• No results found

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-I"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voetstuk

1. Zie figuur 2.

Projecteer H loodrecht op AB en noem dit punt H’ . Dan geldt: BH’ = ½ @ (AB – EH) = ½ @ (100 – 60) = 20

40

Dus: tan(p ABH) = )) ! p ABH = 63 o 20

2.

3. In het vooraanzicht is de afstand GH gelijk aan 10. In werkelijkheid is deze afstand dus gelijk aan:

102+102 = 200 =10 2

De omtrek van het achtzijdige oppervlak is dan: 4 @ (10/2 + 40) = 217 Er blijft dus 500 – 217 = 283 cm over.

4. Om ABC blijft er 100 cm over en om FGH blijft er 283 cm over. Op 1/4 hoogte tussen ABC en FGH blijft dan 100 + 1/4 @ (283 – 100) = 146 cm over.

5. Zie figuur 1.

Projecteer G loodrecht op AB en noem dit punt G’.

Dan geldt: GG ' 20 40 = 2+ 2 = 2000 .

De oppervlakte van ABGF is dan FG @ GG’ =

40 @ /2000 + 2 @ ½ @ (½ @ (100 – 40)) @ /2000 = 3130,5 cm 2 De vier vierhoekige zijvlakken dus samen: 12522 cm 2

 www.havovwo.nl

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-I

© havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De kubus wordt vanuit de stand in figuur 5 gekanteld naar de stand in figuur 6.. De lichaamsdiagonaal HB komt daardoor verticaal

De driehoeken TCD en TAD hebben een grotere oppervlakte dan de driehoeken TBA en TBC, en dus is de bewering niet

[r]

3p 7 † Teken op de uitwerkbijlage voor de eerste 12 seconden na de start de grafiek van y P als functie van de tijd t. Licht je

In platgedrukte toestand (in de verpakking) heeft een filterzakje een vorm die ontstaat door uit een cirkelsector DMC de gelijkbenige driehoek AMB weg te laten (zie figuur 3 en

[r]

[r]

[r]