• No results found

Erelij st over de maand November

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Erelij st over de maand November "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJHEID EN

DEMOCRATIE

\"

Zaterdag 1 0 December 1955 - No. !78

Erelij st over de maand November

<Zie pag. 41

"

WEEKBI.~D VAN DE VOLKSP~RTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

LINKS EN RECHTS

D

e Wfardi Beekman Stichting, het weten~

schappelijk apparaat van de P.v.d.A., heeft enige weken geleden een conferentie gehou~

den over de verhouding socialisme~liberalisme. Os

J.

G. Bomhoff. één der redacteuren van Tijd en Taak, schreef erover in genoemd weekblad. Hij prijst de daar gehouden referaten als doorwrochte studies, hetgeen wij op zijn gezag gaarne aanne- men. Prof. Banning onderzocht de tegenstelling van socialisme en liberalisme zoals die als leiden- de beginselen tegenover elkaar staan. Drs A. A.

van Amerongen bekeek ze als min of meer tegen- gestelde economische stelsels. Drs

J.

M. den Uyl - wiens objectiviteit in economisch oordeel wij wel eens prezen - behandelde liberalisme en so-- cialisme als politieke bewegingen. ·

Niet wat in deze referaten werd betoogd inte~

resseert ons hier allereerst, doch wat de Tijd- en Taak-redacteur naar aanleiding daarvan zegt. Hij vroeg zich n.l. - zo schrijft hij - voor de lezing af (en 't was een vraag die hem niet losliet!), waartoe een dergelijk diepgaand onderzoek van het liberalisme ? We weten zo ongeveer wel wat we aan de liberalen hebben.

Dit nu lijkt ons in een socialistisch auteur, wiens blad gewoon fs de dingen nogal principieel te behandelen, wat naïef. Het liberalisme is, als elke levende politieke stroming. in voortdurende beweging en ontwikkeling. Waar het socialisme zich in deze jaren nogal beroemt op de innerlijke vernieuwing die het heeft doorgemaakt en waar-- bij zelfs het begrip "socialisme" voor velen tot 'n probleem geworden is, lijkt het ons in de inlei- ders op bedoelde conferentie prijzenswaardig, dat zij, socialisme en liberalisme met elkaar confron- terend, ook het liberalisme niet als een statische trootheid hebben aanvaard, waarvan men wel zo engeveer weet wat men eraan heeft, doch zich de moeite hebben getroost, ook het liberalisme in zijn voortgaande ontwikkeling te schilderen. Wij ne- men althans aan, dat de drie inleiders dit hebben gedaan.

• * *

D

e vraag, die Os Bomhoff zichzelf stelde, vindt haar oorzaak hierin, dat er z.i. slechts êén zorgwekkende gedachte is in de hedendaagse politieke verhoudingen en dat het socialisme met die ene gedachte klaar moet komen. Hij bedoelt:

duidelijke verkenning van het conservatisme, dat vijand nummer één van de socialistische beweging is en dat zich met de dag breder maakt. Niet dus over het liberalisme maar over het. conservatisme wil de heer B. allereerst beleerd worden.

Het is duidelijk: hier spelen de teleurstellingen die het socialisme in het algemeen en het door- braaksocialisme in 't bijzonder de laatste jaren te ftrwerken kreeg, de schrijver in Tijd en Taak parten. Het was zo simpel gesteld: alle "vooruit- strevenden" in de P.v.d.A. en alle "conservatie•

ven" ergens anders onder dak. Maar er is in Ne- ierland sinds lang geen conservatieve partij ont ..

etaan, waartegen de P.v.d.A. haar simplistisch apgezet spel kan uitspelen. En nu zij ook in de

praktische politiek - gelijk ook nu weer ten aan- zien van de vrijere loonvorming - haar zin niet kan krijgen, roept zij de boeman van het "conser- vatisme" op om op diens brede rug haar onschuld af te schuiven.

De heer Den Uyl moge dan gezegd - en Ds Bomhoff met instemming gelezen - hebben, dat

"niet alleen historisch maar ook praktisch poli- tiek een identificatie van liberalisme en conserva- tisme onjuist" (is) en dat ,.de vooruitzichten op een conservatieve concentratie, die tot een zuive- ring Y'an de partijverhoudingen in ons land zou kunnen bijdragen, gering" (zijn) - de heer Bomhoff acht dit alles voor ons land rampzalig.

Wij kunnen daarin, van zijn standpunt gerede- neerd, komen. Maar bewijst dit juist niet dat zijn standpunt onjuist is 1 Het moge voor de P.v.d.A.

een pijnlijke ontnuchtering geweest zijn, na 1945 te moeten ervaren dat de liberale partij evenals de anti-revolutionnaire, de christelijk historische en de rooms-katholieke weer op het politieke toneel verscheen en sindsdien gestadig groeide, de P.v.d.A. had daaruit toch de voor de hand liggende conclusie moeten trekken, dat de tegen- stelling conservatief-progressief, die zij als de enig juiste erkende, door de overgrote meerder- heid van ons volk niet als zodanig werd erkend.

De P.v.d.A. geeft er integendeel de voorkeur aan alle andersdenkenden van conservatisme te be- schuldigen, zelfs waar zij met de heer Den Uyl erkennen zou, dat identificatie van liberalisme en socialisme onjuist is. Want in de praktijk komt het daarop toch neer. Op welk punt van politiek beleid ook, elke beslissing. waarmee de P.v.d.A.

zich kan verenigen wordt door haar voorgesteld als progressieve overwinnitig, elke beslissing, te- gen haar wil genomen, wordt in de soc. partijpers en propaganda zwart gemaakt als vrucht der reacti.e.

