• No results found

SHELF SIGNATUURMICROVORM:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SHELF SIGNATUURMICROVORM:"

Copied!
68
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelij k aan te vragen.

Thisfilm is supplied hy the KlTLV only on condition that neither it nor part of it is further reproduced without first ohtaining the permission of the KlTLV which reserves the right to make a charge for such reproduction. Ij the material filmed is itself in copyright, the permission of the owners of that copyright will also he requiredfor such reproduction.

Application for permission to reproduce should he made in writing, giving details of the proposed

SIGNATUUR

MICROVORM:

SHELF NUMBER MICRDFDRM:

MMETA 0853

(2)
(3)

(J , t cU, ..

J

0ti

t tt

oS-

. (.... e "'Ir, I

~ :,,::.":;t .' 1\1\IIIIIUI~iirl\111\1\I\ill\\1

"" ~".,. 0085 6870

.. ,

I

VROUWEN ALS OORLOGSBUIT

(4)

/

M. Falll

VROUWEN ALS OORLOGSBUIT

Uitgeverij "NOOIT GE.DACHT"

(5)

"Wat zou dat allemaal te betekenen hebben, Peter, fluisterde José Humez, de Filippijnsegids.

Pete Ralton - sergeant bij het Amerikaanse leger - schudde zijn hoofd, ten teken, dat ook hij niet begreep wat er aan de hand kon zijn. Een sectie Jappen had hen uit de barakken der krijgsgevangenen gehaald, hen gedwongen zich van hun kleding te ontdoen en neer te knielen op een uitgestrekte open plek in de jungle . op het eiland Ambon.

Meer dan driehonderd man Japanse troepen stonden daar in dubbele rijen opgesteld. Zij hadden geweren bij zich en dikke knuppels van bamboe. Zij kwetter- den opgewonden tegen en met elkaar en zwaaiden met dikke bundels Japans bezettingsgeld.

Toen majoor Togodashi het veld op kwam, bereikten de spanning en de opwinding onder de Japanse sol- daten een hoogtepunt. Togodashi was een klein, kort mannetje, gekleed in een smetteloos wit overhemd, een keurig gestreken en geperste rijbroek en glimmend gepoetste rijlaarzen. Als omindrukte maken bleef hij even staan voor de gevangenen en loerde naar hen door de dikke lenzen van een donkergerande bril. De stilte op het veld verdiepte zich. Tenslotte blafte hij een bevel en een Japanse soldaat, schermend met zijn bajonet, dreef twee vrouwen de open plek op.

Usa Thomton, de Engelse verpleegster, trachtte haar naaktheid te bedekken met haar handen. Zij was een

(6)

mooie, jonge vrouw, met lange slanke benen kort geknipt, blond haar en een prachtige, blanke huid. Op het eerste oog scheen Lisa Thornton koel en koud.

Haar fijnbesneden gezichtje en de trotse manier ,,:aarop zij haar hoofd hield, gevoegd bij de uitdruk~

~g van haar koele, grijze ogen, suggereerden, dat ZIJop en top een Engelse was. Doch die indruk werd volkomen teniet gedaan op het moment, dat men haar zag lopen. Dan draaiden haar heupen provo- cerend en het zwaaien van haar schouders bewees overtuigend, dat zij, hoewel Britse van geboorte, in de eerste plaats en voor honderd procent vrouw was.

Zij had de gewoonte haar hoofd te laten zakken en iemand geamuseerd van onder haar opgeslagen oog- leden aan te kijken.

Ze was zich volkomen bewust van de eerste indruk

?ie ze gewoo~lijk maakte en had een enorm plezier

JO de verwarrmg, die ze daarna veroorzaakte bij de onthutste toeschouwer. Ze was buitengewoon intelli- gent en wist met ontstellend grote nauwkeuriglleid het effect te peilen, dat haar gracieus bewegende handen en haar onschuldige, grote ogen maakten op de leden van het mannelijk geslacht.

"Op~chieten! OpschietenI" snauwde majoor Togo- dash! ongeduldig. "Dit is geen schoonheidswedstrijd."

Nadilia haalde haar schouders op en nam grotere stap~en. Ze w~~ half Chinees, half Filippijns en zag er UIt als een fijn, porseleinen poppetje. Ze was dans-

meis~e geweest in een van de grote dancings van Manilla, wat de Duitsers zouden noemen een ani- mier-dame". Ze wist heel goed dat ze mooi w~ en schaamde zich helemaal niet voor haar lichaam. Ze

bewoog zich met de lenige gratie van een panter.

Toen haar bevolen was al haar kleren uit te trek- ken, had Nadilia een breedgerande strooien hoed ge- grepen. Om haar verachting voor de Jappen te tonen, had zij de hoed op haar hoofd gezet, in plaats van deze te gebruiken om haar naaktheid te bedekken.

"Bestijg je paarden!" schreeuwde Togodashi.

De beide meisjes staarden hem met niet begrijpende blikken aan.

"Op hun schouders!!" schreeuwde hij.

De twee meisjes voerden zijn bevel niet vlug genoeg naar zijn zin uit en twee Jappen duwden en stomp- ten de meisjes ruw naar voren. Ze dwongen Nadilia op de schouders van José Humez te klimmen, terwijl Lisa Thornton haar lange, slanke benen om de sterke schouders van Pete Ralton drapeerde.

Lisa Thornton tikte met haar vingers op het hoofd van Pete. "Nu ik toch gedwongen ben om te rijden, geloof ik heus dat ik het beste paard van stal heb getroffen, Pete."

"Tattu kudasaiJ" beval Togodashi. "Opstaan!"

Hij wees naar een palmboom, die ongeveer drie hon- derd meter verwijderd was. "Als ik het teken geef rennen ju.lie naar die boom daar," !!Tijnsde hij.

"En om er zeker van te zijn, dat jullie je u'terste best zullen doen, zeg ik nu vast, dat de verliezer zich na afloop in mijn speciale attentie zal verheulJen."

De hele dubbele rij Jappen J..-wetterde nu opgewon- den en iedere soldaat sloot weddenschappen af. Er hing een sfeer van intense spanning ov r het terrein, alsof het een wedstrijd gold met echte paarden. De Jappen loerden beurtelings naar Humez en Ralton en

(7)

sloten daarna nog meer weddenschappen af. Of- schoon Humez een kop kleiner was dan de geweldig grote en stevige Ralton, maakte zijn atletisch ge- vormde en gespierde gestalte kennelijk een goede in- druk op de gokkende soldaten.

Togodashi zag er uit alsof hij zeer met zichzelf was ingenomen. Hij overhandigde de beide meisjes ieder een korte rijzweep en zei grijnzend:

"Spaar de zweep niet. De winnaars zullen lekker te eten krijgen, dat kan ik je wel beloven."

Nadilia wierp de zweep onmiddellijk weg, doch Lisa zwaaide de leren karwats voor Ralston's ogen heen en weer. "Beste jongen," zei ze, "deze race gaat vast en zeker een concurrent worden van de Derby."

"Zijn jullie allemaal klaar?" Togodashi haalde een pistool uit zijn holster en schoot het wapen snel vurend vlak achter hun voeten leeg. Hij dwong hen op deze manier om snel vooruit te springen om de projectielen te ontwijken. De Jappen brulden van op- winding en l-wamen naar voren, aanmoedigend schreeuwend naar degenen, op wie ze gewed hadden.

"Sa, sal" schreeuwden ze. "Vooruit! VluggerI"

Ralton was twee passen voor de Filippijn en de Jap- pen, die op de laatste hadden gewed, sloegen met hun bamboestokken naar hem om hem tot grotere snelheid aan te zetten. Humez haalde de ander in, waarna de mannen met bamboeknuppels en kolven van geweren werden gestompt en geslagen.

Ralton realiseerde zich vlug, dat hij gemakkelijk zou kunnen winnen van de Filippijn, maar hij hield zijn vaart opzettelijk in.

Toen ze tegen elkaar aan botsten, fluisterde hij de

ander toe: "We moeten ervoor zorgen tegelijkertijd aan te komen'"

"SiI" hijgde Humez.

De meisjes klemden zich met hun benen stevig om de schouders der beide mannen. Nadilia probeerde met haar handen de Jappen, die met geweerkolven en bamboeknuppels naar Humez sloegen, tevergeefs van hem weg te houden. Maar Lisa schreeuwde en riep zo hard ze kon en gedroeg zich alsof ze werke- lijk te paard zat.

Toen de mannen de betrokken palmboom naderden, liepen Ralton en Humez schouder aan schouder. Ze maakten de indruk alsof ze hun uiterste best deden om elkaar voor te komen, doch zorgden er angstvallig nauwkeurig voor precies gelijk te blijven. De Jappen gingen te keer als gekken en prikten hen met hun messen en bajonetten. Ralton en Humez slaagden erin tot het laatst gelijk te blijven en bereikten inder- daad tegelijk de eindstreep.

De rijen toeschouwers veranderden plotseling in een bende wilde, brullende individuen, elk schreeuwend dat zijn favoriet had gewonnen. Er braken vuistge- vechten uit en het terrein veranderde in een arena, waar iedereen naar hartelust te keer ging.

Ralton trok Lisa van zijn rug. Met zijn ene hand greep hij haar in de nek, dwong haar over zijn knie en gaf haar een paar flinke tikken op dat gedeelte van haar anatomie, waar men ook kleine jongens straft, wanneer die ondeugend zijn geweest. Zijn grote hand maakte een geluid als van een zweep, terwijl hij het onderste gedeelte van haar rug kastijd- de.

(

(8)

"Dat dient om je bij te brengen, dat ik geen paard ben," gromde hij kwaadaardig.

Togodashi rende met een afstotelijk vertrokken ge- zicht op de deinende, schreeuwende massa in. Zijn schelle, onaangename stem sneed door het tumult en als bij toverslag verstomde de herrie en gingen de soldaten in de houding staan.

