht ontstaat op beide voorzieningen. Dit zou tevens de bedoeling van de wettelijke vrijlating, te weten volledige uitstroom uit de bijstand, doorkruisen aangezien de armoedeval in dat geval groter wordt. Gelijktijdige toekenning van een vrijlating en premie is derhalve ongewenst, net als toekenning van een premie na afloop van de wettelijke vrijlating. Daarom is in deze verordening een bepaling opgenomen, die aan toekenning van premie in geval van toekenning van een wettelijke vrijla- ting in de weg staat. Op grond van het hierboven genoemde overgangsrecht over de Abw-vrijlating bestaat in 2004 voor lopende bijstandsgerechtigden nog deels recht op een wettelijke vrijlating als bedoeld in de Abw. Eveneens om financiële redenen en om de bedoeling van de wetgever niet te ondergraven, wordt voorgesteld in dat geval daarnaast geen premie deeltijdarbeid toe te kennen.

Financiering

De voorgestelde premies worden geheel gefinancierd uit het werkdeel van het Wwb-budget. Op basis van ervaringsgege- vens de volgende inschatting te maken:

De uitstroompremie zal in 2004 naar verwachting aan 1.600 personen worden verstrekt. Bij de premie deeltijdarbeid zal het gaan om 1.200 personen. Dit komt neer op de volgende kosten:

- uitstroompremie: € 800.000 - premie deeltijdarbeid: € 300.000

Totaal: € 1.100.000

Er zijn enige additionele uitvoeringskosten voor de dienst SZW verbonden aan het beoordelen of deeltijdarbeid een bijdrage levert aan de volledige uitstroom van de cliënt.

Artikelsgewijze toelichting Artikel 1

Het begrippenkader spreekt voor zich. Hoewel de Abw, Wiw en ID met ingang van 1 januari 2004 worden ingetrokken, is het toch nodig deze op te nemen in verband met het overgangsrecht en meer in algemene zin als referentie. Bovendien zullen naar verwachting bepaalde artikelen van dit wettelijk kader vooralsnog hun gelding behouden.

Artikel 2

De premie die hier wordt geregeld, ziet op volledige uitstroom uit de uitkering of gesubsidieerde arbeid. Voor wie uitkering ontving is de voorwaarde van toepassing dat tenminste 6 maanden aaneengesloten uitkering moet zijn ontvan- gen, dan wel dat een dienstverband krachtens de Wiw/Besluit ID bestaat, alvorens uitstroom tot premietoekenning leidt.

Als gedurende die 6 maanden inkomsten uit deeltijdarbeid zijn ontvangen, staat dat de verlening van een uitstroompremie niet in de weg.

Artikel 3

Bij dit artikel gaat het om gedeeltelijke uitstroom door het aanvaarden van deeltijdarbeid. Het ontvangen van een uitke- ring blijft dus nog noodzakelijk. Het betreft hier uitsluitend uitkeringsgerechtigden met een uitkering krachtens de Abw,

(6)

(Den Haag) Verordening Premies versie raad

Ioaw of Ioaz. Is 6 maanden aaneengesloten een uitkering ontvangen, dan kan een premie worden toegekend. Een premie is niet aan de orde als voorafgaand aan de werkaanvaarding een dienstverband krachtens de Wiw/Besluit ID bestond.

Artikel 4

Regelt de voorwaarden rond de premieverstrekking. Er moet sprake zijn van een arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden. De toekenning geschiedt ambtshalve, zodat de toekenning van de premie is gewaarborgd.

Artikel 5 en 6

Een samenloop van de wettelijke Abw-vrijlating uit het overgangsrecht en de wettelijke vrijlating uit de Wwb met de premie deeltijdarbeid is ongewenst, zowel uit financieel oogpunt als gelet op het gezamenlijke doel van beide voorzienin- gen, te weten het op termijn bereiken van volledige uitkeringsonafhankelijkheid.

Tevens zou hierdoor de bedoeling van de wetgever worden doorkruist.

Artikel 7 en 8

Het ligt voor de hand dat voor het geval zich in de praktijk onduidelijke situaties voordoen, waarvoor de tekst van de verordening niet direct uitkomst biedt, het college een besluit kan nemen overeenkomstig de strekking van de verorde- ning. De huidige verordening premiebeleid en vrijlating van inkomsten kan worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2004.

De beperkte geldigheid van deze verordening houdt verband met de volledige inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand op 1 januari 2005 Gemeenten zijn verplicht vanaf die datum een Reïntegratieverordening te hebben. In deze verordening zal het premiebeleid worden opgenomen.

Voorstel

Gelet op het belang de uitstroom uit de uitkering te bevorderen door het aanvaarden van werk in loondienst, al dan niet in deeltijd, is het voorstel ingaande 1 januari 2004 de Premieverordening Wet werk en bijstand in te voeren, onder gelijktij- dige intrekking van de Verordening premiebeleid en vrijlating.

PREMIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder:

a. wet: de Wet werk en bijstand.

b. invoeringswet: de Invoeringswet wet werk en bijstand.

c. Abw: Algemene bijstandswet.

d. Wiw: Wet inschakeling werkzoekenden.

e. ID: Besluit in- en doorstroombanen.

f. uitkeringsgerechtigde: degene die een periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de wet, de Ioaw of de Ioaz.

g. premie: een subsidie die op grond van artikelen 7 en 8 van de wet kan worden verstrekt.

h. dienstbetrekking: een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek dan wel een aanstelling als ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Ambtenarenwet, uitgezonderd arbeidsovereen- komsten krachtens de Wiw, het besluit ID en die worden gesubsidieerd op grond van de Wet en de Wet sociale werkvoorziening.

(7)

Regnr. BSW/03/483

Tekst raadsvoorstel Premieverordening Wet werk en bijstand

(Den Haag) Verordening Premies versie raad

HOOFDSTUK 2 PREMIES

Artikel 2 Uitstroompremie voltijd

1. De uitkeringsgerechtigde die arbeid in dienstbetrekking aanvaardt waarmee volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien en die onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding tenminste 6 maanden ononderbroken uitkering voor levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de wet, de Abw, de Ioaw of de Ioaz, ontvangt een éénmalige premie van 500 euro.

1. De éénmalige premie als bedoeld in het vorige lid wordt eveneens verstrekt aan degene die gesubsidieerde arbeid verricht in het kader van de Wiw of het Besluit ID en die aansluitend arbeid in dienstbetrekking aanvaardt, waar- mee volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien.

Artikel 3 Premie deeltijdarbeid

De uitkeringsgerechtigde die arbeid in dienstbetrekking aanvaardt waarmee niet volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien en die niet in aanmerking komt voor een vrijlating van inkomsten als bedoeld in artikel 31, tweede lid onder o van de wet en onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding tenminste 6 maanden ononderbroken uitkering voor levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de wet, de Abw, de Ioaw of de Ioaz, ontvangt een éénmalige premie van 250 euro.

Artikel 4 Voorwaarden premies

De in artikel 2 en 3 genoemde premie wordt slechts eenmaal gedurende of na afloop van een uitkeringsperiode toegekend en wel bij aanvang van de dienstbetrekking, onder overlegging van een afschrift van de arbeidsovereenkomst, waaruit dient te blijken dat deze voor tenminste 6 maanden is aangegaan. De toekenning van de premie geschiedt ambtshalve.

Artikel 5 Cumulatie van wettelijke vrijlating van inkomsten en premie

De uitkeringsgerechtigde die naar het oordeel van het college recht heeft op een vrijlating van inkomsten als bedoeld in artikel 31, tweede lid onder o, heeft niet gelijktijdig noch aansluitend recht op een premie deeltijdarbeid als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

Artikel 6 Cumulatie van Abw-vrijlating en premie

De uitkeringsgerechtigde die op grond van artikel 9 van de invoeringswet recht heeft op vrijlating van arbeidsinkomsten heeft niet gelijktijdig noch aansluitend recht op een premie deeltijdarbeid als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

(8)

(Den Haag) Verordening Premies versie raad

Deze verordening kan worden aangehaald als Premieverordening Wet werk en bijstand en treedt in werking met ingang van 1 januari 2004, onder gelijktijdige intrekking van de verordening Premiebeleid en vrijlating inkomsten Den Haag.

Deze verordening vervalt met de inwerkingtreding van de Reïntegratieverordening per 1 januari 2005.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bijna de helft van de gemeenten in Zuid-Nederland geeft aan dat ze in het arbeidsmarktbe- leid nog vooral gericht zijn op de uitvoering, een kwart van de gemeenten geeft aan dat zij

In de gehele populatie vertonen de vreemdelingen van de EU een mindere uitstroom naar werk dan de andere vreemdelingen, gezien hun specifieke profiel dat vooral bestaat uit

Vrouwen jonger dan 50 jaar zonder hoger diploma zijn ook de enige categorie waar de economische crisis niet gezorgd heeft voor een forse stijging van het aantal werklozen. Vooral bij

Werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen zonder recht op een bedrijfstoeslag, toegelaten op basis van voltijdse arbeidsprestaties of op basis van studies..

Specifieke bepalingen voor uitvoering door de Sociale verzekeringsbank Toon relaties in LiDO Maak een permanente link Toon wetstechnische informatie Vergelijk met een eerdere

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand 2009 (Skarsterlân) / de Verordening

De rechthebbenden voor wie op 31 december 2012 voor de vaststelling van de toeslag of verlaging van de gehuwdennorm toepassing is gegeven aan artikel 3, 3 e lid

Dit betekent dat belanghebbende (in de situatie zoals hierboven.. Beleidsregel overbruggingsuitkering Wet werk en bijstand Groesbeek Pagina 4 beschreven) tot de eerste betaling