Nu de zaken zo staan, moet men het dan ook wel over een andere boeg gooien. Vooruitzicht op een conservatieve concentratie moge er dan - helaas, voor de socialisten - niet zijn, daar zijn toch nog de lezers van De Telegraaf, van Else- vier en De Haagse Post, om van Burgerrecht nog te zwijgen, zo klaagt Os Bomhoff. De lezers (I) van die bladen zijn in zijn ogen blijkbaar allemaal

"conservatief" en in feite dakloos. Maar .,ze" ma~

ken wel lawaài (die lezers dtis ? ) in de hun toe- gewijde bladen. En zij doen dat heel geraffineerd.

Nu weer deze, dan weer die partij verheerlijkend, maar steeds tegen ons (P.v.d.A.) vormen zij een klimaat van onverantwoordelijk kankeren, com- promitteren, minstens in onze ogen, telkens dan weer de confessionele partijen, dan weer de V.V.

D. en maken de atmosfeer vim ons politieke leven door en door ongezond.

* * *

H.

eel duidelijk is het beeld .dat Os .~mhoff voor zijn lezers ophangt ntet, WlJ zullen hem geen onrecht doen, wanneer wij aannemen, dat hij meer de genoemde bladen dan hun lezers op

het oog heeft. En al ligt het niet op onze weg die bladen te verdedigen, wij menen dat de heer B.

de taak van een onafhankelijke pers toch wel heel erg miskent, wannee,r hij deze pers enkel maar ziet als kweekplaats voor kankeren enz. Zelfs als ook de V.V.D. door sommige persbeschouwingen wel eens gecompromitteerd kan worden in de ogen dei: P.v.d.A. achten wij een onafhankelijke en critische pers veeleer. een zegen dan een ramp.

En wie geregeld leest hoe bijv. juist ook de V. V.D. in de socialistische partijbladen behandeld wordt, zal geneigd zijn het argument, dat de V.V.D. door genoemde bladen althans in de ogen der P.v.d.A. gecompromitteerd wordt, niet zo heel hoog aanslaan.

Voor Os Bomhóff gaat het in wezen dan ook nog om iets anders: die door hem veronderstelde conservatieven die geen eigen partij vormen, zijn verspreid over de verschillende ons (P.v.d.A.) tegengestelde partijen en beïnvloeden daar het politieke streven. Men ontmoet ze in de V.V.D., in de A.R. en C.H. U. en voortaan heel duidelijk in de K.V.P. (De verzoening met Welter !).

De positie van de P.v.d.A. wordt daardoor - zo klaagt Os Bomhoff - zeer bemoeilijkt: enigs- zins doen We de ·zojuist genoemde partijen,,OJ!."':

recht aan, als we hen zonder meer als conserva- tief bestempelen, anderzijds- zullen zij· in de pra~7 tijk telkens weer ons pad kruisen, doordat zij ge- ïnspireerd door hun conservatieve aanhang, een politiek voors~aan, die niet naa~ de bedoeling, maar in feite behoudensgezind is.

* • •

O

ok hier beziet de Tijd- en Taak-schrijver de dingen toch wel weer heel eenzijdig en door de rode bril. Wij bijv. zouden hem be- paald dankbaar zijn, wanneer hij het als onrecht gevoelde, de V.V.D. als conservatief te bestem- pelen. Onze dankbaarheid slinkt weg nu wij zien, dat hij het niet ,.zonder meer" wil doen. daar- mede bij zijn lezers de vrij algemene (rode) sug- gestie handhavende dat het in het wezen der din- gen wèl zo is.

En wanneer Os Bomhoff en de zijnen in de praktijk zijn pad telkens gekruist ziet door bijv.

de V.V.D .. waarom kan hij dan de V.V.D. niet zien zoals zij is, krachtens haar beginselprogram- ma en niet zoals zij in de voorstelling van Ds B.

zelf verschijnt. nL als geïnspireerd door haar con- servatieve aanhang ? Zulk een V.V.D. bestaat immers alleen in de gedachte van wie de politiek beheerst zien door één tegenstelling, terwijl er in werkelijkheid vele zijn,

Ook de P.v.d.A. zal er aan moeten gewennen, dat haar pad telkens door andere partijen wordt gekruist. Wij leven immers gelukkig in een demo- cratie en niet in een eenheidsstaat ?

En zij zal er aan moeten gewennen, dat socia- lisme allerminst het monopolie van vooruitstre- vendheid inhoudt. Integendeel. ia veler oog brengt socialisme op den duur slechts de verstar- ring die in wezen conservatief is. de R.

~

1

I

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Flitsen van Het Binnenhof (I)

Departementen rezen als paddestoelen uit de grond • Twee elftallen Excellenties • ledere vier iaar Grondwetsherziening? • Bii stukies en brokies • Groot werk van Thorbec:ke en Cort van der Linden • De oorlogsdwaling van prof. Romme en ziin des- illusies.

N

ieuwe Departementen (met bijbe- horende ministers) zijn in de na- oorlogse jaren als paddestoelen uit de grond verrezen. Ook in de jaren tussen beide wereldoorlogen vertoonde dat aantal trouwens reeds een stijgende lijn.

Telde het ministerie-Cort van der Linden nog maar negen ministers, het ministerle-Drees heeft er zestien, plus nog zes staatssecretarissen.