"Ik zal je leren me voor de gek te houden!" schreeuw- de hij, zijn vuist heen en weer zwaaiend voor de ogen van Ralton. Toen slaagde hij erin zijn woede te beheersen en voegde er kalmer aan toe: "Daar zul je spijt van krijgenl"

De Japanse soldaten duwden en schopten de ge- vangenen naar hun afdeling, die ac~ter het huis van majoor Togodashi was gelegen. Een week lang wer- den ze alleen en met rust gelaten.

De eerste drie dagen hingen Humez allerlei bestraf- fingen voor ogen, van een geseling met zwepen af tot en met de waterbehandeling. Maar hij was dan ook geen optimist van nature. De Filippo was anders.

Toen er vijf dagen om waren, zonder dat er iets bij- zonders gebeurde, raakte hij ervan overtuigd dat Togodashi de race helemaal had vergeten.

,Geloof dat maar niet, José. Zijn bedoeling is dat we het zullen uitzweten," zei Balton. "En ik moet je eerlijk bekennen dat ik daarmee bezig ben, en goed ook."

De "paarden race" was slechts een van de mindere incidenten in de brute en vernederende behandeling, die Balton, Humez en de twee meisjes onder het be- vel van Togodashi hadden te verduren. De volledige geschiedenis is beschreven en gedocumenteerd door

het Internationale Militaire Tribunaal voor het Verre Oosten. Dit gerechtshof, opgericht ter veroordeling en terechtstelling van de Japanse oorlogsmisdadigers, trad in werking na een bijzondere proclamatie van generaal Douglas MacArthur op negentien januari 1946.

Sergeant Balton was gedetacheerd geweest bij het honderd een en twintigste regiment infanterie.

Hij was ingedeeld bij het hoofdkwartier in de Filippijnen. Hij was een tamelijk wilde knaap, af- komstig uit een van de grote steden van de Verenig- de Staten. Hij had dienst genomen bij het Amerikaan- se leger toen hij zeventien jaar oud was. Dat had hij bereikt door te liegen en een hogere leeftijd op te geven. Op zes december 1941 kreeg hij voor het eerst in drie jaar een langdurig verlof. Dit verlof bracht hij op een voor hem zeer aangename wijze door met het willige halfbloed meisje Nadilia. Hij had een klein rieten huisje gehuurd, dat een kleine twee kilometer verwijderd was van een bergdorpje. Hij had genoeg voorraden voedsel en whisky in eslagen om het een maand vol te kunnen houden. Zolang duurde name- lijk zijn verlof.

Op de morgen van de achtste december lag BaIton, lui uitgestrekt in het grote bed en opende langzaam zijn ogen. Nadilia was niet in het huis en was vanuit het bed nergens te zien. Hij greep naar een fles whisky en nam een paar royale slokken. Hij wreef de slaap uit zijn ogen en slofte naar de deur.

Nadilia stond op een grasmat in de voortuin. Ze had juist haar lichaam ingesmeerd met cocosolie en haar

(9)

Dan zal dit wel een adembenemende schoonheid

"

van je maken."

"En dit," riep Nadilia, terwijl ze de emmer vast greep zal J'ou doen veranderenu in een van de knap-

, " I I" Z

ste mannen van het gehele Amerikaanse eger e tilde de emmer hoog op en keerde hem om boven het hoofd van Ralton. Hij was van top tot teen door- drenkt met cocosolie.

Ralton veegde de olie uit zijn ogen en zijn gezicht, nam een sprong en rende door de deuropening in de richting van het meisje, dat intussen het huis was bin- nengelopen. Binnen stond Nadilia hem op te wacht~n

met een veren kussen. Zij raakte hem ermee op ZIJn hoofd. De kussensloop scheurde en de veren vlogen overal in het rond.

Veren spuwend kreeg Ralton haar eindelijk te pak- ken. Ze probeerde nog tussen zijn benen door te duiken, doch Ralton liet zich boven op haar vallen.

Zij rolden beiden over de vloer en tegen de tijd dat zij tegen de wand terecht kwamen, waren ze bedekt met kippeveren.

Kukeleku!" kraaide Ralton en zwaaide zijn armen

~p

en neer. Nog steeds een haan imiterend wierp Ralton haar op het bed en liet zich naast haar vallen.

Nadilia sloeg haar armen om zijn nek en drukte zich tegen hem aan. Op dit ogenblik klonk een bescheiden klopje op het hout van de open deur. Grommend draaide Ralton zich om op zijn rug.

"Senor?" Een Filippijnse boer met een leerachtig ge- groefd en gerimpeld gezicht stond hen met grote ogen aan te staren.

"We zijn geen kippen," snauwde Ralton.

ivoorldewige huid glom. Ze was bezig een borstel te dopen in een emmer met cocosolie en borstelde daar- mee haar lange, blauwzwarte haren.

Ralton stond in de deuropening naar haar te kijken.

Ze was niet groot van gestalte, doch niettemin buiten- gewoon bekoorlijk en vrouwelijk. Haar borsten waren stevig en wezen brutaal naar voren. De vloeiende lijnen van' haar bovenlichaam gingen Over in de be- koorlijke ronding van haar slanke dijen en benen. Zo- als bij de meeste oosterlingen was haar lichaam vol- komen onbehaard.

Zij stond met haar rug naar hem toegewend. Zachtjes, zonder geluid te maken, liep hij op haar toe en sloeg zijn annen Om haar slanke middel.

"Kom, baby," fluisterde hij, "was die rommel van je lichaam en laten we eens wat plezierigs gaan doen."

Ze gleed uit zijn armen.

"Neen, neen, Pete, die olie moet een uur in mijn huid trekken."

"Waarvoor in hemelsnaam?" vroeg hij verbaasd.

"Dat is mijn schoonheidsbehandeling."

Ze doopte de borstel in de emmer en spatte wat olie in de richting van Ralton. "Sta even stil, Pete," zei ze ondeugend grinnikend, "dan zal ik proberen jou ook mooi te maken."

Ralton sloeg opnieuw zijn annen om haar heen, doch ze glipte uit zijn omarming en besproeide hem met nog meer olie.

"Je bent er nu al knapper op geworden," giecheJde ze.

Ralton maakte een holte vau zijn twee grote handen, schepte wat olie uit de emmer en goot die over haar hoofd.

12

(10)

"Senor sergeant," vervolgde de oude man, "de Japan- ners zijn bezig Manilla te bombarderen."

"Wat zijn dat voor grappen?" vroeg Ralton geïrri- teerd.

"Geen grappen. U komen naar barrio. José Humez hebben radio."

Ralton kende Humez. Humez was gids bij het hon- derd een en twintigste infanterie regiment en had deze schuilplaats voor de sergeant georganiseerd en gehuurd.

Nadat Ralton en Nadilia de olie en veren hadden af- gewassen en zich hadden opgeknapt, haastten ze zich naar het dorpje.

Humez bevond zich in een van de rieten hutten. Zij troffen hem aan, gebogen over een radiotoestel.

De kalme stem van de omroeper deelde niet alleen bijzonderheden mede over het bombarderen van Manilla, maar gaf ook een overzicht van de be- wegingen van Japanse invasietroepen langs de ge- hele kust van Luzon.

"Dat noemen ze nu verdomde pech hebben," gromde Ralton kwaadaardig. "Mijn eerste verlof in drie jaren en nu beginnen die vervloekte Jappen een vervloekte oorlog."

"Wat ben je van plan, Pete?" vroeg Nadilia. Ze trok een diepe rimpel in haar voorhoofd en leek meer te- leurgesteld door het radiobericht dan verschrikt.

"Ik geloof niet dat er veel anders te doen valt dan terug te gaan en me weer bij mijn onderdeel te melden. Wat denk jij er van, José?", vroeg hij, zich tot de Filippo wendend.

"Natuurlijk. We gaan naar het zuiden, naar Guio-

bacho, Pete," antwoordde de man onverstoorbaar en kalm.

Nadilia zei dat ze naar Manilla wilde.

Ralton en Nadilia gingen terug naar de hut en zoch- ten bijeen wat zij dachten onderweg nodig te heb- ben. Hun spaarzame bezittingen waren snel ingepakt en het duurde niet lang voor ze opnieuw onderweg waren naar het dorpje, waar zij José aantroffen, die al op hen stond te wachten, klaar voor de tocht naar het zuiden.

Ze slaagden erin een lift te krijgen en reden met een vrachtwagen mee, die hen afzette in de buurt van de hoofdverkeersweg. Hierna gingen zij gedri ën te voet de bergweg af, in de richting van de grote weg.

In een klein rieten huisje, op een afstand van onge- veer anderhalve kilometer van de hoofdweg verwij- derd, kregen zij het slechte nieuws te horen: Japanse troepen hadden de weg afgesneden en alle mogelijk- heden om naar het zuiden te komen geblokkeerd.

Ralton kon het nieuws niet helemaal verwerken en geloven. Hij stond er op zich een weg te banen door het struikgewas en zodoende dicht genoeg bij de hoofdweg te komen, om zichzelf te overtuigen van de waarheid. Hij ging voorop en bcwoolT zich van dek- king tot dekking, op de voet gevolgd door adilia en Humez. Zij slaagden er inderdaad in on" zien dicht bij de hoofdweg te komen. Zij hield n halt op een plaats in de jungle, waar zij een ongehinderd uit- zicht hadden op de weg, zonder zelf gezien of opge- merkt te kunnen worden. Ze behoefden niet lang te wachtcn voordat ze er achter kwamen dat het slechte nieuws helaas niet overdreven was. De vijand had

(11)

vlug en hard toegeslagen. Vanuit hun schuilplaats in de jungle konden zij de vijandelijke vrachtwagens en tanks in een ononderbroken kolonne naar het zui- den zien trekken. De vrachtwagens waren volgeladen met Japanse soldaten, die aan alle kanten eruit puil.

den.

