Vraag nr. 47
van 3 december 1998
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Nederlandstalig onderwijs Brussel – Leerkrachten Voor het Brusselse Nederlandstalig onderwijs gel-den specifieke normen. De vraag is of dit volstaat om de toestroom van anderstalige leerlingen op een degelijke wijze op te vangen.
De personen die het best zijn geplaatst om daar-over te oordelen, lijken mij de leerkrachten te zijn. Werd er ooit een peiling uitgevoerd bij het onder-wijzend personeel in de Nederlandstalige scholen van Brussel om hun zienswijze te kennen inzake het onderwijs dat zij verstrekken in de gegeven omstandigheden ?
Indien dit onderzoek er niet is gewest, meent de minister dan niet dat het noodzakelijk is ?
Beschikt de minister over het personeelsverloop in de Nederlandstalige scholen van Brussel ? Is dat verloop groter dan elders in Vlaanderen ?
Klopt het dat er een tekort aan onderwijzers is voor de Nederlandstalige scholen in Brussel ?
Antwoord
Door het Onderwijsdepartement is er nooit een systematisch onderzoek uitgevoerd rond de toe-stand van het onderwijzend personeel in scholen van het Brusselse hoofdstedelijke gewest.
Nochtans heeft de Vlaamse overheid recentelijk bijzondere aandacht geschonken aan de Brusselse onderwijsproblematiek. Ik verwijs meer bepaald naar de publicatie "Het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" van het Onderwijsdepartement, waarin enerzijds specifieke onderwijsmaatregelen en anderzijds uitvoerige sta-tistische basisinformatie zijn opgenomen. Een exemplaar van deze brochure is als bijlage ge-voegd.
Daarnaast wordt ook in het "Jaarverslag 1997-1998 van de inspectie secundair onderwijs" ingegaan op het Nederlandstalige karakter van de Vlaamse se-cundaire scholen in het Brusselse hoofdstedelijke gewest.
Mijn administratie beschikt niet over indicaties dat het personeelsverloop (d.i. het overstappen naar een andere school of inrichtende macht,
respectie-velijk het uitstappen uit het onderwijscircuit) gro-ter is dan dat in andere Vlaamse regio's.