De zeldzame gelegenheden, dat die twee elftallen Excellenties - ten dele in dub- bele rij - achter de voor die gebeurte- nis verlengde regeringstafel zijn geze- ten, bieden dan een imposant schouw-

spel! ·

Het aantal begrotingen is daarbij vrijwel navenant gestegen en daar de Kamervoorzitter met de moed der wan- hoop tracht vast te houden aan het pa- rool: vóór Kerstmis alle begrotingen onder mijn hamer door, wordt er deze weken weer onder verdubbelde hoog- spanning gewerkt en draaien de begro- tingen aan de lopende band door de par- lementaire molen.

Daarbij blijft het echter niet. Zo nu en dan worden daar nog andere, spoed- eisende ontwerpen of ontwerpen van eenvoudige aard tussenin gevoegd.

Dat gebeurt dan bij voorkeur op mo- menten, dat de begrotingsmelen door het niet op tijd verschijnen van een memorie van antwoord of een eindver- slag even vast dreigt te lopen.

Aldus geschiedde de vorige week nu ook met een brokje Grondwetsherzie- ning, betrekking hebbend oP de uitbrei- ding van het aantal leden van Tweede en Eerste Kamer

* * *

D

at was het eerste punt van critiek, dat onze fractievoorzitter, prof.

Oud, bij de behandeling van de voor- stellen uitte.

"Een vergevorderd uur in een middag- vergadering, waarin eerst allerlei an- dere zaken zijn behandeld, een uiter- mate slecht bezette Kamer, nagenoeg lege tribunes, dat zijn de omstandig- heden, waarin het Nederlandse Parle- ment begint aan een Grondwetsherzie- ning.

"Ik heb dat voorzien. Mijnheer de Voorzitter, toen i]5 mij ertegen verzette, deze wetsontwerpen bij wijze van stop- lap tussen andere punten van de agenda in te voegen, omdat er toevallig geen andere onderwerpen waren, die rijp wa- ren voor openbare behandeling".

Met deze bittere, maar helaas maar al te juiste critiek begon de heer Oud zijn rede in de Kamer, waarin hij aan- kondigde, dat zijn fractie haar stem aan deze twee ontwerpen nie~ zou geven.

Voordat hij de argumenten voor dat tegenstemmen aanvoerde had hij nog een ander punt van critiek. Die critiek betrof het feit, dat we sedert de laatste oorlog van iedere periodieke verkiezing tevens gebruik maken als een gelegen- heid om de Grondwet te herzien.

Voor de heer Oud is een Grondwets- herziening nog altijd iets anders dan een herziening van bijvoorbeeld de Drankwet, de Winkelsluitingswet of welke andere wet ook.

De Staatscommissie voor de Grond- wetsherziening heeft een uitspraak van wijlen prof. Struycken uit 1915 aan het hoofd van haar rapport gesteld.

Zij luidt: "Het volk beschouwt de Grondwet als het document, waarin de hoofdmomenten van zijn staatkundige ontwikkeling uitdrukking hebben ge- vonden, de resultaten van de staatkun- dige strijd in het verleden , telkenmale

DE MENS ALS VRIJHEID

11 (Slot) Naar de verkiezingstijd

Dit is merkwaardig én moedgevend:

hoewel een theo-, geo-, helio- of kosmo- centrisch denken en leven heden ten da- ge uit de mode is de mens verloor zich- zelf niet. Hij vond zich terug als kiezer, als vrijheid, zo eindigden wij ons eerste artikel in Vrijheid en Democratie, 26

November 1955. ·

En met de schrijver van "De boodschap 'Yan Sartre" pagina 76 zijn wij het volko- men eeris: "Het (is) een feit (sic), dat een boodschap van en over vrijheid bij ons als Nederlanders in de huidige cul- tuurcrisis open oren vindt .... "

De auteur, professor dr G. C. van Nif- 'b'ik, is zelf geen liberaal. Des te verheu- gender is het van hem deze zin te lezen.

Niet skchû hebben, maar zijn

Natuurlijk is een boodschap alleen van en ovèr vrijheid niet voldoende. Ja het hebben van vrijheid is eigenlijk nog on- voldoende. Terecht zegt het moderne existentialisme, dat wij niet slechts vrij- heid hebben, doch vrij. zijn. Weliswaar overdrijft Sartre zijn eigen waarheid, door te stellen dat een mens zich aan niets (sic) kan vasthouden. Maar toch is het voor de liberaal goed p.aar deze Franse filosoof te luisteren. Het nihilis- me zullen wij van hem niet overnemen, doch de hartstochtelijke liefde voor de Vrijheid, welke de liberaal reeds bezit, zal van Parijs uit, versterkt kunnen wor- den. In elk geval willen wij met de Licht-stad méé-beseffen, dat ons ik niet een ding is, hetwelk gestreeld moet wor- den. En in dit blad zeggen wij: De mens is geen wezen, welks behoeften door va- dertje Staat bevredigd moeten worden.

Neen, ons "ik" is elk· ogenblik opnieuw een nog ongeboren ding. Ons ik moet zich verwerkelijken in het scheppen. En in maatschappelijk· verband is de mens een wezen, dat zichzelf do.or arbeid en door te streven verwerkelijken moet.

Niet Vader moet mij doen leven - hoog- stens is deze mijn verwekker - maar ikzelf moet in productie, in arbeid mij en mijn maatschappij vormen, vorm ge- ven, gestalte schenken.

Een parallelie vinden wij in de theo- logie: het Rijk Gods zal niet anders ko- men dan door onze .arbeid daaraan. Het

komt niet en kwam nooit uit hemelen gevallen. Het is komende in zover wij- zelf het scheppen.