"Dat zijn verdomme Amerikaanse vrachtauto's,"

gromde Ralton woedend, starend naar de bewegende kolonne.

Ze waren niet op de Amerikanen op Luzon veróverd.

Het waren vrachtwagens die door de Jappen in de Verenigde Staten waren aangekocht. Ze zagen er vol- komen nieuw uit en droegen de. kentekenen van het Japanse leger. Het kostte Ralton kennelijk veel moeite zich hiermee te verzoenen en helemaal lukte hem dat niet. Hij vloekte krachtig en langdurig en wendde zich daarna met een vragende uitdrukking op zijn gezicht en hoogopgetrokken wenkbrauwen tot Humez.

De twee mannen keken elkaar even zwijgend aan.

Humez verbrak de stilte en stelde voor:

"We zullen door de bergen naar het zuiden trekken, Pete. Dat zal wel aanzienlijk langer duren, maar ik denk dat we een goede kans maken, omdat de Jap- pen zich in het begin hoofdzakelijk tot de hoofdwegen zullen bepalen en zeker geen mankracht genoeg heb- ben om de dunbevolkte en voor hen gevaarlijke ge- bieden te bezetten."

Ralton dacht even na en kwam tot de conclusie dat het een logische redenering was. Hij bleef even na- denken en overwegen en zei toen kort: "OkéI"

De eerstvolgende twee weken baanden zij zich een weg naar het zuiden. Zij vorderden slechts heel lang-

zaam door het woeste, onherbergzame berggebied, waarbij het gezelschap van Nadilia extra vertragend op hun marstempo werkte.

Vriendelijk gezinde dorpelingen gaven hun onderweg te eten en zorgden voor een onderdak. Op elke plaats waar zij halt hielden luisterden zij naar de radio. Zij merkten dat het nieuws slechter en beroerder werd naarmate de tijd verstreek.

Op zeven maart 1942 hoorden zij over de radio de stem van generaal MacArthur. Hij was vertrokken van Corregidor en op weg naar Australië. Hij besloot zijn rede met de uitdrukkelijke verklaring: "Ik zal terug- keren!"

Op zes mei 1942, de dag waarop Corregidor in handen viel van generaal Homma, hadden Ralton, Humez en Nadilia zich een weg gebaand door de bergen en waren terecht gekomen op een plaats, even ten zuiden van Manilla. Daar kwam Ralton tot de conclusie, dat hij de keus had uit twee dingen: overgave of ontsnap- ping. Eigenlijk was het helemaal geen keuze. Voor iemand van zijn karakter was maar één besluit moge- lijk. Dat was vanzelfsprekend ontsnappen.

Op hun tocht naar het zuiden hadden zij een kaart weten te bemachtigen. Die vouwde hij nu open en spreidde hem voor zich uit.

"Er is maar één mogelijkheid om weg te komen," zei hij op de kaart wijzend. "We moeten proberen nog verder naar het zuiden te komen, een zeilboot te pak- ken krijgen, wat proviand organiseren en dan maar zien dat we Australië bereiken."

Hij keek verwachtingsvol naar Humez, die alleen maar stoïcijns zijn schouders ophaalde.

(12)

koeltjes van hoofd tot voeten op en zei toen langge- rekt: "Hallooooi" .

Zij drukte~ el1caar de hand e~ Usa hield zijn hand vast. Ze liet haar ogen dwalen over zijn brede, he- : : : borst, zijn slanke middel, zijn sterke, stevige

"Jij bent precies datgene, wat de dokter heeft voor- geschreven," zei ze goedkeurend. Ze keek van hem naar de twee anderen, die intussen naderbij waren gekomen en het begroetingstoneeltje nieuwsgierig stonden gade te slaan.

,,~u je me ni~t even aan je vrienden voorstellen, ge- spIerde bruut?' , vroeg ze kwasi uit de hoogte.

Balton stelde Nadilia en Humez aan haar voor.

Lisa zei: "AangenaamI"en het Britse accent was zeer nadrukkelijk en zeer Brits.

Nadat ze aan de twee nieuwkomers haar naam had genoemd wendde ze zich tot Balton, die vroeg:

"Wat voer je hier uit, baby?"

"Ik ben een arme, hulpeloze vluchtelinge," zei ze en keek hem onschuldig aan met haar grote ogen.

Tegen die tijd waren de meeste dorpelingen uit hun huizen en hutten tevoorschijn gekomen en verdrongen zich rondom hen heen. Een van hen, het dorpshoofd, bood hen de gastvrijheid van zijn huis aan, hetgeen zij dankbaar accepteerden.

Terwijl zij hongerig bezig waren aan hun eerste warme maaltijd sinds een gehele week, maakte Lisa van de gelegenheid gebruik om hem op de hoogte te brengen van de jongste ontwikkelingen in de toe- stand en van de manier, waarop zij in dit 1c1eine dorp- je terecht was gekomen.

"Wel?" vroeg Ralton en keek Humezaan.

Deze haalde opnieuw onverschillig zijn schouders op en zei: "Oké, Pete. Je weet dat ik van de partij ben, waar je ook heen wilt. En ellee manier waarop jij denkt dat we zullen ontsnappen, keur ik bij voorbaat goed." Hij grijnsde en zijn witte tanden blilclcerden in het zonlicht.

"En aangezienikhelemaal niet van plan ben om met Japanners naar bed te gaan, besluit ik hier en nu met jullie mee te gaan, dus kun je meteen aan het denk- beeld wennen, dat ik deel zal uitmaken van jullie expeditie," verklaarde Nadilia met een vastbesloten en niet te negeren klank in haar stem.

Op zestien juni 1942 hervatten zij hun tocht. Een paar dagen daarna liepen zij over een nauw jungle- paadje, dat naar het kleine dorpje Cenaluga leidde.

Zij waren moe en bezweet.

Balton ging vooruit om de omgeving te verkennen en te zien of deze vrij was van Jappen. In plaats van Jappen zag hij Lisa Thomton ever het dorpsplein schrijden. Ze droeg een dunne katoenen blouse en nauwsluitende jodhpurs. Ze liep zachtjes voor zich uit te neuriën en wiegelde met haar heupen. Balton bleef even staan genieten van haar aanblik en kwam tot de conclusie dat men bij Lisa Thomton inderdaad niet van lopen kon spreken, doch van schrijden.

Ralton wenkte naar de anderen van zijn gezelschap en zij stapten uit het struikgewas van de jungle te voorschijn.

"Hano'" riep hij en liep Lisa Thomton tegemoet.

Lisa Thornton zette haar handen in haar zij, nam hem

(13)

kelijk hoofdknikken. Toen wendde Humez zich tot Ralton:

"Eris nog een vrouw in het dorp, Pete," zei hij. "Het dorpshoofd beweert dat ze een Amerikaanse is."

Lisa Thornton keek vlug op en kneep haar ogen half dicht. "Dat zal mevrouw Homer zijn," zei ze zonder verder commentaar.

"Wie is dat in hemelsnaam?" vroeg Ralton.

Allemaal tegelijk begonnen ze het hem uit te leggen en ten slotte slaagde Ralton erin, wijs te worden uit al die verwarde informaties. Mevrouw Homer bleek de weduwe te zijn van een Amerikaans landbouw- deskundige, die adviseur was geweest van de rijst- boeren uit de omtrek en met hen had samen gewerkt.

"Zij en haar man werden door de Jappen gearr~

teerd," legde Lisa uit. "Ik geloof niet dat Henry, die man van d'r, erg dapper was. Hij gedroeg zich ten minste bepaald niet als een man. In feite offerde hij zijn vrouw op voor hun vrijheid. Hij bood haar aan die gele ratten aan onder voorwaarde dat zij beiden gespaard zouden worden. Mevrouw Homer werd door die zwijnen vele malen verkracht en toen ze genoeg van haar hadden, regen ze Henry, haar man, aan de bajonet en lieten haar lopen."

"Arme SteUa," vervolgde Lisa. "En nu gedraagt ze zich alsof ze nog steeds bezig is haar man te straf- fen voor zijn laffe en onvergeeflijke houding. Ze neemt doorlopend wraak op hem, alsof hij nog steeds in leven is. Ze dringt zich aan elke mannelijke inwo- ner van het dorp op. Dat veroorzaakt natuurlijk een hoop moeilijkheden en narigheden. Niet dat de man- nen van het dorp het erg vinden, integendeel. Maar Als verpleegster had zij zich gemeld bij een Engels

medisch team, dat onderzoekingen verrichtte op het gebied van tropische ziekten in het San Joan Hospi- taal te Manilla. Voor de Jappen er in geslaagd waren de stad te veroveren, had men kans gezien alle patiën- ten te evacueren en naar elders over te brengen. Bij deze uittocht was de jeep, waarin Lisa een plaats had gevonden, defect geraakt en werd ze van de anderen van het gezelschap gescheiden. Een vriendelijk ge- zinde Filippo had haar onder zijn hoede genomen en de jeep gerepareerd. Daarna had hij haar meegeno- men naar Cenaluga, waar zij hartelijk was ontvangen en een schuilplaats had gevonden. Sindsdien was zij nog niet uit het dorp weggeweest.

Toen Ralton haar over zijn eigen plannen vertelde en haar mededeelde, dat het in hun bedoeling lag zich meester te maken van een zeilboot en proviand en daarna te pogen naar Australië uit te wijken, werd ze onmiddellijk enthousiast. Ze nam zijn hand en drukte die tegen haar borst. '

"Mijn beste jongen," zei ze met haar beste en meest indrukwekkende Britse accent, "ik ga met jullie mee."

"Het is een lange trip en de gevaren en risico's die we zullen lopen zijn niet te overzien," waarschuwde Ralton.

"Ik ben gek op zeereizen," antwoordde ze.

"Oké, ik zal niet proberen je er van af te brengen."

