• No results found

Eindexamen havo wiskunde B 2012 - II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen havo wiskunde B 2012 - II"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen havo wiskunde B 2012 - II

© havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

6 Functies met een wortel

16. Je hebt de vergelijking (x2− 11x + 28)√

x = 0. De oplossingen hiervan zijn√

x = 0 en x2− 11x + 28 = 0. De eerste oplossing leidt tot x = 0, en de tweede oplossing geeft

(x − 4)(x − 7) = 0, x = 4_

x = 7.

De x-co¨ordinaten van de snijpunten zijn dus 0, 4 en 7.

17. Eerst schrijf je f28 in een makkelijk te differenti¨eren vorm:

f28(x) = (x2− 11x + 28) · x1/2.

Nu bereken je de afgeleide. Let hierbij goed op de productregel.

f280 (x) = (2x − 11) · x1/2+ 1

2 · (x2− 11x + 28) · x−1/2,

= (2x − 11)√

x + x2− 11x + 28 2√

x ,

= 4x2− 22x 2√

x +x2− 11x + 28 2√

x ,

= 5x2− 33x + 28 2√

x .

Je wilt nu weten voor welke x je hebt dat f280 (x) = 0. Je krijgt dan 5x2− 33x + 28

2√

x = 0,

5x2− 33x + 28 = 0,

x = 33 −√

332− 4 · 5 · 28 2 · 5

_x = 33 +√

332− 4 · 5 · 28

2 · 5 ,

x = 1_

x = 535.

Van de twee toppen wil je de meest linker hebben. De x-co¨ordinaat van A is dus 1. De y-co¨ordinaat krijg je door x = 1 in te vullen in de formule voor f28:

y = f28(1) = (12− 11 · 1 + 28)√

1 = 18.

De co¨ordinaten van A zijn dus (1, 18).

18. De grafiek van c raakt de x-as als er precies twee oplossingen zijn van de vergelijking fc(x) = 0. Een van de oplossingen van (x2− 11x + c)√

x = 0 is √

x = 0, de andere is x2− 11x + c = 0. De tweede van deze oplossingen

- 1 -

(2)

Eindexamen havo wiskunde B 2012 - II

© havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

kan 0, 1 of 2 oplossingen geven. Hij geeft 1 oplossing (met dus een totaal aantal oplossingen van 2) als de discriminant gelijk is aan 0. Dit geeft:

D = 0, 112− 4 · 1 · c = 0,

4c = 112= 121, c = 121

4 .

- 2 -

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hier kun je het beste de lengte van het kleine paard kiezen zodat de lengte van het grote paard, oftewel anderhalf keer de lengte van het kleine paard, een rond getal is.. We

Nu kun je de lijn AB twee keer tekenen, aangezien je de lengte van deze lijn kent, en je weet dat deze lijn evenwijdig moet zijn aan bijvoorbeeld CD.. Tenslotte teken je alle lijnen

Je wilt weten voor welke p de beide hoogtes gelijk zijn.. Dit kun je met de

Bij een horizontale verschuiving naar links moet je x vervangen door x+a, met a een zekere constante.. Eerst vul je de verschilsfunctie in in

Eerst bereken je de lengte van enkele lijnstukken die je nodig hebt bij het tekenen van de uitslag.. Nu je deze lengtes weet kun je achtereenvolgens GHM N , N M LK en

Je kunt dan concluderen dat de procentuele toename per 10 jaar gelijk is aan

Nu kun je zien dat je deze functie kunt krijgen g door de trans- latie (3, 0), dus translatie 3 eenheden in de richting van de positieve x-as, en vermenigvuldiging ten opzichte van

Je weet dat deze raaklijn door het punt (0, 2)