Wij hebben geen Godsrijk, wij bezit- ten geen vrijheid, neen wij zijn van Gods geslacht, wij zijn vrijheid. Doch dit alles slechts in zoverre als en wat wij doen.

Vrijheid is niet rusten noch gedetermi- neerd volgen, doch volkomen vrij kiezen.

Vrijheid bestaat slechts als uitgangs- punt als begin(sel), nooit als dogma; wel als moment, als moviment, als bewe·

ging, als wording, als wordend, als be- wegend.

In de Kamers

Elk ogenblik kiezen wij opnieuw. Wij belijden opnieuw, soms nieuwe dingen, gans andere zaken, welke voorhéén nog noQit aanwezig waren.

Elk ogenblik moeten onze Kamerleden in concrete situaties een keuze doen. En ónze Kamerleden doen dat van het be- gin(sel) der Vrijheid uit. Zij en wij zijn wel aan het verleden ver-bonden, doch nooit re-bonden. Zij gaan van huis naar het Binnenhof als verkozenen, met hun beginsel en geven dan in de Staten-Gene- raal de vrijheid GESTALTE, niet klon- terig doch levend. . . . morgen is het an-

ders.... ,

Zodra echter de Leden de Kamer ver- laten hebben, -is de situatie als bevro- ren, doch morgen in nieuwe zitting - elke zitting is een nieuwe situatie - - morgen boren zij gaten in de ijzige situa- tie, doen haar ontdooien en laten de dag van gisteren, gestold in de nacht, weer stromen tot de situatie van heden. Onze Kamerleden doen dat in hoogstmogelijke vrijheid. Geen part\i, waarin deze vrij- heid hoger exponent behaalt. Al de ge- bondenheden, waaraan ook ónze vrijheid lijdt, zijn in de andere partijen vermeer- derd door buiten-liberale Gebondenhe- den. De tendentie der liberaliteit is er ene naar de hoogstmogelijke Vrijheid.

Vrijheid als Doel. Vrijheid óók als Weg.

Wij willen de wegen der vrijheid (titel van enige boeken van Sartre) bewande- len. Niet slechts willen wij gaan naar, doch leven in vrijheid. Vrijheid is er niet dan pas als onze tegenpartijen vernietigd zijn en wij dus als partij in solitairiteit overblijven, in ons isolement en dàn om- geven door doden ...•

zijn neergelegd, en waarin het ook voor het heden en de toekomst de grote ge- dachten tot openbaring wil brengen, volgens welke het de ontwikkeling van zijn staatsleven verder wii zien geleid".

Met bijtende spot merkte de heer Oud op: De Staatscommissie heeft dez·e uit- spraak van- Struycken tot de hare ge- maakt, maar kan men op het ogenblik nog wel in ernst volhouden: Grondwets- herziening hoofdmoment van staatkun- dige ontwikkeling; nederleggen van re- sultaten van staatkundige strijd; grote gedachten tot openbaring brengen voor het verder leiden van de ontwikkeling van het Staatsleven?

Daartoe herziening iedere vier jaar?

Iedere vier jaar hoofdmomenten van staatkundige ontwikkeling? Iedere vier jaar nederleggen van resultaten van staatkundige strijd? Iedere vier jaar

"grote gedachten" tot openbaring bren- · gen voor het verder leiden der ontwik- keling?

"Hoofdmomenten" doen zich niet iedere vier jaar voor. De praktijk van de latere jaren ma<tkt deze woorden van StruycitEin tot een aanfluiting.

Het grote werk is verricht door de Uberalen Thorbecke (in 1848) en Cort van der Linden (in 1917) en de rest is niet veel meer dan verstelwerk ge- wee!'t. Anderen zijn (ondanks hun ster- ke meerderheidspositie) niet in staat geweest, concreet aan te geven, op welke andere dan liberale grondslagen het gebouw kan worden opgetrokken.

V

el en hebben in de oorlogsjaren en in bet eerste jaar na de oorlog gedroomd van grote hervormingen. Zo noemde de heer Oud o.a. prof. Romme, voorzitter thans van de K,V.P.-fractie, die in 1945 is gekomen met zijn nieuwe Grondwetsartikelen: "Een bijdrage tot herstel en vernieuwing"; een volkomen andere constructie voor ons staats·bestel werd door hem gegeven, dwars tegen die oude liberale Grondwet in.

"Ik heb" - zo zei de heer Oud -

"dat boekje nog altijd in mijn boeken- kast staan. Het is nu en dan interes- sant het op te nemen. Maar heeft u iets gemerkt van enige poging van de ge- achte afgevaardigde, de heer Romme, om deze gedachte, waarover hij in de bezettingstijd zo geweldig. gepeinsd had,

H DECEMBER 1955- PAG. I

in werkelijkheid om te zetten ?'•

:Qeze opmerking van de heer Oud was raak, want zij ontlokte de heer Romroe een belangwekkende bekentenis.

Prof. Romroe zei, dat hij niet wilde verhelen, dat de heer Oud hiermede een zeer gevoelige snaar bij hem had aan- geraakt.

Bij het sc·hrijven van dat boekje tij- dens de oorlog was de heer Romme.

naar hij zei, uitgegaan van wat achter- af, na de bevrijding, voor hem helaas was gebleken te zijn meer een wens, meer een sterk verlangen, dan dat het tot de feiten kon worden gerekend.

· Het was voor hem een grote desillu- sie geweest, toen hem bleek, dat "de

PROF. ROMME ... gevoelige snaar ...

geestelijke en zedelijke toenadering op positief Christelijke grondslag"" welke hij tijdens de oorlog had verondersteld,·

in feite niet had plaats gehad.