Humez had zich met het dorpshoofd in het Talagog onderhouden. Hij scheen verbaasd over de een of an- dere mededeling, die het dorpshoofd hem deed. Hij stelde nog een paar vragen in het onverstaanbare dialect. Het dorpshoofd antwoordde hem met nadruk-

(14)

de vrouwen van Cenaluga kunnen een dergelijk po drag minder waarderen en bezorgen haar een moei- lijke tijd. Van hun standpunt uit geredeneerd is dat natuurlijk te begrijpen en te billijken."

;,Astublieft, sergeant," smeekte het dorpshoofd,

"neemt u in Godsnaam die vrouw mee. We hebbelt doorlopend moeilijkheden met de andere vrouwen in het dorp. Bovendien komen de Jappen regelmatig in de buurt van Cenaluga. Wanneer zij bij een van hUil razzia's die vrouw vinden lopen we het risico, dat alle bewoners worden geliquideerd."

Ralton keek het dorpshoofd even zwijgend en begrij- pend aan en zei toen: "Als ze met ons mee wil gaan, zullen we haar meenemen. Tegen haar wil kan ik haar echter niet meesjouwen, want dan helpt ze onze ontvluchtingsplannen naar de andere wereld enik zit het liefst zo gauw mogelijk, zonder extra moeilijk- heden en problemen, in Australië." Hij zuchtte ell voegde er aan toe: "Waar hangt ze nu uit?"

"In het laatste huis, daar." Het dorpshoofd trok hem aan zjjn arm mee naar buiten en wees naar een rieten huis aan de andere kant van het dorpje.

Ralton knikte en klopte het dorpshoofd op de schou- der. Hij zei een paar geruststellende woorden en ver- dween met lange, veerkrachtige passenin de richting van het aangewezen huisje.

Hij aarzelde even voor hij klopte. Er kwam geen ant- woord. Hij liep om het huis heen en zag dat alle blin- den gesloten waren. Hij klopte nogmaals, doch geen geluid verried, dat er binnen iemand aanwezig was.

Hij duwde tegen de deur en merkte dat deze niet gesloten was. Hij liep naar binnen. Er heerste duister-

nisin het huis, omdat de blinden gesloten waren.

"Mevrouw HomerI" riep hij.

Geen antwoord. Ralton bewoog zich door de ene grote kamer, maar zag niemand. Hij ging op het bed zitten.

De situatie beviel hem maar half. Omhet nauwkeuri- ger uit te drukken: de situatie beviel hem helemaal niet. Twee vrouwen meer bij het gezelschap was een groot risico. Hun aanwezigheid zou het tempo van de tocht naar het zuiden en de verlossende zee aanzien- lijk drukken en hun ontsnappingspoging dubbel ge- vaarlijk maken. Maar had hij wel eigenlijk een keus?

Hij kon Lisa en de Amerikaanse niet hier laten. Dat zou betekenen dat hij hen koelbloedig aan die Ter- TJoekte Jappen uitleverde. Neen, ze moesten meel Terwijl hij zat na te denken over de moeilijkheden en de problemen, die hem te wachten stonden en die hij bij voorbaat reeds probeerde op te lossen, voelde hij dat een hand zich onder de zoom van zijn broekspijp om zijn enkel sloot. Hij sprong op.

"Wel verdommel"

Van onder het bed uit keek een vrouw, de gezochte natuurlijk, naar hem op. Haar lange, glinsterende, rode haar omlijstte een prachtig ovaal gezichtje. Ze glim- lachte uitdagend naar hem op.

»Wat wilde je met me bespreken?" vroeg ze. "Ofwil je helemaal niet praten?"

"Ja, ja," zei hij, onthutst door haar onvenvachte ver- schijning en verder door de even onverwachte schoon- heid ervan. Hij keek nogmaals naar haar gestalte. die gedeeltelijk door het bed aan zijn oog werd onttrok- ken. Het ongebruikelijke van de gehele situatie werkte op zijn gevoel voor humor, doch daar hij op de hoogte

(15)

was van haar omstandigheden bracht hij het niet ver- der dan een zwakke glimlach.

.~Jazeker. ik wilde even met je praten," zei hij. "Maar kunje niet beter eerst onder dat bed vandaan komenr Mevrouw Homer pruilde. "Neen, als je met me wilt praten, moet je maar onder het bed komen."

Balton liep naar de wand en opende de blinden. Het zonlicht viel de kamer binnen. Nu kon hij tenminste zien, waar hij aan toe was.

Hij liep naar het bed en liet zich op zijn knieën zak- ken. Hij dacht: "Deze vrouw is stapelgek".

Mevrouw Homer had zich verder onder het bed terug- getrokken door zich naar de wand te rollen. Ze stak haar hand uit en wenkte met haar wijsvinger:

"Kom hier," zei ze.

Ralton schudde berustend met zijn hoofd en kroop onder het bed.

,,~ntvan.g j.e je bezoek altijd onder het bed," vroeg hij meuwsgleng.

Mevrouw Homer giechelde. Ze wendde haar gezicht naar hem toe en glimlachte opnieuw uitdagend. "Hoe vind je mijn nieuwe jurk?" vroeg ze met een plagerige klank in haar stem.

Raltons ogen waren intussen aan het halfdonker onder het bed gewend geraakt en toen hij scherp toe- keek kon hij zien, dat Stella Homer niets anders aan had dan een paar zijden kousen.

Zestak haar hand tussen zijn overhemd en zijn naakte borst. "Oooh," zuchtte ze. "Ik ben gek op behaarde borsten."

"Mevrouw Homer," zei Balton vastberaden. "Ik ben over het algemeen wel een vlotte jongen en meestal heb

ikook geen bezwaar tegen een grapje. Maar dit is niet de plaats er voor en evenmin de tijd."

Ze drukte zich speels tegen hem aan en beet plagerig inzijn oor.

"Vind je me dan niet lief?" pruilde ze. . Balton keek nog eens goed. Ze was een prachtige Jonge vrouw, met stevige borsten en een uitdagend, soepel figuur. Hij betrapte zich op zwoele bijgedachten, doch vastberaden wierp hij ze van zich af.

Nu moet je eens naar me luisteren, mevrouw Homer,"

~ei hij streng. "Je kunt hier niet langer blijven." Ern- stig sprekend vertelde hij haar van zijn plan om te pro- beren met een zeilboot Australië te bereiken. Toen hij bijna aan het einde van zijn verhaal was gekomen, hield hij op met spreken.

Je luistert helemaal niet naar me'" gromde hij onge- duldig en schoof tegelijkertijd haar bezige handen van zich af.

"Waarom zou ik met jullie meegaan," vroeg ze ver- baasd. "Alles wat ik wil hebben, heb ik hier in dit dorpje. Ik zie dus helemaal de noodzaak er niet van in, met jullie mee te trekken."

"Loop naar de bliksem'" riep Balton uit en rolde zich om. Hij kwam onder het bed vandaan en richtte zich op.

Mevrouw Homer kwam eveneens onder het bed van- daan en kroop achter hem aan. Ze klemde haar armen om zijn benen.

"Maar we hebben nog maar net kennisgemaakt. Blijf toch hier."

Balton schoof haar van zichaf. "Nee''', zei hij ongedul- dig. "Blijf jij maar hier. Misschien zullen de Jappen

(16)

over een paar weken dan wel komen en je overtuigen met een ander staaltje massaverkrachting...

Ze barstte in tranen uit. "Alsjeblieft. Ik zal wel mee.

gaan," snikte ze. "Dank je wel, dat je aan me gedacht hebt."

~altonliet haar alleen om haar gelegenheid te geven zlCh aan te kleden. Toen hij op het dorpsplein terug- keerde stond Lisa Thomton hem op te wachten.

Ralton bracht verslag uit van zijn ervaringen, doch verzweeg meer dan de heHt. Hij bracht haar op de hoogte van het besluit van Stella Homer om met hen mee te gaan en te pogen naar Australië uit te wijken.

Enige minuten later voegden Nadilia en Humez zich bij hen en toen ten slotte Stella Homer kwam opdagen, namen zij afscheid van het dorpshoofd en de rest van de vriendelijke dorpsbevolking en gingen zij weer op weg.

Zij trokken meestal verder bij nacht. Hun richting was na~ het zuiden. Zij hielden zich verborgen in stille, klelDe, achterafgelegen dorpjes en werden door het woeste berggebied geleid door vriendelijk gezinde Filippijnse gidsen. Het was een uiterst vermoeiende tocht en het was een raadsel hoe de vrouwen het vol hielden.

Op acht juni 1942 bereikten zij een klein vissersdorp even ten noorden van het dorpje Pilegas, niet ver van de zuidelijke punt van Luzon.

Aristide Hermanos, de burgemeester en tevens school- meester van het dorp, beloofde hun voor een zeil.

boot te zullen zorgen en droeg er persoonlijk zorg voor dat de boot beladen werd met provisie. Hij was niet karig en ze behoefden dus niet te vrezen dat ze van

honger zouden omkomen.

Het was een slank scheepje van omstreeks tien meter, dat helaas niet in het bezit was van een hulpmotor.

Een buitenboordrriotor zou hen, vooropgesteld, dat ze tevens beslag zouden hebben kunnen leggen op de nodige brandstof, een heel stuk op streek hebben ge- holpen naar het uiteindelijke doel: Australië. Doch alle omstandigheden in aanmerking genomen waren zij blij, dat ze dit bootje hadden kunnen bemachtigen.

Voor zij zee kozen, spreidde Hermanos een grote kaart voor hen uit.

"Ik geloof dat het het beste voor jullie is om naar het oosten te varen, zodat je Leyte en Mindanao rechts laat liggen."

Hij liet zijn vinger over de kaart glijden. "Daar zet je koers in zuidelijke richting en zeil je tussen de Mo- lukken en de kleine Soenda-eilanden en Nieuw Guinea door. Koers dan in diezeHde weg verder tot je Aus- tralië hebt bereikt.

