• No results found

Eindexamen havo wiskunde B 2012 - II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen havo wiskunde B 2012 - II"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen havo wiskunde B 2012 - II

© havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

3 Maatschepje

7. Je weet dat hoeken C, D, E en F recht zijn in de zijvlakken van het bovenste deel. Dit betekent dat je de lijnen CF , DE en CD kunt tekenen, want hun lengtes zijn gegeven. Let er hierbij op dat je de lengtes allemaal door twee deelt, aangezien de tekening op schaal moet zijn. Vervolgens kun je loodrecht op de lijnen die je net hebt getekend ook CG (1 keer aan de linkerkant en 1 keer aan de rechterkant) en DH tekenen, want CDGH is een rechthoek. Nu kun je het bovenste deel afmaken door de overgebleven lijnen te tekenen en de juiste letters erbij te zetten. Nu wordt het een beetje lastiger, aangezien je in het onderste deel geen rechte hoeken meer hebt. Je weet wel dat AC = AF = BD = BE = 5. Je kunt nu met je passer heel lichtjes cirkels met straal 5 (op schaal!) tekenen rondom punten D en E. Het snijpunt van deze cirkels is B. Nu kun je de lijn AB twee keer tekenen, aangezien je de lengte van deze lijn kent, en je weet dat deze lijn evenwijdig moet zijn aan bijvoorbeeld CD. Tenslotte teken je alle lijnen die nog moeten worden gezet in het onderste deel, en schrijf je alle letters bij de punten. Je krijgt dan onderstaande figuur:

8. Voor zowel de inhoud van de prisma als de twee piramides heb je de hoogte van 4DEM nodig. Hiervoor reken je eerst de lengte van M B uit. Je weet dat AB = 8, LM = 4 en AL = M B. Als je dit combineert krijg je M B = 12(AB − LM ) = 2. Met de stelling van Pythagoras kun je nu uitrekenen dat DM = √

BD2− M B2 = √

52− 22 = √

21. Nu ga je in driehoek 4DEM kijken. Er geldt dan dat de hoogte gelijk is aan h =

q

DM2− (12DE)2 = √

21 − 22 = √

17. De oppervlakte van driehoek 4DEM is nu gelijk aan de helft van de hoogte maal de basis, oftewel 12 · h · DE = 12 ·√

17 · 4 = 2√

17. De inhoud van de prisma is nu de oppervlakte van deze driehoek maal de lengte van de prisma, oftewel 2√

17 · 4 = 8√

17. De inhoud van elk van de piramides is gelijk aan een derde van de hoogte maal de oppervlakte van het grondvlak, oftewel

- 1 -

(2)

Eindexamen havo wiskunde B 2012 - II

© havovwo.nl

- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl

1

3 · 2 · 2√

17 = 43

17. Er is een prisma, en er zijn twee piramides, dus de totale inhoud is 8√

17 + 2 ·43

17 ≈ 43, 98 cm3.

9. Er zit 44 cm3 in het onderste deel, dus er zit 100 − 44 = 56 cm3 in het bovenste deel. Het bovenste deel heeft een grondvlak van 4 bij 4, dus bij een hoogte h boven het vlak CDEF zit er 4 · 4 · h in het bovenste deel.

Dit moet gelijk zijn aan 56, dus je hebt:

4 · 4 · h = 56, h = 56

16 = 3, 5.

Als je dit invult in de figuur krijg je onderstaand figuur:

- 2 -

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hij geeft 1 oplossing (met dus een totaal aantal oplossingen van 2) als de discriminant gelijk is

Wanneer de lijn verder omlaag schuift, zal deze op een gegeven moment nog maar één punt met de parabool.. gemeenschappelijk hebben (zie

Hieronder zijn een lijn en de grafiek van een wortelfunctie getekend.. De lijn en de verschoven wortelgrafiek hebben

Als slechts een of meer getallenvoorbeelden gegeven worden zonder verdere toelichting, ten hoogste 1 scorepunt aan deze vraag toekennen. − Als door tussentijds forser afronden P

− Als een leerling zich bij deze vraag baseert op een bij de vorige vraag verkeerd berekende t-waarde, hiervoor bij deze vraag geen scorepunten in mindering brengen.. − Als

[r]

De omgeschreven cirkels van deze driehoeken snijden elkaar in de punten B en S. Deze figuur staat ook vergroot op

Voor waarden van a die groter zijn dan een zekere waarde bestaat de iso- a -lijn uitsluitend uit twee halve lijnen en een cirkelboog QP. De eindpunten Q van deze