Hij bad in het eerste na-oorlogse jaar deze desillusie verwerkt en daaruit zijn politieke conclusies getrokken. Tot die politieke conclusies behoorde voor hem, dat zijn boekje over die nieuwe Grond- wetsartikelen in zijn algemene lijn niet aansloot aan de na-oorlogse werkelijk·

heid.

Het was - en hij hoopte, dat men hierin niet een uiting van boogmoed zij- nerzijds zou zien - naar zijn overtui- ging op die werkelijkheid vooruit, ver vooruit.

Het ._was een zijnerzijds in de oorlog gekoesterde ,,oorlogsdwaling", welke hij tegenover de harde na-oorlogse werke- lijkheid- spoedig had opgegeven.

(Zie verder: "Van het Binnenhof" ll)

- A.

---

Neen, vrijheid is er pas als wij èn de anderen levend en solidair wandelen over de wegen der (hoogstmogelljke) vrijheid.

Schweitzer zegt: vrijzinnig is een heer- lijk woord. Als oom is hij wijzer dan zijn neef Jean-Paul Sartre. Doch de vrijheids- zin is zeker bij hen familiegoed!

Welnu, ook wij willen tot deze familie behoren.

Geen stok, maar staf

In de kerken gaat onder invloed van moderne, vrijzinnige geluiden het inzicht langzaam veld winnen: Geen belijdenis, wel belijden. Geen passiviteit ener belij- denis, doch activiteit van het belijden.

Geen substantief, doch werk-woord.

Geen substantieel denken, doch functio- neel zijn. Geen belijdenis hebben, doch belijder zijn. En is er een belijdenis mo- gelijk, dan nooit als stok om de ander te sláán, doch alleen als staf om zèlf mee te gaan. Elk dogmatisme is hier bedrei- ging der vrijheid.

Zo in kerk, zo in staat.

Fel moet geprotesteerd worden tegen het .onrecht van de crematie-codicil. · De eis een codicil of testament-artikel te moeten schrijven om gecremeerd te kun- nen worden, is een discriminatie van de minderheid. Is een stok geworden om de gediskwalificeerde heiden mee te sláán.

De crematie-voorstander moet nu met de codicil-stér lopen. Hij is tweede rangs.

Hier is zelfs de laagstmogelijke vrijheid zoek. Hier is onnodige vrijheidsbeperking.

Hier is een weg terug in plaats van een weg der vrijheid ... .

Onze liberale Kamerleden daarentegen hebben hier weer in alle kracht de vrijheid gerértliseerd. Spontaan wierpen zij zich op de bevroren situatie, gaten borend, de conservatieve wereld óm- scheppend tot een wereld der vrijheid.

Dat zij het niet haalden in stemmental lag niet aan hen, doch aan de ander, die gekanaliseerde, geleide onvrijheid be- dreef. De ander, die niet verdragen, die de vrijheid niet torsen kon, het met de vrijheid niet wagen durfde, niet ver- draagzaam wezen, maar negatief over- heersen wil(de).

De f{eleide mens

Sirnone de Beauvoir, de non van het existentialisme, de diakones met de platte hakken, zegt: "mijn vrijheidB- ethiek is den mensen te manlijk, te moei- lijk".

Wij zeggen: juist, zo is het.

De mens-in-doorsnee, vooral de asfalt-

mens wil, want kan niet vrij zijn.

De mens-in-doorsnee wil Vader Staat laten zorgen voor zijn aards-, Moeder Kerk voor zijn eeuwig-bestaan.

De mens-in-doorsnee leeft op afbeta- ling; de staat moet financieren. Dat dit de mens-in-doorsnee "negen" procent kost begrijpt deze niet of wil het niet be- grijpen. Sparen is hem te manlijk., te moeilijk.

De mens-in-doorsnee is de geleide mens. Hij laat zich zijn initiatieven do- den of heeft überhaupt geen eigen vindin- gen.

De mens-in-doorsnee wil vrijheid heb- ben, maar niet-verwerven.

De geleide mens wil kapitaal besiUea, maar niet zich zelf verwinnen.

De geleide mens is tegen winst maken maar wil wel winst binnenhalftl.

De geleide mens is de massa mens.

De massa mens wil wel genieten, niet produceren.

De mens-in-doorsnee wil uitverkoren (of desnoods verdoemd) zijn, maar niet zich opgeroepen horen.

Elk appèl is hem te moeilijk, te man- lijk.

De mens-als-vrijheid echter weet zich . gelukkig, als men hem roept.

Ik ben paraat, zegt de (niet-asfalt-) mens.

De manlijkste

Omdat Sartre, de atheïst, die niet uit- gaat van pré-existente waarden, geen theologisch achterdeurtje heeft noch op de heinel hoopt; die weet te moeten le- ven in deze wereld. zonder god, met de dood en met de angsten vaak;

Omdat deze Sartre desondanks getuigt:

Ik ben paraat, ik wil desnoods voor· mijn ideaal Vuile Handen maken.

Daarom wordt hij genoemd en ge- roemd als de dapperste, de meest man- lijke onder de huidige existentiefilosofen, en dat wel door Karl Barth <Van Nif- trik, 68),

Sirnone zegt: mijn ethiek is den men- sen te manlijk. . . . Ja, den massa-mens.

Bezielend verband

Marsman moest dichten:

Ik sta alleen, geen God of maatschappij die mijn bestaan betrekt in een bezield verband.

Maar wij niet aldus.

De V.V.D. ontplooit thans nieuwe kracht. Wil alle liberalen samenbunde- len. In een bezield en bezielend verband.