Hij haalde een klein kompas uit zijn zak en over·

handigde het aan Ralton.

"Dit is heel zuiver," zei hij. "Ik heb het zeHgebruikt op uitstapjes en tochten met de kinderen van school."

Hij grijnsde en voegde eraan toe: "Natuurlijk zijn we nooit zover als Australië gekomen."

Ralton schudde hem krachtig de hand en bedankte hem voor zijn hartelijkheid en zijn onbetaalbare hulp.

Eenmaal aan boord hees Humez de zeilen. Een sterke bries dreef hen vrij snel van Luzon vandaan.

Ralton, die aan het roer stond, hield de gehele nacht een oostelijke koers aan. Tegen de morgen zwaaide hij het scheepje om en voer naar het zuiden.

(17)

De twee mannen wisselden elkaar regelmatig af aan het roer. De vrouwen zorgden voor het eten en bereid- den de maaltijden en de koffie op een klein houtskool kacheltje inde cabine.

Op de hondenwacht van de elfde juni stond Humez op het achterschip aan het roer. Ralton was op een stro- matras gaan liggen juist voor de cabine. De zeilen stonden bol gespannen en het schip ploegde plezierig en vrolijk door het kalm deinende water. Tot dusver hadden zij buitengewoon veel geluk in de vorm van prachtig weer en een volkomen kalme zee. Er stond een lekker briesje, genoeg om de zeilen goed te doen bollen, maar niet hard genoeg om veel invloed te heb- ben op de oppervlakte van het water.

Het was een heerlijk koele nacht; de lucht was be- zaaid met sterren, die vriendelijk glinsterden.

Het zachte zwaaien van de boot en het plassende geluid van het zeewater tegen de romp, hadden Ralton snel in slaap gemaakt. Hij sliep een gezonde en diepe slaap en had de deken over zijn oren getrokken; zo bleef hij warm en behaaglijk.

Hij droomde van zijn mislukte en vroegtijdig onder- broken verlof, de kleine, rieten hut in de bergen en het uitdagende lichaam van Nadilia. Vaag voelde hij strelende, fluwelen handen zacht zijn rug strelen. Een warm lichaam drukte zich tegen het zijne en een paar vrouwenlippen raakten zijn open mond. Liefkozende vingers streelden zijn borst en zijn gezicht. Een hand bedekte zijn ogen.

"Raad eens wie het is?" fluisterde een stem.

Ralton was nog steeds niet volledig wakker. In zijn

haHslaap wist hij niet goed of de tegen hem aange- drukte vrouwenfiguur werkelijkheid was of droom. Hij stak zijn handen uit om haar aan te raken en zich ervan te overtuigen of het werkelijkheid was. Doch zij glipte weg, haar hand nog steeds voor zijn ogen hou- dend. "Raad eens wie ik ben?" zei ze nogmaals.

Hij raakte haar gezicht en haar lippen aan met zijn handen. Zonder waarschuwing beet zij hem onver- wacht hard in de vinger. Het was dus geen droom!

Hij greep haar hand.

"Je moet eerlijk spelen en je ogen dicht houden," fluis- terde ze opnieuw.

"Oké, baby," fluisterde hij terug. Dit klonk als een gezellig en leuk spelletje.

"Ik weet in ieder geval dat je niet José Humez bent,"

zei hij spottend.

"Hoe kan je daar zo zeker van zijn?" giechelde ze.

"Het is zijn beurt om aan het roer te staan," antwoord- de hij lakoniek.

"Heel goed. Nu hebben we dus vastgesteld dat ik een vrouw ben. En verder."

"Dus word ikal warmer?"

Hij liet zijn handen langs haar schouders en haar rug glijden. Ze huiverde.

"Je bent in ieder geval Delia niet", verklaarde hij. .

"Hoe weet je dat?"

"Delia spreekt met een accent," zei hij spottend.

Zijn hand streelde haar benen en ze gaf hem een klap op zijn vingers. "Je begeeft je op verboden gebied."

"Er is geen militaire politie in de buurt," grinnikte Ralton.

"Maar je loopt immers ook niet voor militairen verbo-

(18)

den kroegen in zonder om te kijken, nietwaar?'"

"Je hebt volkomen gelijk, baby," meesmuilde hij.

"Eerst moet ik goed om me heen kijken."

Ze liet haar vingers door het dikke haar op zijnborst glijden en streelde zijn oren.

"Herken je de aanraking?" vroeg ze.

"Het is een bekend gevoel," maar de hand is DOS steeds vreemd en onbekend.

Hij trok haar dichternaarzich toe en zij hieldenelkaar stevig omklemd. Zij trilde van verlangen. Zij bewoog even haar hoofd en haar lange haren vielen over zijn gezicht; toen wist hij het.

Lisa's haar was kortgeknipt. Het was Stella Homer.

Hij fronste zijn voorhoofd en zijn spieren spanden zich.

"Weet je het al?" vroeg ze opgewonden.

"Ja - en ...?"

Zij maakte een einde aan zijn protest door hem op zijn mond te kussen. Raltons bloed werd opgezweept door haar hartstochtelijke kus en door het lichamelijke con- tact met de beklagenswaardige vrouw. Hij kende haar geschiedenis en voelde zich een schurk, doch hij kon zijn laaiende emoties niet meer bedwingen. Ten slotte was ze mooi en jong en zag ze er aantrekkelijk uit.

Hij sloeg zijn armen vaster om haar heen. De sterren schenen hen aan te raken en hun laaiend vuur op ben over te brengen.

Ralton sloot zijn ogen en dommelde in. Toen hijwak- ker werd, zag hij Stella naast hem knielen met een blik van haat in haar ogen, een verschrikkelijke uit- drukking op haar gezicht.

"Jou vies, smerig dier!" riep ze uit. "Wat jou betreft

zou bet geen verschil hebben gemaakt als er een varken in je bed was gekropen in plaats van een vrouw."

"Wacht even. Je moet niet zo hard van stapellopen, baby," zei hij verontwaardigd. "Ten slotte was het je eigen initiatief."

"Ga maar gauw naar Humez," schreeuwde ze. "Dan kunje stinkende leugens over me vertellen en opschep- pen. dat je zo'n held en ladykiller bentI"

Het had totaal geen nut er op in te gaan of met haar te argumenteren. Ze was helemaal in de war en zocht eenvoudig ruzie. In plaats van met haar te argumen- teren of te bekvechten nam Ralton haar doodeen- voudig op en zwaaide haar over zijn schouder. Terwijl hij haar over het dek droeg bleef ze met haar vuisten op zijn rug hameren.

Ralton klom de korte ladderafen liet haar in haar kooi zakken. Ze bleef liggen en draaide haar gezicht naar de wand. In die houding bleef ze onverstaanbare dingen mompelen.

Usa Thomton haalde vragend haar wenkbrauwen op en Nadilia stond op het punt te informeren wat er allemaal aan de hand was. Doch een blik op het verstoorde gezicht van Ralton weerhield hen van het stellen van \Tagen. 0

"Zorg ervoor dat ze niet meer in mijn buurt komt,"

gromde hij woedend, "of ik gooi haar overboord."

Detwee meisjes zwegen en keken elkaar veelbeteke- nend aan. Ralton zag de verstolen, veelzeggende blik- ken en verliet met een grommende verwensing de cabine. In zijn haast om weg te komen struikelde hij en viel van de ladder. Hij deed alsof hij het onder-

(19)

gezichtje. Omdat hij zich niet aan haar bekoring ko.

onttrekken, voelde Balton zich woedend worden.

Indien de drijfveer tot haar actie zuivere, wilde e.

overvloeiende levenslust zou zijn geweest, zou Balton van ganser harte op haar stemming zijn ingegaan.

Maar hij wist dat deze striptease niets anders was dan een vorm van zelfkastijding, een dwaze, nutteloze poging om wraak te nemen op ... Ja waarop? Op de laffe gedragingen van haar vermoorde echtgenoot? Op de ellendige omstandigheden of op het noodlot, dat haar niet had gespaard en haar de meest ellendige en beroerde vernederingen had doen ondergaan?

SteJla gooide de ,rok omhoog. De wind greep het kledingstuk en blies het overboord. Ze balanceerde en hield zich op de stevige spriet in evenwicht.

Zwaaiend met de ene arm, maakte ze met haar andere hand de laatste knoop van haar blouse los. Ze draaide zich om en liet de wind de blouse van haar rug afwaaien en over boord meenemen.

Plotseling veranderde de wind van richting. Het zeil verloor eerst zijn balling en ging slap neerhangen.

Zonder voorafgaande waarschuwing zwaaide de zware spriet naar stuurboord over. Ze konden Stella niet meer zien, daar ze verborgen was achter het zeil.

"SteJlal" schreeuwde Balton. "Hou je vastI"

Er' kwam geen antwoord, doch een ogenblik later zagen ze haar hand onder het zeil langs de spriet verschijnen. Ze hield haar bustehouder in haar hand, die ze een paar keer heen en weer liet zwaaien, voor ze deze op het dek liet vallen.

De wind draaide nogmaals en de spriet zwaaide op- nieuw naar bakboord over. Stella stond op de spriet.

drukte gegiechel van Nadilia en Lisa niet hoorde en haastte zich aan dek. Daar gaf hij zijn opgekropt ge~~ed lucht door een paar stevige, lange en zeer ongmele vloeken.

Toen het eindelijk dag was en iedereen zich aan dek bevond, kwam Stella de cabine uitdansen. Ze was vro- lijk en zorgeloos en neuriede een populair liedje. Ze gedroeg zich, alsof ze de gebeurtenissen van de vorige avond geheel vergeten had, alsof er niets was gebeurd.

