• No results found

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vouwpiramide

10. p BDC = 180o – 45o – 90o = 45o = p CBD

De driehoek is gelijkbenig en dus geldt BC = DC

11. De driehoeken TCD en TAD hebben een grotere oppervlakte dan de driehoeken TBA en TBC, en dus is de bewering niet juist.

12. Omdat AD = CD = BC geldt BC = 10 @ tan ( 22,5o) AT = CT = 10 dus:

10 @ tan ( 22,5o )

cos ( p BCT ) = ))))))))))) ! p BCT = 66o 10

13. AD = 10 @ tan ( 22,5o )

In )TBC geldt tan( 65,5o ) = )))))))))))BT ! BT = 9,10 10 @ tan ( 22,5o )

I T.ABCD = 1/3 @ ( AD ) 2 @ BT = 1/3 @ 17,16 @ 9,10 = 52 cm 3

14. In de uitslag geldt MB = /(5 2 + 10 2) = /125 ) AMB is gelijkbenig, dus: AM = BM = 5

/125

Het elastiekje is uitgerekt met ( )))) – 1) @ 100% = 124%

5

 www.havovwo.nl

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

© havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Teken de rechthoek ADPQ en teken de snijlijn met het vlak BDF.. Het snijpunt van deze lijn met AP

6p 14 † Bereken met welk percentage het elastiekje in de platte toestand (zie eerste figuur) is uitgerekt ten opzichte van de gevouwen situatie van piramide T.ABCD (zie

De kubus wordt vanuit de stand in figuur 5 gekanteld naar de stand in figuur 6.. De lichaamsdiagonaal HB komt daardoor verticaal

[r]

[r]

3p 7 † Teken op de uitwerkbijlage voor de eerste 12 seconden na de start de grafiek van y P als functie van de tijd t. Licht je

In platgedrukte toestand (in de verpakking) heeft een filterzakje een vorm die ontstaat door uit een cirkelsector DMC de gelijkbenige driehoek AMB weg te laten (zie figuur 3 en

[r]