Op basis van: de mens als vrijheid.

Rotterdam. JOH. P. VAN MULLEM.

(3)

Flitsen van Het Binnenhof (11)

Vier argumenten tegen Kameruitbreiding n û en zoals de Rege- ring die voorstelde • Suggestie om de sprong te verkleinen • Amendement-Tilanus vond geen weerklank • Kameruitbreiding in eerste lezing aanvaard in de Tweede Kamer • Grotere candi·

clatenliisten.

N

a onze voorgaande flits van een stukje debat-op-zijspoor (maar een hoogst belangwekkend en pikant stuk llijspoor), dan nu de eigenlijke wijziging&•

ontwerpeD.

Wat waren nu de bezwaren v:an de heer Oud (en zijn fractiegenoten) tegen de uitbreidingavoorstellen van thans ?

Puntsgewijze kunnen wij ze aldus weer- geven:

• •

1

Er is geen sprake van enige urgen-

zekere aanpassing nodig hebben, dan is die sprong toch wel erg groot. Er zullen fracties zijn, die voor wellicht bijna 50 pct uit nieuwelingen gaan bestaan.

Daarom uitte de heer Oud de sugges- tie, om, wanneer het voorstel tot Kamer- uitbreiding zou doorgaan, deze in ieder geval in twee étappes te doen geschieden.

In de Grondwet zelve zouden dan de ge- tallen 150 en 75 reeds kunnen worden vastgelegd, maar in een additioneel arti- kel ;ï:OU dan kunnen worden bepaald, dat het aantal voorlopig resp. 120 en 60 zou bedragen en dat het ogenblik, waarop de Kamers op resp. 150 en 75 leden zouden worden gebracht, nader bij de wet zou worden bepaald.

Die suggestie van de heer Oud heeft echter geen weerklank gevonden, even-

TILANUS

•••... toch maar v66r ..•• _ min als het amendement van de heer Ti- Janus (C.H.), om de uitbreiding te beper- ken tot resp. 125 en 63.

De heer Tilanus heeft dit amendement, dat geen kans bleek te maken, dan ook ingetrokken en heeft, met zijn aanwezige fractiegenoten, toen toch maar voor de voorgestelde uitbreiding gestemd.

4

De vierde en laatste overweging van de heer Oud was een psychologi- sche. We zullen, zo zei hij, het Kamerge- bouw aanmerkelijk moeten uitbreiden als gevolg vooral ook van c~eze leden-uitbrei·

ding.

Is het, nu er een bouwstop is afgekon-

10 DECEMBER 1955- PAG. I

digd, psychologisch wel gewenst, dat de Kamer de Regering vraagt, haar aan die bouwstop te .onttrekken ?

- De heer Oud meende van niet. Er zijn nu eenmaal altijd stromingen, die een zekere neiging tot anti-parlementarisme hebben. Laat ons die stroming niet de kans geven te zeggen: De Kamer trekt zich van datgene, wat de Regering in het algemeen aan het volk of het be- drijfsleven oplegt, voor zichzelf niets aan.

• • •

Onze fractie is in deze echter alleen blijven staan. Al zal niet ieder even enthousiast zijn geweest (en zeker de C.

H.-fractie niet), de Kamer gaf aan het voorstel niettemln met grote meerder- heid haar zegen.

Beide ontwerpen werden aangeno4hen met 75 tegen 6 stemmen. Tegen stemden alleen de aanwezige leden van onze V.V.

D.-fractie: de heren Oud, Korthals, Van Leeuwen, Cornelissen, Den Hartog en Zegering Hadders.

Voordien had minister Beel nog een amendement van prof. Romme overgeno- men en een wijziging van de Kieswet toegezegd, waal:'door het mogelijk zal worden, reeds voor de Kamerverkiezing van 1956 het maximum aantal candidaten per lijst voor de Tweede Kamer op 30 (in plaats van op 20, zoals tot nu toe)

te brengen. A.

tie. Uitgaande van zijn ernstige be- zwaar tegen het iedere vier jaar wijzi- gen van de Grondwet, waaraan eens toch een eind moet worden gemaakt, stelde de heer Oud het aldus, dat, nu de Regering - terecht - van een algehele herziening heeft afgezien, een partiele herziening al- leen aanvaardbaar zou zijn in een geval van uiterste urgentie.

Het was wel duidelijk, dat de heer Oud aan die urgentie twijfelde, maar in ieder geval kon en wilde hij die pas beoorde-.

!en als hij ook de andere voorstellen voor zich had.

* * *

VAN PROTESTANTS-CHRISTELIJKE EN ROOMS-KATHOLIEKE TECHNIEK

2

Dat was het tweede punt van be- zwaar. De heer Oud achtte het on- juist, dat thans alleen over dit voorstel zou worden gestemd, los van de andere voorstellen tot herziening van de Grond- wet, die er nog liggen en die successieve- lijk aan de Kamers zullen worden· voor- gelegd.

Ook vroeger is dat altijd zo gedaan.

Ook toen heeft men altijd gezegd: Wan·

neer het gehele werk achter de rug is, dan de eindstemming over de versebillen- de ontwerpen. Pas dan kunnen we zien of inderdaad het werk de Grondwetsher·

ziening wettigt.

• •

3

Zijn derde bezwaar was, dat met een verruiming van 100 op 150 leden voor de Tweedè en van 50 op 75 leden voor de Eerste Kamer de sprong te groot was. Er zijn .fracties (als de anti-revolu- tionaire), waarvan reeds vast staat, dat er verscheidene zittende leden niet zul- len terugkeren.