Ze sprong op het dak van de cabine en liep daar heen en weer, wiegend met haar heupen. Nog steeds neuriënd maakte ze een paar vlugge danspassen, als een chorusgirl. Een van haar schoenen vloog van haar voeten en giechelend schopte ze ook de andere uit.

De spriet van de hoofdmast hing over de bakboord- zijde van het schip en het bollende zeil vormde een bijna toneelachtige achtergrond.

Lisa Thomton zette haar handen aan haar mond en riep: ",,yeg ennee, lieverd!"

Ondeugend glimlachend sprong Stella op de dikke spriet en zich vasthoudend aan de mast worstelde ze zich uit haar rok. Ze hield de rok hoog boven haar hoofd en de wind deed hem wapperen als een vlag.

Schuchter stak ze haar vingers achter de elastieken band van haar broekje. Ze begon deze uit te trekken, toen ze van gedachten veranderde. In plaats daarvan begon ze haar blouse los te knopen.

Humez, die aan het roer op het achterschip stond, sl<ieg het toneeltje met opengesperde mond en uitpuilende ogen gade. Zelfs Balton keek.

Ten slotte was Stella op en top vrouw. Ze had lange, slanke benen, een prachtig figuur en een mooi, ovaal

(20)

woedend. "Dringt het dan niet door je dikke schedel dat hij allang dood is?"

Stella Homers lippen begonnen te trillen en plotse- ling begon ze hevig te snikken. Raltons uitbarsting kwam volkomen onverwacht voor Nadilia en Lisa. Ze bleven hem in een geschokt zwijgen staan aanstaren.

"Dit is geen plezierreisje", gromde Ralton. "En het is evenmin een burleske opvoering. Jullie gaan alle drie naar beneden."

Stella Homer, die nog steeds heftig snikte, werd door de beide andere vrouwen mee genomen.

Ralton ijsbeerde op het dek, woedend op Stella Homer omdat zein staat bleek te zijn geweest zijn gemoeds- rust te verstoren en woest op zichzelf, omdat hij zich niet had kunnen beheersen en woedend was uitge- vallen.

Humez, die nog steeds aan het roer hing zei rustig:

"Dat was geen slechte vertoning, Pete. Waarom in Godsnaam mllakte je je zo kwaad. Daar was toch geen reden voor."

"Omdat ik er helemaal geen zin in heb ineen krank- zinnigengesticht terecht te komen!" schreeuwde hij.

Vanaf dat ogenblik schommelde de houding van Stella Homer tussen spijt en zelfverwijt en uitgesproken bru- taliteit. Op de vierde avond na haar wilde exotische dans, probeerde zij bij Ralton in de slaapzak te krui- pen. Hij schoof haar ruw opzij.

"Jij denkt geloof ik, dat ik niet goed genoeg voor je ben, nietwaar?" klaagde ze. "Hahl Ik weet wat jullie mannen willen!"

Ralton was zeker geen moralist, maar hij besefte wel dat zij juist ver genoeg weg was om hem niets anders Ze hield haar broekje hoog in de wind, die het kleding-

stulc deed bollen.

"Woeieeee!" schreeuwde ze en sprong terug op hetdak van de cabine. Ze had volle, stevige borsten. Haar vlees was stevig en haar lichaam zacht en soepel. Ze draaide een paar keer rond en zwaaide met haar armen boven haar hoofd.

"Bravol" riep Lisa en klapte bij wijze van applaus in haar handen.

Nadilia schudde haar hoofd. "Dat was een prima ver- toning, maar wat gaat ze nu doen als encore?"

"Yippieeel" schreeuwde Stella en sprong met gespreide armen omhoog, met een gestrekte rug zeilde ze door de lucht.

Ralton zette zich schrap en ving haar op. De kracht van de sprong en het gewicht van het meisje deden hem zijn evenwicht verliezen en hem achterover op het dek terechtkomen. Stella liet zich boven op hem vallen.

Ralton schoof haar ruw opzij en krabbelde overeind.

Nadilia gilde van het lachen en Lisa Thomton applau- disseerde enthousiast.

"Magnifieke finalei" schreeuwde ze.

"Zijn jullie helemaal gek geworden?" brulde Ralton woedend.

Stella Homer greep zijn voet en kronkelde over het dek als een grote, roze slang.

"Houd je niet een klein beetje van me?" koerde ze zachtjes."Ofheb je soms ons heerlijk uurtje samen van gisteravond vergeten?"

Ralton wrong zich los uit de greep van Stella. "Beo je nog steeds bezig je man te pesten?" schreeuwde bij

(21)

dan moeilijkheden te bezorgen. En moeilijkheden wa- ren juist hetgeen hij ten koste van alles wilde voor·

komen in vijandelijk gebied.

"Donder op naar beneden," beval hij koel en kort.'

"Ik heb jou niet nodig, jou zwetend en stinkend on·

dier," schreeuwde ze tegen hem. "Je bent een misse- lijke windbuilI"

Ze verdween naar beneden en Ralton trok de dekens over zijn hoofd om te slapen. Dat dacht hij ten minste.

Hij lag nog geen vijf minuten, toen hij Humez hoorde roepen:

"Petel Madre mial Haal die wilde hellekat van mijn rug."

Ralton sprong op en rende naar achteren naar ltet roer. Stella Homer had haar armen om Humez heen- geslagen en probeerde hem bij het roer vandaan te trekken. Ralton greep haar beet, doch ze vocht zich los uit zijn greep.

"Ik vind het helemaal niet prettig je dit aan te doen, baby," mompelde hij, "maar je laat me geen andel'e keus."

Hij greep haar bij het haar en gaf haar een korte tik tegen haar kin. Stella Homer viel slap tegen hem aan enhij droeg haar naar haar kooi in de cabine.

De volgende dertien dagen bleef het weer mooi en helder en de zeespiegel kalm. Zij zagen drie vracht- schepen, twee ervan verschenen juist even boven de hOl'izon. Het derde passeerde op korte afstand. Humer;

stond aan het roer, terwijl de andere leden van het gezelschap zich in de kajuit verborgen hielden, onder dek.

De Japanse bemanning van het vrachtschip zwaaide

en wuifde en het schip vervolgde zijn koers.

Op de veertiende dag kregen zij kleine, geïsoleerde kOl'aaleilanden in het zicht. Ralton veronderstelde, na eep korte berekening, dat ze het noordelijke deel van de Molukken naderden - de Specerij-eilanden. Zij hadden nu een afstand van ongeveer tweeduizend zee.

mijlen afgelegd; er bleef nog een afstand van om- streeks vijftienhonderd mijl af te leggen voor zij Aus.

tralië zouden bereiken.

Gebruikmakend van het kompas verlegde Ralton zijn koers nog verdere oostelijk om te voorkomen, dat ~j te dicht langs HaIrnaheira zouden varen, het grootste eilandin de Molukken-groep.

(])pZTjuni, zij bevonden zich juist ten oosten van Hal.

maheira, werd de zee ruwen ontstond er een korte, zware deining. De lucht werd grijs en dreigend. Ralton koerste naar een groep eilandj~s aan bakboordzijde.

HUD voorraden waren tot dusver voldoende gewOO't.

Nu was het drinkwater bijna op en zij hadden hun laa~teverse fruit en groenten opgegeten.

Het weer verslechterde snel. Het kleine schip huppelde en danste als een kurk op de golven. Na een uur ren.

den alle drie de vrouwen naar boven aan dek en gaven toe aan de gevolgen van een zware zeeziekte.

Ralton zette koers naar het dichtsbijzijnde eiland en Weefmeer dan drie uur langs de kust varen, terwijlhij en Humez probeerden te ontdekken of het eiland bewoond was. Zij konden geen teken van leven ont- dekken, dus besloten zij dichterbij te varen. Zij zeilden dOOI'een nauwe opening in het koraalrif en kwamen in eeu smalle lagune terecht.

Toen zij het scheepje stevig en veilig verankerd had-

(22)

den gingen ze naar beneden en wachtten tot destonII begon te luwen.

Later liet Ralton twee houten waterkruiken naar de kust drijven. Hij schatte dat het eiland zelf niet meer dan anderhalve kilometer in doorsnede was. Nietver van de lagune stroomde een bergbeekje van de steile helling van een vulkaan. De rand van de jungle ophet strand stond vol cocospalmen, papaya's en broodvroch- ten.

"Ik ga aan land," riep Ralton naar Humez. "Misschien kan ik een paar bananen op de kop tikken."

Hij volgde de stroom ongeveer zeshonderd meter en kwam bij een lieflijk meertje met een waterval. Zijn kleren waren doordrenkt met zeewater en zijn huid voelde kleverig aan. Het meertje was te uitnodigend om het te negeren. Grijnzend als een schooljongen die spijbelt trok Ralton al zijn kleren uit en dook in het heldere water. Na ongeveer vijf minuten genietend te hebben rondgezwommen klom hij de oever weer op en liep naar de plaats waar hij zich had uitgekleed en zijn kleren had achtergelaten.

Van zijn kleren vond hij alleen zijn onderbroek; een stuk rots was er op gedeponeerd, waarop met lippen- stift enkele woorden waren geschreven.

De boodschap was kort maar veelbetekenend:

"Naar het paradijs rechtdoor."

En op de manier waarop padvinders de weg plegen aan te duiden was van enkele takjes een pijl gelegd.

Hij volgde het nauwe pad en vond dertig meter verder zijn hemd. Hij nam het haastig op en vervolgde zijn weg op een sukkeldrafje. Verderop lag een van zijn schoenen.

nStella HomerI" schoot het door zijn hoofd.

~j rende vlugger voort, doch ditmaal, inplaats van ZIJn andere schoen te vinden, ontdekte hij een vrou.

welijk kledingstuk. Dat behoorde niet aan Stella Ho.

mer. Dat was een kledingstuk van Lisa Thomton.