Worden die fracties nu bovendien in- eens met de helft van het ledental uitge- breid en neemt men in aanmerking, dat nieuwelingen in de Kamer toch altijd een

Copie voor deze rubriek te zenden naar:

Mejuffr. Joh. H. Springer, Alexander- ttraat 16, Haarlem.

Reisindrukken van IJstand

Politiek ontwaken van de l}slandse vrouw.

Boeiende lezing van mevrouw Barmé-Hanf

Op een leerzame middag kunnen de V.V.D.-vrouwen van de groep Kenne- merland-Zuid terug zien, toen zij geluis- leJ:d hadden naar een lezing van mevr.

D. H. Barmé-Hanf, die haar indrukken vsn IJsland weer gaf.

Op uitnodiging van de vereniging van vrouwenbelangen en gel\jk staat:;burger·

schap had mevr. Barmé als voorzitster vsn de afdeling Amsterdam een studie·

reis naar IJsland gemaakt.

Ter ilileiding vertelde spreekster in het

Zo nu en dan vernemen wij zelfs in kerkelijke en met name in Hervormde kringen wel eens een symptoom van on-

gerustheid over de steeds voortschrij·

nende verzuiling van ons volk. Ook in de doorbraakkringen van de P. v. d. A.

kan men wel eens enige weerzin ont- dekken, als opnieuw een stuk gemeen- schapswerk in drie brokken uiteenvalt.

Merkwaardig toch, hoe men in deze politieke partij alle moeite doet om te betogen, dat mensen van verschillende levensovertuiging best één organisatie kunnen vormen met een staatkundig doel, dat één vakcentrale best alle werknemers · kan omvatten, ·zoals in Engeland en West-Duitsland, maar hoe men aan de andere kant geen stand- punt wenst in, te nemen, als het er om gaat de jeugd zoveel mogelijk bij el- kaar te houden of in wel gescheiden groepen naar · aparte richtingsscholen te sturen.

In onze goede stad Gouda staat reeds lang één algemene lagere technische school. In 1953 kwamen verzoeken bij de raad binnen om een verklaring Val\

kort de geschiedenis van IJsland, dat in de 9de eeuw gekoloniseerd werd door Ieren en Noren.

De vrijheidslievende IJslanders zagen pas in 1918 hun wens vervuld.

IJsland werd een zelfstandig konink- rijk, alleen door een personele unie met Denemarken verbonden. Sedert de 2de wereldoorlog in 1944 werd IJsland een onafhankelijke republiek. Tijdens de oorlog was er een grote Amerikaanse bezetting, even groot als de IJslandse bevolking van 145000 inwoners.

Groots en uitgesterkt is het land met zijn vulkanische overblijfselen, zijn glet- schers, zijn meren. rivieren, watervallen, zijn warme bronnen.

Eenzaam liggen de boerderijen in het dun bevolkte land. Gebrek aan arbeids- krachten op hei platteland, waar nog bij komt de trek van de boerenbevolking naar de stad.

Een geluk is het, dat in de lange zo- mervacantie van 1 Juni-1 October de scholieren bij de boeren gaan werken.

Schoolplicht heerst er van 7 tot en met 15 jaar, na het eindexamen kan nog een 4-jarig Gymnasium gevolgd worden, dat toegang geeft tot de Universiteit in Reykjavik. Een 650 studenten staan daar ingeschreven.

De meisjes zijn veelal in internaten on·

dergebracht, waar zij behalve aleemene ontwikkeling ook koJ.<:en, wassen en we- ven leren.

De kleurrijke klederdracht ziet men maar zelden meer gedragen.

De goed onderlegde IJslanders, die in de lange wintermaanden veel lezen, zijn muzikaal. Hun nationale trots is hun eigen Opera, sinds 1951.

De bevolking is voor het grootste deel Luthers, slechts een 500 tal katholieken telt IJsland.

Alleen in de winter kent men werk·

loosheid. De sociale verzekeringen z\in goed, zo bestaat er een algemene ouder- domsverzekering, die in gaat op 67-jari·

ge leeftijd,

De visvangst, vooral die op kabeljauw en haring, is de kurk waarop de IJsland·

noodzakelijkheid voor een protestants- christelijke en een rooms-katholieke la·

gere technische school. Met 13 tegen 11 stemmen werd toen een meerd-erheids- voorstel van burgemeester en wethou- ders, om deze verklaring af te geven, verworpen, omdat Gouda niet groot ge- noeg was voor meer dan één technische school en bovendien d-e bestaande sc~oo!

in leerlingenaantal zou dalen. Zó om·

schrijft althans de Goudsche Courant de motivering.

'Thans - twee jaar later - verleent de raad de noodzakelijkheidsverklaring met slechts drie stemmen tegen.

Wat is het geval? De P. v. d. A.·

fractie, die in 1953 gesloten tegen stem.

de, ts nu unaniem vóór de stichting van nGg twee confessionele scholen naast de

algemene.

Volgens het verslag in .,Het Vrije Volk" betoogde de woordvoerder van de .fractie, dat hij nog op hetzelfde standpunt stond als twee jaar geleden en ook in het vette kopje boven het verslag staat te lezen, dat d-e P.v.d.A.·

fractie zich in beide gevallen liet lei·

se economie drijft. Vis is voor IJsland het voornaamste export-artikel, als no. 2 kwamen vroeger de IJslandse poney's, die dienst deden in de Engelse mijnen.