.Hij begon sneller te lopen en brak zich wild door het struikgewas. Op ongeveer elke dertig meter vond hij een ander kledingstuk. De meeste waren van Lisa _ h~ blouse, haar jodhpurs, haar beha en haar broekje.

Zijn armen waren volgeladen met kledingstukken toen hij door een dik gordijn van slingerplanten heenbrak en terechtkwam op een kleine, open plekinde jungle.

Lisa stond onder een bananenpalm kalm op een banaan te kauwen. Bij wijze van grap had zij een klein palm.

blad om haar middel gebonden. Het was de enige bedekking die ze droeg.

Haar huid was zo blank als room en terwijl hij naar haar stond te staren, draaide zij zich langzaam om.

,;Zo, beste jongen", zei ze en haar Britse accent was weer onmiskenbaar, "je hebt het paradijs dus gevon.

den." .

"Waarom bied je me geen stukje van de verboden vrucht aan?" vroeg hij, op haar stemming ingaand.

Ze reikte met de banaan in zijn richting. Kom maar h Ia en, zei ze glimlachend." "

Hij liep langzaam naar haar toe en greep naar de gedeeltelijk opgegeten banaan. Ze trok haar hand snel terug en wierp het overgebleven stuk banaan weg over haarschouder.

"Dat is nu echt iets voor een man," zei ze spottend,

"om alleen maar aan eten te denkep."

Zesloeg haar armen om zijn nek en drukte hem dicht

(23)

tegen zich aan. Haar handen streelden zijn rog.Zeliet zich op haar knieën vallen en trok hem naast zich op de grond.

Ralton zweette, zijn bloed joeg wild door zijn ade....

In elkaars armen geklemd vergaten zij tijd en plaats.

De jungle zelf scheen een beschermende muur roJKl- om hen te vormen; warme zonnestralen filterden door de bladeren der hoge, ruisende bomen. De zon lees hoger en hoger en zij merkten het niet. Lisa drukt.

zich tegen hem aan met een niet te stillen honger.

Terwijl zij nog in elkaars armen lagen, voelde RaJao.

plotseling een paar scherpe nagels over zijn wanl krassen. .. Stella Homer was hen achterna geslope.

en klauwde nu naar hem met haar lange nagels.

"Dus daarom moest je zo nodig bananen haleal"

schreeuwde ze wild.

Haar woorden werkten zo op zijn lachlust, dat hij brulde van het lachen. Dat maakte Stella Homer helemaal woedend. Zij sloeg naar hem met beidevuis- ten. Hij greep haar handen en hield haar vast, zodat ze niet dichterbij kon komen. Ten slotte kon hij niets anders doen dan haar oppakken, over zijn schouder t~

zwaaien en haar naar het strand dragen.

"Ik ben dus niet goed genoeg voor je," huilde :ae,

"maar die slet wel"

"Mijn beste mrs. Homer," zei Lisa met een uitgestre- ken gezicht, "geschift zijn is geen motief om een mono- polie op te eisen."

Stella Homer sloeg wild met haar benen en ze pr.- beerde nog te vechten met Ralton toen hij haar al aaa boord van het schip droeg. Ten slotte was hij gedwoa- gen haar aan handen en voeten te binden.

~en plotseling als ze haar zelfbeheersing had ver·

loren, even plotseling hield ze op met schreeuwen en huilen. Het schreeuwen veranderde in gierend uit- halende snikken, die verschrikkelijk waren om aan te horen. Ralton ontdeed haar van de touwen, doch vanaf dat ogenblik hield ieder om beurten een oogje ophaar.

Nadat ze water en vers fruit hadden ingenomen, lichtte RaJton het anker. Van die dag af zocht Lisa steeds vaker het gezelschap van Ralton; zelfs bleef ze samen met hem waken als het zijn beurt was om aan het roer te staan.

Stella Homer maakte geen scènes meer, doch sloeg hen verstolen gade.

Humez maakte werk van Nadilia en beiden bleven even vrolijk en opgeruimd als voorheen - zonder veel te vragen en zonder veel te verwachten.

Op twee en twintig juni slipten ze langs de weste- lijke kust van Nieuw Guinea. Slechts twee dagen daarvoor hadden ze drinkwater en vers fruit en groen- ten ingenomen, dus waren ze goed voorzien van mond- voorraad.

Ze waren nog steeds in het bezit van een voorraadje aardappelen, rijst, sojabonen en sojasaus en ten slotte hadden ze ingeblikt vlees. Tot dusver was de reis niet al te moeilijk geweest en waren ze niet voor bijzondere problemen gesteld, anders dan het probleem Stella.

Doch nu bevonden zij zich opnieuw in water, dat krioelde van vijanden en bovendien moesten ze voorbij Ceram zien te komen, een van de grotere eilanden, dat in de zuidelijke punt van de Molukken-groep gelegen was. Indien zij erin konden slagen veilig door deze wateren te koersen, lag. de verdere weg naar Australië

(24)

voor hen open. Overigens betekende dat dan nog altijd een reis van ongeveer achthonderd mijl.

Wanneer het maar even mogelijk was, zette Ralton overdag de boot aan het strand van een of ander klein, liefst onbewoond eiland en voeren ze alleen gedurende het nachtelijke duister verder.

Op acht en twintig juli zeilden ze door het nauwe kanaal dat Ceram van Nieuw Guinea scheidt. Zij kon.

den het land niet zien, doch merkten aan de vogels, die boven hun hoofden vlogen, dat de kust niet veraf kon zijn.

Om omstreeks drie uur in de namiddag ging de wind liggen en werd het volkomen windstil. Ralton stond aan het roer en Lisa zat naast hem op het dek. De zeilen hingen slap en windloos naar beneden en de boot dreef heel langzaam met een zwakke zeestroming mee.

Stella Homer, onverstaanbaar voor zich heen mom·

pelend, gluurde verstolen naar hen vanaf haar plaats bij de boeg van het scheepje.

"Het bevalt me niets", fluisterde Ralton. "Ik heb zo'n idee, dat Stella op het punt staat weer een aanval te krijgen".

"Waarom geef je haar niet even een zoen en strijk je niet eens langs haar wang, Pete?" suggereerde Lisa giechelend. "Dat zal haar zeker kalmeren, althans voor de nacht."

"Jij bent toch ook zo heerlijk behulpzaam," gromde hij geërgerd en maakte een geringschattende beweging met zijn hand in haar richting. Lisa giechelde op·

nieuw.

Stella verloor hen de gehele nacht geen ogenblik uit

het oog.

In de vroege morgen, terwijl Nadilia en Humez aan dek waren, zat zij nog steeds in elkaar gedoken op haar plaatsje in de boeg van het schip. Zij gromde en vloekte zachtjes voor zich heen.

Drie dagen gingen voorbij zonder een zuchtje wind.

Dezon straalde en blakerde het schip, zodat het bene- dendeks wel een smeltkroes leek, zo hoog liep de tem·

peratuur op.

Minstens een dozijn schepen passeerde, doch gelukkig steeds op grote afstand.

Juist voor middernacht van de derde augustus hoor- den ze de machines van een klein motorjacht. Het schip kwam in hun richting.

Ralton had de zeilen ingenomen en iedereen van het gezelschap ingeprent een volkomen stilte te be- trachten en geen enkel geluid te veroorzaken. De maan was nog niet op en zij voeren onder een zware, met wolken bedekte hemel.

Het geluid van de machine werd luider. De vluchte- lingen hielden de adem in en slaakten een onhoorbare zucht van verlichting toen het geluid minder begon te worden en het jacht hen onopgemerkt scheen te zullen passeren.

Toen begon Stella Homer te gillen en te schreeuwen:

"HelpIZe willen me vermoordenI HelpI"

Ralton sloeg haar tegen het dek en smoorde haar kreten en gegil met zijn hand, doch het was al te laat.

Het zoeklicht van een kleine, Japanse trawler snapte aan en ving hen in de zoekende stralenbundel ...

Twee uur later werden zij aan land gebracht op Am-

(25)

bon, een eilandje even ten zuiden van Ceram, in de Molukken.groep.

Ambon herbergde een van de grootste krijgsgevange- nenkampen van de gehele Pacüic en diende tevens' als hoofdkwartier van de Kempei Tai - de Japanse ge- heime politie - voor het gebièd van de Molukken.

Majoor Togodashi, de commandant van de Kempei Tai, werd uit zijn bed gehaald om hen aan een ondel'- vraging te onderwerpen.

Sinds hun verraderlijke overval op Pearl Harbour had- den de Jappen hun controle over een aanzienlijk deel van de Pacific uitgebreid. Zij stonden als het ware op de drempel van India en hetwes~enen dreigden zelfs Australië aan te vallen en onder de voet te lopen.

Kleine afdelingen geallieerde troepen bleven in dEZe geïsoleerde sectoren weerstand· bieden. Ondanks de overwinning ter zee van de Amerikanen in de slag van Midway, waren de Japanners nog steeds in de aanval en behielden zij de grote voordelen van het initiatief.

Ralton zag duidelijk in, dat het volslagen nutteloos zou zijn te proberen hun identiteit verborgen te houden.

In de eerste plaats was hun schip op het eerste gezicht te herkennen als een Filippijns vissersvaartuig, verder viel niet te loochenen, dat hij zelf en twee van de vrouwen blanken en bovendien Amerikanen waren.

Hij vertelde Togodashi, dat zij gedurende de JapaIUie invasie waren ontvlucht en het vissersvaartuig hadden gestolen.

"Wat was de naam van het dorpje, vanwaar je bent vertrokken?" vroeg de sluwe Togodashi.

Ralton haalde zijn schouders op. "De dorpen daar

lijkmop elkaar als druppels water."

Togodashi glimlachte. Hij was een gedrongen, klein mannetje, diealshij glimlachte een rij lelijke paarden- tanden liet zien. De vreemd vertekende ogen glinster- denonheilspellend achter de dikke lenzen van de dOll- keromrande bril.