Ten gevolge van de passieve betalingE·

balans (tot voor kort slechte vangsten) .. is tijdelijk de invoer van auto's stop ge- zet. Het verkeer· op IJsland is echt;:,r aangewezen op auto's, bussen en vlieg- tuigen. Een spoorlijn ontbreekt en zou ook niet lonend zijn,

Uitvoerig stond spreekster stil bij de positie van de IJslandse vrouw. Oor·

spronkelijk bezat de krijgsman alleen rechten, de echtgenoot had het voor het zeggen. Bij een erfenis kreeg de zoon 2/3 deel, 1/3 deel bleef over voor de doch- ter.

In 1850 werd het erfrecht gelijk ge- steld voor man en vrouw. Het actief en passief kiesrecht !kregen de vrouwen op 40-jarige leeftijd (1915). Sinds 1934 is er algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen boven de 21 jaar.

In het Parlement (Althing) zitten sinds 1953 geen vrouwen, daarvoor wa- ren er 2 vrouwelijke parlementsleden.

Het Althing is gesplitst in een Hoger (17) en een Lagerhuis (35). In de ge- meenteraad van Reykjavik hebben wel 2 vrouwen zitting.

De 400 leden tellende Women Asso- ciation in. de hoofdstad komt voor de be- langen van de vrouw op. Veel groter is de IJslandse vrouwenfederatie, die 12000 leden heeft en haar werk meer op cultu·

reel terrein vindt.

Geen verschil wordt er gemaakt in sa·

lariëring van ongehuwde en gehuwde vrouwen. Wel valt op, dat er weinig vrouwen in leidende posities te vinden zijn. Een uitzondering maken het vrou- welUk hoofd van de belastingen en de directrice van het meteorologisch insti·

tuut.

Wijzende op de ongunstige economi- sche positie van IJsland door te hoge staatssubsidie aan de éne kant en de hoge belastingen aan de andere kant, besloot mevr. Barmé haar interessante

lezing. I. B.-V.

den door het belang van de bestaande school!

Ra, ra, hoe is dat mogelijk? Wij schijnen snè! te leven: in 1953 verzet het belang van de schooi zich tegen de stichting van twee andere, in 1955 is deze stichting juist in het belang van de school.

Ziehier de verklaring van zoveel raadselachtigheid: Twee jaar geleden ' was er nog maar een vage mogelijkheid ' om de tweejarige cursus uit te breiden ' tot een drie- of zelfs vierjarige, thans doet zich daartoe de gelegenheid voor!

De fractie wil dus blijkbaar graag het technische onderwijs tot drie of vier jaar uitbouwen precies onze ge- dachte! - , maar meent daarmee te m o et e n wachten tot ·het aantal leer- lingen door de oprichting van twee an-..

dere scholen ter plaatse met een flink aantal .teruggelopen is.

Een noodzalrelijk geachte verbetering van het onderwijs laat men dus achter- wege, omdat het aantal leerlingen zo groot is. Een wonderlijke redenering!

In plaats van enige nieuwe lokalen aan of bij - althans in de organisatie van - een bestaande school, bouwt men liever twee nieuwe scholen er naast!

Ook al kost dat ,.iets" meer en ook al bereikt men daarmee, dat weer een deel van de jeugd uit Gouda en omstre.

ken in drie groepen gescheiden wordt om na hun schoolperiode te Ieren, wat doorbraak is ...

mmunmmlmnnmnnnnnnnnnnnnnummnlnlmlnnnnnnnnnunmmmn

Afdelingssecretarissen opgelet

U wordt dringend verzocht, de verhuizing van leden naar een andere. gemeente onmiddellijk op te geven aan het Algemeen Secre- tariaat der V.V.D., Koninginne- gracht 61 te 's-Gravenhage, met

opgave van het nieuwe adres en vermelding of het lid zijn (haar) contributie over het lopende jaar al d·an niet heeft voldaan, het be- drag der contributie en of er ook gezinsleden zijn.

Het Algemeen Secretariaat draagt zorg, dat de afdeling in de plaats van vestiging hiervan op de hoogte wordt gesteld.

Werkt er toe mede, dat niet on- nodig leden voor onze Partij ver- loren gsan!

Bij voorbaat onze dank.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij briefvan 2 juli 2020 is de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op grond van het bepaalde in artikel 36, vierde lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming

- Door het voorstel het fietspad waarschijnlijk niet meer terugliggend kan zijn, waardoor auto’s die de Landstraat willen oprijden het fietspad zullen gaan blokkeren. - Dit

De voorliggende Programmabegroting 2022-2025 Gooise Meren vast te stellen; waarbij voordat tot uitvoering van autoluw maken van Naarden-Vestging wordt overgegaan de raad eerst

Sven werd ziek en kreeg hoge koorts, Jesse liet zich ook regel- matig ’s nachts horen, Chantal en Dennis draaiden nachtdien- sten. Jesse kreeg baby- acne, zat on- der

Sven werd ziek en kreeg hoge koorts, Jesse liet zich ook regel- matig ’s nachts horen, Chantal en Dennis draaiden nachtdien- sten. Jesse kreeg baby- acne, zat on- der

Omdat voorliggend plan enkel wonen betreft en niet uitgaat van een winkelplint sluit het plan niet volledig aan op een aantal basisprincipes van het BPK centrum Eelde. Een winkel

Met een brief die aangetekend is verstuurd op 17 september 2015 heeft de heer …, eerste evaluator, aan het secretariaat van het College van Beroep en aan de heer … laten

De aandacht wordt er op gevestigd, dat bij vertrek van een der leden van een kiesvereniging naar elders, op daartoe door het Bureau der Unie verstrekte