Togodashi ging uiterst beleefd voort met het stellen van vragen. Hij wilde weten welke route Ralton had gevaren; de namen van de mensen die hem hadden geholpen, hen hadden verborgen en te eten gegeven onderweg. Hij wilde weten waar hij Lisa Thornton en Stella Homer had opgepikt. Hij wilde tevens de naam weten van degeen die voor de boot had gezorgd, negeerde Raltons venekering dat zij deze hadden

g~tolen.

Halton kon zich niets herinneren van wat de Jap vroeg, ol gaf voor het nooit geweten te hebben. Zijn geheu- gen was op slag ernstig gestoord.

"Weet je, sergeant", zei Togodashi met een gemene glimlach, "dat ik elk van jullie kan laten martelen en jullie zo kan dwingen me de waarheid te vertellen."

"Wij zijn krijgsgevangenen, majoor," antwoordde Ral- ton, en we hebben onze rechten volgens de conventie van Genève."

"Japan heeft die nog nooit erkend", zei Togodashi streng. "We hebben een missie en niets mag de ver- vuIling daarvan in de weg staan of komen."

Halton besloot tactisch van onderwerp te veranderen.

"Hoe komt het dat u vloeiend Engels spreekt, majoor?"

vroeg hij.

Togodashi zette een hoge borst op.

"Ah'" zei hij trots, "dat heb je dus gemerkt. Ik spreek

(26)

delijk, "en je reduceert hem tot de status van - laten we zeggen een nul, dan zal hij je onder zulke omstan- digheden alles mededelen. wat je te weten wenst te komen. Ja sergeant, het leven op Ambon is tamelijk eentonig en vervelend geweest voor mij, maar ik ben ervan overtuigd. dat jij in staat zal zijn mijn verveling te verdrijven."

Welhaast onopgemerkt veranderde de majoor van onderwerp.

"Vertel me eens waarom die vrouw schreeuwde?"

"Vermoedelijk zullen de Japanse soldaten, die haar hebben verkracht en haar man hebben vermoord, die vraag beter kunnen beantwoorden dan ik," antwoordde Ralton.

Togodashi bloosde, zijn gezicht werd rood tot aan zijn hals. "Jullie Amerikanen blijven toch altijd dezelfden.

onder welke omstandigheden ook, nietwaar?"

Balton wist, dat zijn manier van optreden de majoor prikkelde, doch de arrogante houding van Togodashi had een averechte uitwerking op hem.

"Wat weten jullie Jappen in hemelsnaam van Ameri- kanen af?" vroeg hij boosaardig.

Togodashi ging staan en zette een hoge borst op.

"Meer dan de Amerikanen van de Japanners afweten."

Hij keek langs Ralton heen en blafte: .,Hakko ichiul" - Het was een Japans devies, een zinnetje dat ongeveer betekende dat de Jappen de wereld zouden veroveren en alle volkeren tot een grote, gelukkige familie zou men.

De eerstkomende twee weken brachten de vrouwen door in barakken, waar reeds een veertigtal Hollandse de "L" heel goed uit, niet zoals de meeste Japanners."

"Juist. majoor. dat is precies wat ik bedoel," zei Ral- ton.

"Ik heb de Engelse taal aan de universiteit van Tokyo gestudeerd en bovendie!l hebikvier jaarinjullieland doorgebracht. Daarom ben ik hier op Ambon gesta- tionneerd. Ik heb het toezicht op de gevangen geno- men Australische troepen. Het heeft enorme voordelen vloeiend Engels te spreken .. "

Plotseling onderbrak Lisa hem: "Zeg majoor. is het mogelijk dat ik een warm bad krijg en me behoorlijk kan verkleden?"

Togodashi sloeg met zijn vuist op de lessenaar.

"Vrouwen moeten hun mond houden. Vrouwen moe- ten hun plaats leren kennen."

Het was goed merkbaar. dat Togodashi onmiddellijk na zijn uitval alle mogelijke moeite deed zijn zelf- beheersing te herwinnen en opnieuw zijn pose van kalmte en beleefdheid aan te nemen. Hij wenddezich weer tot Ralton, zijn glimlach olieachtig glad.

"Ik heb nog nooit te voren een Amerikaan onder- vraagd," vervolgde hij, "maar ik merk nu al dat het een interessante ervaring Ic.an worden. Ik heb boven- dien een paar theorieën, die ik wil uitproberen en testen."

Ralton zei niets. Togodashi's plotselinge explosieve uit- val tegen Lisa en de sinister-dreigende toon, die hij nu aansloeg, deden hem plotseling bewust worden dat hij met een uiterst gevaarlijk man te doen had, die hij zeker niet mocht onderschatten.

"Wanneer je een man van zijn waardigheid en zelf- respect berooft," vervolgde Togodashi welhaast men-

(27)

vrouwen en kinderen verbleven. Ralton en HullNZ werden naar de beruchte Tan Toey baraldc:en gebracht en opgesloten. Voordien waren het de lcwartiele.

geweest van de Australische troepen, die op Ambo.

gestationneerd waren.

Nu puilden zij practisch uit van Australische gevan- genen. Er waren er op dat ogenblik meer dan acht- honderd. De bruutheid en de wreedheid waartned.

de Australiërs door de Jappen werden behandeld is door na-oorlogse onderzoekingen uitvoerig en nadrulc- kelijk vastgesteld en gedocumenteerd. Wat nooit gepu- bliceerd is was hun houding ten opzichte van Raltoll en de FilippijnsegidsHumez. De beide mannen waren nieuwkomers en buitenstaanders. Zij werden voor het grootste gedeelte van hun verblijf in het kamp geschei- den gehouden van de andere krijgsgevangenen.

De voedselrantsoenen in de barakken bestonden uit honderd en tien gram rijst en hetzelfde gewicht aan zoete aardappelen per dag. Bij zijn eerste maaltijd in de barakken, vond Ralton zijn plaats aan tafel naast een lange, stevige Australiër.

Zich naar Ralton overbuigend, fluisterde de Australiër:

"Als ik je een raad mag geven, makker, blijf dan uit de buurt van die dikke schildwacht, daar bij. de deur van de barak. Kijk hem maar eens goed aan."

Ralton draaide zijn hoofd in de aangeduide richting om de bedoelde schildwacht aan een beter onderzoek te onderwerpen. Terwijl Ralton zijn hoofd omdraaide maakte de Australiër van de gelegenheid gebruik de rijst van zijn bord te halen en in zijn mond te stop- pen.

Toen Ralton weer voor zich keek en bemerkte dat zij.

rijst verdwenen was, kon hij aanvankelijk geen woord uitbrengen, zo verbluft was hij. Eerst kon hij niet geloven, dat een medegevangene zijn eten zou stelen.

Doch de Australiër zat met volle mond te kauwen en slikte ten slotte de rijst door. Hij porde Ralton in de ribben en zei ironisch:

"Zo zie je maat, dat een mens niemand kan vertrou- wen."

"Ja, ik zie wat je bedoelt," zei Ralton terwijl hij zijn bord opnam. "Maar aangezien je mijn rijst hebt opge- geten, kan je nou evengoed doorgaan en ook mijn bord nog opvreten."

Hij greep de Australiër bij de nek en sloeg het bord hard tegen de mond van de man. De Australiër wors- telde om los te komen en Ralton bonkte het hoofd van de man hard tegen de houten tafel. In een oogwenk sprongen een paar dozijn Australiërs op en wierpen zich op Ralton. Humez kwam zijn krijgsmakker te hulp, doch beide mannen moesten het tegen de over- macht opgeven. Zwaaiend met de houten krukken sloe- gen de Australiërs beide mannen tegen de grond en schopten hen daarna, waar ze hen raken konden.

De Jappen maakten helemaal geen aanstalten om tus- senbeiden te komen. Pas nadat Ralton en Humez bei- den een flink pak slaag hadden gekregen en het er bijzonder beroerd voor hen uitzag kwamen zij er tussen en dreven de vloekende en schreeuwende Aus- traliërs met hun bamboeknuppels en geweerkolven terug. Vanaf dat ogenblik waren Ralton en Humez geïsoleerd. Zij werkten bij de arbeidsbataljons met de Australiërs, zij aten en sliepen met hen, doch zij wer- den volkomen genegeerd. De Australiërs behandelden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

)J Mijn DOOIITJE,&#34; sp,'ak nu de moeder t )J bragt bor- duurwerk te hnis; zij dacht de belooning daarvoor te ontvangen; doch rijke lieden begrijpen niet t dat voor de arme

wort des Mandurs zu ihm durchdrang. Er stand langsam auf und ging zum Ausgang. Er wusch seine Kanne und ging weiter zum Weg. Er ging langsam und unsicher. Sein Gehirn arbeitete

en hij moest het met de oogen vasthouden zou het niet weg- glijden en verdwijnen. Mevrouw Meerhuys, die voor hen scheen te denken. te spreken en te handelen dien geheelen dag,

Juist wil de hoffelijke strijder betuigen, dat Brahm' Wiegenlied hem het allel'aangenaamst, maal' ieder ander lied hem ook welkom zijn zal, als mevrouw Van Spelten verklaart

Kijk maar eens naar zijn donkere oogen.. Die lachen

wc zijn dns op meer bekend terrein, ten minste, we be- hoeven niet langer, 7.00a]5 in ebze IHal tc dngcn dikwijls het geval was, uit te zicu of cr ook een and r middel is om den

dat Domoe naar de school van de vreemdelingen zal gaan... Ik geloof niet, dat hij een vreemde voor eigen huis en dorp zal worden en dat hij de taal van zijn volk niet meer zal

&#34;Zeg je er niets van tegen mams?&#34; smeekte ze.. ook de waarheid was. En Pip, die ook niet had gebeld en wiens laatste dag het vandaag was. Onbegrijpelijk, waar hij het toct.